Proza - 13

Total number of words is 4515
Total number of unique words is 1626
32.7 of words are in the 2000 most common words
45.3 of words are in the 5000 most common words
52.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
comme l'art de taureau, om naît avec cela... il faut avoir.... Cómo
se llma," hakkelde hij, het fransche woord in zijn hoofd zoekend,
«como se llama?... il faut avoir... la gracia,[95] comprenez-vous?"
[95] De genade.
--«Oui, monsieur, je comprends, le don."
--«Preciso... le don... oh, comme j'aime le français.... Moi," (hij zei
dat, als had hij den mond vol aan het woordje) «moi, je voudrais vivre
toujours à Paris.... oh, Paris, oui, monsieur, Paris."
--«Vous connaissez Paris?" vroeg zijn buurman.
--«Pas encore.... mais, j'espère.... écoutez, monsieur," vervolgde hij
geheimzinnig, «je suis en train de faire une grande découverte.... une
invention, vous comprenez?.... je rêve, oui, monsieur, je rêve un
nouveau système télégrafique, ce sera pour la grande exposition!"....
De ander keek hem in de afgematte oogen en hij vond hem bijna onnoozel
met zoo te bluffen, want in zich zag hij hem dadelijk terug, 's avonds
laat nog, tot overmiddernacht, zittend aan de tafel in den comedor, in
zijn witte hemdsmouwen onder de lamp, bezig met het calligrafeeren van
statistieken voor zijn dienst om een sigarettenduitje te verdienen. Hij
zag hem weêr knutselen met liniaal en pen, van allerlei soort lagen ze
voor hem, pennen voor rondschrift, voor groot en klein, en voor de
zwierige krulletters die door ieder in huis oprecht werden bewonderd;
maar hij zei niets, naast hem wond de man zich al meer en meer op, met
veel ah's en oh's.
--«Ah, si vous voulez, je vous montre demain tous mes préparatifs.... au
bureau.... mes chefs me tiennent en grande considération, vous savez....
o, comme je serai heureux à la fin de quitter Madrid.... cette vilaine
ville.... qui m'étouffe, qui m'ennuie.... soy cansado de Madrid,
mucho.... mucho!"[96]
[96] «Ik ben erg moe.... erg, erg."
Door zijn fatterig gepraat was een wrok komen trillen, en als een paard
dat opmerkzaam de ooren spitst op het fluitje van zijn menner, begon de
extrangero te luisteren naar dat levende geluid; want naast hem sprak
Arturo al drukker, zijn borstlijdersgezicht gloeide op de koonen, af en
toe moest hij kuchen en zijn weekblauw oog werd nat.
....... «Je voudrais vivre loin de Madrid, à Paris, ou.... n'importe
où.... mais loin d'ici. Madrid me fait mourir. O, si j'étais riche....
j'irais vivre à la campagne, seul avec mon petit, loin, bien loin de
cette vilaine maison. Voyez-vous, vivre dans un beau pays.... avec
beaucoup d'arbres.... avec une grande verdure, toute peuplée
d'oiseaux.... le matin nous chevauchons à travers bois, le petit et
moi, nous mettons le fusil a l'épaule, ou nous pêchons à la ligne,
si toutefois le désir ne nous prend de monter en l'air de gros
cerfvolants,[97] tout de papier d'or, brillants au soleil.... et
despues[98].... hij klakte met den mond.... bien manger et bien dormir
dans notre petit château"....
[97] Vliegers oplaten is ook door groote menschen in Madrid een zeer
gezocht tijdverdrijf. Op Zon- en Heilige dagen, kan men heele familiën
zien zitten buiten op den grond, etende en drinkende, rondom een in het
zand gestoken ijzeren pen waaraan een haspel met touw draait; hoog in de
lucht staat dan de vlieger.
[98] Après.
--«En Espagne" moest de andere spotten.
Maar zijn buurman hoorde het niet, opgegaan als hij was in zijn
luilekkerlandachtige fantasie.
--«Et en hiver.... j'irais m'amuser à Paris, passer mes jours au café à
lire des journaux.... et mes soirs au théâtre ou mieux encore, avec de
jolies femmes.... mon petit aura de bons instituteurs, ça sera parfait."
--«Musica, musica!" 't Was Consuela weêr die uitjuichte boven 't gegons
der menschen en boven het getokkel der guitarra waarin Arturo's stem
zich wiegde; ze was opgesprongen en had den dentiste om het middel
gepakt, klaar tot dansen.
Maar ze moest als gekastijd weêr naar haar plaats; want «'sta quieta,
mujer!"[99] galmde, bang voor te vroege drukte, de padrona van uit haar
hoek. Als het geblaat van een geit sleepte ze de laatste lettergreep in
haar mond na.
[99] Hou je stil!
--«Comme elle crie cette femme," minachtte Arturo, en even daarna: «ah!
attention, nous allons chanter une ronde."
Juan zat al naast de guitarra te wachten tot hij moest invallen. Hij
sloeg de maat met zijn hand tegen den kant van zijn stoelzitting, bij
gebrek aan een stokje. Beverig kwam de aanroep, toen 't olé, olé en het
kletsende klappen van holle handen. Improviseerend begon hij, onderweg
de woorden schikkende naar de melodie, almaar door bevallig zat hij, als
een hond die mooi opzit, een zingende mooie man:
A una piedra de la calle
Mis penas lo conto yo...
Zoo zong hij, keurig, met een vrij zuivere tenorstem; maar voor het
donkere geklank der guitarra verwaterde zijn aanstellerig gevibreer,
zwak en toonloos werd het als een slappe kleur op een grond van
goudgloed.
Como serian las penas...
Onder het zingen van zijn liedje, schudde hij aldoor het hoofd in kleine
korte rukjes, zooals de flamengo-zangers van beroep dat doen, wanneer ze
al zingend, met een gebaar van vrijheid en onafhankelijkheid het hoofd
achterover gooien in den nek;
Nina de mi corazon,
viel hij wat hooger uit.
Como serian las penas,
Que la piedra se partio.[100]
[100] De vertaling van het liedje is ongeveer:
Aan een steen van de straat,
Vertelde ik mijn smarten
De smarten waren zoo veel,
--Meisje van mijn hart,--
Dat de steen spleet.
Hij keek sentimenteel-smachtend even naar de Andaluze om; toen gonsde de
guitarra alleen.
Allen vonden het liedje prachtig. Juan ging de senora zeggen dat 't haar
beurt nu was.
Ze liet zich niet bidden. Zonder voorover te komen, lui blijvend in haar
donkeren hoek, begon ze. Dommelig kwam haar stem de schaduw uit, evenals
't gekoer van een doffer rolde het zangetje uit haar overvloedig
vleesch...
* * * * *
Madre de mi corazon...[101]
[101] Moeder van mijn hart.
* * * * *
Haar mond ging bijna niet open. Ze zong haar zuchtend liedje met een
stemmetje dat ze teeder en zacht wist te maken voor de gelegenheid.
En een luid bravo bekroonde haar, van alle stoelen stegen de
bijvalskreten.
Ieder moest zingen, daar hielp niets aan.
De dentiste, altijd vol grappen, schaterzong met veel gebibber van zijn
snor en midden in de zaal druk gesticuleerend, «over de tanden van zijn
hart;" zoodat de menschen dol aan 't lachen sloegen.
Maar de oude wijnkooper verontschuldigde zich, stribbelde tegen:
«No, no, dispénseme Usted, no sé cantar yo,"[102] maar 't hielp niets.
«Canta, no importa--fa nada, canta... Usted como nosotros."[103] Hij
kuchte, bedacht zich. 't Scheen dat hij niet te improviseeren wist; hij
waagde dus maar een liedje dat hij onthouden had van een café flamengo,
een verdacht mopje, een beetje dubbelzinnig. Arturo stootte zijn buurman
even aan, «comprenez-vous," terwijl de mijnheer zong met zijn versleten,
als verroeste stem.
[102] Neen, neen, pardon ik kan niet zingen.
[103] Zing maar, 't doet er niet toe, zing, Uwe Edelheid even goed als
wij.
't Werd nog al goed opgenomen. De pret maakte vergevensgezind; de mannen
hadden er plezier van, Consuela durfde er hardop om lachen. De senora
schudde: «o este perfido hombre."
Daarna zong Consuela, met haar hoog meisjesorgaan blérrend zoo hard ze
maar kon, verrukt zich zelve zoo te hooren, te kunnen gillen zoo hard 't
haar lustte. Ze klapte met haar handen, tripte de maat met klakkenden
voet, terwijl haar mond in 't zingen opgespalkt, donker gaapte.
En Frasquetito sloeg en tokkelde, onverschillig naar het scheen voor wat
de menschen zongen, geleund tegen den wand in het schemerlicht, koppig,
met dichte oogen begeleidde hij den een na den ander.
De madrilena volgde, ze zong een onverstaanbaar liedje, onhoorbaar
bijna, schuw, vreesachtig als een zucht die den mond niet uitdurft.
De guitarra klankte toen alleen. Het klagen der maten kwam vol, in
stroomende modulaties, van de snaren af; onder de grijpende hand van
den jongen vandaan, huiverde en weende weêr de oude melodie, met zijn
echten toon als van oud goud. 't Was als een doodgaan van vreugde, een
uitruisching in smart, gemijmer van gelatenheid die uitbreekt weêr in
smart, terugkeerende opborrelingen van leed, leed keerende tot leed, dat
zoeken gaat in oude smarten, wetend dat er vreugde te puren valt uit
pijn.
En in de ooren van den extrangero kwam dat intense rhythmen-geween
zonder het leêge spel der woorden; herhaaldelijk was het komen
vallen tot in zijn ziel als een regen van neêrdruppelend verdriet.
En het gezegde van Arturo: «Ça nous est venu des Maures," was in
hem teruggekomen en soezend was de herinnering verschenen aan een
schilderij, ergens gezien, bruine mannen leunend bij een duinrand; ze
keken melancholisch over zee, over blauw water heen, uitziende naar een
verre, verloren kust. De melodie klaagde: een gedachte vlotte er meê
zijn denken binnen, een ergens gelezen frase over de grootheid der
kunst, troosteresse en wreekster van een volk, dat om zijn verloren
erfgrond treurt.
De zware maten weenden. Frasquetito, geen stem hoorend, sloeg zijn
snaren forsch, en in de verbeelding van den schilder kwam toen
binnenrijden een wit-gemantelde moor, 't hoofd hoog op den ranken hals.
Recht stond hij in de stijgbeugels boven zijn witten hengst. In den
donkeren kop waren de oogen zwart, schroeiend van haat, en zijn smalle
lippen waren wrokkend dicht, strak van 't geweld om het niet uit te
kreunen. Hij had zijn handen op zijn borst berustend in gebed gekruist,
maar de vingers krompen en woelden in den witten burnoes. De maten
vergingen; in de fantasie van den schilder ontstrakte het gelaat van den
moor; hij boog het hoofd, zijn mond ging open als een granaat die rijp
splijt, terwijl hij prevelde het begin en het besluit van zijn
fanatisme: «God is groot."
Een gezang stemde weêr samen met het gebruis der guitarra, en de
vreemdeling peinsde er over, hoe mooi het was dat dit mooiste leven
van een doodgegaan volk, van een uiteengejaagde populatie, van een
samenleving tot nomaden verbrokkeld en toen gestorven, als een camée
gesneden, in harden steen bewaard, gegrift bleef in de logge stof, in
de trage bevatting van een vijandig volk. Ja, machtiger dan macht, dat
mooiste leven van een volk, zijn kern, zijn ziel. Hoor, hoe de adem nog
leeft waar de borst lang reeds stierf, levender dan het leven, een niet
te smoren stem, een niet te dooden natuurgroei, dat groeit, dat groeit,
dat laat zich niet delgen. 't Zaad is er, de grond wordt er van bevrucht
en men weet niet hoe. Vliegt het op den slag van den geweldigen wind,
wordt het aangedragen in de bekken van zwervende vogels? 't Doet niets.
't Zaad is er, en 't valt en kiemt en 't schiet wortel. Roeit het uit
hier, 't baat niet, want 't komt elders op, dat groeit, dat groeit,
voortvegeteerend, almaar, almaar, in den mest van rotte en halfvergane
aardstof.
Luisterend zat de vreemde man, spinnend zijn gedachten in het geroes der
snaren; maar in den roodenden schemer van den comedor viel weêr een
gongslag en naast hem steeg de aanroep; als een cikadenzwerm gonsde het
snarenleven, de lange maten zoemden met hun donker geluid als van een
violoncel; Arturo zong en improviseerde:
* * * * *
Hyo de mi corazon,[104]
[104] Zoon van mijn hart.
Hij had een goede stem, wel wat zacht, maar hij wist dat hij graag
gehoord werd.
Voor het gat der deur schemerde de luisterende meid, de handen onder de
schort. Ze ging op zij, plaats makend voor een jonge vrouw, die in het
lamplicht naar binnen kwam.
--«Olé," blérde Consuela, die om den hoek der deur zat.
--«Buenas noches," zei Carmela, zacht groetend om niet te storen.
--«Buenas noches, senorita," riep de padrona hard door de muziek heen,
«cómo esta?"[105]
[105] Hoe gaat het.
--«Gracias, que Dios conserve la salud à Usted."[106]
[106] Dank u, dat God u de gezondheid beware.
.... De muziek brak. Frasquetito opende zijn oogen, zijn hand bleef op
de snaren stil. Arturo, gestoord, zat boos met een gekweld gezicht.
Carmela ging recht door naar de senora. Slank, hoog op de beenen,
schreed ze in een leuk, onverschillig, op de heupen schommelend
voortbewegen. Ze liep met het hoofd in den nek als was het zwaar van het
haar, dat gelijkend aan een Japansch kapsel, hoog was opgemaakt en met
naalden doorstoken, goedkoope spelden met knoppen van zwart glinsterend
glas. En haar slankheid rekte zich nog door het sluike van haar kleedij,
een rood tricot was gespannen om haar dunne meisjesachtige armen en
om den vaasvorm van haar buste die bijna borstloos scheen. Onder het
smalle middel hing de tricot met kleinen val over de hooge heup, over
een zwart satijnachtigen rok, die glad en strak voor den schoot, naar
lager met dwarse strijkplooien de knieën drapeerde. Telkens bij het gaan
drukte daar zich het volle been in af: onder de knieën strekten zich de
plooien dan, die naar achteren verliepen, opgenomen werden in een hooge
poef, een groote «queue de Paris", statig als een wippende hanestaart.
Lange banen zakten uit de poef neêr, guirlandeerend achter tegen de
dijen. Angstvallig paste het kostuum om haar vormen, haar hals schoof
uit een wit plooiseltje dat tot dicht onder de kin, als geregen, haar
lichaam wegsloot. Maar overal, en door het strakke tricot en door het
plooienstel van haar rok, liet zich het zuivere lichaam volgen, men kon
haar naakt zien gaan in het omhulsel der stof. Om den pols van haar
linkerhand hing wijd een breede vergulde bracelet met een rinkelend
kettinkje er aan en een straal zwart glazen knoopjes streepte vóor over
haar buste, als een regenstraal van drupjes.
Zij ging bij de padrona zitten, die haar een stoel toeschoof.
Na den zang waren de gasten luidruchtiger geworden en in groepjes tot
elkaâr gegaan; bij het buffet onder het licht stond Arturo, de guitarra
in den arm; hij kibbelde met Frasquetito over moeilijke grepen. Vol
belangstelling stond de dentiste er bij, zijn haren stekelachtig
overeind, omdat hij er altijd met zijn vingers doorheen streek en zijn
snorren bibberden, bekantlicht door de lamp, in het getril van zijn
praatgragen mond. Af en toe gonsde uit hun midden, als een vierde
prater, het gezoem der guitarra. Bij het deurgat, nog in den
lichtcirkel, keuvelden Don Juan en Consuela; zij snoepte almaar door
gebrande boontjes uit haar zak en knabbelde die op tusschen het praten
door.
Maar, van het licht af, in den donkeren hoek, zaten de drie vrouwen; de
roode tricot van Carmela was er stil kleurend midden in het zij-zwart
der japonnen. Zij sprak weinig, nu en dan een woordje met de Andaluze.
Rechts van haar leunde de padrona weêr lui achterover, maar haar gezicht
stond strak, alle plezier was er in eens als op bevroren geraakt.
Den korten wand langs dan, volgden de twee oude heeren; ze hadden het
blijkbaar over politiek, want telkens kwamen de woorden «gobierno" en
«republica"[107] boven hun twistgepraat uitspringen; de oude mijnheer,
wiens kaal hoofd een groote vage lichtplek in den schemer was, schermde
met zijn armen, gedroeg zich druk en ondeftig in zijn opwinding. De
madrilena verveelde zich opvallend, de extrangero zat alleen.
[107] Regeering en Republiek.
Maar de dentiste, wien alles te lang scheen te duren, ging de senora
vragen of het gepermitteerd was te rooken. «Si, si, fiumad,
caballeros,"[108] riep ze den comedor in, naar al de gasten te gelijk.
[108] Rookt, heeren!
Dat was een uitkomst. Uit een breede van havanastroo gevlochten koker
presenteerde de dentiste sigaretten. Arturo stak het witte rolletje
dadelijk tusschen zijn lippen. Frasquito gedachteloos door de muziek,
lei het op de bewaarplaats achter zijn oor. Goedgeefsch liep de dentiste
vervolgens naar den vreemdeling, terwijl het overal rondom begon stil te
worden en de gesprekken stremden.
--«Quiere Usted?"[109] In een stijve verlegen buiging stond hij voor den
schilder met den strooien koker in de hand vooruit; maar goedig keken
zijn oogen neêr als van een trouwigen hond, er was een warm lachje
welwillend onder zijn vooruitstekende snor, toen hij nogmaals vroeg:
«Quiere Usted?"
[109] Belieft u?
De andere nam het dingetje en bekeek toen, toegevend aan de behoefte hem
plezier te doen, zijn mooien koker: hij zag dat er een hart op
geborduurd was van roode zij met een witten pijl doorstoken.
--«Lo gusta?"[110] vroeg de dentiste dadelijk.
[110] Bevalt het u?
--«Si, si, mucho!"[111]
[111] Ja, zeer.
--«Esta a la disposicion de Usted."[112]
[112] Hij is ter uwer beschikking.
Maar de vreemdeling wist wel beter. Gisteren had don Rafaël hem
zijn meerschuimen pijp die hij toevallig bewonderd had, tot gebruik
aangeboden, een glimmende doorgerookte tabakspijp, zwart van tabaksvuil.
Dat was maar een gewoonte en niet zoo bedoeld, eene nationale
hoffelijkheid was het, anders niet. Hij bedankte dus beleefd.
De drukke man drentelde weêr naar 't buffet. Daar stond Frasquetito, den
kop schuin, te kijken naar het handige gedoe van zijn eigen vingers.
Hij rolde de korte blaadjes der tabak over in een nieuw papiertje;
dat papier van den Estanco[113] stonk, meende hij, seguro, het stonk.
Daarna gaf hij bedaard kneepjes in de uiteinden van het rolletje, boog
het papier om zooals dat behoorde, want anders valt de tabak er uit.
Vervolgens stofte hij zijn handen tegen elkaâr af, en vroeg vuur; de
twee anderen vonden dat hij gelijk had, dat monopolie op de tabak was
een barbaridad.[114]
[113] Winkels waar de staat tabak laat verkoopen.
[114] Schande.
--«Caballero," riep Carmen eensklaps, «un cigarillo?"[115]
[115] Een sigaret.
De dentiste draafde al, trok met tienmaal meer haast dan noodig was den
koker weêr uit den achterzak van zijn jas en presenteerde.
--«La senorita tambien?"[116] vroeg hij.
[116] De juffrouw eveneens?
De Andaluze reikte uit haar achteroverliggen, en rolde toen de sigaret
vochtig tusschen haar volle lippen.
--«Fuego!"[117] commandeerde Carmen leuk.
[117] Vuur!
Ze zoog den brand over van de sigaret die de dentiste haar voorhield,
bedankte met een hoofdknikje en blies als een jongen of als iemand wiens
gedachten dwalen, gulpjes rook tegen het vuureinde aan; daarna gaf ze
vuur aan haar buurvrouw; de twee vrouwen verschemerden langzaam achter
lange sluierdraden van rook, waardoor de brandende kooltjes van hun
cigarillos telkens boorden, vurig, met kleine kransjes van licht er om
heen.
Al de mannen smookten behalve Don Juan. De extrangero die een
hartstochtelijk rooker was en wien een sigaret niet voldeed, haalde toen
hij zag dat de twee oude heeren ieder een groote puro[118] zaten te
rooken, al gauw een sigaar uit zijn zak, gelukkig, na de vrij lange
ontbering weêr volop te kunnen genieten van zijn geliefd kruid. Hij zat
den rook in te drinken met volle teugen en blies ze door zijn neusgaten
uit, dampend als een hijgend paard in den winter. En de lampschemer in
den comedor verviolette zich soms in het blauwen van den rook, een
wolkachtige laag bleef er van drijven, loom boven de hoofden der
sprakelooze menschen, om weêr weg te trekken door de open deur. De
wierook der tabak dreef breed, doorkrinkeld soms met het kwade reukje
van het papier der sigaretten, bijtend aan den neus, als de walm van een
even aangestoken fidibus.
[118] Sigaar, letterlijk: een zuivere.
Ratelend joeg de klok zijn hijgenden tikketak de stilte door. 't Was of
er iets broeide. Consuela lachte, een harde lach, koud klinkend en
alleen. Frasquetito slungelde weêr naar zijn stoel, de guitarra nam hij
op zijn knieën, wel bewoog zijn hand, maar geen geluid zoemde.
De stilte werd bepaald storend. Toen Arturo's sigaret op was, kwam hij
weêr naast den extrangero zitten. Deze voelde wel dat er iets niet in
den haak was; want schuin over zich zag hij de senora, dik en tronend,
maar knorrig en mokkend als een vet slachtoffer. De dentiste ging
voorbij, mistroostig met een ongelukkig gebaar haalde hij de schouders
op.
--«Que es?" vroeg de schilder aan zijn buurman.
--«Ma femme s'est fâchée parce que Carmen ne veut danser."
--«Elle aime à se faire prier?"
--«O, non, monsieur, elle est fatiguée, tout simplement."
--...... «Mais allez le demander vous même," vervolgde hij, «vous êtes
artiste, vous aussi, possiblement elle le fera pour vous."
--«O, non, monsieur, je ne sais m'exprimer."
--«Ça ne fait rien, elle comprendra, elle est très intelligente."
Doch de ander bleef zitten, aangepakt door de domme vrees, een mal
figuur te zullen maken voor het heele gezelschap.
Al zachter fluisterend begon Arturo toen Carmela ridderlijk te
verdedigen tegen de heerschzucht zijner vrouw. Was 't dan zoo onredelijk
moe te zijn. Hij wilde zijn vrouw wel eens zien dansen als ze moe was,
zoo'n vette koe, dat zou er mooi uitzien, «mio Dios! quel spectacle."
En een groote artiste was het, die maar naar Parijs behoefde te gaan om
schatrijk te worden. Ze was arm, maar fier als een koningin, «une vraie
Espagnole". Ze leefde alleen van haar werk, niemand kon zich beroemen
in haar gunst te hebben gestaan. En dat was den geheelen avond in 't
theater, zwaar werk doende voor een onverzadelijk publiek.... «vous
le verrez, nous irons ensemble".... dat is een geschreeuw daar, van:
«Carmela un' pettenera.... Carmen, toujours, toujours;.... y que
palmas;".... de zaal davert er van.... en wat een regen van hoeden, ze
trekken zelfs hun jassen uit en gooien die voor haar voeten; driemaal,
viermaal moet ze dansen, telkens teruggeroepen.... men zou haar laten
doodvallen als men haar maar lang kon zien dansen. Was het dan zoo
vreemd, dat ze thuis geen lust had tot dansen.... «Ça coûte des forces,
oui, monsieur, du sang et des nerfs...." En ze kende alle dansen, er
was geen karakter dat ze niet danste, maar vooral haar pettenera, «o,
monsieur, sa pettenera!.... je voudrais voir encore sa pettenera!"
Hij sprak vlug uit, de kleurige gezegden van zijn eigen taal mengende in
het Fransche gebabbel.
Rondom zijn gefluister bleef 't ongezellig en 't werd al stiller, de
gasten ondergingen de kwade luim der senora. Maar caramba, ze had dan
ook aan iedereen verteld, dat Carmen zou dansen, en die had het beloofd
ook.... waarom was ze dan gekomen als 't niet was om te dansen?.... En
zoo zat zij, de padrona, nu in haar hoek met een onverzettelijk wrokkend
gezicht, donker kijkend en het voorhoofd gefronst.
Ook Carmen, nu haar sigaret verrookt was, scheen blijkbaar niet op haar
gemak; ze kroop weg, mager tusschen de twee welgedane vrouwen, met haar
spits gezicht waaruit de lange, amandelvormige oogen stil blikten,
weifelend van licht. 't Was een zenuwachtig, stijfhoofdig kopje, waarin
de lippen geknepen waren tot een tartend lachje. De Madrilena verveelde
zich, de beide heeren rookten hun puros.
Maar de dentiste, die overal zijn geluk met praten had beproefd, troonde
eindelijk Frasquetito meê naar het buffet, waar hij hem dadelijk een
nieuwe sigaret presenteerde.
.... «Mais elle ne résistera pas longtemps à ma femme," vervolgde Arturo
fluisterend, «et savez-vous pourquoi?... Non?" Hij boog zich naar zijn
buurmans oor om nog stiller te fluisteren.... «parce qu'elle a des
dettes, comprenez-vous, elle doit à ma femme trois mois de loyer."
Hij had nog niet uitgezegd, of de stem der actrice ging door den
comedor:
--«Musica, musica a bailar, toca, caballero."[119]
[119] Muziek, muziek om te dansen, speel, kavalier.
De jongen liet den dentiste in den steek, sprong naar zijn stoel, boog
met de sigaret bibberend tusschen het vel van zijn lippen, naast zich
naar zijn guitarra, en zei leuk en in zijn schik:
--«Pronto."
Carmen was opgestaan, zonder verder iets te zeggen.
--«Su sombrero, caballero,"[120] schreeuwde Consuela naar den dentiste,
van wien ze wist, dat hij een flambard droeg.
[120] Mijnheer, uw hoed.
Maar Carmen weigerde met een driftigen knik van het hoofd; neen, dat
kon wel zonder.[121] Ze liep naar het midden der zaal, terwijl ze haar
keurslijf glad trok en duwtjes gaf in de plooien van haar japon. De
padrona keek triomfantelijk van uit haar hoek, de handen gevouwen op den
buik, 't gezicht toeschietelijk, lacherig met een schapemondje.
[121] Bij het flamengo-dansen in theaters, zetten de danseressen een
manshoed op, meestal van een der toeschouwers.
--«Olé, olé," blerde Consuela.
Maar in het midden van den vloer was Carmen in eens neêrgedoken,
saâmgekrompen tot duister, de roode tricot laag bij den donkeren grond;
als een gitana neêrgehurkt bij een openluchtsvuur of voor de deur van
haar grothuis van rots, op de hakken steunend zat ze, de handen op de
knieën vlak, te wachten op den uitval der guitarra.
En de muziek barstte in eens uit, in volle en stoute akkoorden nu onder
de hand van Frasquetito uithortend, als een bui, gelijk een hoos van
passieklanken, in korte en gedrongen maten sloeg de speler nu den wilden
slag des dans, en het trippen en het klappen van de voeten.
Een rilling schokschouderde Carmela, tartend keek ze nog om, maar toen
schudde ze het hoofd met het hooge haar, als wilde ze het vrij hebben
van de hechtsels der spelden. Vervolgens kwam zij.
Ze rees uit de kniebuiging op, breed opschommelend op den breeden
golfslag der muziek, waardoor het rauwe olé, olé, krijschte van Consuela
almaar, en de houtachtige slag joeg van haar kleppende handen.
Carmen rees recht, langzaam in een loom gewring, de lenden hol, de
borstpunten vooruit, terwijl haar armen dartel langs haar gingen, zich
oproeiend van den grond; toen steeg ze snel gelijk een boot tegen een
golftop op.
En onverwacht stond ze, de roode buste recht op het piedestal der zwart
omrokte voeten, het hoofd kantelde tusschen de schouders, onderzoekend,
aandachtig keken haar oogen de lange gestalte langs; ernst was om de
lippen.
Maar als wilde ze zich hooger hebben nog en almaar grooter, zoo
kronkelden terwijl de serpentlijnen van haar armen op naar hun hoogste
rekking met wringende en keerende polsen, met krullende en opzwiepende
vingers.
--«Leche, que buen cuerpo!"[122]
[122] Leche, wat een mooi lichaam.
De lippen der danseres krulden bij den uitroep van den drukken dentiste
in zijn leverkleurig pak. Toen terwijl haar wuivende armen nog opriepen
de beweging, gaf ze in eens een geweldigen knip met de vingers in de
lucht, als 't kleppen van kastagnetten sloeg het boven haar hoofd, en
met een «anda".... «anda" begroette zij den komenden rhythmus in haar
bezielde voeten. Frasquetito beukte de snaren, de Tango-melodie begon
heftig, korte en woeste tonen hamerden ziedend onder 't wilde gesla van
den jongen vandaan.
--«Venga, venga mujer!"[123] klaterde weêr de vervaarlijke keelstem van
den dentiste die zich stond op te winden met klakkenden handenslag,
zelven hij overstort door het licht der lamp.
[123] Kom, kom, vrouw.
Carmen danste; donker en groot bewoog ze zich voor den schemerenden
wand, vooruit en dan terugspringend als op den afdruk van haar voeten,
die uitwipten en het duister weêr inschoten van haar fladderkrinkelende
rokken; of in een wippenden hooggang, wiegelende als een kat die mooi
spinnend bij beurten zijn klauwtjes in en uit haalt, stond ze voor het
kijken van den extrangero, die verloren in dat feest voor zijn oogen,
ternauwernood hoorde hoe Arturo zei, dat het eigenlijk een dans was «à
deux," voor een man en een vrouw.
Want toen Carmen was komen opvaren van den grond, was plots met een
schok een huivering in hem gevallen, hij had de beroering der emotie
koud voelen rillen langs zijn rug. Vast met oog en ziel aan die dansende
vrouw, genoot hij het wenden van haar rood lijf en het wieken en
strengelen van haar armen waaraan de handen in de polsen wrongen.
Gekluisterd, loerend vooruit op zijn stoel, volgde hij de artiste, die
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Proza - 14
  • Parts
  • Proza - 01
    Total number of words is 4350
    Total number of unique words is 1648
    32.7 of words are in the 2000 most common words
    45.6 of words are in the 5000 most common words
    53.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 02
    Total number of words is 4556
    Total number of unique words is 1466
    36.1 of words are in the 2000 most common words
    51.9 of words are in the 5000 most common words
    59.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 03
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1608
    32.3 of words are in the 2000 most common words
    46.3 of words are in the 5000 most common words
    54.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 04
    Total number of words is 4688
    Total number of unique words is 1390
    33.7 of words are in the 2000 most common words
    47.9 of words are in the 5000 most common words
    55.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 05
    Total number of words is 4567
    Total number of unique words is 1620
    32.1 of words are in the 2000 most common words
    46.0 of words are in the 5000 most common words
    55.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 06
    Total number of words is 4690
    Total number of unique words is 1582
    36.4 of words are in the 2000 most common words
    52.1 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 07
    Total number of words is 4764
    Total number of unique words is 1562
    38.4 of words are in the 2000 most common words
    51.9 of words are in the 5000 most common words
    58.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 08
    Total number of words is 4645
    Total number of unique words is 1533
    32.5 of words are in the 2000 most common words
    45.4 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 09
    Total number of words is 4786
    Total number of unique words is 1683
    35.0 of words are in the 2000 most common words
    49.5 of words are in the 5000 most common words
    57.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 10
    Total number of words is 4837
    Total number of unique words is 1606
    34.6 of words are in the 2000 most common words
    47.9 of words are in the 5000 most common words
    54.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 11
    Total number of words is 4880
    Total number of unique words is 1544
    38.2 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 12
    Total number of words is 4514
    Total number of unique words is 1638
    34.5 of words are in the 2000 most common words
    45.7 of words are in the 5000 most common words
    53.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 13
    Total number of words is 4515
    Total number of unique words is 1626
    32.7 of words are in the 2000 most common words
    45.3 of words are in the 5000 most common words
    52.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 14
    Total number of words is 4572
    Total number of unique words is 1720
    30.0 of words are in the 2000 most common words
    42.5 of words are in the 5000 most common words
    48.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Proza - 15
    Total number of words is 3953
    Total number of unique words is 1602
    31.8 of words are in the 2000 most common words
    42.3 of words are in the 5000 most common words
    48.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.