Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 37
Total number of words is 2965
Total number of unique words is 580
58.7 of words are in the 2000 most common words
75.1 of words are in the 5000 most common words
84.5 of words are in the 8000 most common words
voor u, gij, kinderen van Levi!
493
8. Voorts zeide Mozes tot Korach: Hoort toch, gij, kinderen van
Levi!
9. Is het u te weinig, dat de God van Israel u van de vergadering
van Israel heeft afgescheiden, om ulieden tot Zich te doen
naderen; om den dienst van des HEEREN tabernakel te
bedienen, en te staan voor het aangezicht der vergadering, om
hen te dienen?
10. Daar Hij u, en al uw broederen, de kinderen van Levi, met u,
heeft doen naderen; zoekt gij nu ook het priesterambt?
11. Daarom gij, en uw ganse vergadering, gij zijt vergaderd tegen
den HEERE, want Aaron, wat is hij, dat gij tegen hem
murmureert?
12. En Mozes schikte heen, om Dathan en Abiram, de zonen van
Eliab, te roepen; maar zij zeiden: Wij zullen niet opkomen!
13. Is het te weinig, dat gij ons uit een land, van melk en honig
vloeiende, hebt opgevoerd, om ons te doden in de woestijn, dat
gij ook uzelven ten enenmaal over ons tot een overheer maakt?
14. Ook hebt gij ons niet gebracht in een land, dat van melk en
honig vloeit, noch ons akkers en wijngaarden ten erfdeel
gegeven. Zult gij de ogen dezer mannen uitgraven? Wij zullen
niet opkomen!
15. Toen ontstak Mozes zeer, en hij zeide tot den HEERE: Zie hun
offer niet aan! Ik heb niet een ezel van hen genomen, en niet een
van hen kwaad gedaan.
16. Voorts zeide Mozes tot Korach: Gij, en uw ganse vergadering,
weest voor het aangezicht des HEEREN; gij, en zij, ook Aaron,
op morgen.
17. En neemt een ieder zijn wierookvat, en legt reukwerk daarin, en
494
brengt voor het aangezicht des HEEREN, een ieder zijn
wierookvat, tweehonderd en vijftig wierookvaten; ook gij, en
Aaron, een ieder zijn wierookvat.
18. Zo namen zij een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en
leiden reukwerk daarin; en zij stonden voor de deur van de tent
der samenkomst, ook Mozes en Aaron.
19. En Korach deed de ganse vergadering tegen hen verzamelen, aan
de deur van de tent der samenkomst. Toen verscheen de
heerlijkheid des HEEREN aan deze ganse vergadering.
20. En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
21. Scheidt u af uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen
als in een ogenblik verteren!
22. Maar zij vielen op hun aangezichten, en zeiden: O God! God der
geesten van alle vlees! een enig man zal gezondigd hebben, en
zult Gij U over deze ganse vergadering grotelijks vertoornen?
23. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
24. Spreek tot deze vergadering, zeggende: Gaat op van rondom de
woning van Korach, Dathan en Abiram.
25. Toen stond Mozes op, en ging tot Dathan en Abiram; en achter
hem gingen de oudsten van Israel.
26. En hij sprak tot de vergadering, zeggende: Wijkt toch af van de
tenten dezer goddeloze mannen, en roert niets aan van hetgeen
hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt in al hun
zonden.
27. Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram,
van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de
deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun zonen, en hun
kinderkens.
495
28. Toen zeide Mozes: Hieraan zult gij bekennen, dat de HEERE
mij gezonden heeft, om al deze daden te doen, dat zij niet uit
mijn [eigen] hart zijn.
29. Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over
hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen
bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden.
30. Maar indien de HEERE wat nieuws zal scheppen, en het aardrijk
zijn mond zal opendoen, en verslinden hen met alles wat hunner
is, en zij levend ter helle zullen nedervaren; alsdan zult gij
bekennen, dat deze mannen de HEERE getergd hebben.
31. En het geschiedde, als hij geeindigd had al deze woorden te
spreken, zo werd het aardrijk, dat onder hen was, gekloofd;
32. En de aarde opende haar mond, en verslond hen met hun huizen,
en allen mensen, die Korach toebehoorden, en al de have.
33. En zij voeren neder, zij en alles wat hunner was, levend ter helle;
en de aarde overdekte hen, en zij kwamen om uit het midden der
gemeente.
34. En het ganse Israel, dat rondom hen was, vlood voor hun
geschrei; want zij zeiden: Dat ons de aarde misschien niet
verslinde!
35. Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die
tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden.
36. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
37. Zeg tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, dat hij de
wierookvaten uit den brand opneme; en strooi het vuur verre
weg; want zij zijn heilig;
38. [Te] [weten] de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen
gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot
496
een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor
het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen
den kinderen Israels tot een teken zijn.
39. En Eleazar, de priester, nam de koperen wierookvaten, die de
verbranden gebracht hadden, en zij rekten ze uit tot een
overtreksel voor het altaar;
40. Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand
vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk
aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet
worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de
HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.
41. Maar des anderen daags murmureerde de ganse vergadering der
kinderen Israels tegen Mozes en tegen Aaron, zeggende:
Gijlieden hebt des HEEREN volk gedood!
42. En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen
Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst,
ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN
verscheen.
43. Mozes nu en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst.
44. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
45. Maak u op uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen
verteren, als in een ogenblik! Toen vielen zij op hun
aangezichten.
46. En Mozes zeide tot Aaron: Neem het wierookvat, en doe vuur
daarin van het altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande
tot de vergadering, doe over hen verzoening; want een grote
toorn is van voor het aangezicht des HEEREN uitgegaan, de
plaag heeft aangevangen.
497
47. En Aaron nam het, gelijk als Mozes gesproken had, en liep in
het midden der gemeente, en ziet, de plaag had aangevangen
onder het volk; en hij leide reukwerk daarin, en deed verzoening
over het volk.
48. En hij stond tussen de doden en tussen de levenden; alzo werd
de plaag opgehouden.
49. Die nu aan die plaag gestorven zijn, waren veertien duizend en
zevenhonderd, behalve die gestorven waren om de zaak van
Korach.
50. En Aaron keerde weder tot Mozes aan de deur van de tent der
samenkomst; en de plaag was opgehouden.
498
Numeri
Hoofdstuk 17
1. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels, en neem van hen voor elk
vaderlijk huis een staf, van al hun oversten, naar het huis hunner
vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij schrijven
op zijn staf.
3. Doch Aarons naam zult gij schrijven op den staf van Levi; want
een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner vaderen.
4. En gij zult ze wegleggen in de tent der samenkomst, voor de
getuigenis, waarheen Ik met ulieden samenkomen zal.
5. En het zal geschieden, dat de staf des mans, welke Ik zal
verkoren hebben, zal bloeien; en Ik zal stillen de murmureringen
van de kinderen Israels tegen Mij, welke zij tegen ulieden
murmureerden.
6. Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, en al hun oversten
gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf, naar het
huis hunner vaderen, twaalf staven; Aarons staf was ook onder
hun staven.
7. En Mozes leide deze staven weg, voor het aangezicht des
HEEREN, in de tent der getuigenis.
8. Het geschiedde nu des anderen daags, dat Mozes in de tent der
getuigenis inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi,
bloeide; want hij bracht bloeisel voort, en bloesemde bloesem,
en droeg amandelen.
499
9. Toen bracht Mozes al deze staven uit, van voor het aangezicht
des HEEREN, tot al de kinderen Israels; en zij zagen het, en
namen elk zijn staf.
10. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Breng de staf van Aaron
weder voor de getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de
wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun
murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven.
11. En Mozes deed het; gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo
deed hij.
12. Toen spraken de kinderen Israels tot Mozes, zeggende: Zie, wij
geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan!
13. Al wie enigszins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal
sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden?
500
Numeri
Hoofdstuk 18
1. Zo zeide de HEERE tot Aaron: Gij, en uw zonen, en het huis
uws vaders met u, zult dragen de ongerechtigheid des
heiligdoms; en gij, en uw zonen met u, zult dragen de
ongerechtigheid van uw priesterambt.
2. En ook zult gij uw broederen, den stam van Levi, den stam uws
vaders, met u doen naderen, dat zij u bijgevoegd worden, en u
dienen; maar gij, en uw zonen met u, zult zijn voor de tent der
getuigenis.
3. En zij zullen uw wacht waarnemen, en de wacht der ganse tent;
doch tot het gereedschap des heiligdoms en het altaar zullen zij
niet naderen, opdat zij niet sterven, zo zij als gijlieden.
4. Maar zij zullen u bijgevoegd worden, en de wacht van de tent
der samenkomst waarnemen, in allen dienst der tent; en een
vreemde zal tot u niet naderen.
5. Gijlieden nu zult waarnemen de wacht des heiligdoms, en de
wacht des altaars; opdat er geen verbolgenheid meer zij over de
kinderen Israels.
6. Want Ik, zie, Ik heb uw broederen, de Levieten, uit het midden
der kinderen Israels genomen; zij zijn ulieden een gave, gegeven
den HEERE, om den dienst van de tent der samenkomst te
bedienen.
7. Maar gij, en uw zonen met u, zult ulieder priesterambt
waarnemen in alle zaken des altaars, en in hetgeen van binnen
501
den voorhang is, dat zult gijlieden bedienen; uw priesterambt
geve Ik [u] tot een dienst van een geschenk; en de vreemde, die
nadert, zal gedood worden.
8. Voorts sprak de HEERE tot Aaron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven
de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de
kinderen Israels heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan
uw zonen, tot een eeuwige inzetting.
9. Dit zult gij hebben van de heiligheid der heiligheden, uit het
vuur: al hun offeranden, met al hun spijsoffer, en met al hun
zondoffer, en met al hun schuldoffer, dat zij Mij zullen
wedergeven; het zal u en uw zonen een heiligheid der
heiligheden zijn.
10. Aan het allerheiligste zult gij dat eten; al wat mannelijk is zal dat
eten; het zal u een heiligheid zijn.
11. Ook zal dit het uwe zijn: het hefoffer hunner gave, met alle
beweegofferen der kinderen Israels; Ik heb ze aan u gegeven, en
aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige
inzetting; al wie in uw huis rein is, zal dat eten.
12. Al het beste van de olie, en al het beste van de most, en van
koren, hun eerstelingen, die zij den HEERE zullen geven, u heb
Ik ze gegeven.
13. De eerste vruchten van alles, wat in hun land is, die zij den
HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie in uw huis rein
is, zal dat eten.
14. Al het verbannene in Israel zal het uwe zijn.
15. Al wat de baarmoeder opent, van alle vlees, dat zij den HEERE
zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het
uwe zijn; doch de eerstgeborenen der mensen zult gij ganselijk
502
lossen; ook zult gij lossen de eerstgeborenen der onreine
beesten.
16. Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult gij van een
maand oud lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf
sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera.
17. Maar het eerstgeborene van een koe, of het eerstgeborene van
een schaap, of het eerstgeborene van een geit zult gij niet lossen,
zij zijn heilig; hun bloed zult gij sprengen op het altaar, en hun
ver zult gij aansteken, tot een vuuroffer van liefelijken reuk den
HEERE.
18. En hun vlees zal het uwe zijn; gelijk de beweegborst, en gelijk
de rechterschouder, zal het uwe zijn.
19. Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels den
HEERE zullen offeren, heb Ik aan u gegeven, en aan uw zonen,
en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal
een eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN,
voor u en voor uw zaad met u.
20. Ook zeide de HEERE tot Aaron: Gij zult in hun land niet erven,
en gij zult geen deel in het midden van henlieden hebben; Ik ben
uw deel en uw erfenis, in het midden van de kinderen Israels.
21. En zie, aan de kinderen van Levi heb Ik alle tienden in Israel ter
erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen, den dienst
van de tent der samenkomst.
22. En de kinderen Israels zullen niet meer naderen tot de tent der
samenkomst, om zonde te dragen [en] te sterven.
23. Maar de Levieten, die zullen bedienen den dienst van de tent der
samenkomst, en die zullen hun ongerechtigheid dragen; het zal
een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het midden
503
van de kinderen Israels zullen zij geen erfenis erven.
24. Want de tienden der kinderen Israels, die zij den HEERE tot een
hefoffer zullen offeren, heb Ik aan de Levieten tot een erfenis
gegeven; daarom heb Ik tot hen gezegd: Zij zullen in het midden
van de kinderen Israels geen erfenis erven.
25. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
26. Gij zult ook tot de Levieten spreken, en tot hen zeggen: Wanneer
gij van de kinderen Israels de tienden zult ontvangen hebben, die
Ik u voor uw erfenis van henlieden gegeven heb, zo zult gij
daarvan een hefoffer des HEEREN offeren, de tienden van die
tienden;
27. En het zal u gerekend worden tot uw hefoffer, als koren van den
dorsvloer, en als de volheid van de perskuip.
28. Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN offeren van al uw
tienden, die gij van de kinderen Israels zult hebben ontvangen;
en gij zult daarvan des HEEREN hefoffer geven aan den priester
Aaron.
29. Van al uw gaven zult gij alle hefoffer des HEEREN offeren; van
al het beste van die, van zijn heiliging daarvan.
30. Gij zult dan tot hen zeggen: Als gij deszelfs beste daarvan offert,
zo zal het den Levieten toegerekend worden als een inkomen
des dorsvloers, en als een inkomen der perskuip.
31. En gij zult dat eten in alle plaatsen, gij en uw huis; want het is
ulieden een loon voor uw dienst in de tent der samenkomst.
32. Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs beste
daarvan offert; en gij zult de heilige dingen van de kinderen
Israels niet ontheiligen, opdat gij niet sterft.
504
Numeri
Hoofdstuk 19
1. Wijders sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
2. Dit is de inzetting van de wet, die de HEERE geboden heeft,
zeggende: Spreek tot de kinderen Israels, dat zij tot u brengen
een rode volkomen vaars, in welke geen gebrek is, op welke
geen juk gekomen is.
3. En gij zult die geven aan Eleazar, den priester; en hij zal ze
uitbrengen tot buiten het leger, en men zal haar voor zijn
aangezicht slachten.
4. En Eleazar, den priester, zal van haar bloed met zijn vinger
nemen, en hij zal van haar bloed recht tegenover de tent der
samenkomst zevenmaal sprengen.
5. Voorts zal men deze vaars voor zijn ogen verbranden; haar vel,
en haar vlees, en haar bloed, met haar mest, zal men verbranden.
6. En de priester zal nemen cederhout, en hysop, en scharlaken, en
werpen ze in het midden van den brand dezer vaars.
7. Dan zal de priester zijn klederen wassen, en zijn vlees met water
baden, en daarna in het leger gaan; en de priester zal onrein zijn
tot aan den avond.
8. Ook die haar verbrand heeft, zal zijn klederen met water wassen,
en zijn vlees met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
9. En een rein man zal de as dezer vaars verzamelen, en buiten het
leger in een reine plaats wegleggen; en het zal zijn ter bewaring
voor de vergadering van de kinderen Israels, tot het water der
505
afzondering; het is ontzondiging.
10. En die de as dezer vaars verzameld heeft, zal zijn klederen
wassen, en onrein zijn tot aan den avond. Dit zal den kinderen
Israels, en den vreemdeling, die in het midden van henlieden als
vreemdeling verkeert, tot een eeuwige inzetting zijn.
11. Wie een dode, enig dood lichaam van een mens, aanroert, die zal
zeven dagen onrein zijn.
12. Op den derden dag zal hij zich daarmede ontzondigen, zo zal hij
op den zevenden dag rein zijn; maar indien hij zich op den
derden dag niet ontzondigt, zo zal hij op den zevenden dag niet
rein zijn.
13. Al wie een dode, het dode lichaam eens mensen, die gestorven
zal zijn, aanroert, en zich niet ontzondigd zal hebben, die
verontreinigt den tabernakel des HEEREN; daarom zal die ziel
uitgeroeid worden uit Israel; omdat het water der afzondering op
hem niet gesprengd is, zal hij onrein zijn; zijn onreinigheid is
nog in hem.
14. Dit is de wet, wanneer een mens zal gestorven zijn in een tent: al
wie in die tent ingaat, en al wie in die tent is, zal zeven dagen
onrein zijn.
15. Ook alle open gereedschap, waarop geen deksel gebonden is, dat
is onrein.
16. En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is,
of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal
aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.
17. Voor een onreine nu zullen zij nemen van het stof des brands der
ontzondiging, en daarop levend water doen in een vat.
18. En een rein man zal hysop nemen, en in dat water dopen, en
493
8. Voorts zeide Mozes tot Korach: Hoort toch, gij, kinderen van
Levi!
9. Is het u te weinig, dat de God van Israel u van de vergadering
van Israel heeft afgescheiden, om ulieden tot Zich te doen
naderen; om den dienst van des HEEREN tabernakel te
bedienen, en te staan voor het aangezicht der vergadering, om
hen te dienen?
10. Daar Hij u, en al uw broederen, de kinderen van Levi, met u,
heeft doen naderen; zoekt gij nu ook het priesterambt?
11. Daarom gij, en uw ganse vergadering, gij zijt vergaderd tegen
den HEERE, want Aaron, wat is hij, dat gij tegen hem
murmureert?
12. En Mozes schikte heen, om Dathan en Abiram, de zonen van
Eliab, te roepen; maar zij zeiden: Wij zullen niet opkomen!
13. Is het te weinig, dat gij ons uit een land, van melk en honig
vloeiende, hebt opgevoerd, om ons te doden in de woestijn, dat
gij ook uzelven ten enenmaal over ons tot een overheer maakt?
14. Ook hebt gij ons niet gebracht in een land, dat van melk en
honig vloeit, noch ons akkers en wijngaarden ten erfdeel
gegeven. Zult gij de ogen dezer mannen uitgraven? Wij zullen
niet opkomen!
15. Toen ontstak Mozes zeer, en hij zeide tot den HEERE: Zie hun
offer niet aan! Ik heb niet een ezel van hen genomen, en niet een
van hen kwaad gedaan.
16. Voorts zeide Mozes tot Korach: Gij, en uw ganse vergadering,
weest voor het aangezicht des HEEREN; gij, en zij, ook Aaron,
op morgen.
17. En neemt een ieder zijn wierookvat, en legt reukwerk daarin, en
494
brengt voor het aangezicht des HEEREN, een ieder zijn
wierookvat, tweehonderd en vijftig wierookvaten; ook gij, en
Aaron, een ieder zijn wierookvat.
18. Zo namen zij een ieder zijn wierookvat, en deden vuur daarin, en
leiden reukwerk daarin; en zij stonden voor de deur van de tent
der samenkomst, ook Mozes en Aaron.
19. En Korach deed de ganse vergadering tegen hen verzamelen, aan
de deur van de tent der samenkomst. Toen verscheen de
heerlijkheid des HEEREN aan deze ganse vergadering.
20. En de HEERE sprak tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
21. Scheidt u af uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen
als in een ogenblik verteren!
22. Maar zij vielen op hun aangezichten, en zeiden: O God! God der
geesten van alle vlees! een enig man zal gezondigd hebben, en
zult Gij U over deze ganse vergadering grotelijks vertoornen?
23. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
24. Spreek tot deze vergadering, zeggende: Gaat op van rondom de
woning van Korach, Dathan en Abiram.
25. Toen stond Mozes op, en ging tot Dathan en Abiram; en achter
hem gingen de oudsten van Israel.
26. En hij sprak tot de vergadering, zeggende: Wijkt toch af van de
tenten dezer goddeloze mannen, en roert niets aan van hetgeen
hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt in al hun
zonden.
27. Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram,
van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de
deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun zonen, en hun
kinderkens.
495
28. Toen zeide Mozes: Hieraan zult gij bekennen, dat de HEERE
mij gezonden heeft, om al deze daden te doen, dat zij niet uit
mijn [eigen] hart zijn.
29. Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over
hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen
bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden.
30. Maar indien de HEERE wat nieuws zal scheppen, en het aardrijk
zijn mond zal opendoen, en verslinden hen met alles wat hunner
is, en zij levend ter helle zullen nedervaren; alsdan zult gij
bekennen, dat deze mannen de HEERE getergd hebben.
31. En het geschiedde, als hij geeindigd had al deze woorden te
spreken, zo werd het aardrijk, dat onder hen was, gekloofd;
32. En de aarde opende haar mond, en verslond hen met hun huizen,
en allen mensen, die Korach toebehoorden, en al de have.
33. En zij voeren neder, zij en alles wat hunner was, levend ter helle;
en de aarde overdekte hen, en zij kwamen om uit het midden der
gemeente.
34. En het ganse Israel, dat rondom hen was, vlood voor hun
geschrei; want zij zeiden: Dat ons de aarde misschien niet
verslinde!
35. Daartoe ging een vuur uit van den HEERE, en verteerde die
tweehonderd en vijftig mannen, die reukwerk offerden.
36. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
37. Zeg tot Eleazar, den zoon van Aaron, den priester, dat hij de
wierookvaten uit den brand opneme; en strooi het vuur verre
weg; want zij zijn heilig;
38. [Te] [weten] de wierookvaten van dezen, die tegen hun zielen
gezondigd hebben; dat men uitgerekte platen daarvan make, tot
496
een overdeksel voor het altaar; want zij hebben ze gebracht voor
het aangezicht des HEEREN, daarom zijn zij heilig; en zij zullen
den kinderen Israels tot een teken zijn.
39. En Eleazar, de priester, nam de koperen wierookvaten, die de
verbranden gebracht hadden, en zij rekten ze uit tot een
overtreksel voor het altaar;
40. Ter nagedachtenis voor de kinderen Israels, opdat niemand
vreemds, die niet uit het zaad van Aaron is, nadere om reukwerk
aan te steken voor het aangezicht des HEEREN; opdat hij niet
worde als Korach, en zijn vergadering, gelijk als hem de
HEERE door den dienst van Mozes gesproken had.
41. Maar des anderen daags murmureerde de ganse vergadering der
kinderen Israels tegen Mozes en tegen Aaron, zeggende:
Gijlieden hebt des HEEREN volk gedood!
42. En het geschiedde, als de vergadering zich verzamelde tegen
Mozes en Aaron, en zich wendde naar de tent der samenkomst,
ziet, zo bedekte haar die wolk; en de heerlijkheid des HEEREN
verscheen.
43. Mozes nu en Aaron kwamen tot voor de tent der samenkomst.
44. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
45. Maak u op uit het midden van deze vergadering, en Ik zal hen
verteren, als in een ogenblik! Toen vielen zij op hun
aangezichten.
46. En Mozes zeide tot Aaron: Neem het wierookvat, en doe vuur
daarin van het altaar, en leg reukwerk daarop, haastelijk gaande
tot de vergadering, doe over hen verzoening; want een grote
toorn is van voor het aangezicht des HEEREN uitgegaan, de
plaag heeft aangevangen.
497
47. En Aaron nam het, gelijk als Mozes gesproken had, en liep in
het midden der gemeente, en ziet, de plaag had aangevangen
onder het volk; en hij leide reukwerk daarin, en deed verzoening
over het volk.
48. En hij stond tussen de doden en tussen de levenden; alzo werd
de plaag opgehouden.
49. Die nu aan die plaag gestorven zijn, waren veertien duizend en
zevenhonderd, behalve die gestorven waren om de zaak van
Korach.
50. En Aaron keerde weder tot Mozes aan de deur van de tent der
samenkomst; en de plaag was opgehouden.
498
Numeri
Hoofdstuk 17
1. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels, en neem van hen voor elk
vaderlijk huis een staf, van al hun oversten, naar het huis hunner
vaderen, twaalf staven; eens iegelijken naam zult gij schrijven
op zijn staf.
3. Doch Aarons naam zult gij schrijven op den staf van Levi; want
een staf zal er zijn voor het hoofd van het huis hunner vaderen.
4. En gij zult ze wegleggen in de tent der samenkomst, voor de
getuigenis, waarheen Ik met ulieden samenkomen zal.
5. En het zal geschieden, dat de staf des mans, welke Ik zal
verkoren hebben, zal bloeien; en Ik zal stillen de murmureringen
van de kinderen Israels tegen Mij, welke zij tegen ulieden
murmureerden.
6. Mozes dan sprak tot de kinderen Israels, en al hun oversten
gaven aan hem een staf, voor elken overste een staf, naar het
huis hunner vaderen, twaalf staven; Aarons staf was ook onder
hun staven.
7. En Mozes leide deze staven weg, voor het aangezicht des
HEEREN, in de tent der getuigenis.
8. Het geschiedde nu des anderen daags, dat Mozes in de tent der
getuigenis inging; en ziet, Aarons staf, voor het huis van Levi,
bloeide; want hij bracht bloeisel voort, en bloesemde bloesem,
en droeg amandelen.
499
9. Toen bracht Mozes al deze staven uit, van voor het aangezicht
des HEEREN, tot al de kinderen Israels; en zij zagen het, en
namen elk zijn staf.
10. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Breng de staf van Aaron
weder voor de getuigenis, in bewaring, tot een teken voor de
wederspannige kinderen; alzo zult gij een einde maken van hun
murmureringen tegen Mij, dat zij niet sterven.
11. En Mozes deed het; gelijk als de HEERE hem geboden had, alzo
deed hij.
12. Toen spraken de kinderen Israels tot Mozes, zeggende: Zie, wij
geven den geest, wij vergaan, wij allen vergaan!
13. Al wie enigszins nadert tot den tabernakel des HEEREN, zal
sterven; zullen wij dan den geest gevende verdaan worden?
500
Numeri
Hoofdstuk 18
1. Zo zeide de HEERE tot Aaron: Gij, en uw zonen, en het huis
uws vaders met u, zult dragen de ongerechtigheid des
heiligdoms; en gij, en uw zonen met u, zult dragen de
ongerechtigheid van uw priesterambt.
2. En ook zult gij uw broederen, den stam van Levi, den stam uws
vaders, met u doen naderen, dat zij u bijgevoegd worden, en u
dienen; maar gij, en uw zonen met u, zult zijn voor de tent der
getuigenis.
3. En zij zullen uw wacht waarnemen, en de wacht der ganse tent;
doch tot het gereedschap des heiligdoms en het altaar zullen zij
niet naderen, opdat zij niet sterven, zo zij als gijlieden.
4. Maar zij zullen u bijgevoegd worden, en de wacht van de tent
der samenkomst waarnemen, in allen dienst der tent; en een
vreemde zal tot u niet naderen.
5. Gijlieden nu zult waarnemen de wacht des heiligdoms, en de
wacht des altaars; opdat er geen verbolgenheid meer zij over de
kinderen Israels.
6. Want Ik, zie, Ik heb uw broederen, de Levieten, uit het midden
der kinderen Israels genomen; zij zijn ulieden een gave, gegeven
den HEERE, om den dienst van de tent der samenkomst te
bedienen.
7. Maar gij, en uw zonen met u, zult ulieder priesterambt
waarnemen in alle zaken des altaars, en in hetgeen van binnen
501
den voorhang is, dat zult gijlieden bedienen; uw priesterambt
geve Ik [u] tot een dienst van een geschenk; en de vreemde, die
nadert, zal gedood worden.
8. Voorts sprak de HEERE tot Aaron: En Ik, zie, Ik heb u gegeven
de wacht Mijner hefofferen, met alle heilige dingen van de
kinderen Israels heb Ik ze u gegeven, om der zalving wil, en aan
uw zonen, tot een eeuwige inzetting.
9. Dit zult gij hebben van de heiligheid der heiligheden, uit het
vuur: al hun offeranden, met al hun spijsoffer, en met al hun
zondoffer, en met al hun schuldoffer, dat zij Mij zullen
wedergeven; het zal u en uw zonen een heiligheid der
heiligheden zijn.
10. Aan het allerheiligste zult gij dat eten; al wat mannelijk is zal dat
eten; het zal u een heiligheid zijn.
11. Ook zal dit het uwe zijn: het hefoffer hunner gave, met alle
beweegofferen der kinderen Israels; Ik heb ze aan u gegeven, en
aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige
inzetting; al wie in uw huis rein is, zal dat eten.
12. Al het beste van de olie, en al het beste van de most, en van
koren, hun eerstelingen, die zij den HEERE zullen geven, u heb
Ik ze gegeven.
13. De eerste vruchten van alles, wat in hun land is, die zij den
HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie in uw huis rein
is, zal dat eten.
14. Al het verbannene in Israel zal het uwe zijn.
15. Al wat de baarmoeder opent, van alle vlees, dat zij den HEERE
zullen brengen, onder de mensen, en onder de beesten, zal het
uwe zijn; doch de eerstgeborenen der mensen zult gij ganselijk
502
lossen; ook zult gij lossen de eerstgeborenen der onreine
beesten.
16. Die nu onder dezelve gelost zullen worden, zult gij van een
maand oud lossen, naar uw schatting, voor het geld van vijf
sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera.
17. Maar het eerstgeborene van een koe, of het eerstgeborene van
een schaap, of het eerstgeborene van een geit zult gij niet lossen,
zij zijn heilig; hun bloed zult gij sprengen op het altaar, en hun
ver zult gij aansteken, tot een vuuroffer van liefelijken reuk den
HEERE.
18. En hun vlees zal het uwe zijn; gelijk de beweegborst, en gelijk
de rechterschouder, zal het uwe zijn.
19. Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels den
HEERE zullen offeren, heb Ik aan u gegeven, en aan uw zonen,
en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal
een eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN,
voor u en voor uw zaad met u.
20. Ook zeide de HEERE tot Aaron: Gij zult in hun land niet erven,
en gij zult geen deel in het midden van henlieden hebben; Ik ben
uw deel en uw erfenis, in het midden van de kinderen Israels.
21. En zie, aan de kinderen van Levi heb Ik alle tienden in Israel ter
erfenis gegeven, voor hun dienst, dien zij bedienen, den dienst
van de tent der samenkomst.
22. En de kinderen Israels zullen niet meer naderen tot de tent der
samenkomst, om zonde te dragen [en] te sterven.
23. Maar de Levieten, die zullen bedienen den dienst van de tent der
samenkomst, en die zullen hun ongerechtigheid dragen; het zal
een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten; en in het midden
503
van de kinderen Israels zullen zij geen erfenis erven.
24. Want de tienden der kinderen Israels, die zij den HEERE tot een
hefoffer zullen offeren, heb Ik aan de Levieten tot een erfenis
gegeven; daarom heb Ik tot hen gezegd: Zij zullen in het midden
van de kinderen Israels geen erfenis erven.
25. En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
26. Gij zult ook tot de Levieten spreken, en tot hen zeggen: Wanneer
gij van de kinderen Israels de tienden zult ontvangen hebben, die
Ik u voor uw erfenis van henlieden gegeven heb, zo zult gij
daarvan een hefoffer des HEEREN offeren, de tienden van die
tienden;
27. En het zal u gerekend worden tot uw hefoffer, als koren van den
dorsvloer, en als de volheid van de perskuip.
28. Alzo zult gij ook een hefoffer des HEEREN offeren van al uw
tienden, die gij van de kinderen Israels zult hebben ontvangen;
en gij zult daarvan des HEEREN hefoffer geven aan den priester
Aaron.
29. Van al uw gaven zult gij alle hefoffer des HEEREN offeren; van
al het beste van die, van zijn heiliging daarvan.
30. Gij zult dan tot hen zeggen: Als gij deszelfs beste daarvan offert,
zo zal het den Levieten toegerekend worden als een inkomen
des dorsvloers, en als een inkomen der perskuip.
31. En gij zult dat eten in alle plaatsen, gij en uw huis; want het is
ulieden een loon voor uw dienst in de tent der samenkomst.
32. Zo zult gij daarover geen zonde dragen, als gij deszelfs beste
daarvan offert; en gij zult de heilige dingen van de kinderen
Israels niet ontheiligen, opdat gij niet sterft.
504
Numeri
Hoofdstuk 19
1. Wijders sprak de HEERE tot Mozes en tot Aaron, zeggende:
2. Dit is de inzetting van de wet, die de HEERE geboden heeft,
zeggende: Spreek tot de kinderen Israels, dat zij tot u brengen
een rode volkomen vaars, in welke geen gebrek is, op welke
geen juk gekomen is.
3. En gij zult die geven aan Eleazar, den priester; en hij zal ze
uitbrengen tot buiten het leger, en men zal haar voor zijn
aangezicht slachten.
4. En Eleazar, den priester, zal van haar bloed met zijn vinger
nemen, en hij zal van haar bloed recht tegenover de tent der
samenkomst zevenmaal sprengen.
5. Voorts zal men deze vaars voor zijn ogen verbranden; haar vel,
en haar vlees, en haar bloed, met haar mest, zal men verbranden.
6. En de priester zal nemen cederhout, en hysop, en scharlaken, en
werpen ze in het midden van den brand dezer vaars.
7. Dan zal de priester zijn klederen wassen, en zijn vlees met water
baden, en daarna in het leger gaan; en de priester zal onrein zijn
tot aan den avond.
8. Ook die haar verbrand heeft, zal zijn klederen met water wassen,
en zijn vlees met water baden, en onrein zijn tot aan den avond.
9. En een rein man zal de as dezer vaars verzamelen, en buiten het
leger in een reine plaats wegleggen; en het zal zijn ter bewaring
voor de vergadering van de kinderen Israels, tot het water der
505
afzondering; het is ontzondiging.
10. En die de as dezer vaars verzameld heeft, zal zijn klederen
wassen, en onrein zijn tot aan den avond. Dit zal den kinderen
Israels, en den vreemdeling, die in het midden van henlieden als
vreemdeling verkeert, tot een eeuwige inzetting zijn.
11. Wie een dode, enig dood lichaam van een mens, aanroert, die zal
zeven dagen onrein zijn.
12. Op den derden dag zal hij zich daarmede ontzondigen, zo zal hij
op den zevenden dag rein zijn; maar indien hij zich op den
derden dag niet ontzondigt, zo zal hij op den zevenden dag niet
rein zijn.
13. Al wie een dode, het dode lichaam eens mensen, die gestorven
zal zijn, aanroert, en zich niet ontzondigd zal hebben, die
verontreinigt den tabernakel des HEEREN; daarom zal die ziel
uitgeroeid worden uit Israel; omdat het water der afzondering op
hem niet gesprengd is, zal hij onrein zijn; zijn onreinigheid is
nog in hem.
14. Dit is de wet, wanneer een mens zal gestorven zijn in een tent: al
wie in die tent ingaat, en al wie in die tent is, zal zeven dagen
onrein zijn.
15. Ook alle open gereedschap, waarop geen deksel gebonden is, dat
is onrein.
16. En al wie in het open veld een, die met het zwaard verslagen is,
of een dode, of het gebeente eens mensen, of een graf zal
aangeroerd hebben, zal zeven dagen onrein zijn.
17. Voor een onreine nu zullen zij nemen van het stof des brands der
ontzondiging, en daarop levend water doen in een vat.
18. En een rein man zal hysop nemen, en in dat water dopen, en
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 38
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words