Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 42
Total number of words is 2908
Total number of unique words is 590
57.5 of words are in the 2000 most common words
69.9 of words are in the 5000 most common words
77.0 of words are in the 8000 most common words
van Abarim, in de landpale van Moab.
45. En zij verreisden van de heuvelen van [Abarim], en legerden
zich in Dibon-gad.
46. En zij verreisden van Dibon-gad, en legerden zich in Almon-
diblathaim.
47. En zij verreisden van Almon-diblathaim, en legerden zich in de
bergen Abarim, tegen Nebo.
48. En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich in de
vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.
49. En zij legerden zich aan de Jordaan van Beth-jesimoth, tot aan
Abel-sittim, in de vlakke velden der Moabieten.
50. En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der
Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
51. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gijlieden
over de Jordaan zult gegaan zijn in het land Kanaan;
52. Zo zult gij alle inwoners des lands voor uw aangezicht uit de
bezitting verdrijven, en al hun beeltenissen verderven; ook zult
gij al hun gegotene beelden verderven, en al hun hoogten
verdelgen.
53. En gij zult het land in erfelijke bezitting nemen, en daarin
wonen; want Ik heb u dat land gegeven, om hetzelve erfelijk te
bezitten.
54. En gij zult het land in erfelijke bezitting nemen door het lot, naar
uw geslachten; dengenen, die veel zijn, zult gij hun erfenis
meerder maken, en dien, die weinig zijn, zult gij hun erfenis
minder maken; waarheen voor iemand het lot zal uitgaan, dat zal
hij hebben; naar de stammen uwer vaderen zult gij de erfenis
nemen.
561
55. Maar indien gij de inwoners des lands niet voor uw aangezicht
uit de bezitting zult verdrijven, zo zal het geschieden, dat, die gij
van hen zult laten overblijven, tot doornen zullen zijn in uw
ogen, en tot prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op het
land, waarin gij woont.
56. En het zal geschieden, dat Ik u zal doen, gelijk als Ik hun dacht
te doen.
562
Numeri
Hoofdstuk 34
1. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij in het
land Kanaan ingaat, zo zal dit land zijn, dat u ter erfenis vallen
zal, het land Kanaan, naar zijn landpalen.
3. De zuiderhoek nu zal u zijn van de woestijn Zin, aan de zijden
van Edom; en de zuider landpale zal u zijn van het einde der
Zoutzee tegen het oosten;
4. En deze landpale zal u omgaan van het zuiden naar den opgang
van Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en haar uitgangen zullen
zijn, van het zuiden naar Kades-barnea; en zij zal uitgaan naar
Hazar-addar, en doorgaan naar Azmon.
5. Voorts zal deze landpale omgaan van Azmon naar de rivier van
Egypte, en haar uitgangen zullen zijn naar de zee.
6. Aangaande de landpale van het westen, daar zal u de grote zee
de landpale zijn; dit zal uw landpale van het westen zijn.
7. Voorts zal u de landpale van het noorden deze zijn: van de grote
zee af zult gij u den berg Hor aftekenen.
8. Van den berg Hor zult gij aftekenen tot daar men komt te
Hamath; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar Zedad.
9. En deze landpale zal uitgaan naar Zifron, en haar uitgangen
zullen zijn te Hazarenan; dit zal u de noorder landpale zijn.
10. Voorts zult gij u tot een landpale tegen het oosten aftekenen van
Hazar-enan naar Sefam.
563
11. En deze landpale zal afgaan van Sefam naar Ribla, tegen het
oosten van Ain; daarna zal deze landpale afgaan en strekken
langs den oever van de zee Cinnereth oostwaarts.
12. Voorts zal deze landpale afgaan langs de Jordaan, en haar
uitgangen zullen zijn aan de Zoutzee. Dit zal u zijn het land naar
zijn landpale rondom.
13. En Mozes gebood den kinderen Israels, zeggende: Dit is het
land, dat gij door het lot ten erve innemen zult, hetwelk de
HEERE aan de negen stammen en den halven stam [van]
[Manasse] te geven geboden heeft.
14. Want de stam van de kinderen der Rubenieten, naar het huis
hunner vaderen, en de stam van de kinderen der Gadieten, naar
het huis hunner vaderen, hebben ontvangen; mitsgaders de halve
stam van Manasse heeft zijn erfenis ontvangen.
15. Twee stammen en een halve stam hebben hun erfenis ontvangen
aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts tegen den
opgang.
16. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
17. Dit zijn de namen der mannen, die ulieden het land ten erve
zullen uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua, de zoon van Nun.
18. Daartoe zult gij uit elken stam een overste nemen, om het land
ten erve uit te delen.
19. En dit zijn de namen dezer mannen: van den stam van Juda,
Kaleb, zoon van Jefunne;
20. En van den stam der kinderen van Simeon, Semuel, zoon van
Ammihud;
21. Van den stam van Benjamin, Elidad, zoon van Chislon;
22. En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon
564
van Jogli;
23. Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van
Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;
24. En van den stam der kinderen van Efraim, de overste Kemuel,
zoon van Siftan;
25. En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan,
zoon van Parnach;
26. En van den stam der kinderen van Issaschar, de overste Paltiel,
zoon van Azzan;
27. En van den stam der kinderen van Aser, de overste Achihud,
zoon van Selomi;
28. En van den stam der kinderen van Nafthali, de overste Pedael,
zoon van Ammihud.
29. Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels
de erfenissen uit te delen, in het land Kanaan.
565
Numeri
Hoofdstuk 35
1. En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der
Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
2. Gebied den kinderen Israels, dat zij van de erfenis hunner
bezitting aan de Levieten steden zullen geven om te bewonen;
daartoe zult gijlieden aan de Levieten voorsteden geven, aan de
steden rondom dezelve.
3. En die steden zullen zij hebben om te bewonen; maar hun
voorsteden zullen zijn voor hun beesten, en voor hun have, en
voor al hun gedierte,
4. En de voorsteden der steden, die gij aan de Levieten zult geven,
zullen van den stadsmuur af, en naar buiten, van duizend ellen
zijn rondom.
5. En gij zult meten van buiten de stad, aan den hoek tegen het
oosten, twee duizend ellen, en aan den hoek van het zuiden,
twee duizend ellen, en aan den hoek van het westen, twee
duizend ellen, en aan den hoek van het noorden, twee duizend
ellen; dat de stad in het midden zij. Dit zullen zij hebben tot
voorsteden van de steden.
6. De steden nu, die gij aan de Levieten zult geven, zullen zijn zes
vrijsteden, die gij geven zult, opdat de doodslager daarheen
vliede; en boven dezelve zult gij [hun] twee en veertig steden
geven.
7. Al de steden, die gij aan de Levieten geven zult, zullen zijn acht
566
en veertig steden, deze met haar voorsteden.
8. De steden, die gij van de bezitting der kinderen Israels geven
zult, zult gij van dien, die vele heeft, vele nemen, en van dien,
die weinig heeft, weinige nemen; een ieder zal naar zijn erfenis,
die zij zullen erven, van zijn steden aan de Levieten geven.
9. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
10. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij over
de Jordaan gaat naar het land Kanaan.
11. Zo zult gij maken, dat u steden tegemoet liggen, [die] u tot
vrijsteden zullen zijn; opdat de doodslager daarheen vliede, die
een ziel onwetend geslagen heeft.
12. En deze steden zullen u tot een toevlucht zijn voor den [bloed]
wreker; opdat de doodslager niet sterve, totdat hij voor de
vergadering aan het gericht gestaan hebbe.
13. En deze steden, die gij geven zult, zullen zes vrijsteden voor u
zijn.
14. Drie dezer vrijsteden zult gij geven op deze zijde van de
Jordaan, en drie dezer steden zult gij geven in het land Kanaan;
vrijsteden zullen het zijn.
15. Die zes steden zullen voor de kinderen Israels, en voor den
vreemdeling, en den bijwoner in het midden van hen, tot een
toevlucht zijn; opdat daarheen vliede, wie een ziel onvoorziens
slaat.
16. Maar indien hij hem met een ijzeren instrument geslagen heeft,
dat hij gestorven zij, een doodslager is hij; deze doodslager zal
zekerlijk gedood worden.
17. Of indien hij hem met een handsteen, waarvan met zoude
kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij gestorven zij, een
567
doodslager is hij; deze doodslager zal zekerlijk gedood worden.
18. Of indien hij hem met een houten handinstrument, waarvan men
zoude kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij gestorven zij, een
doodslager is hij; deze doodslager zal zekerlijk gedood worden.
19. De wreker des bloeds, die zal den doodslager doden; als hij hem
ontmoet, zal hij hem doden.
20. Indien hij hem ook door haat zal gestoten hebben, of met opzet
op hem geworpen heeft, dat hij gestorven zij;
21. Of hem door vijandschap met zijn hand geslagen heeft, dat hij
gestorven zij; de slager zal zekerlijk gedood worden, een
doodslager is hij; de bloedwreker zal dezen doodslager doden,
als hij hem ontmoet.
22. Maar indien hij hem met der haast zonder vijandschap gestoten
heeft, of enig instrument zonder opzet op hem geworpen heeft;
23. Of onvoorziens met enigen steen, waarvan men zoude kunnen
sterven, en hij dien op hem heeft doen vallen, dat hij gestorven
zij, zo hij hem toch geen vijand was, noch zijn kwaad zoekende;
24. Zo zal de vergadering richten tussen den slager, en tussen den
bloedwreker, naar deze zelve rechten.
25. En de vergadering zal den doodslager redden uit den hand des
bloedwrekers, en de vergadering zal hem doen wederkeren tot
zijn vrijstad, waarheen hij gevloden was; en hij zal daarin
blijven tot den dood des hogepriesters, dien men met de heilige
olie gezalfd heeft.
26. Doch indien de doodslager enigszins zal gaan uit de palen zijner
vrijstad, waarheen hij gevloden was,
27. En de bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner
vrijstad; zo de bloedwreker den doodslager zal doden, het zal
568
hem geen bloedschuld zijn.
28. Want hij zou in zijn vrijstad gebleven zijn tot den dood des
hogepriesters; maar na de dood des hogepriesters zal de
doodslager wederkeren tot het land zijner bezitting.
29. En deze dingen zullen ulieden zijn tot een inzetting van recht, bij
uw geslachten, in al uw woningen.
30. Al wie de ziel slaat, naar den mond der getuigen zal men den
doodslager doden, maar een enig getuige zal niet getuigen tegen
een ziel, dat zij sterve.
31. En gij zult geen verzoening nemen voor de ziel des doodslagers,
die schuldig is te sterven; want hij zal zekerlijk gedood worden.
32. Ook zult gij geen verzoening nemen voor dien, die gevlucht is
naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen in het
land, tot den dood des [hoge] priesters.
33. Zo zult gij niet ontheiligen het land, waarin gij zijt; want het
bloed ontheiligt het land; en voor het land zal geen verzoening
gedaan worden over het bloed, dat daarin vergoten is, dan door
het bloed desgenen, die dat vergoten heeft.
34. Verontreinigt dan het land niet, waarin gij gaat wonen, in welks
midden Ik wonen zal; want Ik ben de HEERE, wonende in het
midden der kinderen Israels.
569
Numeri
Hoofdstuk 36
1. En de hoofden der vaderen van het geslacht de kinderen van
Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, uit de
geslachten der kinderen van Jozef, traden toe, en spraken voor
het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der oversten,
hoofden van de vaderen der kinderen Israels.
2. En zeiden: De HEERE heeft mijn heer geboden, dat land door
het lot aan de kinderen Israels in erfenis te geven; en mijn heer
is door den HEERE geboden, de erfenis van onzen broeder
Zelafead te geven aan zijn dochteren.
3. Wanneer zij een van de zonen der [andere] stammen van de
kinderen Israels tot vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis
van de erfenis onzer vaderen afgetrokken worden, en toegedaan
tot de erfenis van dien stam, aan welken zij geworden zouden;
alzo zou van het lot onzer erfenis worden afgetrokken.
4. Als ook de kinderen Israels een jubeljaar zullen hebben, zo zou
haar erfenis toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan
welken zij zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de
erfenis van den stam onzer vaderen afgetrokken worden.
5. Toen gebood Mozes den kinderen Israels, naar des HEEREN
mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.
6. Dit is het woord, dat de HEERE van de dochteren van Zelafead
geboden heeft, zeggende: Laat zij dien tot vrouwen worden, die
in haar ogen goed zal zijn; alleenlijk, dat zij aan het geslacht van
570
haars vaders stam tot vrouwen worden.
7. Zo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden
van stam tot stam; want de kinderen Israels zullen aanhangen,
een ieder aan de erfenis van den stam zijner vaderen.
8. Voorts zal elke dochter, die een erfenis erft, van de stammen der
kinderen Israels, ter vrouw worden aan een van het geslacht van
den stam haars vaders; opdat de kinderen Israels erfelijk
bezitten, een ieder de erfenis zijner vaderen.
9. Zo zal de erfenis niet omgewend worden van den enen stam tot
den anderen; want de stammen der kinderen Israels zullen
aanhangen, een ieder aan zijn erfenis.
10. Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de
dochteren van Zelafead;
11. Want Machla, Thirza, en Hogla, en Milka, en Noha, dochteren
van Zelafead, zijn den zonen harer ooms tot vrouwen geworden.
12. Onder de geslachten van de kinderen van Manasse, den zoon
van Jozef, zijn zij tot vrouwen geworden; alzo bleef haar erfenis
aan den stam van het geslacht haars vaders.
13. Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE door de dienst
van Mozes aan de kinderen Israels geboden heeft, in de vlakke
velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.
571
Deuteronomium
Hoofdstuk 1
1. Dit zijn de woorden, die Mozes tot gans Israel gesproken heeft,
aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn, op het vlakke veld
tegenover Suf, tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, en
Hazeroth, en Dizahab.
2. Elf dag [reizen] zijn het van Horeb, [door] den weg van het
gebergte Seir, tot aan Kades-barnea.
3. En het is geschied in het veertigste jaar, in de elfde maand, op
den eersten der maand, dat Mozes sprak tot de kinderen Israels,
naar alles wat hem de HEERE aan hen bevolen had;
4. Nadat hij geslagen had Sihon, den koning der Amorieten, die te
Hesbon woonde, en Og, den koning van Bazan, welke woonde
in Astharoth, te Edrei.
5. Aan deze zijde van de Jordaan, in het land van Moab, hief
Mozes aan, deze wet uit te leggen, zeggende:
6. De HEERE, onze God, sprak tot ons aan Horeb, zeggende: Gij
zijt lang genoeg bij dezen berg gebleven.
7. Keert u, en vertrekt, en gaat in het gebergte der Amorieten, en
tot al hun geburen, in het vlakke veld, op het gebergte, en in de
laagte, en in het zuiden, en aan de havens der zee; het land der
Kanaanieten, en den Libanon, tot aan die grote rivier, de rivier
Frath.
8. Ziet, Ik heb dat land gegeven voor uw aangezicht; gaat daarin,
en bezit erfelijk het land, dat de HEERE aan uw vaderen,
572
Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft, dat Hij het hun en hun
zaad na hen geven zou.
9. En ik sprak ter zelfder tijd tot u, zeggende: Ik alleen zal u niet
kunnen dragen.
10. De HEERE, uw God, heeft u vermenigvuldigd, en ziet, gij zijt
heden als de sterren des hemels in menigte.
11. De HEERE, uwer vaderen God, doe tot u, zo als gij [nu] zijt,
duizendmaal meer, en Hij zegene u, gelijk als Hij tot u
gesproken heeft!
12. Hoe zoude ik alleen uw moeite, en uw last, en uw twistzaken
dragen?
13. Neemt u wijze, en verstandige, en ervarene mannen, van uw
stammen, dat ik hen tot uw hoofden stelle.
14. Toen antwoorddet gij mij, en zeidet: Dit woord is goed, dat gij
gesproken hebt, om te doen.
15. Zo nam ik de hoofden uwer stammen, wijze en ervarene
mannen, en stelde hen tot hoofden over u, oversten van
duizenden, en oversten van honderden, en oversten van
vijftigen, en oversten van tienen, en ambtlieden voor uw
stammen.
16. En ik gebood uw rechters ter zelfder tijd, zeggende: Hoort [de]
[verschillen] tussen uw broederen, en richt recht tussen den man
en tussen zijn broeder, en tussen deszelfs vreemdeling.
17. Gij zult het aangezicht in het gericht niet kennen; gij zult den
kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen voor
iemands aangezicht; want het gericht is Godes; doch de zaak,
die voor u te zwaar zal zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik
zal ze horen.
573
18. Alzo gebood ik u te dier tijd alle zaken, die gij zoudt doen.
19. Toen vertogen wij van Horeb, en doorwandelden die gans grote
en vreselijke woestijn, die gij gezien hebt, op den weg van het
gebergte der Amorieten, gelijk de HEERE, onze God, ons
geboden had; en wij kwamen tot Kades-barnea.
20. Toen zeide ik tot ulieden: Gij zijt gekomen tot het gebergte der
Amorieten, dat de HEERE, onze God, ons geven zal.
21. Ziet, de HEERE, uw God, heeft dat land gegeven voor uw
aangezicht; trekt op, bezit het erfelijk, gelijk als de HEERE,
uwer vaderen God, tot u gesproken heeft; vreest niet, en ontzet u
niet.
22. Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor
ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons
bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en
tot wat steden wij komen zullen.
23. Deze zaak nu was goed in mijn ogen; zo nam ik uit u twaalf
mannen, van elken stam een man.
24. Die keerden zich, en togen op naar het gebergte, en kwamen tot
het dal Eskol, en verspiedden datzelve.
25. En zij namen van de vrucht des lands in hun hand, en brachten
45. En zij verreisden van de heuvelen van [Abarim], en legerden
zich in Dibon-gad.
46. En zij verreisden van Dibon-gad, en legerden zich in Almon-
diblathaim.
47. En zij verreisden van Almon-diblathaim, en legerden zich in de
bergen Abarim, tegen Nebo.
48. En zij verreisden van de bergen Abarim, en legerden zich in de
vlakke velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.
49. En zij legerden zich aan de Jordaan van Beth-jesimoth, tot aan
Abel-sittim, in de vlakke velden der Moabieten.
50. En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der
Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
51. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gijlieden
over de Jordaan zult gegaan zijn in het land Kanaan;
52. Zo zult gij alle inwoners des lands voor uw aangezicht uit de
bezitting verdrijven, en al hun beeltenissen verderven; ook zult
gij al hun gegotene beelden verderven, en al hun hoogten
verdelgen.
53. En gij zult het land in erfelijke bezitting nemen, en daarin
wonen; want Ik heb u dat land gegeven, om hetzelve erfelijk te
bezitten.
54. En gij zult het land in erfelijke bezitting nemen door het lot, naar
uw geslachten; dengenen, die veel zijn, zult gij hun erfenis
meerder maken, en dien, die weinig zijn, zult gij hun erfenis
minder maken; waarheen voor iemand het lot zal uitgaan, dat zal
hij hebben; naar de stammen uwer vaderen zult gij de erfenis
nemen.
561
55. Maar indien gij de inwoners des lands niet voor uw aangezicht
uit de bezitting zult verdrijven, zo zal het geschieden, dat, die gij
van hen zult laten overblijven, tot doornen zullen zijn in uw
ogen, en tot prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op het
land, waarin gij woont.
56. En het zal geschieden, dat Ik u zal doen, gelijk als Ik hun dacht
te doen.
562
Numeri
Hoofdstuk 34
1. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Gebied den kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij in het
land Kanaan ingaat, zo zal dit land zijn, dat u ter erfenis vallen
zal, het land Kanaan, naar zijn landpalen.
3. De zuiderhoek nu zal u zijn van de woestijn Zin, aan de zijden
van Edom; en de zuider landpale zal u zijn van het einde der
Zoutzee tegen het oosten;
4. En deze landpale zal u omgaan van het zuiden naar den opgang
van Akrabbim, en doorgaan naar Zin; en haar uitgangen zullen
zijn, van het zuiden naar Kades-barnea; en zij zal uitgaan naar
Hazar-addar, en doorgaan naar Azmon.
5. Voorts zal deze landpale omgaan van Azmon naar de rivier van
Egypte, en haar uitgangen zullen zijn naar de zee.
6. Aangaande de landpale van het westen, daar zal u de grote zee
de landpale zijn; dit zal uw landpale van het westen zijn.
7. Voorts zal u de landpale van het noorden deze zijn: van de grote
zee af zult gij u den berg Hor aftekenen.
8. Van den berg Hor zult gij aftekenen tot daar men komt te
Hamath; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar Zedad.
9. En deze landpale zal uitgaan naar Zifron, en haar uitgangen
zullen zijn te Hazarenan; dit zal u de noorder landpale zijn.
10. Voorts zult gij u tot een landpale tegen het oosten aftekenen van
Hazar-enan naar Sefam.
563
11. En deze landpale zal afgaan van Sefam naar Ribla, tegen het
oosten van Ain; daarna zal deze landpale afgaan en strekken
langs den oever van de zee Cinnereth oostwaarts.
12. Voorts zal deze landpale afgaan langs de Jordaan, en haar
uitgangen zullen zijn aan de Zoutzee. Dit zal u zijn het land naar
zijn landpale rondom.
13. En Mozes gebood den kinderen Israels, zeggende: Dit is het
land, dat gij door het lot ten erve innemen zult, hetwelk de
HEERE aan de negen stammen en den halven stam [van]
[Manasse] te geven geboden heeft.
14. Want de stam van de kinderen der Rubenieten, naar het huis
hunner vaderen, en de stam van de kinderen der Gadieten, naar
het huis hunner vaderen, hebben ontvangen; mitsgaders de halve
stam van Manasse heeft zijn erfenis ontvangen.
15. Twee stammen en een halve stam hebben hun erfenis ontvangen
aan deze zijde van de Jordaan, van Jericho oostwaarts tegen den
opgang.
16. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
17. Dit zijn de namen der mannen, die ulieden het land ten erve
zullen uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua, de zoon van Nun.
18. Daartoe zult gij uit elken stam een overste nemen, om het land
ten erve uit te delen.
19. En dit zijn de namen dezer mannen: van den stam van Juda,
Kaleb, zoon van Jefunne;
20. En van den stam der kinderen van Simeon, Semuel, zoon van
Ammihud;
21. Van den stam van Benjamin, Elidad, zoon van Chislon;
22. En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon
564
van Jogli;
23. Van de kinderen van Jozef: van den stam der kinderen van
Manasse, de overste Hanniel, zoon van Efod;
24. En van den stam der kinderen van Efraim, de overste Kemuel,
zoon van Siftan;
25. En van den stam der kinderen van Zebulon, de overste Elizafan,
zoon van Parnach;
26. En van den stam der kinderen van Issaschar, de overste Paltiel,
zoon van Azzan;
27. En van den stam der kinderen van Aser, de overste Achihud,
zoon van Selomi;
28. En van den stam der kinderen van Nafthali, de overste Pedael,
zoon van Ammihud.
29. Dit zijn ze, dien de HEERE geboden heeft, den kinderen Israels
de erfenissen uit te delen, in het land Kanaan.
565
Numeri
Hoofdstuk 35
1. En de HEERE sprak tot Mozes, in de vlakke velden der
Moabieten, aan de Jordaan van Jericho, zeggende:
2. Gebied den kinderen Israels, dat zij van de erfenis hunner
bezitting aan de Levieten steden zullen geven om te bewonen;
daartoe zult gijlieden aan de Levieten voorsteden geven, aan de
steden rondom dezelve.
3. En die steden zullen zij hebben om te bewonen; maar hun
voorsteden zullen zijn voor hun beesten, en voor hun have, en
voor al hun gedierte,
4. En de voorsteden der steden, die gij aan de Levieten zult geven,
zullen van den stadsmuur af, en naar buiten, van duizend ellen
zijn rondom.
5. En gij zult meten van buiten de stad, aan den hoek tegen het
oosten, twee duizend ellen, en aan den hoek van het zuiden,
twee duizend ellen, en aan den hoek van het westen, twee
duizend ellen, en aan den hoek van het noorden, twee duizend
ellen; dat de stad in het midden zij. Dit zullen zij hebben tot
voorsteden van de steden.
6. De steden nu, die gij aan de Levieten zult geven, zullen zijn zes
vrijsteden, die gij geven zult, opdat de doodslager daarheen
vliede; en boven dezelve zult gij [hun] twee en veertig steden
geven.
7. Al de steden, die gij aan de Levieten geven zult, zullen zijn acht
566
en veertig steden, deze met haar voorsteden.
8. De steden, die gij van de bezitting der kinderen Israels geven
zult, zult gij van dien, die vele heeft, vele nemen, en van dien,
die weinig heeft, weinige nemen; een ieder zal naar zijn erfenis,
die zij zullen erven, van zijn steden aan de Levieten geven.
9. Voorts sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
10. Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Wanneer gij over
de Jordaan gaat naar het land Kanaan.
11. Zo zult gij maken, dat u steden tegemoet liggen, [die] u tot
vrijsteden zullen zijn; opdat de doodslager daarheen vliede, die
een ziel onwetend geslagen heeft.
12. En deze steden zullen u tot een toevlucht zijn voor den [bloed]
wreker; opdat de doodslager niet sterve, totdat hij voor de
vergadering aan het gericht gestaan hebbe.
13. En deze steden, die gij geven zult, zullen zes vrijsteden voor u
zijn.
14. Drie dezer vrijsteden zult gij geven op deze zijde van de
Jordaan, en drie dezer steden zult gij geven in het land Kanaan;
vrijsteden zullen het zijn.
15. Die zes steden zullen voor de kinderen Israels, en voor den
vreemdeling, en den bijwoner in het midden van hen, tot een
toevlucht zijn; opdat daarheen vliede, wie een ziel onvoorziens
slaat.
16. Maar indien hij hem met een ijzeren instrument geslagen heeft,
dat hij gestorven zij, een doodslager is hij; deze doodslager zal
zekerlijk gedood worden.
17. Of indien hij hem met een handsteen, waarvan met zoude
kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij gestorven zij, een
567
doodslager is hij; deze doodslager zal zekerlijk gedood worden.
18. Of indien hij hem met een houten handinstrument, waarvan men
zoude kunnen sterven, geslagen heeft, dat hij gestorven zij, een
doodslager is hij; deze doodslager zal zekerlijk gedood worden.
19. De wreker des bloeds, die zal den doodslager doden; als hij hem
ontmoet, zal hij hem doden.
20. Indien hij hem ook door haat zal gestoten hebben, of met opzet
op hem geworpen heeft, dat hij gestorven zij;
21. Of hem door vijandschap met zijn hand geslagen heeft, dat hij
gestorven zij; de slager zal zekerlijk gedood worden, een
doodslager is hij; de bloedwreker zal dezen doodslager doden,
als hij hem ontmoet.
22. Maar indien hij hem met der haast zonder vijandschap gestoten
heeft, of enig instrument zonder opzet op hem geworpen heeft;
23. Of onvoorziens met enigen steen, waarvan men zoude kunnen
sterven, en hij dien op hem heeft doen vallen, dat hij gestorven
zij, zo hij hem toch geen vijand was, noch zijn kwaad zoekende;
24. Zo zal de vergadering richten tussen den slager, en tussen den
bloedwreker, naar deze zelve rechten.
25. En de vergadering zal den doodslager redden uit den hand des
bloedwrekers, en de vergadering zal hem doen wederkeren tot
zijn vrijstad, waarheen hij gevloden was; en hij zal daarin
blijven tot den dood des hogepriesters, dien men met de heilige
olie gezalfd heeft.
26. Doch indien de doodslager enigszins zal gaan uit de palen zijner
vrijstad, waarheen hij gevloden was,
27. En de bloedwreker hem zal vinden buiten de palen zijner
vrijstad; zo de bloedwreker den doodslager zal doden, het zal
568
hem geen bloedschuld zijn.
28. Want hij zou in zijn vrijstad gebleven zijn tot den dood des
hogepriesters; maar na de dood des hogepriesters zal de
doodslager wederkeren tot het land zijner bezitting.
29. En deze dingen zullen ulieden zijn tot een inzetting van recht, bij
uw geslachten, in al uw woningen.
30. Al wie de ziel slaat, naar den mond der getuigen zal men den
doodslager doden, maar een enig getuige zal niet getuigen tegen
een ziel, dat zij sterve.
31. En gij zult geen verzoening nemen voor de ziel des doodslagers,
die schuldig is te sterven; want hij zal zekerlijk gedood worden.
32. Ook zult gij geen verzoening nemen voor dien, die gevlucht is
naar zijn vrijstad, dat hij zou wederkeren, om te wonen in het
land, tot den dood des [hoge] priesters.
33. Zo zult gij niet ontheiligen het land, waarin gij zijt; want het
bloed ontheiligt het land; en voor het land zal geen verzoening
gedaan worden over het bloed, dat daarin vergoten is, dan door
het bloed desgenen, die dat vergoten heeft.
34. Verontreinigt dan het land niet, waarin gij gaat wonen, in welks
midden Ik wonen zal; want Ik ben de HEERE, wonende in het
midden der kinderen Israels.
569
Numeri
Hoofdstuk 36
1. En de hoofden der vaderen van het geslacht de kinderen van
Gilead, den zoon van Machir, den zoon van Manasse, uit de
geslachten der kinderen van Jozef, traden toe, en spraken voor
het aangezicht van Mozes, en voor het aangezicht der oversten,
hoofden van de vaderen der kinderen Israels.
2. En zeiden: De HEERE heeft mijn heer geboden, dat land door
het lot aan de kinderen Israels in erfenis te geven; en mijn heer
is door den HEERE geboden, de erfenis van onzen broeder
Zelafead te geven aan zijn dochteren.
3. Wanneer zij een van de zonen der [andere] stammen van de
kinderen Israels tot vrouwen zouden worden, zo zou haar erfenis
van de erfenis onzer vaderen afgetrokken worden, en toegedaan
tot de erfenis van dien stam, aan welken zij geworden zouden;
alzo zou van het lot onzer erfenis worden afgetrokken.
4. Als ook de kinderen Israels een jubeljaar zullen hebben, zo zou
haar erfenis toegedaan zijn tot de erfenis van dien stam, aan
welken zij zouden geworden zijn; alzo zou haar erfenis van de
erfenis van den stam onzer vaderen afgetrokken worden.
5. Toen gebood Mozes den kinderen Israels, naar des HEEREN
mond, zeggende: De stam der kinderen van Jozef spreekt recht.
6. Dit is het woord, dat de HEERE van de dochteren van Zelafead
geboden heeft, zeggende: Laat zij dien tot vrouwen worden, die
in haar ogen goed zal zijn; alleenlijk, dat zij aan het geslacht van
570
haars vaders stam tot vrouwen worden.
7. Zo zal de erfenis van de kinderen Israels niet omgewend worden
van stam tot stam; want de kinderen Israels zullen aanhangen,
een ieder aan de erfenis van den stam zijner vaderen.
8. Voorts zal elke dochter, die een erfenis erft, van de stammen der
kinderen Israels, ter vrouw worden aan een van het geslacht van
den stam haars vaders; opdat de kinderen Israels erfelijk
bezitten, een ieder de erfenis zijner vaderen.
9. Zo zal de erfenis niet omgewend worden van den enen stam tot
den anderen; want de stammen der kinderen Israels zullen
aanhangen, een ieder aan zijn erfenis.
10. Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de
dochteren van Zelafead;
11. Want Machla, Thirza, en Hogla, en Milka, en Noha, dochteren
van Zelafead, zijn den zonen harer ooms tot vrouwen geworden.
12. Onder de geslachten van de kinderen van Manasse, den zoon
van Jozef, zijn zij tot vrouwen geworden; alzo bleef haar erfenis
aan den stam van het geslacht haars vaders.
13. Dat zijn de geboden en de rechten, die de HEERE door de dienst
van Mozes aan de kinderen Israels geboden heeft, in de vlakke
velden der Moabieten, aan de Jordaan van Jericho.
571
Deuteronomium
Hoofdstuk 1
1. Dit zijn de woorden, die Mozes tot gans Israel gesproken heeft,
aan deze zijde van de Jordaan, in de woestijn, op het vlakke veld
tegenover Suf, tussen Paran en tussen Tofel, en Laban, en
Hazeroth, en Dizahab.
2. Elf dag [reizen] zijn het van Horeb, [door] den weg van het
gebergte Seir, tot aan Kades-barnea.
3. En het is geschied in het veertigste jaar, in de elfde maand, op
den eersten der maand, dat Mozes sprak tot de kinderen Israels,
naar alles wat hem de HEERE aan hen bevolen had;
4. Nadat hij geslagen had Sihon, den koning der Amorieten, die te
Hesbon woonde, en Og, den koning van Bazan, welke woonde
in Astharoth, te Edrei.
5. Aan deze zijde van de Jordaan, in het land van Moab, hief
Mozes aan, deze wet uit te leggen, zeggende:
6. De HEERE, onze God, sprak tot ons aan Horeb, zeggende: Gij
zijt lang genoeg bij dezen berg gebleven.
7. Keert u, en vertrekt, en gaat in het gebergte der Amorieten, en
tot al hun geburen, in het vlakke veld, op het gebergte, en in de
laagte, en in het zuiden, en aan de havens der zee; het land der
Kanaanieten, en den Libanon, tot aan die grote rivier, de rivier
Frath.
8. Ziet, Ik heb dat land gegeven voor uw aangezicht; gaat daarin,
en bezit erfelijk het land, dat de HEERE aan uw vaderen,
572
Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft, dat Hij het hun en hun
zaad na hen geven zou.
9. En ik sprak ter zelfder tijd tot u, zeggende: Ik alleen zal u niet
kunnen dragen.
10. De HEERE, uw God, heeft u vermenigvuldigd, en ziet, gij zijt
heden als de sterren des hemels in menigte.
11. De HEERE, uwer vaderen God, doe tot u, zo als gij [nu] zijt,
duizendmaal meer, en Hij zegene u, gelijk als Hij tot u
gesproken heeft!
12. Hoe zoude ik alleen uw moeite, en uw last, en uw twistzaken
dragen?
13. Neemt u wijze, en verstandige, en ervarene mannen, van uw
stammen, dat ik hen tot uw hoofden stelle.
14. Toen antwoorddet gij mij, en zeidet: Dit woord is goed, dat gij
gesproken hebt, om te doen.
15. Zo nam ik de hoofden uwer stammen, wijze en ervarene
mannen, en stelde hen tot hoofden over u, oversten van
duizenden, en oversten van honderden, en oversten van
vijftigen, en oversten van tienen, en ambtlieden voor uw
stammen.
16. En ik gebood uw rechters ter zelfder tijd, zeggende: Hoort [de]
[verschillen] tussen uw broederen, en richt recht tussen den man
en tussen zijn broeder, en tussen deszelfs vreemdeling.
17. Gij zult het aangezicht in het gericht niet kennen; gij zult den
kleine, zowel als den grote, horen; gij zult niet vrezen voor
iemands aangezicht; want het gericht is Godes; doch de zaak,
die voor u te zwaar zal zijn, zult gij tot mij doen komen, en ik
zal ze horen.
573
18. Alzo gebood ik u te dier tijd alle zaken, die gij zoudt doen.
19. Toen vertogen wij van Horeb, en doorwandelden die gans grote
en vreselijke woestijn, die gij gezien hebt, op den weg van het
gebergte der Amorieten, gelijk de HEERE, onze God, ons
geboden had; en wij kwamen tot Kades-barnea.
20. Toen zeide ik tot ulieden: Gij zijt gekomen tot het gebergte der
Amorieten, dat de HEERE, onze God, ons geven zal.
21. Ziet, de HEERE, uw God, heeft dat land gegeven voor uw
aangezicht; trekt op, bezit het erfelijk, gelijk als de HEERE,
uwer vaderen God, tot u gesproken heeft; vreest niet, en ontzet u
niet.
22. Toen naderdet gij allen tot mij, en zeidet: Laat ons mannen voor
ons aangezicht heenzenden, die ons het land uitspeuren, en ons
bescheid wederbrengen, wat weg wij daarin optrekken zullen, en
tot wat steden wij komen zullen.
23. Deze zaak nu was goed in mijn ogen; zo nam ik uit u twaalf
mannen, van elken stam een man.
24. Die keerden zich, en togen op naar het gebergte, en kwamen tot
het dal Eskol, en verspiedden datzelve.
25. En zij namen van de vrucht des lands in hun hand, en brachten
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 43
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words