Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 47
Total number of words is 3061
Total number of unique words is 614
58.7 of words are in the 2000 most common words
76.0 of words are in the 5000 most common words
82.5 of words are in the 8000 most common words
en runderen, in de plaats, die de HEERE verkiezen zal, om Zijn
Naam aldaar te doen wonen.
3. Gij zult niets gedesemds op hetzelve eten; zeven dagen zult gij
ongezuurde [broden] op hetzelve eten, een brood der ellende,
(want in der haastzijt gij uit Egypteland uitgetogen); opdat gij
gedenkt aan den dag van uw uittrekken uit Egypteland, al de
dagen uws levens.
4. Er zal bij u in zeven dagen geen zuurdeeg gezien worden in
enige uwer landpalen; ook zal van het vlees, dat gij aan den
avond van den eersten dag geslacht zult hebben, niets tot den
morgen overnachten.
5. Gij zult het pascha niet mogen slachten in een uwer poorten, die
de HEERE, uw God, u geeft.
6. Maar aan de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal om
[daar] Zijn Naam te doen wonen, aldaar zult gij het pascha
slachten aan den avond, als de zon ondergaat, ter bestemder tijd
van uw uittrekken uit Egypte.
7. Dan zult gij het koken en eten in de plaats, die de HEERE, uw
God, verkiezen zal; daarna zult gij u des morgens keren, en
630
heengaan naar uw tenten.
8. Zes dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, en aan den
zevenden dag is een verbods [dag] den HEERE, uw God; [dan]
zult gij geen werk doen.
9. Zeven weken zult gij u tellen; van dat men [met] de sikkel begint
in het staande koren, zult gij de zeven weken beginnen te tellen.
10. Daarna zult gij den HEERE, uw God, het feest der weken
houden; het zal een vrijwillige schatting uwer hand zijn, dat gij
geven zult, naardat u de HEERE, uw God, zal gezegend hebben.
11. En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws
Gods, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en
uw dienstmaagd, en de Leviet, die in uw poorten is, en de
vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in het midden van
u zijn; in de plaats, die de HEERE, uw God, zal verkiezen, om
Zijnen Naam aldaar te doen wonen.
12. En gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht geweest zijt in
Egypte; en gij zult deze inzettingen houden en doen.
13. Het feest der loofhutten zult gij u zeven dagen houden, als gij
zult hebben ingezameld van uw dorsvloer en van uw wijnpers.
14. En gij zult vrolijk zijn op uw feest, gij, en uw zoon, en uw
dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet,
en de vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in uw
poorten zijn.
15. Zeven dagen zult gij den HEERE, uw God, feest houden, in de
plaats, die de HEERE verkiezen zal; want de HEERE, uw God,
zal u zegenen in al uw inkomen, en in al het werk uwer handen;
daarom zult gij immers vrolijk zijn.
16. Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het
631
aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats,
die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde [broden], en
op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het
zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen:
17. Een ieder, naar de gave zijner hand, naar den zegen des
HEEREN, uws Gods, dien Hij u gegeven heeft.
18. Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de
HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het
volk richten met een gericht der gerechtigheid.
19. Gij zult het gericht niet buigen; gij zult het aangezicht niet
kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk
verblindt de ogen der wijzen, en verkeert de woorden der
rechtvaardigen.
20. Gerechtigheid, gerechtigheid zult gij najagen; opdat gij leeft, en
erfelijk bezit het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
21. Gij zult u geen bos planten van enig geboomte, bij het altaar des
HEEREN, uws Gods, dat gij u maken zult.
22. Ook zult gij u geen opgericht beeld stellen, hetwelk de HEERE,
uw God, haat.
632
Deuteronomium
Hoofdstuk 17
1. Gij zult den HEERE, uw God, geen os of klein vee offeren,
waaraan een gebrek zij [of] enig kwaad; want dat is den
HEERE, uw God, een gruwel.
2. Wanneer in het midden van u, in een uwer poorten, die de
HEERE, uw God, u geeft, een man of vrouw gevonden zal
worden, die doen zal, dat kwaad is in de ogen des HEEREN,
uws Gods, overtredende Zijn verbond;
3. Dat hij heengaat, en dient andere goden, en buigt zich voor die,
of voor de zon, of voor de maan, of voor het ganse heir des
hemels, hetwelk ik niet geboden heb;
4. En het wordt u aangezegd, en gij hoort het; zo zult gij het wel
onderzoeken; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk
een gruwel is in Israel gedaan;
5. Zo zult gij dien man of die vrouw, die ditzelve boze stuk gedaan
hebben, tot uw poorten uitbrengen, dien man [zeg] [ik], of die
vrouw; en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven.
6. Op den mond van twee getuigen, of drie getuigen, zal hij gedood
worden, die sterven zal; op den mond van een enigen getuige zal
hij niet gedood worden.
7. De hand der getuigen zal eerst tegen hem zijn, om hem te doden,
en daarna de hand des gansen volks; zo zult gij het boze uit het
midden van u wegdoen.
8. Wanneer een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn,
633
tussen bloed en bloed, tussen rechtshandel en rechtshandel,
tussen plage en plage, zijnde twistzaken in uw poorten, zo zult
gij u opmaken en opgaan naar de plaats, die de HEERE, uw
God, verkiezen zal;
9. En gij zult komen tot de Levietische priesters, en tot den rechter,
die in die dagen zijn zal; en gij zult ondervragen, en zij zullen u
de zaak des rechts aanzeggen.
10. En gij zult doen naar het bevel des woords, dat zij u zullen
aanzeggen, van diezelve plaats, die de HEERE verkiezen zal, en
gij zult waarnemen te doen naar alles, wat zij u zullen leren.
11. Naar het bevel der wet, die zij u zullen leren, en naar het
oordeel, dat zij u zullen zeggen, zult gij doen; gij zult niet
afwijken van het woord, dat zij u zullen aanzeggen, ter rechter
[hand] of ter linkerhand.
12. De man nu, die trotselijk handelen zal, dat hij niet hore naar den
priester, dewelke staat, om aldaar den HEERE, uw God, te
dienen, of naar den rechter, dezelve man zal sterven; en gij zult
het boze uit Israel wegdoen.
13. Dat het al dat volk hore en vreze, en niet meer trotselijk handele.
14. Wanneer gij zult gekomen zijn in het land, dat u de HEERE, uw
God, geeft, en gij dat erfelijk zult bezitten en daarin wonen, en
gij zeggen zult: Ik zal een koning over mij stellen, als al de
volken, die rondom mij zijn;
15. Zo zult gij ganselijk tot koning over u stellen, dien de HEERE,
uw God, verkiezen zal; uit het midden uwer broederen zult gij
een koning over u stellen; gij zult niet vermogen over u te zetten
een vreemden man, die uw broeder niet zij.
16. Maar hij zal voor zich de paarden niet vermenigvuldigen, en het
634
volk niet doen wederkeren naar Egypte, om paarden te
vermenigvuldigen; terwijl de HEERE ulieden gezegd heeft: Gij
zult voortaan niet wederkeren door dezen weg.
17. Ook zal hij voor zich de vrouwen niet vermenigvuldigen, opdat
zijn hart niet afwijke; hij zal ook voor zich geen zilver en goud
zeer vermenigvuldigen.
18. Voorts zal het geschieden, als hij op den stoel zijns koninkrijks
zal zitten, zo zal hij zich een dubbel van deze wet afschrijven in
een boek, uit [hetgeen] voor het aangezicht der Levietische
priesteren is;
19. En het zal bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns
levens; opdat hij den HEERE, zijn God, lere vrezen, om te
bewaren al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om die te
doen;
20. Dat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broederen, en dat hij
niet afwijke van het gebod, ter rechter [hand] of ter linkerhand;
opdat hij de dagen verlenge in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen,
in het midden van Israel.
635
Deuteronomium
Hoofdstuk 18
1. De Levietische priesteren, de ganse stam van Levi, zullen geen
deel noch erve hebben met Israel; de vuuroffers des HEEREN
en zijn erfdeel zullen zij eten.
2. Daarom zal hij geen erfdeel hebben in het midden zijner
broederen; de HEERE is zijn Erfdeel, gelijk als Hij tot hem
gesproken heeft.
3. Dit nu zal het recht der priesters zijn van het volk, van hen, die
een offerande offeren, hetzij een os, of klein vee: dat hij den
priester zal geven den schouder, en beide kinnebakken, en de
pens.
4. De eerstelingen van uw koren, van uw most en van uw olie, en
de eerstelingen van de beschering uwer schapen zult gij hem
geven;
5. Want de HEERE, uw God, heeft hem uit al uw stammen
verkoren, dat hij sta, om te dienen in den Naam des HEEREN,
hij en zijn zonen, te allen dage.
6. Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit
gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte
zijner ziel, tot de plaats, die de HEERE zal hebben verkoren;
7. En hij dienen zal in den Naam des HEEREN, zijns Gods, als al
zijn broederen, de Levieten, die aldaar voor het aangezicht des
HEEREN staan;
8. Zo zullen zij een gelijk deel eten, boven zijn verkoping bij de
636
vaderen.
9. Wanneer gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven
zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve
volken.
10. Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter
door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat,
een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.
11. Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een
waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de
doden vraagt.
12. Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer
gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw
aangezicht, uit de bezitting.
13. Oprecht zult gij zijn met den HEERE, uw God.
14. Want deze volken, die gij zult erven, horen naar guichelaars en
waarzeggers; maar u aangaande, de HEERE, uw God, heeft u
zulks niet toegelaten.
15. Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal
u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen;
16. Naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten
dage der verzameling, geeist hebt, zeggende: Ik zal niet
voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en
ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.
17. Toen zeide de HEERE tot mij: Het is goed, wat zij gesproken
hebben.
18. Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner
broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en
Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.
637
19. En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn
woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het
zoeken.
20. Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende
een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te
spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden,
dezelve profeet zal sterven.
21. Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het
woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?
22. Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben
gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het
woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft
die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.
638
Deuteronomium
Hoofdstuk 19
1. Wanneer de HEERE, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid,
welker land de HEERE, uw God, u geven zal, en gij die erfelijk
zult bezitten, en in hun steden en in hun huizen wonen;
2. Zo zult gij u drie steden uitscheiden, in het midden van uw land,
hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal, om dat erfelijk te
bezitten.
3. Gij zult u den weg bereiden, en de pale uws lands, dat u de
HEERE, uw God, zal doen erven, in drieen delen; dit nu zal zijn,
opdat ieder doodslager daarhenen vliede.
4. En dit zij de zaak des doodslagers, die daarhenen vlieden zal, dat
hij leve; die zijn naaste zal geslagen hebben door onwetendheid,
dien hij toch van gisteren [en] eergisteren niet haatte;
5. Als, dewelke met zijn naaste in het bos zal zijn gegaan, om hout
te houwen, en zijn hand met de bijl wordt aangedreven, om hout
af te houwen, en het ijzer schiet af van den steel, en treft zijn
naaste, dat hij sterve; die zal in een dezer steden vluchten en
leven;
6. Opdat de bloedwreker den doodslager niet najage, als zijn hart
verhit is, en hem achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en
hem sla aan het leven; zo toch geen oordeel des doods aan hem
is; want hij haatte hem niet van gisteren [en] eergisteren.
7. Daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult u drie steden
uitscheiden.
639
8. En indien de HEERE, uw God, uw landpale zal verwijden, gelijk
als Hij uw vaderen gezworen heeft, en u al dat land geven zal,
hetwelk Hij uw vaderen te geven gesproken heeft;
9. (Wanneer gij al ditzelve gebod zult waarnemen, om dat te doen,
hetgeen ik u heden gebiede, den HEERE, uw God, liefhebbende,
en alle dagen in Zijn wegen wandelende) zo zult gij u nog drie
steden toedoen tot deze drie;
10. Opdat het bloed des onschuldigen niet vergoten worde in het
midden van uw land, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft,
en bloedschulden op u zouden zijn.
11. Maar wanneer er iemand zijn zal, die zijn naaste haat, en hem
lagen legt, en staat tegen hem op, en slaat hem aan het leven, dat
hij sterve; en vliedt tot een van die steden;
12. Zo zullen de oudsten zijner stad zenden, en nemen hem van
daar, en zij zullen hem in de hand des bloedwrekers geven, dat
hij sterve.
13. Uw oog zal hem niet verschonen; maar gij zult het bloed des
onschuldigen uit Israel wegdoen, dat het u welga.
14. Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen gepaald
hebben, niet verrukken in uw erfdeel, dat gij erven zult, in het
land, hetwelk u de HEERE, uw God, geeft, om dat erfelijk te
bezitten.
15. Een enig getuige zal tegen niemand opstaan over enige
ongerechtigheid of over enige zonde, van alle zonde, die hij zou
mogen zondigen; op den mond van twee getuigen, of op den
mond van drie getuigen zal de zaak bestaan.
16. Wanneer een wrevelige getuige tegen iemand zal opstaan, om
een afwijking tegen hem te betuigen;
640
17. Zo zullen die twee mannen, welke den twist hebben, staan voor
het aangezicht des HEEREN, voor het aangezicht der priesters,
en der rechters, die in diezelve dagen zullen zijn.
18. En de rechters zullen wel onderzoeken; en ziet, de getuige is een
vals getuige, hij heeft valsheid betuigd tegen zijn broeder;
19. Zo zult gijlieden hem doen, gelijk als hij zijn broeder dacht te
doen; alzo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen;
20. Dat de overgeblevenen het horen en vrezen, en niet voortvaren
meer te doen naar dit boze stuk, in het midden van u.
21. En uw oog zal niet verschonen; ziel om ziel, oog om oog, tand
om tand, hand om hand, voet om voet.
641
Deuteronomium
Hoofdstuk 20
1. Wanneer gij zult uittrekken tot den strijd tegen uw vijanden, en
zult zien paarden en wagenen, een volk, meerder dan gij, zo zult
gij voor hen niet vrezen; want de HEERE, uw God, is met u, Die
u uit Egypteland heeft opgevoerd.
2. En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd nadert, zo zal
de priester toetreden, en tot het volk spreken.
3. En tot hen zeggen: Hoort, Israel! gijlieden zijt heden na aan den
strijd tegen uw vijanden; uw hart worde niet week, vreest niet,
en beeft niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht.
4. Want het is de HEERE, uw God, Die met u gaat, om voor u te
strijden tegen uw vijanden, om u te verlossen.
5. Dan zullen de ambtlieden tot het volk spreken, zeggende: Wie is
de man, die een nieuw huis heeft gebouwd, en het niet heeft
ingewijd? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij
niet misschien sterve in den strijd, en iemand anders dat inwijde.
6. En wie is de man, die een wijngaard geplant heeft, en deszelfs
vrucht niet heeft genoten? Die ga henen en kere weder naar zijn
huis, opdat hij niet misschien in den strijd sterve en iemand
anders die geniete.
7. En wie is de man, die een vrouw ondertrouwd heeft, en haar niet
[tot] [zich] heeft genomen? Die ga henen en kere weder naar
zijn huis; opdat hij niet misschien in dien strijd sterve, en een
ander man haar neme.
642
8. Daarna zullen de ambtlieden voortvaren te spreken tot het volk,
en zeggen: Wie is de man, die vreesachtig en week van hart is?
Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat het hart zijner
broederen niet smelte, gelijk zijn hart.
9. En het zal geschieden, als die ambtlieden geeindigd zullen
hebben te spreken tot het volk, zo zullen zij oversten der heiren
aan de spits des volks bestellen.
10. Wanneer gij nadert tot een stad om tegen haar te strijden, zo zult
gij haar den vrede toeroepen.
11. En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden, en u
opendoen, zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u
cijnsbaar zijn, en u dienen.
12. Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u
voeren, zo zult gij haar belegeren.
13. En de HEERE, uw God, zal haar in uw hand geven; en gij zult
alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des
zwaards;
14. Behalve de vrouwen, en de kinderkens, en de beesten, en al wat
in de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult
eten den buit uwer vijanden, dien u de HEERE, uw God,
gegeven heeft.
15. Alzo zult gij aan alle steden doen, die zeer verre van u zijn, die
niet zijn van de steden dezer volken.
16. Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten
erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.
17. Maar gij zult ze ganselijk verbannen: de Hethieten, en de
Amorieten, en de Kanaanieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en
Naam aldaar te doen wonen.
3. Gij zult niets gedesemds op hetzelve eten; zeven dagen zult gij
ongezuurde [broden] op hetzelve eten, een brood der ellende,
(want in der haastzijt gij uit Egypteland uitgetogen); opdat gij
gedenkt aan den dag van uw uittrekken uit Egypteland, al de
dagen uws levens.
4. Er zal bij u in zeven dagen geen zuurdeeg gezien worden in
enige uwer landpalen; ook zal van het vlees, dat gij aan den
avond van den eersten dag geslacht zult hebben, niets tot den
morgen overnachten.
5. Gij zult het pascha niet mogen slachten in een uwer poorten, die
de HEERE, uw God, u geeft.
6. Maar aan de plaats, die de HEERE, uw God, verkiezen zal om
[daar] Zijn Naam te doen wonen, aldaar zult gij het pascha
slachten aan den avond, als de zon ondergaat, ter bestemder tijd
van uw uittrekken uit Egypte.
7. Dan zult gij het koken en eten in de plaats, die de HEERE, uw
God, verkiezen zal; daarna zult gij u des morgens keren, en
630
heengaan naar uw tenten.
8. Zes dagen zult gij ongezuurde [broden] eten, en aan den
zevenden dag is een verbods [dag] den HEERE, uw God; [dan]
zult gij geen werk doen.
9. Zeven weken zult gij u tellen; van dat men [met] de sikkel begint
in het staande koren, zult gij de zeven weken beginnen te tellen.
10. Daarna zult gij den HEERE, uw God, het feest der weken
houden; het zal een vrijwillige schatting uwer hand zijn, dat gij
geven zult, naardat u de HEERE, uw God, zal gezegend hebben.
11. En gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht des HEEREN, uws
Gods, gij, en uw zoon, en uw dochter, en uw dienstknecht, en
uw dienstmaagd, en de Leviet, die in uw poorten is, en de
vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in het midden van
u zijn; in de plaats, die de HEERE, uw God, zal verkiezen, om
Zijnen Naam aldaar te doen wonen.
12. En gij zult gedenken, dat gij een dienstknecht geweest zijt in
Egypte; en gij zult deze inzettingen houden en doen.
13. Het feest der loofhutten zult gij u zeven dagen houden, als gij
zult hebben ingezameld van uw dorsvloer en van uw wijnpers.
14. En gij zult vrolijk zijn op uw feest, gij, en uw zoon, en uw
dochter, en uw dienstknecht, en uw dienstmaagd, en de Leviet,
en de vreemdeling, en de wees, en de weduwe, die in uw
poorten zijn.
15. Zeven dagen zult gij den HEERE, uw God, feest houden, in de
plaats, die de HEERE verkiezen zal; want de HEERE, uw God,
zal u zegenen in al uw inkomen, en in al het werk uwer handen;
daarom zult gij immers vrolijk zijn.
16. Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het
631
aangezicht des HEEREN, uws Gods, verschijnen, in de plaats,
die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde [broden], en
op het feest der weken, en op het feest der loofhutten; maar het
zal niet ledig voor het aangezicht des HEEREN verschijnen:
17. Een ieder, naar de gave zijner hand, naar den zegen des
HEEREN, uws Gods, dien Hij u gegeven heeft.
18. Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die de
HEERE, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het
volk richten met een gericht der gerechtigheid.
19. Gij zult het gericht niet buigen; gij zult het aangezicht niet
kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk
verblindt de ogen der wijzen, en verkeert de woorden der
rechtvaardigen.
20. Gerechtigheid, gerechtigheid zult gij najagen; opdat gij leeft, en
erfelijk bezit het land, dat u de HEERE, uw God, geven zal.
21. Gij zult u geen bos planten van enig geboomte, bij het altaar des
HEEREN, uws Gods, dat gij u maken zult.
22. Ook zult gij u geen opgericht beeld stellen, hetwelk de HEERE,
uw God, haat.
632
Deuteronomium
Hoofdstuk 17
1. Gij zult den HEERE, uw God, geen os of klein vee offeren,
waaraan een gebrek zij [of] enig kwaad; want dat is den
HEERE, uw God, een gruwel.
2. Wanneer in het midden van u, in een uwer poorten, die de
HEERE, uw God, u geeft, een man of vrouw gevonden zal
worden, die doen zal, dat kwaad is in de ogen des HEEREN,
uws Gods, overtredende Zijn verbond;
3. Dat hij heengaat, en dient andere goden, en buigt zich voor die,
of voor de zon, of voor de maan, of voor het ganse heir des
hemels, hetwelk ik niet geboden heb;
4. En het wordt u aangezegd, en gij hoort het; zo zult gij het wel
onderzoeken; en ziet, het is de waarheid, de zaak is zeker, zulk
een gruwel is in Israel gedaan;
5. Zo zult gij dien man of die vrouw, die ditzelve boze stuk gedaan
hebben, tot uw poorten uitbrengen, dien man [zeg] [ik], of die
vrouw; en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven.
6. Op den mond van twee getuigen, of drie getuigen, zal hij gedood
worden, die sterven zal; op den mond van een enigen getuige zal
hij niet gedood worden.
7. De hand der getuigen zal eerst tegen hem zijn, om hem te doden,
en daarna de hand des gansen volks; zo zult gij het boze uit het
midden van u wegdoen.
8. Wanneer een zaak aan het gericht voor u te zwaar zal zijn,
633
tussen bloed en bloed, tussen rechtshandel en rechtshandel,
tussen plage en plage, zijnde twistzaken in uw poorten, zo zult
gij u opmaken en opgaan naar de plaats, die de HEERE, uw
God, verkiezen zal;
9. En gij zult komen tot de Levietische priesters, en tot den rechter,
die in die dagen zijn zal; en gij zult ondervragen, en zij zullen u
de zaak des rechts aanzeggen.
10. En gij zult doen naar het bevel des woords, dat zij u zullen
aanzeggen, van diezelve plaats, die de HEERE verkiezen zal, en
gij zult waarnemen te doen naar alles, wat zij u zullen leren.
11. Naar het bevel der wet, die zij u zullen leren, en naar het
oordeel, dat zij u zullen zeggen, zult gij doen; gij zult niet
afwijken van het woord, dat zij u zullen aanzeggen, ter rechter
[hand] of ter linkerhand.
12. De man nu, die trotselijk handelen zal, dat hij niet hore naar den
priester, dewelke staat, om aldaar den HEERE, uw God, te
dienen, of naar den rechter, dezelve man zal sterven; en gij zult
het boze uit Israel wegdoen.
13. Dat het al dat volk hore en vreze, en niet meer trotselijk handele.
14. Wanneer gij zult gekomen zijn in het land, dat u de HEERE, uw
God, geeft, en gij dat erfelijk zult bezitten en daarin wonen, en
gij zeggen zult: Ik zal een koning over mij stellen, als al de
volken, die rondom mij zijn;
15. Zo zult gij ganselijk tot koning over u stellen, dien de HEERE,
uw God, verkiezen zal; uit het midden uwer broederen zult gij
een koning over u stellen; gij zult niet vermogen over u te zetten
een vreemden man, die uw broeder niet zij.
16. Maar hij zal voor zich de paarden niet vermenigvuldigen, en het
634
volk niet doen wederkeren naar Egypte, om paarden te
vermenigvuldigen; terwijl de HEERE ulieden gezegd heeft: Gij
zult voortaan niet wederkeren door dezen weg.
17. Ook zal hij voor zich de vrouwen niet vermenigvuldigen, opdat
zijn hart niet afwijke; hij zal ook voor zich geen zilver en goud
zeer vermenigvuldigen.
18. Voorts zal het geschieden, als hij op den stoel zijns koninkrijks
zal zitten, zo zal hij zich een dubbel van deze wet afschrijven in
een boek, uit [hetgeen] voor het aangezicht der Levietische
priesteren is;
19. En het zal bij hem zijn, en hij zal daarin lezen al de dagen zijns
levens; opdat hij den HEERE, zijn God, lere vrezen, om te
bewaren al de woorden dezer wet en deze inzettingen, om die te
doen;
20. Dat zijn hart zich niet verheffe boven zijn broederen, en dat hij
niet afwijke van het gebod, ter rechter [hand] of ter linkerhand;
opdat hij de dagen verlenge in zijn koninkrijk, hij en zijn zonen,
in het midden van Israel.
635
Deuteronomium
Hoofdstuk 18
1. De Levietische priesteren, de ganse stam van Levi, zullen geen
deel noch erve hebben met Israel; de vuuroffers des HEEREN
en zijn erfdeel zullen zij eten.
2. Daarom zal hij geen erfdeel hebben in het midden zijner
broederen; de HEERE is zijn Erfdeel, gelijk als Hij tot hem
gesproken heeft.
3. Dit nu zal het recht der priesters zijn van het volk, van hen, die
een offerande offeren, hetzij een os, of klein vee: dat hij den
priester zal geven den schouder, en beide kinnebakken, en de
pens.
4. De eerstelingen van uw koren, van uw most en van uw olie, en
de eerstelingen van de beschering uwer schapen zult gij hem
geven;
5. Want de HEERE, uw God, heeft hem uit al uw stammen
verkoren, dat hij sta, om te dienen in den Naam des HEEREN,
hij en zijn zonen, te allen dage.
6. Voorts wanneer een Leviet zal komen uit een uwer poorten, uit
gans Israel, alwaar hij woont, en hij komt naar alle begeerte
zijner ziel, tot de plaats, die de HEERE zal hebben verkoren;
7. En hij dienen zal in den Naam des HEEREN, zijns Gods, als al
zijn broederen, de Levieten, die aldaar voor het aangezicht des
HEEREN staan;
8. Zo zullen zij een gelijk deel eten, boven zijn verkoping bij de
636
vaderen.
9. Wanneer gij komt in het land, dat de HEERE, uw God, u geven
zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen van dezelve
volken.
10. Onder u zal niet gevonden worden, die zijn zoon of zijn dochter
door het vuur doet doorgaan, die met waarzeggerijen omgaat,
een guichelaar, of die op vogelgeschrei acht geeft, of tovenaar.
11. Of een bezweerder, die met bezwering omgaat, of die een
waarzeggenden geest vraagt, of een duivelskunstenaar, of die de
doden vraagt.
12. Want al wie zulks doet, is den HEERE een gruwel; en om dezer
gruwelen wil verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw
aangezicht, uit de bezitting.
13. Oprecht zult gij zijn met den HEERE, uw God.
14. Want deze volken, die gij zult erven, horen naar guichelaars en
waarzeggers; maar u aangaande, de HEERE, uw God, heeft u
zulks niet toegelaten.
15. Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal
u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen;
16. Naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten
dage der verzameling, geeist hebt, zeggende: Ik zal niet
voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en
ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.
17. Toen zeide de HEERE tot mij: Het is goed, wat zij gesproken
hebben.
18. Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner
broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en
Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.
637
19. En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn
woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het
zoeken.
20. Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende
een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te
spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden,
dezelve profeet zal sterven.
21. Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het
woord kennen, dat de HEERE niet gesproken heeft?
22. Wanneer die profeet in den Naam des HEEREN zal hebben
gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het
woord, dat de HEERE niet gesproken heeft; door trotsheid heeft
die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.
638
Deuteronomium
Hoofdstuk 19
1. Wanneer de HEERE, uw God, de volken zal hebben uitgeroeid,
welker land de HEERE, uw God, u geven zal, en gij die erfelijk
zult bezitten, en in hun steden en in hun huizen wonen;
2. Zo zult gij u drie steden uitscheiden, in het midden van uw land,
hetwelk de HEERE, uw God, u geven zal, om dat erfelijk te
bezitten.
3. Gij zult u den weg bereiden, en de pale uws lands, dat u de
HEERE, uw God, zal doen erven, in drieen delen; dit nu zal zijn,
opdat ieder doodslager daarhenen vliede.
4. En dit zij de zaak des doodslagers, die daarhenen vlieden zal, dat
hij leve; die zijn naaste zal geslagen hebben door onwetendheid,
dien hij toch van gisteren [en] eergisteren niet haatte;
5. Als, dewelke met zijn naaste in het bos zal zijn gegaan, om hout
te houwen, en zijn hand met de bijl wordt aangedreven, om hout
af te houwen, en het ijzer schiet af van den steel, en treft zijn
naaste, dat hij sterve; die zal in een dezer steden vluchten en
leven;
6. Opdat de bloedwreker den doodslager niet najage, als zijn hart
verhit is, en hem achterhale, omdat de weg te verre zou zijn, en
hem sla aan het leven; zo toch geen oordeel des doods aan hem
is; want hij haatte hem niet van gisteren [en] eergisteren.
7. Daarom gebiede ik u, zeggende: Gij zult u drie steden
uitscheiden.
639
8. En indien de HEERE, uw God, uw landpale zal verwijden, gelijk
als Hij uw vaderen gezworen heeft, en u al dat land geven zal,
hetwelk Hij uw vaderen te geven gesproken heeft;
9. (Wanneer gij al ditzelve gebod zult waarnemen, om dat te doen,
hetgeen ik u heden gebiede, den HEERE, uw God, liefhebbende,
en alle dagen in Zijn wegen wandelende) zo zult gij u nog drie
steden toedoen tot deze drie;
10. Opdat het bloed des onschuldigen niet vergoten worde in het
midden van uw land, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft,
en bloedschulden op u zouden zijn.
11. Maar wanneer er iemand zijn zal, die zijn naaste haat, en hem
lagen legt, en staat tegen hem op, en slaat hem aan het leven, dat
hij sterve; en vliedt tot een van die steden;
12. Zo zullen de oudsten zijner stad zenden, en nemen hem van
daar, en zij zullen hem in de hand des bloedwrekers geven, dat
hij sterve.
13. Uw oog zal hem niet verschonen; maar gij zult het bloed des
onschuldigen uit Israel wegdoen, dat het u welga.
14. Gij zult uws naasten landpale, die de voorvaderen gepaald
hebben, niet verrukken in uw erfdeel, dat gij erven zult, in het
land, hetwelk u de HEERE, uw God, geeft, om dat erfelijk te
bezitten.
15. Een enig getuige zal tegen niemand opstaan over enige
ongerechtigheid of over enige zonde, van alle zonde, die hij zou
mogen zondigen; op den mond van twee getuigen, of op den
mond van drie getuigen zal de zaak bestaan.
16. Wanneer een wrevelige getuige tegen iemand zal opstaan, om
een afwijking tegen hem te betuigen;
640
17. Zo zullen die twee mannen, welke den twist hebben, staan voor
het aangezicht des HEEREN, voor het aangezicht der priesters,
en der rechters, die in diezelve dagen zullen zijn.
18. En de rechters zullen wel onderzoeken; en ziet, de getuige is een
vals getuige, hij heeft valsheid betuigd tegen zijn broeder;
19. Zo zult gijlieden hem doen, gelijk als hij zijn broeder dacht te
doen; alzo zult gij het boze uit het midden van u wegdoen;
20. Dat de overgeblevenen het horen en vrezen, en niet voortvaren
meer te doen naar dit boze stuk, in het midden van u.
21. En uw oog zal niet verschonen; ziel om ziel, oog om oog, tand
om tand, hand om hand, voet om voet.
641
Deuteronomium
Hoofdstuk 20
1. Wanneer gij zult uittrekken tot den strijd tegen uw vijanden, en
zult zien paarden en wagenen, een volk, meerder dan gij, zo zult
gij voor hen niet vrezen; want de HEERE, uw God, is met u, Die
u uit Egypteland heeft opgevoerd.
2. En het zal geschieden, als gijlieden tot den strijd nadert, zo zal
de priester toetreden, en tot het volk spreken.
3. En tot hen zeggen: Hoort, Israel! gijlieden zijt heden na aan den
strijd tegen uw vijanden; uw hart worde niet week, vreest niet,
en beeft niet, en verschrikt niet voor hun aangezicht.
4. Want het is de HEERE, uw God, Die met u gaat, om voor u te
strijden tegen uw vijanden, om u te verlossen.
5. Dan zullen de ambtlieden tot het volk spreken, zeggende: Wie is
de man, die een nieuw huis heeft gebouwd, en het niet heeft
ingewijd? Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat hij
niet misschien sterve in den strijd, en iemand anders dat inwijde.
6. En wie is de man, die een wijngaard geplant heeft, en deszelfs
vrucht niet heeft genoten? Die ga henen en kere weder naar zijn
huis, opdat hij niet misschien in den strijd sterve en iemand
anders die geniete.
7. En wie is de man, die een vrouw ondertrouwd heeft, en haar niet
[tot] [zich] heeft genomen? Die ga henen en kere weder naar
zijn huis; opdat hij niet misschien in dien strijd sterve, en een
ander man haar neme.
642
8. Daarna zullen de ambtlieden voortvaren te spreken tot het volk,
en zeggen: Wie is de man, die vreesachtig en week van hart is?
Die ga henen en kere weder naar zijn huis; opdat het hart zijner
broederen niet smelte, gelijk zijn hart.
9. En het zal geschieden, als die ambtlieden geeindigd zullen
hebben te spreken tot het volk, zo zullen zij oversten der heiren
aan de spits des volks bestellen.
10. Wanneer gij nadert tot een stad om tegen haar te strijden, zo zult
gij haar den vrede toeroepen.
11. En het zal geschieden, indien zij u vrede zal antwoorden, en u
opendoen, zo zal al het volk, dat daarin gevonden wordt, u
cijnsbaar zijn, en u dienen.
12. Doch zo zij geen vrede met u zal maken, maar krijg tegen u
voeren, zo zult gij haar belegeren.
13. En de HEERE, uw God, zal haar in uw hand geven; en gij zult
alles, wat mannelijk daarin is, slaan met de scherpte des
zwaards;
14. Behalve de vrouwen, en de kinderkens, en de beesten, en al wat
in de stad zijn zal, al haar buit zult gij voor u roven; en gij zult
eten den buit uwer vijanden, dien u de HEERE, uw God,
gegeven heeft.
15. Alzo zult gij aan alle steden doen, die zeer verre van u zijn, die
niet zijn van de steden dezer volken.
16. Maar van de steden dezer volken, die u de HEERE, uw God, ten
erve geeft, zult gij niets laten leven, dat adem heeft.
17. Maar gij zult ze ganselijk verbannen: de Hethieten, en de
Amorieten, en de Kanaanieten, en de Ferezieten, de Hevieten, en
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 48
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words