Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 20
Total number of words is 2971
Total number of unique words is 528
48.8 of words are in the 2000 most common words
64.2 of words are in the 5000 most common words
71.5 of words are in the 8000 most common words
Hoofdstuk 27
1. Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de
lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn),
en drie ellen zijn hoogte.
2. En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken; uit hetzelve
zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper overtrekken.
3. Gij zult het ook potten maken, om zijn as te ontvangen, ook zijn
schoffelen, en zijn besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn
koolpannen; al zijn gereedschap zult gij van koper maken.
4. Gij zult het een rooster maken van koperen netwerk; en gij zult
aan dat net vier koperen ringen maken aan zijn vier einden.
5. En gij zult het onder den omloop des altaars van beneden
opleggen, alzo dat het net tot het midden des altaars zij.
6. Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van
sittimhout; en gij zult ze met koper overtrekken.
7. En de handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat
de handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het
draagt.
8. Gij zult hetzelve hol van planken maken; gelijk als Hij u op den
berg gewezen heeft, alzo zullen zij doen.
9. Gij zult ook den voorhof des tabernakels maken; aan den
zuidhoek zuidwaarts, zullen aan den voorhof behangselen zijn
van fijn getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen
zijn.
268
10. Ook zullen zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van
koper zijn; de haken dezer pilaren, en hun banden zullen van
zilver zijn.
11. Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de
behangsels honderd [ellen] lang zijn; en zijn twintig pilaren, en
derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en
derzelver banden zullen van zilver zijn.
12. En in de breedte des voorhofs, aan den westerhoek, zullen
behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver
voeten tien.
13. Van gelijken zal de breedte des voorhofs, aan den oosterhoek
oostwaarts, van vijftig ellen zijn.
14. Alzo dat er vijftien ellen der behangselen op [de] [ene] zijde
zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie;
15. En vijftien [ellen] der behangselen aan de andere zijde; hun
pilaren drie, en hun voeten drie.
16. In de poort nu des voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen,
hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd
linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier.
17. Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden
bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten
zullen van koper zijn.
18. De lengte des voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte
doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd
linnen; maar hun voeten zullen van koper zijn.
19. Aangaande al het gereedschap des tabernakels, in al deszelfs
dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen des voorhofs, zullen
van koper zijn.
269
20. Gij nu zult den kinderen Israels gebieden, dat zij tot u brengen
reine olie van olijven, gestoten tot den luchter, dat men
geduriglijk de lampen aansteke.
21. In de tent der samenkomst, van buiten den voorhang, die voor de
getuigenis is, zal ze Aaron en zijn zonen toerichten, van den
avond tot den morgen, voor het aangezicht des HEEREN; dit zal
een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten, vanwege de
kinderen Israels.
270
Exodus
Hoofdstuk 28
1. Daarna zult gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u
doen naderen uit het midden der kinderen Israels, om Mij het
priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu,
Eleazar en Ithamar, de zonen van Aaron.
2. En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot
heerlijkheid en tot sieraad.
3. Gij zult ook spreken tot allen, die wijs van hart zijn, die Ik met
den geest der wijsheid vervuld heb, dat zij voor Aaron klederen
maken, om hem te heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene.
4. Dit nu zijn de klederen, die zij maken zullen: een borstlap, en
een efod, en een mantel, en een rok vol oogjes, een hoed en een
gordel; zij zullen dan voor uw broeder Aaron heilige klederen
maken, en voor zijn zonen, om Mij het priesterambt te bedienen.
5. Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw, en purper, en
scharlaken, en fijn linnen nemen;
6. En zullen den efod maken van goud, hemelsblauw, en purper,
scharlaken en fijn getweernd linnen, van het allerkunstelijkste
werk.
7. Hij zal twee samenvoegende schouderbanden hebben aan zijn
beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden.
8. En de kunstelijke riem zijns efods, die op hem is, zal zijn gelijk
zijn werk, van hetzelfde, van goud, hemelsblauw en purper, en
scharlaken, en fijn getweernd linnen.
271
9. En gij zult twee sardonixstenen nemen, en de namen der zonen
van Israel daarop graveren.
10. Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op
den anderen steen, naar hun geboorten;
11. Naar steensnijderswerk, gelijk men de zegelen graveert, zult gij
deze twee stenen graveren, met de namen der zonen van Israel;
gij zult ze maken, dat zij omvat zijn in gouden kastjes.
12. En gij zult de twee stenen aan de schouderbanden des efods
zetten, zijnde stenen ter gedachtenis voor de kinderen Israels; en
Aaron zal hun namen op zijn beide schouders dragen, ter
gedachtenis, voor het aangezicht des HEEREN.
13. Gij zult ook gouden kastjes maken,
14. En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die
maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de
kastjes hechten.
15. Gij zult ook een borstlap des gerichts maken, van het
allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods zult gij hem
maken; van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en
van fijn getweernd linnen zult gij hem maken.
16. Vierkant zal hij zijn, [en] verdubbeld; een span zal zijn lengte
zijn, en een span zijn breedte.
17. En gij zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen,
een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de
eerste rij.
18. En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier, en een Diamant.
19. En de derde rij, een Hyacint, Agaat en Amethist.
20. En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een
Jaspis; zij zullen met goud ingevat zijn in hun vullingen.
272
21. En deze stenen zullen zijn met de twaalf namen der zonen van
Israel, met hun namen; zij zullen als zegelen gegraveerd worden,
elk met zijn naam; voor de twaalf stammen zullen zij zijn.
22. Gij zult ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes van
gedraaid werk uit louter goud maken.
23. Gij zult ook aan den borstlap twee gouden ringen maken; en gij
zult de twee ringen aan de twee einden van den borstlap zetten.
24. Dan zult gij de twee gedraaide gouden [ketentjes] in de twee
ringen doen, aan de einden van den borstlap.
25. Maar de twee einden der twee gedraaide [ketentjes] zult gij aan
die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de
schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van
dien.
26. Gij zult nog twee gouden ringen maken, en zult ze aan de twee
einden des borstlaps zetten; inwendig aan zijn rand, die aan de
zijde van den efod zijn zal.
27. Nog zult gij twee gouden ringen maken, die gij zetten zult aan
de twee schouderbanden van den efod, beneden aan de voorste
zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken riem des
efods.
28. En zij zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den
efod opwaarts binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op
den kunstelijken riem van den efod zij; en de borstlap zal van
den efod niet afgescheiden worden.
29. Alzo zal Aaron de namen der zonen van Israel dragen aan den
borstlap des gerichts, op zijn hart, als hij in het heilige zal gaan,
ter gedachtenis voor het aangezicht des HEEREN geduriglijk.
30. Gij zult ook in den borstlap des gerichts de Urim en de
273
Thummim zetten, dat zij op het hart van Aaron zijn, als hij voor
het aangezicht des HEEREN ingaan zal; alzo zal Aaron dat
gericht der kinderen Israels geduriglijk op zijn hart dragen, voor
het aangezicht des HEEREN.
31. Gij zult ook den mantel des efods geheel van hemelsblauw
maken.
32. En het hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat
zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat
eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd worde.
33. En aan deszelfs zomen zult gij granaatappelen maken van
hemelsblauw, en van purper, en van scharlaken, aan zijn zomen
rondom, en gouden schelletjes rondom tussen dezelve.
34. Dat er een gouden schelletje, daarna een granaatappel zij;
[wederom] een gouden schelletje, en een granaatappel, aan de
zomen des mantels rondom.
35. En Aaron zal denzelven aanhebben, om te dienen; opdat zijn
geluid gehoord worde, als hij in het heilige, voor het aangezicht
des HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat hij niet sterve.
36. Verder zult gij een plaat maken van louter goud, en gij zult
daarin graveren, gelijk men de zegelen graveert: De
HEILIGHEID DES HEEREN!
37. En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo
dat zij aan den hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij
zijn.
38. En zij zal op het voorhoofd van Aaron zijn, opdat Aaron drage
de ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israels
zullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner geheiligde dingen;
en zij zal geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden voor
274
het aangezicht des HEEREN aangenaam te maken.
39. Gij zult ook een rok vol oogjes maken, van fijn linnen; gij zult
ook den hoed van fijn linnen maken; maar den gordel zult gij
van geborduurd werk maken.
40. Voor de zonen van Aaron zult gij ook rokken maken, en gij zult
voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen maken,
tot heerlijkheid en sieraad.
41. En gij zult die uw broeder Aaron en ook zijn zonen aantrekken;
en gij zult hen zalven, en hun hand vullen, en hen heiligen, dat
zij Mij het priesterambt bedienen.
42. Maak hun ook linnen onderbroeken, om het vlees der schaamte
te bedekken; zij zullen zijn van de lenden tot de dijen.
43. Aaron nu en zijn zonen zullen die aanhebben, als zij in de tent
der samenkomst gaan, of als zij tot het altaar treden zullen, om
in het heilige te dienen; opdat zij geen ongerechtigheid dragen
en sterven. [Dit] zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en
zijn zaad na hem.
275
Exodus
Hoofdstuk 29
1. Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat
zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens
runds, en twee volkomen rammen;
2. En ongezuurd brood, en ongezuurde koeken, met olie gemengd,
en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem
zult gij dezelve maken.
3. En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf
toebrengen, met den var en de twee rammen.
4. Alsdan zult gij Aaron en zijn zonen doen naderen aan de deur
van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.
5. Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den
mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij
zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.
6. En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der
heiligheid zult gij aan den hoed zetten.
7. En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult
gij hem zalven.
8. Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken
doen aantrekken.
9. En gij zult hen met den gordel omgorden, [namelijk] Aaron en
zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het
priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de
hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen.
276
10. En gij zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst;
en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den
var leggen.
11. En gij zult den var slachten voor het aangezicht des HEEREN,
voor de deur van de tent der samenkomst.
12. Daarna zult gij van het bloed des vars nemen, en met uw vinger
op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult gij uitgieten
aan den bodem des altaars.
13. Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk het ingewand bedekt, en
het net over de lever, en beide nieren en het vet, dat aan dezelve
is, en gij zult ze aansteken op het altaar.
14. Maar het vlees des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult gij met
vuur verbranden, buiten het leger; het is een zondoffer.
15. Daarna zult gij den enen ram nemen, en Aaron en zijn zonen
zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;
16. En gij zult den ram slachten, en gij zult zijn bloed nemen, en
rondom op het altaar sprengen.
17. En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult zijn ingewand
en zijn schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd
leggen.
18. Alzo zult gij den gehelen ram aansteken op het altaar; het is een
brandoffer den HEERE, tot een liefelijken reuk, het is een
vuuroffer den HEERE.
19. Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aaron en zijn zonen
zullen hun handen op des rams hoofd leggen;
20. En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen
het op het [rechter] oorlapje van Aaron, en op het
rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner
277
rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en dat
bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen.
21. Dan zult gij nemen van het bloed, dat op het altaar is, en van de
zalfolie, en gij zult op Aaron en op zijn klederen sprengen, en op
zijn zonen en op de klederen zijner zonen met hem; opdat hij
geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen
zijner zonen met hem.
22. Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders den staart,
ook het vet, dat het ingewand bedekt, en het net der lever en de
beide nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den
rechterschouder; want het is een ram der vulofferen;
23. En een broodbol, en een koek geolied brood, en een vlade, uit
den korf der ongezuurde [broden], die voor het aangezicht des
HEEREN zijn zal;
24. En leg ze alle op de handen van Aaron, en op de handen zijner
zonen, en beweeg ze ten beweegoffer voor het aangezicht des
HEEREN.
25. Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op
het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des
HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.
26. En neem de borst van den ram der vulofferen, die van Aaron is,
en beweeg hem ten beweegoffer voor het aangezicht des
HEEREN; en het zal u ten dele zijn.
27. En gij zult de borst des beweegoffers heiligen, en den schouder
des hefoffers, die bewogen, en die opgeheven zal zijn van den
ram des vuloffers, van hetgeen dat Aarons, en van hetgeen dat
zijner zonen is.
28. En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn tot een eeuwige
278
inzetting vanwege de kinderen Israels; want het is een hefoffer;
en het hefoffer vanwege de kinderen Israels zal zijn van hun
dankofferen; hun hefoffer zal voor den HEERE zijn.
29. De heilige klederen nu, die van Aaron zullen geweest zijn,
zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen in dezelve
zalve, en dat men hun hand in dezelve vulle.
30. Zeven dagen zal hij ze aantrekken, die uit zijn zonen in zijn
plaats priester zal worden, die in de tent der samenkomst gaan
zal, om in het heilige te dienen.
31. Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn vlees in de
heilige plaats zieden.
32. Aaron nu en zijn zonen zullen het vlees van dezen ram eten, en
het brood, dat in den korf zal zijn, bij de deur van de tent der
samenkomst.
33. En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal
gedaan zijn, om hun hand te vullen, [en] om hen te heiligen;
maar een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn heilig.
34. En indien er [wat] overblijven zal van het vlees der vulofferen,
of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het
overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten
worden, want het is heilig.
35. Gij zult dan aan Aaron en aan zijn zonen alzo doen, naar alles,
wat Ik u geboden heb; zeven dagen zult gij hun hand vullen.
36. Gij zult ook des daags een var des zondoffers bereiden, tot de
verzoeningen, en gij zult het altaar ontzondigen, mits doende de
verzoening over hetzelve; en gij zult het zalven, om het te
heiligen.
37. Zeven dagen zult gij verzoening doen voor het altaar, en zult het
279
heiligen; alsdan zal dat altaar een heiligheid der heiligheden
zijn; al wat het altaar aanroert, zal heilig zijn.
38. Dit nu is het, wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren,
die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk.
39. Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere lam
zult gij bereiden tussen de twee avonden.
40. Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel
van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van
een hin wijn, tot het ene lam.
41. Het andere lam nu zult gij bereiden tussen de twee avonden; gij
zult daarmede doen gelijk met het morgenspijsoffer, en gelijk
met het drankoffer deszelven, tot een liefelijken reuk; het is een
vuuroffer den HEERE.
42. Het zal een gedurig brandoffer zijn bij uw geslachten, aan de
deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des
HEEREN; aldaar zal Ik met ulieden komen, dat Ik aldaar met u
spreke.
43. En daar zal Ik komen tot de kinderen Israels; opdat zij geheiligd
worden door Mijn heerlijkheid.
44. En Ik zal de tent der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar;
Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, opdat zij Mij het
priesterambt bedienen.
45. En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen, en Ik zal
hun tot een God zijn.
46. En zij zullen weten, dat Ik de HEERE hun God ben, Die hen uit
1. Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de
lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn),
en drie ellen zijn hoogte.
2. En gij zult zijn hoornen maken op zijn vier hoeken; uit hetzelve
zullen zijn hoornen zijn, en gij zult het met koper overtrekken.
3. Gij zult het ook potten maken, om zijn as te ontvangen, ook zijn
schoffelen, en zijn besprengbekkens, en zijn krauwelen, en zijn
koolpannen; al zijn gereedschap zult gij van koper maken.
4. Gij zult het een rooster maken van koperen netwerk; en gij zult
aan dat net vier koperen ringen maken aan zijn vier einden.
5. En gij zult het onder den omloop des altaars van beneden
opleggen, alzo dat het net tot het midden des altaars zij.
6. Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van
sittimhout; en gij zult ze met koper overtrekken.
7. En de handbomen zullen in de ringen gedaan worden, alzo dat
de handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het
draagt.
8. Gij zult hetzelve hol van planken maken; gelijk als Hij u op den
berg gewezen heeft, alzo zullen zij doen.
9. Gij zult ook den voorhof des tabernakels maken; aan den
zuidhoek zuidwaarts, zullen aan den voorhof behangselen zijn
van fijn getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen
zijn.
268
10. Ook zullen zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van
koper zijn; de haken dezer pilaren, en hun banden zullen van
zilver zijn.
11. Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de
behangsels honderd [ellen] lang zijn; en zijn twintig pilaren, en
derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en
derzelver banden zullen van zilver zijn.
12. En in de breedte des voorhofs, aan den westerhoek, zullen
behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver
voeten tien.
13. Van gelijken zal de breedte des voorhofs, aan den oosterhoek
oostwaarts, van vijftig ellen zijn.
14. Alzo dat er vijftien ellen der behangselen op [de] [ene] zijde
zijn; hun pilaren drie, en hun voeten drie;
15. En vijftien [ellen] der behangselen aan de andere zijde; hun
pilaren drie, en hun voeten drie.
16. In de poort nu des voorhofs zal een deksel zijn van twintig ellen,
hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd
linnen, geborduurd werk; de pilaren vier, en hun voeten vier.
17. Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden
bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten
zullen van koper zijn.
18. De lengte des voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte
doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd
linnen; maar hun voeten zullen van koper zijn.
19. Aangaande al het gereedschap des tabernakels, in al deszelfs
dienst, ja, al zijn pennen, en al de pennen des voorhofs, zullen
van koper zijn.
269
20. Gij nu zult den kinderen Israels gebieden, dat zij tot u brengen
reine olie van olijven, gestoten tot den luchter, dat men
geduriglijk de lampen aansteke.
21. In de tent der samenkomst, van buiten den voorhang, die voor de
getuigenis is, zal ze Aaron en zijn zonen toerichten, van den
avond tot den morgen, voor het aangezicht des HEEREN; dit zal
een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten, vanwege de
kinderen Israels.
270
Exodus
Hoofdstuk 28
1. Daarna zult gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u
doen naderen uit het midden der kinderen Israels, om Mij het
priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu,
Eleazar en Ithamar, de zonen van Aaron.
2. En gij zult voor uw broeder Aaron heilige klederen maken, tot
heerlijkheid en tot sieraad.
3. Gij zult ook spreken tot allen, die wijs van hart zijn, die Ik met
den geest der wijsheid vervuld heb, dat zij voor Aaron klederen
maken, om hem te heiligen, dat hij Mij het priesterambt bediene.
4. Dit nu zijn de klederen, die zij maken zullen: een borstlap, en
een efod, en een mantel, en een rok vol oogjes, een hoed en een
gordel; zij zullen dan voor uw broeder Aaron heilige klederen
maken, en voor zijn zonen, om Mij het priesterambt te bedienen.
5. Zij zullen ook het goud, en hemelsblauw, en purper, en
scharlaken, en fijn linnen nemen;
6. En zullen den efod maken van goud, hemelsblauw, en purper,
scharlaken en fijn getweernd linnen, van het allerkunstelijkste
werk.
7. Hij zal twee samenvoegende schouderbanden hebben aan zijn
beide einden, waarmede hij samengevoegd zal worden.
8. En de kunstelijke riem zijns efods, die op hem is, zal zijn gelijk
zijn werk, van hetzelfde, van goud, hemelsblauw en purper, en
scharlaken, en fijn getweernd linnen.
271
9. En gij zult twee sardonixstenen nemen, en de namen der zonen
van Israel daarop graveren.
10. Zes van hun namen op een steen, en de zes overige namen op
den anderen steen, naar hun geboorten;
11. Naar steensnijderswerk, gelijk men de zegelen graveert, zult gij
deze twee stenen graveren, met de namen der zonen van Israel;
gij zult ze maken, dat zij omvat zijn in gouden kastjes.
12. En gij zult de twee stenen aan de schouderbanden des efods
zetten, zijnde stenen ter gedachtenis voor de kinderen Israels; en
Aaron zal hun namen op zijn beide schouders dragen, ter
gedachtenis, voor het aangezicht des HEEREN.
13. Gij zult ook gouden kastjes maken,
14. En twee ketentjes van louter goud; gelijk-eindigende zult gij die
maken, gedraaid werk; en de gedraaide ketentjes zult gij aan de
kastjes hechten.
15. Gij zult ook een borstlap des gerichts maken, van het
allerkunstelijkste werk, gelijk het werk des efods zult gij hem
maken; van goud, hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en
van fijn getweernd linnen zult gij hem maken.
16. Vierkant zal hij zijn, [en] verdubbeld; een span zal zijn lengte
zijn, en een span zijn breedte.
17. En gij zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen,
een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de
eerste rij.
18. En de tweede rij van een Smaragd, een Saffier, en een Diamant.
19. En de derde rij, een Hyacint, Agaat en Amethist.
20. En de vierde rij van een Turkoois, en een Sardonix, en een
Jaspis; zij zullen met goud ingevat zijn in hun vullingen.
272
21. En deze stenen zullen zijn met de twaalf namen der zonen van
Israel, met hun namen; zij zullen als zegelen gegraveerd worden,
elk met zijn naam; voor de twaalf stammen zullen zij zijn.
22. Gij zult ook aan den borstlap gelijk-eindigende ketentjes van
gedraaid werk uit louter goud maken.
23. Gij zult ook aan den borstlap twee gouden ringen maken; en gij
zult de twee ringen aan de twee einden van den borstlap zetten.
24. Dan zult gij de twee gedraaide gouden [ketentjes] in de twee
ringen doen, aan de einden van den borstlap.
25. Maar de twee einden der twee gedraaide [ketentjes] zult gij aan
die twee kastjes doen; en gij zult ze zetten aan de
schouderbanden van den efod, recht op de voorste zijde van
dien.
26. Gij zult nog twee gouden ringen maken, en zult ze aan de twee
einden des borstlaps zetten; inwendig aan zijn rand, die aan de
zijde van den efod zijn zal.
27. Nog zult gij twee gouden ringen maken, die gij zetten zult aan
de twee schouderbanden van den efod, beneden aan de voorste
zijde, tegenover zijn voege, boven den kunstelijken riem des
efods.
28. En zij zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den
efod opwaarts binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op
den kunstelijken riem van den efod zij; en de borstlap zal van
den efod niet afgescheiden worden.
29. Alzo zal Aaron de namen der zonen van Israel dragen aan den
borstlap des gerichts, op zijn hart, als hij in het heilige zal gaan,
ter gedachtenis voor het aangezicht des HEEREN geduriglijk.
30. Gij zult ook in den borstlap des gerichts de Urim en de
273
Thummim zetten, dat zij op het hart van Aaron zijn, als hij voor
het aangezicht des HEEREN ingaan zal; alzo zal Aaron dat
gericht der kinderen Israels geduriglijk op zijn hart dragen, voor
het aangezicht des HEEREN.
31. Gij zult ook den mantel des efods geheel van hemelsblauw
maken.
32. En het hoofdgat deszelven zal in het midden daarvan zijn; dit gat
zal een boord rondom hebben van geweven werk; als het gat
eens pantsiers zal het daaraan zijn, dat het niet gescheurd worde.
33. En aan deszelfs zomen zult gij granaatappelen maken van
hemelsblauw, en van purper, en van scharlaken, aan zijn zomen
rondom, en gouden schelletjes rondom tussen dezelve.
34. Dat er een gouden schelletje, daarna een granaatappel zij;
[wederom] een gouden schelletje, en een granaatappel, aan de
zomen des mantels rondom.
35. En Aaron zal denzelven aanhebben, om te dienen; opdat zijn
geluid gehoord worde, als hij in het heilige, voor het aangezicht
des HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat hij niet sterve.
36. Verder zult gij een plaat maken van louter goud, en gij zult
daarin graveren, gelijk men de zegelen graveert: De
HEILIGHEID DES HEEREN!
37. En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo
dat zij aan den hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij
zijn.
38. En zij zal op het voorhoofd van Aaron zijn, opdat Aaron drage
de ongerechtigheid der heilige dingen, welke de kinderen Israels
zullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner geheiligde dingen;
en zij zal geduriglijk aan zijn voorhoofd zijn, om henlieden voor
274
het aangezicht des HEEREN aangenaam te maken.
39. Gij zult ook een rok vol oogjes maken, van fijn linnen; gij zult
ook den hoed van fijn linnen maken; maar den gordel zult gij
van geborduurd werk maken.
40. Voor de zonen van Aaron zult gij ook rokken maken, en gij zult
voor hen gordels maken; ook zult gij voor hen mutsen maken,
tot heerlijkheid en sieraad.
41. En gij zult die uw broeder Aaron en ook zijn zonen aantrekken;
en gij zult hen zalven, en hun hand vullen, en hen heiligen, dat
zij Mij het priesterambt bedienen.
42. Maak hun ook linnen onderbroeken, om het vlees der schaamte
te bedekken; zij zullen zijn van de lenden tot de dijen.
43. Aaron nu en zijn zonen zullen die aanhebben, als zij in de tent
der samenkomst gaan, of als zij tot het altaar treden zullen, om
in het heilige te dienen; opdat zij geen ongerechtigheid dragen
en sterven. [Dit] zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en
zijn zaad na hem.
275
Exodus
Hoofdstuk 29
1. Dit nu is de zaak, die gij hun doen zult, om hen te heiligen, dat
zij Mij het priesterambt bedienen: neem een var, het jong eens
runds, en twee volkomen rammen;
2. En ongezuurd brood, en ongezuurde koeken, met olie gemengd,
en ongezuurde vladen, met olie bestreken; van tarwemeelbloem
zult gij dezelve maken.
3. En gij zult ze in een korf leggen, en zult ze in den korf
toebrengen, met den var en de twee rammen.
4. Alsdan zult gij Aaron en zijn zonen doen naderen aan de deur
van de tent der samenkomst; en gij zult hen met water wassen.
5. Daarna zult gij de klederen nemen, en Aaron den rok, en den
mantel des efods, en den efod, en den borstlap aandoen; en gij
zult hem omgorden met den kunstelijken riem des efods.
6. En gij zult den hoed op zijn hoofd zetten; de kroon der
heiligheid zult gij aan den hoed zetten.
7. En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult
gij hem zalven.
8. Daarna zult gij zijn zonen doen naderen, en zult hen de rokken
doen aantrekken.
9. En gij zult hen met den gordel omgorden, [namelijk] Aaron en
zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het
priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de
hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen.
276
10. En gij zult den var nabij brengen voor de tent der samenkomst;
en Aaron en zijn zonen zullen hun handen op het hoofd van den
var leggen.
11. En gij zult den var slachten voor het aangezicht des HEEREN,
voor de deur van de tent der samenkomst.
12. Daarna zult gij van het bloed des vars nemen, en met uw vinger
op de hoornen des altaars doen; en al het bloed zult gij uitgieten
aan den bodem des altaars.
13. Gij zult ook al het vet nemen, hetwelk het ingewand bedekt, en
het net over de lever, en beide nieren en het vet, dat aan dezelve
is, en gij zult ze aansteken op het altaar.
14. Maar het vlees des vars, en zijn vel, en zijn drek, zult gij met
vuur verbranden, buiten het leger; het is een zondoffer.
15. Daarna zult gij den enen ram nemen, en Aaron en zijn zonen
zullen hun handen op het hoofd des rams leggen;
16. En gij zult den ram slachten, en gij zult zijn bloed nemen, en
rondom op het altaar sprengen.
17. En den ram zult gij in zijn delen delen; en gij zult zijn ingewand
en zijn schenkelen wassen, en op zijn delen, en op zijn hoofd
leggen.
18. Alzo zult gij den gehelen ram aansteken op het altaar; het is een
brandoffer den HEERE, tot een liefelijken reuk, het is een
vuuroffer den HEERE.
19. Daarna zult gij den anderen ram nemen, en Aaron en zijn zonen
zullen hun handen op des rams hoofd leggen;
20. En gij zult den ram slachten, en van zijn bloed nemen, en doen
het op het [rechter] oorlapje van Aaron, en op het
rechteroorlapje van zijn zonen, desgelijks op den duim hunner
277
rechterhand, en op den groten teen huns rechtervoets; en dat
bloed zult gij op het altaar sprengen, rondom heen.
21. Dan zult gij nemen van het bloed, dat op het altaar is, en van de
zalfolie, en gij zult op Aaron en op zijn klederen sprengen, en op
zijn zonen en op de klederen zijner zonen met hem; opdat hij
geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen
zijner zonen met hem.
22. Daarna zult gij van den ram nemen het vet mitsgaders den staart,
ook het vet, dat het ingewand bedekt, en het net der lever en de
beide nieren, met het vet, dat aan dezelve is, en den
rechterschouder; want het is een ram der vulofferen;
23. En een broodbol, en een koek geolied brood, en een vlade, uit
den korf der ongezuurde [broden], die voor het aangezicht des
HEEREN zijn zal;
24. En leg ze alle op de handen van Aaron, en op de handen zijner
zonen, en beweeg ze ten beweegoffer voor het aangezicht des
HEEREN.
25. Neem ze daarna van hun hand, en steek ze aan op het altaar, op
het brandoffer, tot een liefelijken reuk voor het aangezicht des
HEEREN; het is een vuuroffer den HEERE.
26. En neem de borst van den ram der vulofferen, die van Aaron is,
en beweeg hem ten beweegoffer voor het aangezicht des
HEEREN; en het zal u ten dele zijn.
27. En gij zult de borst des beweegoffers heiligen, en den schouder
des hefoffers, die bewogen, en die opgeheven zal zijn van den
ram des vuloffers, van hetgeen dat Aarons, en van hetgeen dat
zijner zonen is.
28. En het zal voor Aaron en zijn zonen zijn tot een eeuwige
278
inzetting vanwege de kinderen Israels; want het is een hefoffer;
en het hefoffer vanwege de kinderen Israels zal zijn van hun
dankofferen; hun hefoffer zal voor den HEERE zijn.
29. De heilige klederen nu, die van Aaron zullen geweest zijn,
zullen van zijn zonen na hem zijn, opdat men hen in dezelve
zalve, en dat men hun hand in dezelve vulle.
30. Zeven dagen zal hij ze aantrekken, die uit zijn zonen in zijn
plaats priester zal worden, die in de tent der samenkomst gaan
zal, om in het heilige te dienen.
31. Gij zult den ram der vulling nemen, en gij zult zijn vlees in de
heilige plaats zieden.
32. Aaron nu en zijn zonen zullen het vlees van dezen ram eten, en
het brood, dat in den korf zal zijn, bij de deur van de tent der
samenkomst.
33. En zij zullen die dingen eten, met welke de verzoening zal
gedaan zijn, om hun hand te vullen, [en] om hen te heiligen;
maar een vreemde zal ze niet eten, want ze zijn heilig.
34. En indien er [wat] overblijven zal van het vlees der vulofferen,
of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het
overgeblevene met vuur verbranden; het zal niet gegeten
worden, want het is heilig.
35. Gij zult dan aan Aaron en aan zijn zonen alzo doen, naar alles,
wat Ik u geboden heb; zeven dagen zult gij hun hand vullen.
36. Gij zult ook des daags een var des zondoffers bereiden, tot de
verzoeningen, en gij zult het altaar ontzondigen, mits doende de
verzoening over hetzelve; en gij zult het zalven, om het te
heiligen.
37. Zeven dagen zult gij verzoening doen voor het altaar, en zult het
279
heiligen; alsdan zal dat altaar een heiligheid der heiligheden
zijn; al wat het altaar aanroert, zal heilig zijn.
38. Dit nu is het, wat gij op het altaar bereiden zult: twee lammeren,
die eenjarig zijn, des daags, geduriglijk.
39. Het ene lam zult gij des morgens bereiden; maar het andere lam
zult gij bereiden tussen de twee avonden.
40. Met een tiende deel meelbloem, gemengd met een vierendeel
van een hin gestoten olie; en tot drankoffer een vierde deel van
een hin wijn, tot het ene lam.
41. Het andere lam nu zult gij bereiden tussen de twee avonden; gij
zult daarmede doen gelijk met het morgenspijsoffer, en gelijk
met het drankoffer deszelven, tot een liefelijken reuk; het is een
vuuroffer den HEERE.
42. Het zal een gedurig brandoffer zijn bij uw geslachten, aan de
deur van de tent der samenkomst, voor het aangezicht des
HEEREN; aldaar zal Ik met ulieden komen, dat Ik aldaar met u
spreke.
43. En daar zal Ik komen tot de kinderen Israels; opdat zij geheiligd
worden door Mijn heerlijkheid.
44. En Ik zal de tent der samenkomst heiligen, mitsgaders het altaar;
Ik zal ook Aaron en zijn zonen heiligen, opdat zij Mij het
priesterambt bedienen.
45. En Ik zal in het midden der kinderen Israels wonen, en Ik zal
hun tot een God zijn.
46. En zij zullen weten, dat Ik de HEERE hun God ben, Die hen uit
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 21
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words