Johannes Bogerman Willem Baudartius Gerson Bucerus Jacobus Rolandus Hermannus Faukelius Petrus Cornelisz Festus Hommius Antonius Walaeus
Statenvertaling - 1
Statenvertaling - 1 - 19
Total number of words is 2904
Total number of unique words is 611
55.5 of words are in the 2000 most common words
70.9 of words are in the 5000 most common words
77.6 of words are in the 8000 most common words
10. Gij zult ook zes jaar uw land bezaaien, en deszelfs inkomst
verzamelen;
11. Maar in het zevende zult gij het rusten en stil liggen laten, dat de
armen uws volks mogen eten, en het overige daarvan de beesten
254
des velds eten mogen; alzo zult gij [ook] doen met uw
wijngaard, [en] met uw olijfbomen.
12. Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden dag
zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste, en dat de zoon
uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
13. In alles, wat Ik tot ulieden gezegd heb, zult gij op uw hoede zijn;
en den naam van andere goden zult gij niet gedenken; uit uw
mond zal hij niet gehoord worden!
14. Drie reizen in het jaar zult gij Mij feest houden.
15. Het feest van de ongezuurde [broden] zult gij houden; zeven
dagen zult gij ongezuurde [broden] eten (gelijk Ik u geboden
heb), ter bestemder tijd in de maand Abib, want in dezelve zijt
gij uit Egypte getogen; doch men zal niet ledig voor Mijn
aangezicht verschijnen.
16. En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die
gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling,
op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult
ingezameld hebben.
17. Drie malen des jaars zullen al uw mannen voor het aangezicht
des Heeren HEEREN verschijnen.
18. Gij zult het bloed Mijns offers met geen gedesemde [broden]
offeren; ook zal het vette Mijns feestes tot op den morgen niet
vernachten.
19. De eerstelingen der eerste vruchten uws lands zult gij in het huis
des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet koken
in de melk zijner moeder.
20. Ziet, Ik zende een Engel voor uw aangezicht, om u te behoeden
op dezen weg, en om u te brengen tot de plaats, die Ik bereid
255
heb.
21. Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest Zijner stem gehoorzaam,
en verbittert Hem niet; want Hij zal ulieder overtredingen niet
vergeven; want Mijn Naam is in het binnenste van Hem.
22. Maar zo gij Zijner stem naarstiglijk gehoorzaamt, en doet al wat
Ik spreken zal, zo zal Ik uwer vijanden vijand, en uwer
wederpartijders wederpartij zijn.
23. Want Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan, en Hij zal u
inbrengen tot de Amorieten, en Hethieten, en Ferezieten, en
Kanaanieten, Hevieten, en Jebusieten; en Ik zal hen verdelgen.
24. Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult
gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken,
en hun opgerichte beelden ganselijk vermorzelen.
25. En gij zult den HEERE uw God dienen, zo zal Hij uw brood en
uw water zegenen; en Ik zal de krankheden uit het midden van u
weren.
26. Er zal geen misdrachtige, noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik
zal het getal uwer dagen vervullen.
27. Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot
hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal maken, dat al uw
vijanden u den nek toekeren.
28. Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht zenden; die zullen van
voor uw aangezicht uitstoten de Hevieten, de Kanaanieten en de
Hethieten.
29. Ik zal hen in een jaar van uw aangezicht niet uitstoten, opdat het
land niet woest worde, en het wild gedierte boven u niet
vermenigvuldigd worde.
30. Ik zal hen allengskens van uw aangezicht uitstoten, totdat gij
256
gewassen zijt en het land erft.
31. En Ik zal uw landpalen zetten van de zee Suf tot aan de zee der
Filistijnen, en van de woestijn tot aan de rivier; want Ik zal de
inwoners van dat land in uw hand geven, dat gij hen voor uw
aangezicht uitstoot.
32. Gij zult met hen, noch met hun goden, een verbond maken.
33. Zij zullen in uw land niet wonen, opdat zij u tegen Mij niet doen
zondigen; indien gij hun goden dient, het zal u voorzeker tot een
valstrik zijn.
257
Exodus
Hoofdstuk 24
1. Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en
Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel;
en buigt u neder van verre!
2. En dat Mozes alleen zich nadere tot den HEERE, maar dat zij
niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem.
3. Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des
HEEREN, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met een
stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de HEERE gesproken
heeft, zullen wij doen.
4. Mozes nu beschreef al de woorden des HEEREN, en hij maakte
zich des morgens vroeg op, en hij bouwde een altaar onder aan
den berg, en twaalf kolommen, naar de twaalf stammen van
Israel.
5. En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, die
brandofferen offerden, en den HEERE dankofferen offerden,
van jonge ossen.
6. En Mozes nam de helft van het bloed, en zette het in bekkens; en
de helft van het bloed sprengde hij op het altaar.
7. En hij nam het boek des verbonds, en hij las het voor de oren des
volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen
wij doen en gehoorzamen.
8. Toen nam Mozes dat bloed, en sprengde het op het volk; en hij
zeide: Ziet, [dit] [is] het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE
258
met ulieden gemaakt heeft over al die woorden.
9. Mozes nu en Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en
zeventig van de oudsten van Israel.
10. En zij zagen den God van Israel, en onder Zijn voeten als een
werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels in [Zijn]
klaarheid.
11. Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de
kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien
hadden.
12. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Kom tot Mij op den berg, en
wees aldaar; en Ik zal u stenen tafelen geven, en de wet, en de
geboden, die Ik geschreven heb, om hen te onderwijzen.
13. Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes
klom op den berg Gods.
14. En hij zeide tot de oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder
tot u komen; en ziet, Aaron en Hur zijn bij u; wie enige zaken
heeft, zal tot dezelve komen.
15. Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den
berg bedekt.
16. En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den berg Sinai, en
de wolk bedekte hem zes dagen, en op den zevenden dag riep
Hij Mozes uit het midden der wolk.
17. En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een
verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der
kinderen Israels.
18. En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg
geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en
veertig nachten.
259
Exodus
Hoofdstuk 25
1. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer
nemen. Van alle man, wiens hart zich vrijwillig bewegen zal,
zult gij Mijn hefoffer nemen.
3. Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en
zilver, en koper;
4. Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen,
en geiten [haar].
5. En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen; en sittimhout;
6. Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking
welriekende specerijen;
7. Sardonixstenen, en vervullende stenen tot den efod, en tot den
borstlap.
8. En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van
hen wone.
9. Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een
voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult
gijlieden dat maken.
10. Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een
halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en
anderhalve el haar hoogte.
11. En gij zult ze met louter goud overtrekken, van binnen en van
buiten zult gij ze overtrekken; en gij zult op dezelve een gouden
260
krans maken rondom heen.
12. En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die aan haar vier
hoeken, alzo dat twee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en
twee ringen op haar andere zijde.
13. En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.
14. En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark
zijn, dat men de ark daarmede drage.
15. De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet
uitgetogen worden.
16. Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.
17. Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee
ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el
deszelfs breedte.
18. Gij zult ook twee cherubim van goud maken; van dicht [goud]
zult gij ze maken, uit de beide einden des verzoendeksels.
19. En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den
anderen cherub uit het [andere] einde aan gene zijde; uit het
verzoendeksel zult gijlieden de cherubim maken, uit de beide
einden van hetzelve.
20. En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden,
bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun
aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten
der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn.
21. En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in
de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.
22. En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven
het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark
der getuigenis zijn zullen, alles, wat Ik u gebieden zal aan de
261
kinderen Israels.
23. Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar
lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal
haar hoogte zijn.
24. En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een
gouden krans daaraan maken, rondom heen.
25. Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een hand breed; en
gij zult een gouden krans rondom derzelver lijst maken.
26. Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de
ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten
zijn zullen.
27. Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de
handbomen, om de tafel te dragen.
28. Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult
dezelve met goud overtrekken; en de tafel zal daaraan gedragen
worden.
29. Gij zult ook maken haar schotelen, en haar rookschalen, en haar
platelen, en haar kroezen (met welke zij bedekt zal worden); van
louter goud zult gij ze maken.
30. En gij zult op deze tafel altijd het toonbrood voor Mijn
aangezicht leggen.
31. Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht
werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn
rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit
hem zijn.
32. En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des
kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit
zijn andere zijde.
262
33. In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten,
een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk]
amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo
zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan.
34. Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn,
[gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen.
35. En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; [alzo] [zal] [het] [zijn] met de zes rieten, die uit den
kandelaar uitgaan.
36. Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal
een enig dicht werk van louter goud zijn.
37. Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen
aansteken, en doen lichten aan zijn zijden.
38. Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn.
39. Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit
gereedschap.
40. Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op
den berg getoond is.
263
Exodus
Hoofdstuk 26
1. Den tabernakel nu zult gij maken van tien gordijnen, van fijn
getweernd linnen, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken,
[met] cherubim; van het allerkunstelijkste werk zult gij ze
maken.
2. De lengte van een gordijn zal van acht en twintig ellen zijn, en
de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen zullen
een maat hebben.
3. Er zullen vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de
andere; wederom zullen er vijf gordijnen samengevoegd zijn, de
een aan de andere.
4. En gij zult hemelsblauwe striklisjes maken aan den kant van de
ene gordijn, aan het uiterste, in de samenvoeging; alzo zult gij
ook doen aan den uitersten kant der gordijn, aan de tweede
samenvoegende.
5. Vijftig striklisjes zult gij aan de ene gordijn maken, en vijftig
striklisjes zult gij maken aan het uiterste der gordijn, dat aan de
tweede samenvoegende is; deze striklisjes zullen het ene aan het
andere samenvatten.
6. Gij zult ook vijftig gouden haakjes maken, en zult de gordijnen
samenvoegen, de ene aan de andere, met deze haakjes, opdat het
een tabernakel zij.
7. Ook zult gij gordijnen uit geiten [haar] maken tot een tent over
den tabernakel; van elf gordijnen zult gij die maken.
264
8. De lengte ener gordijn zal dertig ellen zijn, en de breedte ener
gordijn vier ellen; deze elf gordijnen zullen een maat hebben.
9. En gij zult vijf dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen,
en zes dezer gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen
zult gij dubbel maken, recht voorop de tent.
10. En gij zult vijftig striklisjes maken aan den kant van de ene
gordijn, het uiterste in de samenvoeging, en vijftig striklisjes aan
den kant van de gordijn, die de tweede samenvoegende [is].
11. Gij zult ook vijftig koperen haakjes maken, en gij zult de haakjes
in de striklisjes doen, en gij zult de tent samenvoegen, dat zij
een zij.
12. Het overige nu, dat overschiet aan de gordijnen der tent, de helft
der gordijn, die overschiet, zal overhangen, aan de achterste
delen des tabernakels.
13. En een el van deze, en een el van gene zijde van hetgeen, dat
overig zijn zal aan de lengte van de gordijnen der tent, zal
overhangen aan de zijden des tabernakels, aan deze en aan gene
[zijde], om dien te bedekken.
14. Gij zult ook voor de tent een deksel maken van roodgeverfde
ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen.
15. Gij zult ook tot den tabernakel staande berderen maken, van
sittimhout.
16. De lengte van een berd zal tien ellen zijn, en een el en een halve
el zal de breedte van elk berd zijn.
17. Twee houvasten zal een berd hebben, als sporten in een ladder
gezet, het ene nevens het andere; alzo zult gij het met al de
berderen des tabernakels maken.
18. En de berderen tot den tabernakel zult gij [aldus] maken: twintig
265
berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.
19. Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig
berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten,
en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.
20. Er zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des
tabernakels, aan den noorderhoek,
21. Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en
twee voeten onder een ander berd.
22. Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen zult gij zes
berderen maken.
23. Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des
tabernakels, aan de beide zijden.
24. En zij zullen van beneden [als] tweelingen samengevoegd zijn;
zij zullen ook [als] tweelingen aan het oppereinde deszelven
samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal het met de twee
[berderen] zijn; tot twee hoekberderen zullen zij zijn.
25. Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten,
zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom
twee voeten onder een berd.
26. Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen
van de ene zijde des tabernakels;
27. En vijf richelen aan de berderen van de andere zijde des
tabernakels; alsook vijf richelen aan de berderen van de zijde
des tabernakels, aan de beide zijden westwaarts.
28. En de middelste richel zal midden aan de berderen zijn,
doorschietende van het ene einde tot het andere einde.
29. En gij zult de berderen met goud overtrekken, en hun ringen (de
plaatsen voor de richelen) zult gij van goud maken; de richelen
266
zult gij ook met goud overtrekken.
30. Dan zult gij den tabernakel oprichten naar zijn wijze, die u op
den berg getoond is.
31. Daarna zult gij een voorhang maken, van hemelsblauw, en
purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het
allerkunstelijkste werk zal men dien maken, met cherubim.
32. En gij zult hem hangen aan vier pilaren van sittim [hout], met
goud overtogen; hun haken zullen van goud zijn; [staande] op
vier zilveren voeten.
33. En gij zult den voorhang onder de haakjes hangen, en gij zult de
ark der getuigenis aldaar binnen den voorhang brengen; en deze
voorhang zal ulieden een scheiding maken tussen het heilige, en
tussen het heilige der heiligen.
34. En gij zult het verzoendeksel zetten op de ark der getuigenis, in
het heilige der heiligen.
35. De tafel nu zult gij zetten buiten den voorhang, en den kandelaar
tegen de tafel over, aan de ene zijde des tabernakels, zuidwaarts;
maar de tafel zult gij zetten aan de noordzijde.
36. Gij zult ook aan de deur der tent een deksel maken, van
hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd
linnen, geborduurd werk.
37. En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim [hout] maken, en
die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en
gij zult hun vijf koperen voeten gieten.
267
Exodus
verzamelen;
11. Maar in het zevende zult gij het rusten en stil liggen laten, dat de
armen uws volks mogen eten, en het overige daarvan de beesten
254
des velds eten mogen; alzo zult gij [ook] doen met uw
wijngaard, [en] met uw olijfbomen.
12. Zes dagen zult gij uw werken doen; maar op den zevenden dag
zult gij rusten; opdat uw os en uw ezel ruste, en dat de zoon
uwer dienstmaagd en de vreemdeling adem scheppe.
13. In alles, wat Ik tot ulieden gezegd heb, zult gij op uw hoede zijn;
en den naam van andere goden zult gij niet gedenken; uit uw
mond zal hij niet gehoord worden!
14. Drie reizen in het jaar zult gij Mij feest houden.
15. Het feest van de ongezuurde [broden] zult gij houden; zeven
dagen zult gij ongezuurde [broden] eten (gelijk Ik u geboden
heb), ter bestemder tijd in de maand Abib, want in dezelve zijt
gij uit Egypte getogen; doch men zal niet ledig voor Mijn
aangezicht verschijnen.
16. En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die
gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling,
op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult
ingezameld hebben.
17. Drie malen des jaars zullen al uw mannen voor het aangezicht
des Heeren HEEREN verschijnen.
18. Gij zult het bloed Mijns offers met geen gedesemde [broden]
offeren; ook zal het vette Mijns feestes tot op den morgen niet
vernachten.
19. De eerstelingen der eerste vruchten uws lands zult gij in het huis
des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet koken
in de melk zijner moeder.
20. Ziet, Ik zende een Engel voor uw aangezicht, om u te behoeden
op dezen weg, en om u te brengen tot de plaats, die Ik bereid
255
heb.
21. Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest Zijner stem gehoorzaam,
en verbittert Hem niet; want Hij zal ulieder overtredingen niet
vergeven; want Mijn Naam is in het binnenste van Hem.
22. Maar zo gij Zijner stem naarstiglijk gehoorzaamt, en doet al wat
Ik spreken zal, zo zal Ik uwer vijanden vijand, en uwer
wederpartijders wederpartij zijn.
23. Want Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan, en Hij zal u
inbrengen tot de Amorieten, en Hethieten, en Ferezieten, en
Kanaanieten, Hevieten, en Jebusieten; en Ik zal hen verdelgen.
24. Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult
gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken,
en hun opgerichte beelden ganselijk vermorzelen.
25. En gij zult den HEERE uw God dienen, zo zal Hij uw brood en
uw water zegenen; en Ik zal de krankheden uit het midden van u
weren.
26. Er zal geen misdrachtige, noch onvruchtbare in uw land zijn; Ik
zal het getal uwer dagen vervullen.
27. Ik zal Mijn schrik voor uw aangezicht zenden, en al het volk, tot
hetwelk gij komt, versaagd maken; en Ik zal maken, dat al uw
vijanden u den nek toekeren.
28. Ik zal ook horzelen voor uw aangezicht zenden; die zullen van
voor uw aangezicht uitstoten de Hevieten, de Kanaanieten en de
Hethieten.
29. Ik zal hen in een jaar van uw aangezicht niet uitstoten, opdat het
land niet woest worde, en het wild gedierte boven u niet
vermenigvuldigd worde.
30. Ik zal hen allengskens van uw aangezicht uitstoten, totdat gij
256
gewassen zijt en het land erft.
31. En Ik zal uw landpalen zetten van de zee Suf tot aan de zee der
Filistijnen, en van de woestijn tot aan de rivier; want Ik zal de
inwoners van dat land in uw hand geven, dat gij hen voor uw
aangezicht uitstoot.
32. Gij zult met hen, noch met hun goden, een verbond maken.
33. Zij zullen in uw land niet wonen, opdat zij u tegen Mij niet doen
zondigen; indien gij hun goden dient, het zal u voorzeker tot een
valstrik zijn.
257
Exodus
Hoofdstuk 24
1. Daarna zeide Hij tot Mozes: Klim op tot den HEERE, gij en
Aaron, Nadab en Abihu, en zeventig van de oudsten van Israel;
en buigt u neder van verre!
2. En dat Mozes alleen zich nadere tot den HEERE, maar dat zij
niet naderen; en het volk klimme ook niet op met hem.
3. Als Mozes kwam en verhaalde aan het volk al de woorden des
HEEREN, en al de rechten, toen antwoordde al het volk met een
stem, en zij zeiden: Al deze woorden, die de HEERE gesproken
heeft, zullen wij doen.
4. Mozes nu beschreef al de woorden des HEEREN, en hij maakte
zich des morgens vroeg op, en hij bouwde een altaar onder aan
den berg, en twaalf kolommen, naar de twaalf stammen van
Israel.
5. En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, die
brandofferen offerden, en den HEERE dankofferen offerden,
van jonge ossen.
6. En Mozes nam de helft van het bloed, en zette het in bekkens; en
de helft van het bloed sprengde hij op het altaar.
7. En hij nam het boek des verbonds, en hij las het voor de oren des
volks; en zij zeiden: Al wat de HEERE gesproken heeft, zullen
wij doen en gehoorzamen.
8. Toen nam Mozes dat bloed, en sprengde het op het volk; en hij
zeide: Ziet, [dit] [is] het bloed des verbonds, hetwelk de HEERE
258
met ulieden gemaakt heeft over al die woorden.
9. Mozes nu en Aaron klommen opwaarts, ook Nadab en Abihu, en
zeventig van de oudsten van Israel.
10. En zij zagen den God van Israel, en onder Zijn voeten als een
werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels in [Zijn]
klaarheid.
11. Doch Hij strekte Zijn hand niet tot de afgezonderden van de
kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien
hadden.
12. Toen zeide de HEERE tot Mozes: Kom tot Mij op den berg, en
wees aldaar; en Ik zal u stenen tafelen geven, en de wet, en de
geboden, die Ik geschreven heb, om hen te onderwijzen.
13. Toen maakte zich Mozes op, met Jozua, zijn dienaar; en Mozes
klom op den berg Gods.
14. En hij zeide tot de oudsten: Blijft gij ons hier, totdat wij weder
tot u komen; en ziet, Aaron en Hur zijn bij u; wie enige zaken
heeft, zal tot dezelve komen.
15. Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den
berg bedekt.
16. En de heerlijkheid des HEEREN woonde op den berg Sinai, en
de wolk bedekte hem zes dagen, en op den zevenden dag riep
Hij Mozes uit het midden der wolk.
17. En het aanzien der heerlijkheid des HEEREN was als een
verterend vuur, op het opperste diens bergs, in de ogen der
kinderen Israels.
18. En Mozes ging in het midden der wolk, nadat hij op den berg
geklommen was; en Mozes was op dien berg veertig dagen en
veertig nachten.
259
Exodus
Hoofdstuk 25
1. Toen sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
2. Spreek tot de kinderen Israels, dat zij voor Mij een hefoffer
nemen. Van alle man, wiens hart zich vrijwillig bewegen zal,
zult gij Mijn hefoffer nemen.
3. Dit nu is het hefoffer, hetwelk gij van hen nemen zult: goud, en
zilver, en koper;
4. Als ook hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn linnen,
en geiten [haar].
5. En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen; en sittimhout;
6. Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking
welriekende specerijen;
7. Sardonixstenen, en vervullende stenen tot den efod, en tot den
borstlap.
8. En zij zullen Mij een heiligdom maken, dat Ik in het midden van
hen wone.
9. Naar al wat Ik u tot een voorbeeld dezes tabernakels, en een
voorbeeld van al deszelfs gereedschap wijzen zal, even alzo zult
gijlieden dat maken.
10. Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een
halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en
anderhalve el haar hoogte.
11. En gij zult ze met louter goud overtrekken, van binnen en van
buiten zult gij ze overtrekken; en gij zult op dezelve een gouden
260
krans maken rondom heen.
12. En giet voor haar vier gouden ringen, en zet die aan haar vier
hoeken, alzo dat twee ringen op de ene zijde derzelve zijn, en
twee ringen op haar andere zijde.
13. En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.
14. En steek de handbomen in de ringen, die aan de zijde der ark
zijn, dat men de ark daarmede drage.
15. De draagbomen zullen in de ringen der ark zijn; zij zullen er niet
uitgetogen worden.
16. Daarna zult gij in de ark leggen de getuigenis, die Ik u geven zal.
17. Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee
ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el
deszelfs breedte.
18. Gij zult ook twee cherubim van goud maken; van dicht [goud]
zult gij ze maken, uit de beide einden des verzoendeksels.
19. En maak u een cherub uit het ene einde aan deze zijde, en den
anderen cherub uit het [andere] einde aan gene zijde; uit het
verzoendeksel zult gijlieden de cherubim maken, uit de beide
einden van hetzelve.
20. En de cherubim zullen hun beide vleugelen omhoog uitbreiden,
bedekkende met hun vleugelen het verzoendeksel; en hun
aangezichten zullen tegenover elkander zijn; de aangezichten
der cherubim zullen naar het verzoendeksel zijn.
21. En gij zult het verzoendeksel boven op de ark zetten, nadat gij in
de ark de getuigenis, die Ik u geven zal, zult gelegd hebben.
22. En aldaar zal Ik bij u komen, en Ik zal met u spreken van boven
het verzoendeksel af, van tussen de twee cherubim, die op de ark
der getuigenis zijn zullen, alles, wat Ik u gebieden zal aan de
261
kinderen Israels.
23. Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar
lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal
haar hoogte zijn.
24. En gij zult ze met louter goud overtrekken; gij zult ook een
gouden krans daaraan maken, rondom heen.
25. Gij zult ook een lijst rondom daaraan maken, een hand breed; en
gij zult een gouden krans rondom derzelver lijst maken.
26. Ook zult gij vier gouden ringen daaraan maken; en gij zult de
ringen zetten aan de vier hoeken, die aan derzelver vier voeten
zijn zullen.
27. Tegenover de lijst zullen de ringen zijn, tot plaatsen voor de
handbomen, om de tafel te dragen.
28. Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult
dezelve met goud overtrekken; en de tafel zal daaraan gedragen
worden.
29. Gij zult ook maken haar schotelen, en haar rookschalen, en haar
platelen, en haar kroezen (met welke zij bedekt zal worden); van
louter goud zult gij ze maken.
30. En gij zult op deze tafel altijd het toonbrood voor Mijn
aangezicht leggen.
31. Gij zult ook een kandelaar van louter goud maken. Van dicht
werk zal deze kandelaar gemaakt worden, zijn schacht, en zijn
rietjes; zijn schaaltjes, zijn knopen, en zijn bloemen zullen uit
hem zijn.
32. En zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des
kandelaars uit zijn ene zijde, en drie rieten des kandelaars uit
zijn andere zijde.
262
33. In het ene riet zullen drie schaaltjes zijn, [gelijk] amandelnoten,
een knoop en een bloem; en drie schaaltjes, [gelijk]
amandelnoten in een ander riet, een knoop en een bloem; alzo
zullen die zes rieten zijn, die uit den kandelaar gaan.
34. Maar aan den kandelaar zelven zullen vier schaaltjes zijn,
[gelijk] amandelnoten, met zijn knopen, en met zijn bloemen.
35. En daar zal een knoop zijn onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; ook een knoop onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; nog een knoop onder twee rieten, uit denzelven
[uitgaande]; [alzo] [zal] [het] [zijn] met de zes rieten, die uit den
kandelaar uitgaan.
36. Hun knopen en hun rieten zullen uit hem zijn; het zal altemaal
een enig dicht werk van louter goud zijn.
37. Gij zult hem ook zeven lampen maken, en men zal zijn lampen
aansteken, en doen lichten aan zijn zijden.
38. Zijn snuiters en zijn blusvaten zullen louter goud zijn.
39. Uit een talent louter goud zal men dat maken, met al dit
gereedschap.
40. Zie dan toe, dat gij het maakt naar hun voorbeeld, hetwelk u op
den berg getoond is.
263
Exodus
Hoofdstuk 26
1. Den tabernakel nu zult gij maken van tien gordijnen, van fijn
getweernd linnen, en hemelsblauw, en purper, en scharlaken,
[met] cherubim; van het allerkunstelijkste werk zult gij ze
maken.
2. De lengte van een gordijn zal van acht en twintig ellen zijn, en
de breedte ener gordijn van vier ellen; al deze gordijnen zullen
een maat hebben.
3. Er zullen vijf gordijnen samengevoegd zijn, de een aan de
andere; wederom zullen er vijf gordijnen samengevoegd zijn, de
een aan de andere.
4. En gij zult hemelsblauwe striklisjes maken aan den kant van de
ene gordijn, aan het uiterste, in de samenvoeging; alzo zult gij
ook doen aan den uitersten kant der gordijn, aan de tweede
samenvoegende.
5. Vijftig striklisjes zult gij aan de ene gordijn maken, en vijftig
striklisjes zult gij maken aan het uiterste der gordijn, dat aan de
tweede samenvoegende is; deze striklisjes zullen het ene aan het
andere samenvatten.
6. Gij zult ook vijftig gouden haakjes maken, en zult de gordijnen
samenvoegen, de ene aan de andere, met deze haakjes, opdat het
een tabernakel zij.
7. Ook zult gij gordijnen uit geiten [haar] maken tot een tent over
den tabernakel; van elf gordijnen zult gij die maken.
264
8. De lengte ener gordijn zal dertig ellen zijn, en de breedte ener
gordijn vier ellen; deze elf gordijnen zullen een maat hebben.
9. En gij zult vijf dezer gordijnen aan elkander bijzonder voegen,
en zes dezer gordijnen bijzonder; en de zesde dezer gordijnen
zult gij dubbel maken, recht voorop de tent.
10. En gij zult vijftig striklisjes maken aan den kant van de ene
gordijn, het uiterste in de samenvoeging, en vijftig striklisjes aan
den kant van de gordijn, die de tweede samenvoegende [is].
11. Gij zult ook vijftig koperen haakjes maken, en gij zult de haakjes
in de striklisjes doen, en gij zult de tent samenvoegen, dat zij
een zij.
12. Het overige nu, dat overschiet aan de gordijnen der tent, de helft
der gordijn, die overschiet, zal overhangen, aan de achterste
delen des tabernakels.
13. En een el van deze, en een el van gene zijde van hetgeen, dat
overig zijn zal aan de lengte van de gordijnen der tent, zal
overhangen aan de zijden des tabernakels, aan deze en aan gene
[zijde], om dien te bedekken.
14. Gij zult ook voor de tent een deksel maken van roodgeverfde
ramsvellen, en daarover een deksel van dassenvellen.
15. Gij zult ook tot den tabernakel staande berderen maken, van
sittimhout.
16. De lengte van een berd zal tien ellen zijn, en een el en een halve
el zal de breedte van elk berd zijn.
17. Twee houvasten zal een berd hebben, als sporten in een ladder
gezet, het ene nevens het andere; alzo zult gij het met al de
berderen des tabernakels maken.
18. En de berderen tot den tabernakel zult gij [aldus] maken: twintig
265
berderen naar de zuidzijde zuidwaarts.
19. Gij zult ook veertig zilveren voeten maken onder de twintig
berderen; twee voeten onder een berd, aan zijn twee houvasten,
en twee voeten onder een ander berd, aan zijn twee houvasten.
20. Er zullen ook twintig berderen zijn aan de andere zijde des
tabernakels, aan den noorderhoek,
21. Met hun veertig zilveren voeten; twee voeten onder een berd, en
twee voeten onder een ander berd.
22. Doch aan de zijde des tabernakels tegen het westen zult gij zes
berderen maken.
23. Ook zult gij twee berderen maken tot de hoekberderen des
tabernakels, aan de beide zijden.
24. En zij zullen van beneden [als] tweelingen samengevoegd zijn;
zij zullen ook [als] tweelingen aan het oppereinde deszelven
samengevoegd zijn, met een ring; alzo zal het met de twee
[berderen] zijn; tot twee hoekberderen zullen zij zijn.
25. Alzo zullen de acht berderen zijn met hun zilveren voeten,
zijnde zestien voeten; twee voeten onder een berd, wederom
twee voeten onder een berd.
26. Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen
van de ene zijde des tabernakels;
27. En vijf richelen aan de berderen van de andere zijde des
tabernakels; alsook vijf richelen aan de berderen van de zijde
des tabernakels, aan de beide zijden westwaarts.
28. En de middelste richel zal midden aan de berderen zijn,
doorschietende van het ene einde tot het andere einde.
29. En gij zult de berderen met goud overtrekken, en hun ringen (de
plaatsen voor de richelen) zult gij van goud maken; de richelen
266
zult gij ook met goud overtrekken.
30. Dan zult gij den tabernakel oprichten naar zijn wijze, die u op
den berg getoond is.
31. Daarna zult gij een voorhang maken, van hemelsblauw, en
purper, en scharlaken, en fijn getweernd linnen; van het
allerkunstelijkste werk zal men dien maken, met cherubim.
32. En gij zult hem hangen aan vier pilaren van sittim [hout], met
goud overtogen; hun haken zullen van goud zijn; [staande] op
vier zilveren voeten.
33. En gij zult den voorhang onder de haakjes hangen, en gij zult de
ark der getuigenis aldaar binnen den voorhang brengen; en deze
voorhang zal ulieden een scheiding maken tussen het heilige, en
tussen het heilige der heiligen.
34. En gij zult het verzoendeksel zetten op de ark der getuigenis, in
het heilige der heiligen.
35. De tafel nu zult gij zetten buiten den voorhang, en den kandelaar
tegen de tafel over, aan de ene zijde des tabernakels, zuidwaarts;
maar de tafel zult gij zetten aan de noordzijde.
36. Gij zult ook aan de deur der tent een deksel maken, van
hemelsblauw, en purper, en scharlaken, en fijn getweernd
linnen, geborduurd werk.
37. En gij zult tot dit deksel vijf pilaren van sittim [hout] maken, en
die met goud overtrekken; hun haken zullen van goud zijn; en
gij zult hun vijf koperen voeten gieten.
267
Exodus
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Statenvertaling - 1 - 20
- Parts
- Statenvertaling - 1 - 01Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3032Total number of unique words is 57858.0 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words78.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 02Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3009Total number of unique words is 62652.7 of words are in the 2000 most common words68.0 of words are in the 5000 most common words73.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 03Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3004Total number of unique words is 66756.0 of words are in the 2000 most common words70.4 of words are in the 5000 most common words76.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 04Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3063Total number of unique words is 63365.3 of words are in the 2000 most common words79.6 of words are in the 5000 most common words85.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 05Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3003Total number of unique words is 61860.9 of words are in the 2000 most common words75.8 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 06Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3068Total number of unique words is 69159.7 of words are in the 2000 most common words73.6 of words are in the 5000 most common words79.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 07Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 64058.5 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 08Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3035Total number of unique words is 66960.1 of words are in the 2000 most common words74.3 of words are in the 5000 most common words81.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 09Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3006Total number of unique words is 66950.6 of words are in the 2000 most common words65.7 of words are in the 5000 most common words72.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 10Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3076Total number of unique words is 61258.6 of words are in the 2000 most common words75.5 of words are in the 5000 most common words81.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 11Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3040Total number of unique words is 62063.1 of words are in the 2000 most common words79.0 of words are in the 5000 most common words85.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 12Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3064Total number of unique words is 64559.5 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words80.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 13Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2931Total number of unique words is 77356.3 of words are in the 2000 most common words72.2 of words are in the 5000 most common words78.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 14Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3021Total number of unique words is 58860.7 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words79.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 15Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3060Total number of unique words is 54466.4 of words are in the 2000 most common words79.1 of words are in the 5000 most common words84.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 16Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2953Total number of unique words is 62760.4 of words are in the 2000 most common words74.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 17Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2970Total number of unique words is 70159.9 of words are in the 2000 most common words73.8 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 18Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2986Total number of unique words is 69956.3 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words82.3 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 19Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2904Total number of unique words is 61155.5 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words77.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 20Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2971Total number of unique words is 52848.8 of words are in the 2000 most common words64.2 of words are in the 5000 most common words71.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 21Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2982Total number of unique words is 65860.1 of words are in the 2000 most common words74.9 of words are in the 5000 most common words81.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 22Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2848Total number of unique words is 64857.7 of words are in the 2000 most common words72.5 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 23Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2829Total number of unique words is 48948.1 of words are in the 2000 most common words63.5 of words are in the 5000 most common words71.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 24Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2964Total number of unique words is 40656.8 of words are in the 2000 most common words73.4 of words are in the 5000 most common words81.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 25Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2922Total number of unique words is 49950.5 of words are in the 2000 most common words67.9 of words are in the 5000 most common words78.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 26Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2977Total number of unique words is 54958.0 of words are in the 2000 most common words71.9 of words are in the 5000 most common words78.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 27Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3034Total number of unique words is 39356.7 of words are in the 2000 most common words72.8 of words are in the 5000 most common words79.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 28Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2963Total number of unique words is 48357.9 of words are in the 2000 most common words73.7 of words are in the 5000 most common words83.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 29Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2889Total number of unique words is 53953.9 of words are in the 2000 most common words71.7 of words are in the 5000 most common words77.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 30Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2891Total number of unique words is 54752.9 of words are in the 2000 most common words70.3 of words are in the 5000 most common words78.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 31Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3023Total number of unique words is 54556.0 of words are in the 2000 most common words75.3 of words are in the 5000 most common words83.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 32Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2837Total number of unique words is 40156.3 of words are in the 2000 most common words72.6 of words are in the 5000 most common words79.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 33Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2873Total number of unique words is 53053.7 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words76.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 34Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2707Total number of unique words is 41255.7 of words are in the 2000 most common words71.0 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 35Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3013Total number of unique words is 65656.1 of words are in the 2000 most common words69.8 of words are in the 5000 most common words78.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 36Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2927Total number of unique words is 62256.0 of words are in the 2000 most common words75.0 of words are in the 5000 most common words82.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 37Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2965Total number of unique words is 58058.7 of words are in the 2000 most common words75.1 of words are in the 5000 most common words84.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 38Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3019Total number of unique words is 64459.6 of words are in the 2000 most common words73.3 of words are in the 5000 most common words81.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 39Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2895Total number of unique words is 70248.3 of words are in the 2000 most common words62.3 of words are in the 5000 most common words68.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 40Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2763Total number of unique words is 47060.1 of words are in the 2000 most common words76.3 of words are in the 5000 most common words81.6 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 41Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2874Total number of unique words is 60452.6 of words are in the 2000 most common words67.4 of words are in the 5000 most common words74.7 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 42Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2908Total number of unique words is 59057.5 of words are in the 2000 most common words69.9 of words are in the 5000 most common words77.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 43Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3045Total number of unique words is 64355.8 of words are in the 2000 most common words70.9 of words are in the 5000 most common words76.0 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 44Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3075Total number of unique words is 63259.0 of words are in the 2000 most common words77.0 of words are in the 5000 most common words83.2 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 45Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3037Total number of unique words is 65757.6 of words are in the 2000 most common words74.8 of words are in the 5000 most common words80.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 46Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3093Total number of unique words is 57655.4 of words are in the 2000 most common words71.2 of words are in the 5000 most common words77.1 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 47Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3061Total number of unique words is 61458.7 of words are in the 2000 most common words76.0 of words are in the 5000 most common words82.5 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 48Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3027Total number of unique words is 62654.3 of words are in the 2000 most common words70.8 of words are in the 5000 most common words77.4 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 49Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3017Total number of unique words is 63956.5 of words are in the 2000 most common words74.7 of words are in the 5000 most common words82.9 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 50Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 3082Total number of unique words is 66258.5 of words are in the 2000 most common words77.2 of words are in the 5000 most common words82.8 of words are in the 8000 most common words
- Statenvertaling - 1 - 51Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.Total number of words is 2621Total number of unique words is 76753.9 of words are in the 2000 most common words73.0 of words are in the 5000 most common words81.7 of words are in the 8000 most common words