Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 48
Total number of words is 3027
Total number of unique words is 626
54.3 of words are in the 2000 most common words
70.8 of words are in the 5000 most common words
77.4 of words are in the 8000 most common words
de Jebusieten, gelijk als u de HEERE, uw God, geboden heeft;
643
18. Opdat zij ulieden niet leren te doen naar al hun gruwelen, die zij
hun goden gedaan hebben, en gij zondigt tegen den HEERE, uw
God.
19. Wanneer gij een stad vele dagen zult belegeren, strijdende tegen
haar, om die in te nemen, zo zult gij haar geboomte niet
verderven, de bijl daaraan drijvende; want gij zult daarvan eten;
daarom zult gij dat niet afhouwen (want het geboomte van het
veld is des mensen [spijze]), opdat het voor uw aangezicht kome
tot een bolwerk.
20. Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen
geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij
zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg
voert, totdat zij ten onderga.
644
Deuteronomium
Hoofdstuk 21
1. Wanneer in het land, hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal,
om dat te erven, een verslagene zal gevonden worden, liggende
in het veld, niet bekend zijnde, wie hem geslagen heeft;
2. Zo zullen uw oudsten en uw rechters uitgaan, en zij zullen meten
naar de steden, die rondom den verslagene zijn.
3. De stad nu, die de naaste zal zijn aan den verslagene, daar zullen
de oudsten derzelver stad een jonge koe van de runderen nemen,
met dewelke niet gearbeid is, die aan het juk niet getrokken
heeft.
4. En de oudsten derzelver stad zullen de jonge koe afbrengen in
een ruw dal, dat niet bearbeid noch bezaaid zal zijn; en zij zullen
deze jonge koe aldaar in het dal den nek doorhouwen.
5. Dan zullen de priesters, de kinderen van Levi, toetreden; want de
HEERE, uw God, heeft hen verkoren, om Hem te dienen, en om
in des HEEREN Naam te zegenen, en naar hun mond zal alle
twist en alle plaag afgedaan worden.
6. En alle oudsten derzelver stad, die naast aan den verslagene zijn,
zullen hun handen wassen over deze jonge koe, die in dat dal de
nek doorgehouwen is;
7. En zij zullen betuigen en zeggen: Onze handen hebben dit bloed
niet vergoten, en onze ogen hebben het niet gezien;
8. Wees genadig aan Uw volk Israel, dat Gij, o HEERE! verlost
hebt, en leg geen onschuldig bloed in het midden van Uw volk
645
Israel! En dat bloed zal voor hen verzoend zijn.
9. Alzo zult gij het onschuldig bloed uit het midden van u
wegdoen; want gij zult doen, wat recht is in de ogen des
HEEREN.
10. Wanneer gij zult uitgetogen zijn tot den strijd tegen uw vijanden;
en de HEERE, uw God, hen zal gegeven hebben in uw hand, dat
gij hun gevangenen gevankelijk wegvoert;
11. En gij onder de gevangenen zult zien een vrouw, schoon van
gedaante, en gij lust tot haar gekregen zult hebben, dat gij ze u
ter vrouwe neemt;
12. Zo zult gij haar binnen in uw huis brengen; en zij zal haar hoofd
scheren, en haar nagelen besnijden.
13. En zij zal het kleed harer gevangenis van zich afleggen, en in uw
huis zitten, en haar vader en haar moeder een maand lang
bewenen; en daarna zult gij tot haar ingaan, en haar man zijn, en
zij zal u ter vrouwe zijn.
14. En het zal geschieden, indien gij geen behagen in haar hebt, dat
gij haar zult laten gaan naar haar begeerte; doch gij zult haar
geenszins voor geld verkopen, gij zult met haar geen gewin
drijven, daarom dat gij haar vernederd hebt.
15. Wanneer een man twee vrouwen heeft, een beminde, en een
gehate; en de beminde en de gehate hem zonen zullen gebaard
hebben, en de eerstgeboren zoon van de gehate zal zijn;
16. Zo zal het geschieden, ten dage als hij zijn zonen zal doen erven
wat hij heeft, dat hij niet zal vermogen de eerstgeboorte te geven
aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van den zoon der
gehate, die de eerstgeborene is.
17. Maar den eerstgeborene, den zoon der gehate, zal hij kennen,
646
gevende hem het dubbele deel van alles, wat bij hem zal worden
gevonden; want hij is het beginsel zijner kracht, het recht der
eerstgeboorte is het zijne.
18. Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon
heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet
gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar
hen niet horen zal,
19. Zo zullen zijn vader en zijn moeder hem grijpen, en zij zullen
hem uitbrengen tot de oudsten zijner stad, en tot de poorte zijner
plaats.
20. En zij zullen zeggen tot de oudsten zijner stad: Deze onze zoon
is afwijkende en wederspannig, hij is onze stem niet
gehoorzaam; hij is een brasser en zuiper.
21. Dan zullen alle lieden zijner stad hem met stenen overwerpen,
dat hij sterve; en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen;
dat het gans Israel hore, en vreze.
22. Voorts, wanneer in iemand een zonde zal zijn, die het oordeel
des doods [waardig] [is], dat hij gedood zal worden, en gij hem
aan het hout zult opgehangen hebben;
23. Zo zal zijn dood lichaam aan het hout niet overnachten; maar gij
zult het zekerlijk ten zelven dage begraven; want een
opgehangene is Gode een vloek. Alzo zult gij uw land niet
verontreinigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.
647
Deuteronomium
Hoofdstuk 22
1. Gij zult uws broeders os of klein vee niet zien afgedreven, en u
van die verbergen; gij zult ze uw broeder ganselijk weder
toesturen.
2. En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent, zo zult
gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw
broeder die zoeke, en gij ze hem wedergeeft.
3. Alzo zult gij ook doen aan zijn ezel, en alzo zult gij doen aan
zijn kleding, ja, alzo zult gij doen aan al het verlorene uws
broeders, dat van hem verloren zal zijn, en dat gij zult hebben
gevonden; gij zult u niet mogen verbergen.
4. Gij zult uws broeders ezel of zijn os niet zien, vallende op den
weg, en u van die verbergen; gij zult ze met hem ganselijk
oprichten.
5. Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal
geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den
HEERE, uw God, een gruwel.
6. Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg
voorkomt, in enigen boom, of op de aarde, met jongen of eieren,
en de moeder zittende op de jongen of op de eieren, zo zult gij
de moeder met de jongen niet nemen.
7. Gij zult de moeder ganselijk vrijlaten; maar de jongen zult gij
voor u nemen; opdat het u welga, en gij de dagen verlengt.
8. Wanneer gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak
648
een leuning maken; opdat gij geen bloedschuld op uw huis legt,
wanneer iemand, vallende, daarvan afviel.
9. Gij zult uw wijngaard niet met tweeerlei bezaaien; opdat de
volheid des zaads, dat gij zult gezaaid hebben, en de inkomst des
wijngaards niet ontheiligd worde.
10. Gij zult niet ploegen met een os en met een ezel te gelijk.
11. Gij zult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en
linnen te gelijk.
12. Snoeren zult gij u maken aan de vier hoeken uws opperkleeds,
waarmede gij u bedekt.
13. Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben, en tot haar
ingegaan zijnde, alsdan haar zal haten,
14. En haar oorzaak van naspraak zal opleggen, en een kwaden
naam over haar uitbrengen, en zeggen: Deze vrouw heb ik
genomen, en ben tot haar genaderd, maar heb den maagdom aan
haar niet gevonden;
15. Dan zullen de vader van deze jonge dochter en haar moeder
nemen, en tot de oudsten der stad aan de poort uitbrengen, den
maagdom dezer jonge vrouw.
16. En de vader van de jonge dochter zal tot de oudsten zeggen: Ik
heb mijn dochter aan dezen man gegeven tot een vrouw; maar
hij heeft haar gehaat;
17. En ziet, hij heeft oorzaak van opspraak gegeven, zeggende: Ik
heb den maagdom aan uw dochter niet gevonden; dit nu is de
maagdom mijner dochter. En zij zullen het kleed voor het
aangezicht van de oudsten der stad uitbreiden.
18. Dan zullen de oudsten derzelver stad dien man nemen, en
kastijden hem;
649
19. En zij zullen hem een boete opleggen van honderd zilverlingen,
en ze geven aan den vader van de jonge dochter, omdat hij een
kwaden naam heeft uitgebracht over een jonge dochter van
Israel; voorts zal zij hem ter vrouwe zijn, hij zal haar niet mogen
laten gaan al zijn dagen.
20. Maar indien ditzelve woord waarachtig is, [dat] de maagdom aan
de jonge dochter niet gevonden is;
21. Zo zullen zij deze jonge dochter uitbrengen tot de deur van haars
vaders huis, en de lieden harer stad zullen haar met stenen
stenigen, dat zij sterve, omdat zij een dwaasheid in Israel gedaan
heeft, hoererende in haars vaders huis; zo zult gij het boze uit
het midden van u wegdoen.
22. Wanneer een man gevonden zal worden, liggende bij eens mans
getrouwde vrouw, zo zullen zij ook beiden sterven, de man, die
bij de vrouw gelegen heeft, en de vrouw; zo zult gij het boze uit
Israel wegdoen.
23. Wanneer er een jonge dochter zal zijn, die een maagd is,
ondertrouwd aan een man, en een man haar in de stad zal
gevonden, en bij haar gelegen hebben;
24. Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad, en
gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven; de jonge
dochter, ter oorzake, dat zij niet geroepen heeft in de stad, en
den man, ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd
heeft; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.
25. En indien een man een ondertrouwde jonge dochter in het veld
gevonden, en de man haar verkracht en bij haar gelegen zal
hebben, zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, alleen sterven;
26. Maar de jonge dochter zult gij niets doen; de jonge dochter heeft
650
geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste
opstond, en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak.
27. Want hij heeft haar in het veld gevonden; de ondertrouwde jonge
dochter riep, en er was niemand, die haar verloste.
28. Wanneer een man een jonge dochter zal gevonden hebben, die
een maagd is, dewelke niet ondertrouwd is, en haar zal gegrepen
en bij haar gelegen hebben, en zij gevonden zullen zijn;
29. Zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, den vader van de
jonge dochter vijftig zilverlingen geven, en zij zal hem ter
vrouwe zijn, omdat hij haar vernederd heeft; hij zal ze niet
mogen laten gaan al zijn dagen.
30. Een man zal zijns vaders vrouw niet nemen, en hij zal zijns
vaders slippe niet ontdekken.
651
Deuteronomium
Hoofdstuk 23
1. Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de
mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
2. Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs
zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet
komen.
3. Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des
HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering
des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid.
4. Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn
met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij
tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit
Mesopotamie, om u te vloeken.
5. Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen;
maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen
veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad.
6. Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in
eeuwigheid.
7. Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw
broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want
gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land.
8. [Aangaande] de kinderen, die hun zullen geboren worden in het
derde geslacht, elk van die zal in de vergadering des HEEREN
komen.
652
9. Wanneer het leger uittrekt tegen uw vijanden, zo zult gij u
wachten voor alle kwade zaak.
10. Wanneer iemand onder u is, die niet rein is, door enig toeval des
nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal tot binnen het
leger niet komen.
11. Maar het zal geschieden, dat hij zich tegen het naken van den
avond met water zal baden; en als de zon ondergegaan is, zal hij
tot binnen het leger komen.
12. Gij zult ook een plaats hebben buiten het leger, en daarhenen
zult gij uitgaan naar buiten.
13. En gij zult een schopje hebben, benevens uw gereedschap, en het
zal geschieden, als gij buiten gezeten hebt, dan zult gij daarmede
graven, en u omkeren, en bedekken wat van u uitgegaan is.
14. Want de HEERE, uw God, wandelt in het midden van uw leger,
om u te verlossen, en om uw vijanden voor uw aangezicht te
geven; daarom zal uw leger heilig zijn, opdat Hij niets
schandelijks onder u zie, en achterwaarts van u afkere.
15. Gij zult een knecht aan zijn heer niet overleveren, die van zijn
heer tot u ontkomen zal zijn.
16. Hij zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats, die hij zal
verkiezen, in een van uw poorten, waar het goed voor hem is; gij
zult hem niet verdrukken.
17. Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; en er zal
geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel.
18. Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des
HEEREN, uws Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die
beiden zijn den HEERE, uw God, een gruwel.
19. Gij zult aan uw broeder niet woekeren, met woeker van geld,
653
met woeker van spijze, met woeker van enig ding, waarmede
men woekert.
20. Aan den vreemde zult gij woekeren; maar aan uw broeder zult
gij niet woekeren; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in alles,
waaraan gij uw hand slaat, in het land, waar gij naar toe gaat,
om dat te erven.
21. Wanneer gij den HEERE, uw God, een gelofte zult beloofd
hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de HEERE,
uw God, zal ze zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn.
22. Maar als gij nalaat te beloven, zo zal het geen zonde in u zijn.
23. Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en doen; gelijk als gij
den HEERE, uw God, een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij
met uw mond gesproken hebt.
24. Wanneer gij gaan zult in uws naasten wijngaard, zo zult gij
druiven eten naar uw lust, tot uw verzadiging; maar in uw vat
zult gij niets doen.
25. Wanneer gij zult gaan in uws naasten staande koren, zo zult gij
de aren met uw hand afplukken; maar de sikkel zult gij aan uws
naasten staande koren niet bewegen.
654
Deuteronomium
Hoofdstuk 24
1. Wanneer een man een vrouw zal genomen en die getrouwd
hebben, zo zal het geschieden, indien zij geen genade zal vinden
in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden
heeft, dat hij haar een scheidbrief zal schrijven, en in haar hand
geven, en ze laten gaan uit zijn huis.
2. Zo zij dan, uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een
anderen man [ter] [vrouwe] worden,
3. En deze laatste man haar gehaat, en haar een scheidbrief
geschreven, en in haar hand gegeven, en haar uit zijn huis zal
hebben laten gaan; of als deze laatste man, die ze voor zich tot
een vrouw genomen heeft, zal gestorven zijn;
4. Zo zal haar eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet
mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is
verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het
aangezicht des HEEREN; alzo zult gij het land niet doen
zondigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.
5. Wanneer een man een nieuwe vrouw zal genomen hebben, die
zal in het heir niet uittrekken, en men zal hem geen last
opleggen; een jaar lang zal hij vrij zijn in zijn huis, en zijn
vrouw, die hij genomen heeft, verheugen.
6. Men zal beide molenstenen, immers den bovensten molensteen,
niet te pand nemen; want hij neemt de ziel te pand.
7. Wanneer iemand gevonden zal worden, die een ziel steelt uit
655
zijn broederen, uit de kinderen Israels, en drijft gewin met hem,
en verkoopt hem; zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze
uit het midden van u wegdoen.
8. Wacht u in de plaag der melaatsheid, dat gij naarstiglijk
waarneemt en doet naar alles, wat de Levietische priesteren
ulieden zullen leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij
waarnemen te doen.
9. Gedenkt, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan Mirjam, op
den weg, als gij uit Egypte waart uitgetogen.
10. Wanneer gij aan uw naaste iets zult geleend hebben, zo zult gij
tot zijn huis niet ingaan, om zijn pand te pand te nemen;
11. Buiten zult gij staan, en de man, dien gij geleend hebt, zal het
pand naar buiten tot u uitbrengen.
12. Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met zijn pand niet
nederliggen.
13. Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon
ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het
zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws
Gods.
14. Gij zult den armen en nooddruftigen dagloner niet verdrukken,
die uit uw broederen is, of uit uw vreemdelingen, die in uw land
en in uw poorten zijn.
15. Op zijn dag zult gij zijn loon geven, en de zon zal daarover niet
ondergaan; want hij is arm, en zijn ziel verlangt daarnaar; dat hij
tegen u niet roepe tot den HEERE, en zonde in u zij.
16. De vaders zullen niet gedood worden voor de kinderen, en de
kinderen zullen niet gedood worden voor de vaders; een ieder
zal om zijn zonde gedood worden.
656
17. Gij zult het recht van den vreemdeling [en] van den wees niet
buigen, en gij zult het kleed der weduwe niet te pand nemen.
18. Maar gij zult gedenken, dat gij een knecht in Egypte geweest
zijt, en de HEERE, uw God, heeft u van daar verlost; daarom
gebiede ik u deze zaak te doen.
19. Wanneer gij uw oogst op uw akker afgeoogst, en een garf op den
akker vergeten zult hebben, zo zult gij niet wederkeren, om die
op te nemen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de
weduwe zal zij zijn; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in al
643
18. Opdat zij ulieden niet leren te doen naar al hun gruwelen, die zij
hun goden gedaan hebben, en gij zondigt tegen den HEERE, uw
God.
19. Wanneer gij een stad vele dagen zult belegeren, strijdende tegen
haar, om die in te nemen, zo zult gij haar geboomte niet
verderven, de bijl daaraan drijvende; want gij zult daarvan eten;
daarom zult gij dat niet afhouwen (want het geboomte van het
veld is des mensen [spijze]), opdat het voor uw aangezicht kome
tot een bolwerk.
20. Maar het geboomte, hetwelk gij kennen zult, dat het geen
geboomte ter spijze is, dat zult gij verderven en afhouwen; en gij
zult een bolwerk bouwen tegen deze stad, dewelke tegen u krijg
voert, totdat zij ten onderga.
644
Deuteronomium
Hoofdstuk 21
1. Wanneer in het land, hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal,
om dat te erven, een verslagene zal gevonden worden, liggende
in het veld, niet bekend zijnde, wie hem geslagen heeft;
2. Zo zullen uw oudsten en uw rechters uitgaan, en zij zullen meten
naar de steden, die rondom den verslagene zijn.
3. De stad nu, die de naaste zal zijn aan den verslagene, daar zullen
de oudsten derzelver stad een jonge koe van de runderen nemen,
met dewelke niet gearbeid is, die aan het juk niet getrokken
heeft.
4. En de oudsten derzelver stad zullen de jonge koe afbrengen in
een ruw dal, dat niet bearbeid noch bezaaid zal zijn; en zij zullen
deze jonge koe aldaar in het dal den nek doorhouwen.
5. Dan zullen de priesters, de kinderen van Levi, toetreden; want de
HEERE, uw God, heeft hen verkoren, om Hem te dienen, en om
in des HEEREN Naam te zegenen, en naar hun mond zal alle
twist en alle plaag afgedaan worden.
6. En alle oudsten derzelver stad, die naast aan den verslagene zijn,
zullen hun handen wassen over deze jonge koe, die in dat dal de
nek doorgehouwen is;
7. En zij zullen betuigen en zeggen: Onze handen hebben dit bloed
niet vergoten, en onze ogen hebben het niet gezien;
8. Wees genadig aan Uw volk Israel, dat Gij, o HEERE! verlost
hebt, en leg geen onschuldig bloed in het midden van Uw volk
645
Israel! En dat bloed zal voor hen verzoend zijn.
9. Alzo zult gij het onschuldig bloed uit het midden van u
wegdoen; want gij zult doen, wat recht is in de ogen des
HEEREN.
10. Wanneer gij zult uitgetogen zijn tot den strijd tegen uw vijanden;
en de HEERE, uw God, hen zal gegeven hebben in uw hand, dat
gij hun gevangenen gevankelijk wegvoert;
11. En gij onder de gevangenen zult zien een vrouw, schoon van
gedaante, en gij lust tot haar gekregen zult hebben, dat gij ze u
ter vrouwe neemt;
12. Zo zult gij haar binnen in uw huis brengen; en zij zal haar hoofd
scheren, en haar nagelen besnijden.
13. En zij zal het kleed harer gevangenis van zich afleggen, en in uw
huis zitten, en haar vader en haar moeder een maand lang
bewenen; en daarna zult gij tot haar ingaan, en haar man zijn, en
zij zal u ter vrouwe zijn.
14. En het zal geschieden, indien gij geen behagen in haar hebt, dat
gij haar zult laten gaan naar haar begeerte; doch gij zult haar
geenszins voor geld verkopen, gij zult met haar geen gewin
drijven, daarom dat gij haar vernederd hebt.
15. Wanneer een man twee vrouwen heeft, een beminde, en een
gehate; en de beminde en de gehate hem zonen zullen gebaard
hebben, en de eerstgeboren zoon van de gehate zal zijn;
16. Zo zal het geschieden, ten dage als hij zijn zonen zal doen erven
wat hij heeft, dat hij niet zal vermogen de eerstgeboorte te geven
aan den zoon der beminde, voor het aangezicht van den zoon der
gehate, die de eerstgeborene is.
17. Maar den eerstgeborene, den zoon der gehate, zal hij kennen,
646
gevende hem het dubbele deel van alles, wat bij hem zal worden
gevonden; want hij is het beginsel zijner kracht, het recht der
eerstgeboorte is het zijne.
18. Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon
heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet
gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar
hen niet horen zal,
19. Zo zullen zijn vader en zijn moeder hem grijpen, en zij zullen
hem uitbrengen tot de oudsten zijner stad, en tot de poorte zijner
plaats.
20. En zij zullen zeggen tot de oudsten zijner stad: Deze onze zoon
is afwijkende en wederspannig, hij is onze stem niet
gehoorzaam; hij is een brasser en zuiper.
21. Dan zullen alle lieden zijner stad hem met stenen overwerpen,
dat hij sterve; en gij zult het boze uit het midden van u wegdoen;
dat het gans Israel hore, en vreze.
22. Voorts, wanneer in iemand een zonde zal zijn, die het oordeel
des doods [waardig] [is], dat hij gedood zal worden, en gij hem
aan het hout zult opgehangen hebben;
23. Zo zal zijn dood lichaam aan het hout niet overnachten; maar gij
zult het zekerlijk ten zelven dage begraven; want een
opgehangene is Gode een vloek. Alzo zult gij uw land niet
verontreinigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.
647
Deuteronomium
Hoofdstuk 22
1. Gij zult uws broeders os of klein vee niet zien afgedreven, en u
van die verbergen; gij zult ze uw broeder ganselijk weder
toesturen.
2. En indien uw broeder niet nabij u is, of gij hem niet kent, zo zult
gij ze binnen in uw huis vergaderen, dat zij bij u zijn, totdat uw
broeder die zoeke, en gij ze hem wedergeeft.
3. Alzo zult gij ook doen aan zijn ezel, en alzo zult gij doen aan
zijn kleding, ja, alzo zult gij doen aan al het verlorene uws
broeders, dat van hem verloren zal zijn, en dat gij zult hebben
gevonden; gij zult u niet mogen verbergen.
4. Gij zult uws broeders ezel of zijn os niet zien, vallende op den
weg, en u van die verbergen; gij zult ze met hem ganselijk
oprichten.
5. Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal
geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den
HEERE, uw God, een gruwel.
6. Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg
voorkomt, in enigen boom, of op de aarde, met jongen of eieren,
en de moeder zittende op de jongen of op de eieren, zo zult gij
de moeder met de jongen niet nemen.
7. Gij zult de moeder ganselijk vrijlaten; maar de jongen zult gij
voor u nemen; opdat het u welga, en gij de dagen verlengt.
8. Wanneer gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak
648
een leuning maken; opdat gij geen bloedschuld op uw huis legt,
wanneer iemand, vallende, daarvan afviel.
9. Gij zult uw wijngaard niet met tweeerlei bezaaien; opdat de
volheid des zaads, dat gij zult gezaaid hebben, en de inkomst des
wijngaards niet ontheiligd worde.
10. Gij zult niet ploegen met een os en met een ezel te gelijk.
11. Gij zult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en
linnen te gelijk.
12. Snoeren zult gij u maken aan de vier hoeken uws opperkleeds,
waarmede gij u bedekt.
13. Wanneer een man een vrouw zal genomen hebben, en tot haar
ingegaan zijnde, alsdan haar zal haten,
14. En haar oorzaak van naspraak zal opleggen, en een kwaden
naam over haar uitbrengen, en zeggen: Deze vrouw heb ik
genomen, en ben tot haar genaderd, maar heb den maagdom aan
haar niet gevonden;
15. Dan zullen de vader van deze jonge dochter en haar moeder
nemen, en tot de oudsten der stad aan de poort uitbrengen, den
maagdom dezer jonge vrouw.
16. En de vader van de jonge dochter zal tot de oudsten zeggen: Ik
heb mijn dochter aan dezen man gegeven tot een vrouw; maar
hij heeft haar gehaat;
17. En ziet, hij heeft oorzaak van opspraak gegeven, zeggende: Ik
heb den maagdom aan uw dochter niet gevonden; dit nu is de
maagdom mijner dochter. En zij zullen het kleed voor het
aangezicht van de oudsten der stad uitbreiden.
18. Dan zullen de oudsten derzelver stad dien man nemen, en
kastijden hem;
649
19. En zij zullen hem een boete opleggen van honderd zilverlingen,
en ze geven aan den vader van de jonge dochter, omdat hij een
kwaden naam heeft uitgebracht over een jonge dochter van
Israel; voorts zal zij hem ter vrouwe zijn, hij zal haar niet mogen
laten gaan al zijn dagen.
20. Maar indien ditzelve woord waarachtig is, [dat] de maagdom aan
de jonge dochter niet gevonden is;
21. Zo zullen zij deze jonge dochter uitbrengen tot de deur van haars
vaders huis, en de lieden harer stad zullen haar met stenen
stenigen, dat zij sterve, omdat zij een dwaasheid in Israel gedaan
heeft, hoererende in haars vaders huis; zo zult gij het boze uit
het midden van u wegdoen.
22. Wanneer een man gevonden zal worden, liggende bij eens mans
getrouwde vrouw, zo zullen zij ook beiden sterven, de man, die
bij de vrouw gelegen heeft, en de vrouw; zo zult gij het boze uit
Israel wegdoen.
23. Wanneer er een jonge dochter zal zijn, die een maagd is,
ondertrouwd aan een man, en een man haar in de stad zal
gevonden, en bij haar gelegen hebben;
24. Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad, en
gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven; de jonge
dochter, ter oorzake, dat zij niet geroepen heeft in de stad, en
den man, ter oorzake dat hij zijns naasten vrouw vernederd
heeft; zo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen.
25. En indien een man een ondertrouwde jonge dochter in het veld
gevonden, en de man haar verkracht en bij haar gelegen zal
hebben, zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, alleen sterven;
26. Maar de jonge dochter zult gij niets doen; de jonge dochter heeft
650
geen zonde des doods; want gelijk of een man tegen zijn naaste
opstond, en sloeg hem dood aan het leven, alzo is deze zaak.
27. Want hij heeft haar in het veld gevonden; de ondertrouwde jonge
dochter riep, en er was niemand, die haar verloste.
28. Wanneer een man een jonge dochter zal gevonden hebben, die
een maagd is, dewelke niet ondertrouwd is, en haar zal gegrepen
en bij haar gelegen hebben, en zij gevonden zullen zijn;
29. Zo zal de man, die bij haar gelegen heeft, den vader van de
jonge dochter vijftig zilverlingen geven, en zij zal hem ter
vrouwe zijn, omdat hij haar vernederd heeft; hij zal ze niet
mogen laten gaan al zijn dagen.
30. Een man zal zijns vaders vrouw niet nemen, en hij zal zijns
vaders slippe niet ontdekken.
651
Deuteronomium
Hoofdstuk 23
1. Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de
mannelijkheid, zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
2. Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs
zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet
komen.
3. Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des
HEEREN komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering
des HEEREN niet komen tot in eeuwigheid.
4. Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn
met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij
tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit
Mesopotamie, om u te vloeken.
5. Doch de HEERE, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen;
maar de HEERE, uw God, heeft u den vloek in een zegen
veranderd, omdat de HEERE, uw God, u liefhad.
6. Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in
eeuwigheid.
7. Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw
broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want
gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land.
8. [Aangaande] de kinderen, die hun zullen geboren worden in het
derde geslacht, elk van die zal in de vergadering des HEEREN
komen.
652
9. Wanneer het leger uittrekt tegen uw vijanden, zo zult gij u
wachten voor alle kwade zaak.
10. Wanneer iemand onder u is, die niet rein is, door enig toeval des
nachts, die zal tot buiten het leger uitgaan; hij zal tot binnen het
leger niet komen.
11. Maar het zal geschieden, dat hij zich tegen het naken van den
avond met water zal baden; en als de zon ondergegaan is, zal hij
tot binnen het leger komen.
12. Gij zult ook een plaats hebben buiten het leger, en daarhenen
zult gij uitgaan naar buiten.
13. En gij zult een schopje hebben, benevens uw gereedschap, en het
zal geschieden, als gij buiten gezeten hebt, dan zult gij daarmede
graven, en u omkeren, en bedekken wat van u uitgegaan is.
14. Want de HEERE, uw God, wandelt in het midden van uw leger,
om u te verlossen, en om uw vijanden voor uw aangezicht te
geven; daarom zal uw leger heilig zijn, opdat Hij niets
schandelijks onder u zie, en achterwaarts van u afkere.
15. Gij zult een knecht aan zijn heer niet overleveren, die van zijn
heer tot u ontkomen zal zijn.
16. Hij zal bij u blijven in het midden van u, in de plaats, die hij zal
verkiezen, in een van uw poorten, waar het goed voor hem is; gij
zult hem niet verdrukken.
17. Er zal geen hoer zijn onder de dochteren van Israel; en er zal
geen schandjongen zijn onder de zonen van Israel.
18. Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des
HEEREN, uws Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die
beiden zijn den HEERE, uw God, een gruwel.
19. Gij zult aan uw broeder niet woekeren, met woeker van geld,
653
met woeker van spijze, met woeker van enig ding, waarmede
men woekert.
20. Aan den vreemde zult gij woekeren; maar aan uw broeder zult
gij niet woekeren; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in alles,
waaraan gij uw hand slaat, in het land, waar gij naar toe gaat,
om dat te erven.
21. Wanneer gij den HEERE, uw God, een gelofte zult beloofd
hebben, gij zult niet vertrekken die te betalen; want de HEERE,
uw God, zal ze zekerlijk van u eisen, en zonde zou in u zijn.
22. Maar als gij nalaat te beloven, zo zal het geen zonde in u zijn.
23. Wat uit uw lippen gaat, zult gij houden en doen; gelijk als gij
den HEERE, uw God, een vrijwillig offer beloofd hebt, dat gij
met uw mond gesproken hebt.
24. Wanneer gij gaan zult in uws naasten wijngaard, zo zult gij
druiven eten naar uw lust, tot uw verzadiging; maar in uw vat
zult gij niets doen.
25. Wanneer gij zult gaan in uws naasten staande koren, zo zult gij
de aren met uw hand afplukken; maar de sikkel zult gij aan uws
naasten staande koren niet bewegen.
654
Deuteronomium
Hoofdstuk 24
1. Wanneer een man een vrouw zal genomen en die getrouwd
hebben, zo zal het geschieden, indien zij geen genade zal vinden
in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden
heeft, dat hij haar een scheidbrief zal schrijven, en in haar hand
geven, en ze laten gaan uit zijn huis.
2. Zo zij dan, uit zijn huis uitgegaan zijnde, zal henengaan en een
anderen man [ter] [vrouwe] worden,
3. En deze laatste man haar gehaat, en haar een scheidbrief
geschreven, en in haar hand gegeven, en haar uit zijn huis zal
hebben laten gaan; of als deze laatste man, die ze voor zich tot
een vrouw genomen heeft, zal gestorven zijn;
4. Zo zal haar eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet
mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is
verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het
aangezicht des HEEREN; alzo zult gij het land niet doen
zondigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.
5. Wanneer een man een nieuwe vrouw zal genomen hebben, die
zal in het heir niet uittrekken, en men zal hem geen last
opleggen; een jaar lang zal hij vrij zijn in zijn huis, en zijn
vrouw, die hij genomen heeft, verheugen.
6. Men zal beide molenstenen, immers den bovensten molensteen,
niet te pand nemen; want hij neemt de ziel te pand.
7. Wanneer iemand gevonden zal worden, die een ziel steelt uit
655
zijn broederen, uit de kinderen Israels, en drijft gewin met hem,
en verkoopt hem; zo zal deze dief sterven, en gij zult het boze
uit het midden van u wegdoen.
8. Wacht u in de plaag der melaatsheid, dat gij naarstiglijk
waarneemt en doet naar alles, wat de Levietische priesteren
ulieden zullen leren; gelijk als ik hun geboden heb, zult gij
waarnemen te doen.
9. Gedenkt, wat de HEERE, uw God, gedaan heeft aan Mirjam, op
den weg, als gij uit Egypte waart uitgetogen.
10. Wanneer gij aan uw naaste iets zult geleend hebben, zo zult gij
tot zijn huis niet ingaan, om zijn pand te pand te nemen;
11. Buiten zult gij staan, en de man, dien gij geleend hebt, zal het
pand naar buiten tot u uitbrengen.
12. Doch indien hij een arm man is, zo zult gij met zijn pand niet
nederliggen.
13. Gij zult hem dat pand zekerlijk wedergeven, als de zon
ondergaat, dat hij in zijn kleed nederligge, en u zegene; en het
zal u gerechtigheid zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws
Gods.
14. Gij zult den armen en nooddruftigen dagloner niet verdrukken,
die uit uw broederen is, of uit uw vreemdelingen, die in uw land
en in uw poorten zijn.
15. Op zijn dag zult gij zijn loon geven, en de zon zal daarover niet
ondergaan; want hij is arm, en zijn ziel verlangt daarnaar; dat hij
tegen u niet roepe tot den HEERE, en zonde in u zij.
16. De vaders zullen niet gedood worden voor de kinderen, en de
kinderen zullen niet gedood worden voor de vaders; een ieder
zal om zijn zonde gedood worden.
656
17. Gij zult het recht van den vreemdeling [en] van den wees niet
buigen, en gij zult het kleed der weduwe niet te pand nemen.
18. Maar gij zult gedenken, dat gij een knecht in Egypte geweest
zijt, en de HEERE, uw God, heeft u van daar verlost; daarom
gebiede ik u deze zaak te doen.
19. Wanneer gij uw oogst op uw akker afgeoogst, en een garf op den
akker vergeten zult hebben, zo zult gij niet wederkeren, om die
op te nemen; voor den vreemdeling, voor den wees en voor de
weduwe zal zij zijn; opdat u de HEERE, uw God, zegene, in al
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 49
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words