Eline Vere: Een Haagsche roman - 01

Total number of words is 4467
Total number of unique words is 1537
41.3 of words are in the 2000 most common words
54.8 of words are in the 5000 most common words
63.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.


Louis Couperus
Eline Vere
Een Haagsche Roman



Aan mijn vriend
Gerrit Jäger




Hoofdstuk I.

I.
Men verdrong zich in de, tot kleedkamer ingerichte, eetzaal. Voor
een psyché stond Frédérique Van Erlevoort, met loshangende haren,
zeer bleek onder een dunne laag poudre-de-riz, de wenkbrauwen als
door een enkele penseelstreek zwarter getint.
--Haast je dan toch, Paul! We komen niet klaar! zeide ze, een weinig
ongeduldig, met een blik op de pendule.
Voor haar knielde Paul Van Raat, en zijn vingers plooiden een
langen, ijlen sluier, van goud en karmozijn, als een draperie om haar
middel. De stof wolkte op het roze fond van haar onderkleed; haar hals
en armen waren, sneeuwwit van de veloutine, vrijgelaten en flonkerden
in den glans van, door elkander gestrengelde, snoeren en ketenen.
--O, wat een tocht! Hoû toch de deur dicht, Dien! gilde Paul een oude
meid na, die bevracht met eenige japonnen, de kamer verliet. Door de
open gelaten deur zag men gasten, gerokte heeren en licht gekleede
dames; zij begaven zich langs de aralia's en palmen van den corridor
naar de groote suite; zij glimlachten om de oude meid en wierpen een
steelschen blik naar binnen.
Allen schaterden om die verrassing, dien blik achter de coulisses;
alleen Frédérique bleef ernstig, in het bewustzijn, dat zij de
waardigheid eener antieke vorstin had op te houden.
--Haast je toch, Paul! sprak zij, bijna smeekend. Het is al over
half negen!
--Ja, ja, Freddy, wees maar niet bang, je bent al klaar! antwoordde
hij, en handig schikte hij eenige juweelen tusschen de gazige plooien
harer draperie.
--Klaar? vroegen Marie en Lili Verstraeten, uit de kamer komende,
waar de estrade was opgeslagen: een geheimzinnige verhevenheid,
als uitgewischt in een halfduister.
--Klaar! antwoordde Paul. En nu, alsjeblieft kalmte! vervolgde hij,
terwijl hij zijn stem verhief en gebiedend in het rond zag.
De vermaning was noodig. De drie jongens, de vijf meiden, die als
kameniers dienst deden, liepen in het, met allerlei accessoires
opgevulde, vertrek elkaâr in den weg, lachende, gillende, de grootste
wanorde veroorzakend. Te vergeefs poogde Lili een gouden bordpapieren
lier uit de handen te redden van den twaalfjarigen zoon des huizes,
terwijl de beide bengels van neven op het punt waren tegen een groot
wit kruis aan te klimmen, dat, in een hoek der kamer geplaatst,
onder hun aanvallen reeds wankelde,
--Weg van dat kruis, Jan en Karel! Geef die lier op, andere Jan! brulde
Paul. Zorg daar toch een beetje voor, Marie, en nu.... Bet en Dien
hier, Bet met de lamp; Dien bij de deur; de anderen weg! Er is geen
plaats meer; kijken in den tuin aan het raam van de groote zaal; daar
zie je alles prachtig, uit de verte.... Kom, Freddy, voorzichtig,
hier is je sleep....
--Je vergeet mijn kroon....
--Die zal ik je opzetten, als je gepozeerd bent. Kom, allons.
De drie verbannen meiden haastten zich weg te komen, de jongens hurkten
neêr in een hoek der tooneelkamer, waar zij niet door het publiek
gezien konden worden, en Paul hielp Freddy de estrade beklimmen.

II.
Marie, nog even als Lili niet gedrapeerd, sprak door het gesloten raam,
met den vuurwerker, die in den besneeuwden tuin, in een dikken duffel,
wachtte om het Bengaalsch licht af te steken. Een groote reflector
was door het venster als een bleeke, lichtlooze zon zichtbaar.
--Eerst wit, dan groen, dan rood! riep Marie, terwijl de vuurwerker
knikte.
De kamer was donker, slechts verlicht door de lamp, die Bet vasthield,
terwijl Dien bij de porte-brisée der, nu verlaten, kleedkamer stond.
--Voorzichtig, Freddy, voorzichtig! sprak Paul.
Frédérique liet zich zeer behoedzaam in de kussens van het rustbed
neêr; Paul schikte haar draperieën, haar kettingen, heur haren,
haar diadeem, en strooide hier en daar een bloem.
--Is het zoo goed? vroeg zij met bevende stem, eene, van te voren
bestudeerde poze aannemende.
--Je bent om te stelen, prachtig; nu Marie, Lili hier!
Lili wierp zich op den grond, Marie vlijde zich tegen de bank, met
het hoofd aan Frédérique's voeten. Vlug drapeerde Paul beide meisje
in kleurige châles, sluiers, strengelde snoeren om haar armen, in
heur haren.
--Marie en Lili, wanhopig kijken! meer wringen je armen, Lili! In
wanhoop, meer in wanhoop! Freddy, jij meer smachten, je oogen omhoog,
in je mond iets treurigs.
--Zoo?
Marie schaterde.
--Ja, zoo! Zoo is het beter; stil nu, Marie, alles klaar?
--Klaar! sprak Marie.
Paul schikte nog iets, een plooi, een bloem, in wantrouwen, of alles
gereed zoû zijn.
--Kom, nu maar beginnen! sprak Lili, die zeer ongemakkelijk lag.
--Bet, breng de lamp weg; Dien, de deur dicht, en dan beiden hier,
elk aan een kant van de porte-brisée!
Dit gebeurde, en zij bevonden zich allen met kloppende harten in het
pikdonker, terwijl Paul aan het venster tikte, om zich daarna bij de
jongens in den hoek te voegen.
Langzaam en weifelend ontvlamde het Bengaalsche licht tegen den
reflector aan, de porte-brisée schoof statig open, een helle witte
gloed verheerlijkte het tableau.

III.
Glimlachend en beleefd, terwijl de gesprekken eensklaps in een
murmelend gegons overgingen, drongen zich de gasten in de groote suite
en de serre een weinig naar voren, verblind door een zee van kleuren
en licht. Heeren weken uit voor een paar lachende meisjes; op den
achtergrond der zaal klommen jongelieden op stoelen, om beter te zien.
--"La mort de Cléopâtre!" las Betsy Van Raat aan mevrouw Van Erlevoort
voor, die haar het programma had gereikt.
--Prachtig, magnifique! hoorde men van alle zijden.
In den witten gloed van het licht scheen het oude Egypte herschapen
te zijn. Tusschen weelderige draperieën zag men iets als een
oaze doorschemeren, een blauwe lucht, een paar pyramiden, een
palmengroep. Op haar door sfinxen getorste rustbank lag Kleopatra,
overgolfd door een vloed van lokken, den dood reeds nabij, terwijl
zich een adder om heur arm kronkelde. Twee slavinnen wrongen zich in
wanhoop aan haar voeten. De bonte droom eener oriëntalische pracht van
enkele seconden, de poëzie der oudheid voor korte wijlen herlevend,
onder de blikken eener moderne soirée.
--Dat is Freddy! sprak Betsy; beeldig, o beeldig! en zij wees mevrouw
Van Erlevoort, wie al die weelde een weinig voor oogen schemerde,
de stervende vorstin aan. Nu echter herkende de moeder haar eigene
dochter in het bevallige, onbewegelijke beeld, ginds voor haar.
--En dat is Marie, en die andere, o, dat is Lili, onherkenbaar! Wat
een prachtige costumes, wat een moeite! Ziet u, die draperie van Lili,
dat violet met zilver, heb ik hun nog geleend.
--Hoe doen ze het! murmelde de oude dame.
De witte gloed van het licht weifelde, de deuren schoven dicht.
--Prachtig, tante, prachtig! riep Betsy tot mevrouw Verstraeten,
de gastvrouw, die haar voorbij ging.
Tweemalen herhaalde zich de droom, eerst in zeegroenen glans,
daarna in vuurrooden gloed. Onbewegelijk lag Freddy met den adder,
en alleen Lili sidderde in haar gewrongen poze. Paul zag met een
stralend gezicht uit zijn hoek toe; alles was goed.
--Wat ligt die Freddy stil! En alles zoo rijk en toch niet
overladen! Iets als een schilderij van Makart! sprak Betsy, haar
veeren waaier ontplooiend.
--De freule uw dochter is al heel gauw levensmoê, mevrouw! lispelde
de jonge De Woude Van Bergh, zich tot mevrouw Van Erlevoort, de mama
van Freddy, buigende.

IV.
Na de derde herhaling van den droom ging mevrouw Verstraeten in de
kleedkamer. Zij vond er Frédérique en Lili, schaterend bezig zich van
haren Egyptischen dos te ontdoen, zoekende naar de tallooze spelden,
tusschen elke vouw. Paul en Marie, op hooge trappen, bijgelicht door
twee der meiden, rukten Kleopatra's boudoir uiteen. Dien beijverde
zich neêrgeworpen draperieën en afgegleden kettingen op te rapen. De
drie jongens rolden op een matras over elkaâr.
--Was het mooi, mama? vroeg Lili.
--Was het mooi, mevrouw? riep Frédérique tegelijkertijd.
--Prachtig mooi! Ze hadden het nog eens willen zien.
--Nog eens! Ik ben nu al half dood! riep Lili, en zij liet zich
kwijnend, met geloken oogen, in een fauteuil neêr, terwijl ze er een
grooten bundel van afgooide. Dien werd wanhopig: zóo zou zij nooit
aan een eind komen.
--Lili, rust dan toch! riep Paul, boven op zijn trap, haar uit de
andere kamer toe; je krijgt nu zoo een vermoeiende poze. Tante,
zegt u toch aan Lili, dat ze moet rusten! en hij wierp eenige bonte
tapijten van de koorden af, waarover zij geplooid hingen. Dien ging
aan het opvouwen.
--Dien, witte lakens en witte tulle! riep Marie. Dien hoorde verkeerd
en bracht verkeerd aan.
Ieder sprak, ieder beval en vroeg; de grootste wanorde begon te
ontstaan. Paul roerde zich in wanhoop, zonder begrepen te worden,
op de hoogste trede van de trap.
--Ik kan niet meer! sprak hij, neêrhurkend en woedend. Ik moet ook
alles alleen doen!
Mevrouw Verstraeten was, na Pauls verzoek aan Lili herhaald te hebben,
vertrokken om den knechts te zeggen, dat de jonge artisten niet
vergeten mochten worden. De eersten kwamen dus weldra binnen, met
groote bladen vol glazen wijn en limonade, gebak en sandwiches. De
wanorde steeg ten top. De drie jongens lieten zich bedienen op hun
matras, waarover een der Jannen een stroom orgeade goot. Toen stortte
Marie op hen in een woede van woorden toe, en zij trok met Dien de
matras onder hen weg, naar de andere kamer.
--Frédérique, help dan toch eens aan den achtergrond! riep Paul,
steeds gehurkt, en met eene verwijtende stem. Hij had het reeds
opgegeven meester te blijven over de drie jongens, die nu echter door
oude Dien buitelend en gillend uit de kamer werden verdreven. Het
werd een weinig rustiger, ieder was echter bezig, behalve Lili.
--Wat een rommel! sprak zij binnensmonds; en zij borstelde zittend
heure haren uit, golvend en aschblond, om daarna van een grooten
kwast een sneeuw van poeder op haar armen te doen vallen.
Dien kwam terug, ademloos, en het hoofd schuddende met een goedigen
glimlach.
--Dien, witte lakens en tulle, gauw! riepen Freddy, Marie en Paul
tegelijkertijd. Paul was van zijn trap afgeklommen, had het groote
witte kruis, waaronder hij bijkans bezweek, op de estrade geplaatst
en vlijde de matras en tal van kussens aan het voetstuk.
--Dien, witte lakens en tulle, alle tulle en gaas, dat er is! En Dien
bracht het aan, met de andere meiden, wit, alles wit.

V.
Mevrouw Verstraeten was naast haar nicht, Betsy van Raat, gaan
zitten. Zij was gehuwd met den ouderen broêr van Paul.
--Jammer, dat Eline niet is gekomen; ik had op haar gerekend, om de
lange pauzes met wat muziek aan te vullen. Ze zingt zoo lief.
--Ze was waarlijk niet wel, tante. U begrijpt, hoe 't haar spijt,
ooms verjaardag niet te kunnen meêvieren.
--Wat heeft ze?
--Ach, ik weet niet, ze was zenuwachtig, geloof ik.
--Ze moet heusch niet zoo toegeven aan die buien. Met een beetje
energie kom je die nervoziteit wel te boven.
--U weet het, tante, het is de ziekte van het jongere geslacht! zeide
Betsy, met iets als een treurigen glimlach.
Mevrouw Verstraeten zuchtte, en schudde toestemmend het hoofd.
--A-propos, hernam zij. De meisjes zullen morgenavond zeker te moê zijn
om naar de opera te gaan. Zoû je misschien onze loge willen hebben?
Betsy bedacht zich even.
--Ik heb morgen een dinertje, tante, maar toch wil ik de loge heel
gaarne hebben. Alleen de Ferelijns en Emilie en Georges komen, maar
de Ferelijns wilden vroeg weggaan, omdat de kleine Dora weêr niet
wel is geweest, en dan zoû ik met Emilie en Georges een acte kunnen
gaan hooren.
--Nu, dat is dan afgesproken. Ik zal je de kaartjes sturen! sprak
mevrouw Verstraeten, en stond op.
Ook Betsy stond op. Georges De Woude Van Bergh wilde haar juist
aanspreken, maar zij deed, alsof zij hem niet zag. Zij vond hem van
avond onverdragelijk; reeds tweemaal had hij haar aangesproken en
beide malen hetzelfde gezegd, iets over de tableaux. Gedecideerd,
hij had geen conversatie. Morgenavond zoû zij hem ook al moeten
genieten. Tantes loge was een uitkomst.... Haar man stond in de
serre met een groep heeren, den heer Verstraeten, den heer Hovel,
Otto en Etienne Van Erlevoort, die druk redeneerden, en hij luisterde
toe, met zijn groot dik lichaam de bladeren eener palm verdrukkend,
een ietwat dommen lach op zijn goedig gelaat. Ook hij ergerde haar;
zij vond hem archi-vervelend, en een rok stond hem zoo slecht, niets
chic! In zijn duffel zag hij er ten minste flink uit!
En zij vond gelegenheid even tot hem te zeggen:
--Spreek toch eens iemand aan, Henk. Je staat al den heelen tijd in
dien hoek. Circuleer eens een beetje; je ziet er zoo uit, net of je
je verveelt.... Je das zit scheef.
Hij stotterde iets en tastte aan zijn hals. Zij echter keerde zich
om en was weldra te midden van een luidruchtig troepje, dat zich
om freule De Woude geschaard had. Zelfs de melancholieke mevrouw
Van Rijssel, Freddy's zuster, had zich er bij gevoegd. Emilie
De Woude was ongehuwd en droeg haar acht-en-dertig jaren met een
benijdenswaardigen levenslust; haar aangenaam, opgewekt gelaat maakte
een allerinnemendsten indruk. Zij geleek op haar veel jongeren
broêr Georges, maar had iets joviaals, dat zeer afstak tegen zijn
gemaniereerde stijfheid.
Uitgelaten vroolijk had Emilie een kleinen kring, toegelokt door de
komische voordracht harer anecdoten, om zich verzameld. Zij was juist
bezig te verhalen, hoe ze verleden op de bevroren sneeuw gevallen was
voor de voeten van een heer, die haar onbeweeglijk had staan aankijken,
inplaats van haar op te beuren.
--Verbeeld je, mijn mof links, mijn hoed rechts, ik in het midden,
en daar stond hij, met open mond, naar me te kijken....

VI.
Er klonk een belletje; Emilie staakte haar verhaal en vloog uit haar
auditorium weg, om naar voren te komen. Men verdrong zich voor de,
zich opschuivende, porte-brisée.
--Ik kan niets zien! sprak Emilie, zich op haar teenen verheffend.
--Komt u hier op mijn stoel, freule! riep, achter haar een jong meisje,
dat, in een crême toiletje, boven de anderen uitstak.
--Je bent een dot, Toos, heerlijk! Ik kom. Mag ik even passeeren,
mevrouw Van der Stoor; uw dochter redt me uit den nood.
Mevrouw Van der Stoor, een dame, die onder pseudoniem gedichten
schreef, week bits glimlachend uit. Zij was een weinig gefroisseerd
door Emilie's sans-gêne, zijzelve deed geen poging om beter te zien.
Emilie en Cateau Van der Stoor stonden weldra samen op een stoel,
elkander om het middel vasthoudend.
--O, wat mooi! riep Emilie, en zij werd stil van wat zij zag. Uit
de baren eener schuimende zee van gaas verrees een ruw, als uit
wit marmer gehouwen kruis, waaraan een slanke witte vrouw zich in
doodsgevaar vastklampte, terwijl haar voeten door een tulle golf
werden oversproeid. En haar vingeren wrongen zich krampachtig vast
aan de Rots der Eeuwen.
--Het is Lili! hoorde men hier en daar.
--Wat is die Lili elegant! fluisterde Emilie tot Cateau. Maar hoe
zoû ze daar zoo hangen! Hoe houd ze het uit!
--Ze ligt heelemaal in kussens, maar het is toch erg vermoeiend,
zeide Toos. Je ziet natuurlijk niets van die kussens, freule.
--Natuurlijk niet! Het is heel mooi, ik heb nooit zoo iets poëtisch
gezien.... Zeg eens, Toos, ik dacht dat je meê zoû doen?
--Ja freule, maar alleen in het laatste tableau met Etienne Van
Erlevoort. Nu moet ik langzamerhand weg, om mij te gaan verkleeden.
Zij wipte van haar stoel. Het licht weifelde, de deuren schoven
dicht. Een licht applaus klapte als op ongelijke handslagen door de
zaal. Maar weldra herhaalde zich het witte vizioen van schuimend gaas,
en een engel boog zich met roerenden blik over den breeden arm van
het kruis, om de bezwekene, die nu met geloken oog daartegen lag,
op te heffen.
Het applaus weêrklonk krachtiger.
--Marie kan zich natuurlijk weêr niet ernstig houden! sprak Emilie,
haar hoofd schuddend. Ze schatert het straks uit.
Werkelijk trilde er iets zeer ongepast spotachtigs om het fijne
mondje van den engel, terwijl zijn roerende blik eenigszins komiek
werd onder een paar zenuwachtig opgetrokken wenkbrauwen.

VII.
Hoewel men het den artisten aanzag, dat zij moê waren, daar niemand
zich onbewegelijk hield, werd het laatste tableau met tal van
toejuichingen ontvangen. Viermaal, vijfmaal moest het herhaald
worden. Het was eene allegorische voorstelling der Vijf Zinnen,
voorgesteld door de vier jonge meisjes, rijk gedrapeerd in zware
stoffen,--goud- en zilverlaken, brokaat en hermelijn--en door Etienne,
den jongsten broêr van Frédérique, die in een minstreelgewaad het
Gehoor voorstelde.
Het was nu gedaan.
Met de lange pauzes, die de artisten zich veroorloofd hadden, was
het twee uren geworden, en de heer en mevrouw Verstraeten ontvingen
de dankbetuigingen der gasten, die afscheid namen.
--Blijft u nog soupeeren, met Cateau? zeide mevrouw Verstraeten
zachtjes tot mevrouw Van der Stoor. Heel familiaar.
Mevrouw Van der Stoor vond echter, dat het te laat zoû worden; zij
wilde alleen nog op haar dochter wachten.
De artisten hadden zich zoo spoedig mogelijk verkleed en traden de zaal
binnen, waar zij nog van de laatste gasten eenige complimenten over
spel en smaak opvingen. Emilie had zich bij dien zegevierenden intocht
aan de piano gezet, en ontbeukte er de akkoorden eener fanfare aan. Zij
bleef als intieme huisvriendin met Van Raat en Betsy soupeeren.
--Morgen kom je toch, niet waar, Toos; morgenmiddag, om twee uur,
komt de fotograaf! riep Marie.
Het was dan Donderdag, maar Cateau zou niet naar school gaan, om uit
te slapen, en om twee uur zou zij komen.
Afgetobd vielen de artisten neêr in de gemakkelijke stoelen der ruime
serre, waar een koud souper verscheen, een kalkoen, slâ, een taart,
champagne.
--Wat was het mooist? Wat was het mooist? riepen zij allen.
En een ieders opinie werd gewikt en gewogen, bestreden en toegejuicht,
onder een algemeen gerammel van borden, gekletter van vorken en lepels,
geklink van glazen, vol en spoedig leêg.


Hoofdstuk II.

I.
Om halfdrie keerden de Van Raats van het souper terug naar het
Nassauplein. Hun huis was stil, de knecht en de meiden waren naar
bed. Terwijl Henk zijn sleutel in den zak stak, en den bout dwars voor
de huisdeur lichtte, stelde Betsy zich onwillekeurig haar slapenden
jongen voor, roze, met gesloten vuistjes, in zijn wit bedje. Zij
nam de bougie, van den pijler der trap, en ging naar boven; hij met
zijn couranten de eetkamer in. Het gas brandde er, schemerflauw,
een verkleinde waaiervlam.
Zoo ook in haar kleedkamer. Zij draaide de kraan open waardoor
zich het licht snel uitbreidde, en trok haar bonten rotonde van de
schouders. In den kleinen haard wrong zich stuiptrekkend een vurige
tong, als van een heraldischen leeuw. Er zweefde door het vertrek iets
als de lauwheid van een warm bad, vermengd met den zoeten geur van
Violettes de Parme. Even zag zij in de aangrenzende donkere kamer
naar het witte bed van haar kind om, begon zich toen, zuchtende,
te ontkleeden en liet de kanten japon, als een wolk van zwart, haar
heupen afglijden. De deur werd geopend, en Eline kwam, een weinig
bleek, binnen, in een wit flanellen peignoir, met los hangend haar.
--Zoo Elly, nog niet naar bed?
--Neen; ik.... heb wat zitten lezen. Heb je je geamuzeerd?
--O zeker, het was alleraardigst. Ik wou alleen, dat Henk niet zoo
ondragelijk vervelend was. Hij zegt geen stom woord, en zit met zijn
bête gezicht aan zijn horlogeketting te morrelen, tot ze gaan whisten,
in de pauzen.
Eenigszins driftig zette Betsy den eenen voet achter den anderen,
en schopte een schoentje uit, van goudleêr, met kralen.
Eline rekte zich, kwijnend.
--Heb je gezegd aan mevrouw Verstraeten, dat ik ongesteld was?
--Ja, maar zusje, je weet, als ik 's avonds thuis kom, verlang ik
naar mijn bed. Morgen de rest, vindt je niet?
Eline wist, dat haar zuster, 's avonds thuiskomende, of zij zich
geamuzeerd had of niet, immer in een licht korzelige stemming was,
een ergernis, veroorzaakt door den lust zich zoo spoedig mogelijk
te ontkleeden.
Toch had Eline even den aandrang met een bits woord te antwoorden,
maar gevoelde oogenblikkelijk daarop er zich te loom en ontzenuwd
voor. Zij roerde zacht met de lippen Betsy's wang aan, en liet haar
hoofd, geheel onwillekeurig, op den schouder harer zuster neêr,
in een onbedwingbaar verlangen naar teederheid.
--Ben je heusch ziek, hè, of....?
--Neen. Alleen een beetje.... een beetje lui.... Adieu.
--Slaap lekker.
Eline ging, loom en bevallig in haar witten peignoir. Betsy raapte
den kanten japon op, en ontkleedde zich verder.

II.
In de gang kreeg Eline het onbewuste gevoel van buiten de deur gezet
te zijn, dat haar, zeer vaag, onaangenaam aandeed. Den geheelen avond,
toegevende aan een gril van loomheid en verveling, had zij alleen
gezeten, en langdurige eenzaamheid deed haar spoedig melancholiek
worden, en naar een schertsend woord en het bijzijn van anderen
verlangen. Besluiteloos bleef zij een oogenblik in het donker staan,
en ging, in hare behoefte naar eenige aanspraak, tastende de trap af,
de eetkamer binnen.
Henk had zijn rok op de bank neêrgegooid, en stond zich, in vest en
hemdsmouwen, zijn traditioneelen grog klaar te maken. Heete wasem
wolkte het glas uit, terwijl hij den ketel weêr op de vuurstoof
plaatste.
--Zoo meisje! groette hij met zijn joviale stem, en innemende
goedmoedigheid speelde in zijn soezige, blauwgrijze oogen en om
zijn zwaar en blond beknevelden mond. Heb je je niet erg verveeld,
zoo geheel verlaten?
--Wel een beetje. Misschien jij nog meer? vroeg zij, hem behaagziek
toelachend.
--Ik? Wel neen. Integendeel, de tableaux waren heel aardig. Wijd
zijne beenen uit-een zettende, slurpte hij behagelijk aan zijn
gloeienden grog.
--Is de peuter stil geweest?
--Ja. Hij is niet wakker geworden. Blijf je nog op?
--Even de couranten inzien. Maar waarom ben jij nog niet naar kooi?
--Ach.... zoo maar....
Zij rekte zich weer kwijnend voor den spiegel, en wond zich, met
opgeheven armen, het loshangende haar tot eene glanzend bruine
wrong. Zij gevoelde eene behoefte hem veel en vertrouwelijk te
verhalen, zocht naar iets, maar vond in hare leêge, verdroomde
gedachte geen enkel onderwerp, geen enkele grief. Zij was gaarne in
tranen losgebarsten, in de overmaat eener, niet al te scherp vlijmende,
smart, alleen om zijne zachte, zware stem haar te hooren troosten. Maar
zij vond niets en bleef zich kwijnend rekken.
--Is er wat, hé? Hè meisje? Kom vertel eens, is er wat?
Starend schudde zij het hoofd van neen, Neen er was niets.
--Nou, maar je kan het mij gerust vertellen, hoor!
--Ach.... ik heb een beetje het land.
--Waarover?
Zij kreunde even in eene behaagzieke pruilerij.
--Ach.... ik weet niet. Ik ben wat zenuwachtig, al den heelen dag.
Hij lachte, met zijn zachten, vollen, diepen lach.
--Jij met je zenuwen! Kom, zusje, wordt nu weêr vroolijk, hé? Je
bent zoo een gezellige meid, als je wat vroolijk bent, je moet je
niet aan die buien overgeven....
Hij gevoelde, dat zijne welsprekendheid niet toereikende was om haar
dit verder te betuigen, en dus besloot hij, schertsend:
--Wil je een grogje, zus?
--Dank je.... Ja, een slok uit je glas.
Zij wendde zich tot hem, en lachende onder zijn blonde knevels,
hief hij het wasemende glas aan hare lippen. Toen zag hij door de
half gesloten oogleden een traan glinsteren, dien zij tegenhield. En
eensklaps, als besloten, zette hij zijn glas neêr, en vatte haar
de handen.
--Kom, meisje, vertel eens, daar is wat, er is wat gebeurd met Betsy,
of.... kom, anders ben je zoo vertrouwelijk met me.
En hij blikte haar verwijtend toe met zijn soezigen, dommen blik,
als van een goedigen New-Foundlander.

III.
Toen, toen barstte zij los, en, door snikken onderbroken, stroomden de
klachten voort, schijnbaar zonder aanleidende oorzaak, verteederd als
zij was geworden door zijne stem en zijn oog. Het was eene onhoudbare
behoefte zich te uiten. Wat had zij aan haar leven, voor wie was
zij eenigszins van nut! De handen in elkaâr gewrongen, liep zij het
vertrek op en neêr, immer klagende, klagende. Het zou haar niets
kunnen schelen binnen een uur te sterven; alles was haar het zelfde;
alleen dat doellooze, nuttelooze bestaan, zonder iets waaraan zij
zich met hare geheele ziel kon wijden, werd haar te zwaar.
Henk sprak tegen, eenigszins verlegen met de scène, die toch niets
anders was dan eene bekende, een periodiek terugkomende scène. Hij
praatte over Betsy en Ben, hun jongen, over hemzelven; hij had het op
de lippen haar te spreken van een eigen huishouden, dat de toekomst
haar zou toebeschikken, maar iets als eene kiesche aarzeling hield
hem hiervan terug. Zij, op deze tegenwerpingen, schudde het hoofd,
een boudeerend kind gelijk, dat het verlangde niet krijgt en het
aangebodene weigert, en woest wierp zij op eens haar hoofd tegen zijn
schouder en snikte daar, een arm om zijn dikken nek geslingerd. Zoo
klaagde zij voort met lossamenhangende zinnen, in haar nervoziteit
geprikkeld door een avond eenzaam gemijmer in een overwarme kamer,
steeds terugkomende op haar doelloos leven, dat zij voortsleepte als
een vervelenden last, en er klonk iets in hare stem als verweet zij
dit alles aan hem, aan Henk, aan haar zwager. Hij, zeer verlegen,
ontroerd door de geurige warmte dier omhelzing, die hij toch niet
al te teeder mocht beantwoorden, verbrak dien hobbelenden stroom van
gebroken zinnen alleen met een paar banale troostwoorden.
Langzaam, langzaam aan, op den vollen, zachten toon zijner zware
stem, liet zij hare melancholie wegwiegelen, als eene wemeling van
rozenbladeren op een vliet.
Eindelijk zweeg zij, loosde een zucht, maar bleef met haar hoofd op
zijn schouder rusten. Nu zij bedaarder werd, vond hij het gepast, zich
wat boos te maken over haar onverstand.... Wat een lariflang was dat
toch! Wat een onzin! Wat drommels, wond ze zich toch altijd zoo op....
--Neen, Henk, waarlijk....! begon ze, en hief haar vochtigen blik
tot hem.
--Meisje, je zeurt met je doelloos leven, en al dat moois meer. Waar
haal je toch die dingen vandaan? We houden immers allemaal van je....
En, bij de herinnering zijner onuitgesproken gedachte van zoo even,
ging hij voort:
--Een jonge meid.... en dan praten van een doelloos.... Zus, je
bent dol!
Toen, als gekitteld door zijne gedachte, en bovenal meenende,
dat de filozofie genoeg geduurd had, schudde hij haar op eens met
schertsende woestheid bij heur armen, en kneep haar in den treurenden
mond. Lachend stribbelde zij tegen; de uitbarsting had in haar iets
als een verbroken evenwicht hersteld. Toen beiden eenige oogenblikken
daarna samen de trap opgingen, moest zij een schatergil onderdrukken,
daar hij haar plotseling tilde en droeg, terwijl zij, bevreesd,
dat hij zoude struikelen, half smeekte, half beval:
--Kom Henk, laat los, hoor! Wees nu niet zoo dwaas, Henk, laat los,
Henk!


Hoofdstuk III.

I.
Eline Vere was de jongste der beide zusters, donkerder van haar en
oogen, slanker, minder rijk van vormen. Haar schaduwvolle, zwartbruine
blik, bij de geämberde bleekheid van haar tint en het kwijnende van
sommige heurer gebaren, gaven haar iets van een loome odàliske, die
droomde. Die schoonheid verzorgde zij zeer, als een dierbaar juweel,
dat men laat fonkelen en flonkeren, en deze aanhoudende zorg deed haar
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Eline Vere: Een Haagsche roman - 02
  • Parts
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 01
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 1537
    41.3 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    63.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 02
    Total number of words is 4423
    Total number of unique words is 1679
    37.3 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    61.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 03
    Total number of words is 4663
    Total number of unique words is 1510
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 04
    Total number of words is 4619
    Total number of unique words is 1542
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 05
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1444
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 06
    Total number of words is 4577
    Total number of unique words is 1500
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    56.5 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 07
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 1459
    44.2 of words are in the 2000 most common words
    59.1 of words are in the 5000 most common words
    66.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 08
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1490
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 09
    Total number of words is 4684
    Total number of unique words is 1356
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 10
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1482
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 11
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1421
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 12
    Total number of words is 4634
    Total number of unique words is 1495
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    57.9 of words are in the 5000 most common words
    66.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 13
    Total number of words is 4644
    Total number of unique words is 1401
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 14
    Total number of words is 4583
    Total number of unique words is 1453
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 15
    Total number of words is 4738
    Total number of unique words is 1431
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    61.2 of words are in the 5000 most common words
    68.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 16
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1457
    43.8 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 17
    Total number of words is 4723
    Total number of unique words is 1461
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    58.9 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 18
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1444
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    69.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 19
    Total number of words is 4781
    Total number of unique words is 1304
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 20
    Total number of words is 4740
    Total number of unique words is 1320
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    61.9 of words are in the 5000 most common words
    69.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 21
    Total number of words is 4710
    Total number of unique words is 1187
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 22
    Total number of words is 4806
    Total number of unique words is 1277
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    73.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 23
    Total number of words is 4785
    Total number of unique words is 1358
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 24
    Total number of words is 4796
    Total number of unique words is 1357
    48.4 of words are in the 2000 most common words
    63.6 of words are in the 5000 most common words
    72.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 25
    Total number of words is 4766
    Total number of unique words is 1370
    48.4 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 26
    Total number of words is 4765
    Total number of unique words is 1371
    45.3 of words are in the 2000 most common words
    59.8 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 27
    Total number of words is 4786
    Total number of unique words is 1386
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.8 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 28
    Total number of words is 4700
    Total number of unique words is 1411
    47.0 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 29
    Total number of words is 4683
    Total number of unique words is 1493
    45.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 30
    Total number of words is 4687
    Total number of unique words is 1397
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    62.2 of words are in the 5000 most common words
    68.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 31
    Total number of words is 4803
    Total number of unique words is 1373
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 32
    Total number of words is 4722
    Total number of unique words is 1327
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 33
    Total number of words is 4750
    Total number of unique words is 1389
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 34
    Total number of words is 4789
    Total number of unique words is 1319
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 35
    Total number of words is 4947
    Total number of unique words is 1110
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 36
    Total number of words is 4801
    Total number of unique words is 1253
    51.7 of words are in the 2000 most common words
    68.0 of words are in the 5000 most common words
    75.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 37
    Total number of words is 4701
    Total number of unique words is 1122
    54.0 of words are in the 2000 most common words
    68.4 of words are in the 5000 most common words
    75.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 38
    Total number of words is 4738
    Total number of unique words is 1409
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 39
    Total number of words is 4248
    Total number of unique words is 1310
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.