Eline Vere: Een Haagsche roman - 38

Total number of words is 4738
Total number of unique words is 1409
46.5 of words are in the 2000 most common words
61.6 of words are in the 5000 most common words
70.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
voorgevallen. Ze zag, dat ik er onder gebukt ging; toen heeft ze me
gevraagd wat ik had.
Frédérique richtte zich op.
--Wat! riep ze uit, steeds met haar arm om zijn hals. Wist je mama
dat je mij gevraagd had, dat ik je had afgewezen?!
--Ja!
--En ze heeft met me gesproken, alsof ze van niets wist! Want hoor
nu eens....
Frédérique vertelde van dien avond toen mevrouw haar heur geheim
ontlokt had.
--Die mama! sprak hij zacht, toen zij geëindigd had. Dat heeft ze me
ook niet verteld. Wanneer was dat? Kan je je dat herinneren?
--Eergisteren.
--En gisteren ochtend kreeg ik een brief om over te komen. Een brief
over geldzaken!
Zij zagen elkaâr zacht glimlachend aan.
--Ik begrijp er heusch niets van! fluisterde Freddy en omhelsde hem
vaster, te gelukkig om veel te peinzen. Ik weet alleen, dat ik nu je
vrouwtje ben....
Hij kuste haar.
--Mij is het ook niet geheel en al duidelijk, fluisterde hij,
in dien kus, terug. Maar waarom zouden wij er eigenlijk ons hoofd
over breken....

XI.
Dien avond kwamen de Verstraetens, met Georges en Lili, op het
Voorhout; aan Etienne werd te Leiden getelegrafeerd over te komen en
mevrouw Van Erlevoort verzocht ook Henk en Betsy.
Het was nadat Eline haar engagement verbroken had, de eerste keer, dat
zij er kwamen. Maar nu was alles goed. En er werd niet meer geweend,
maar men was zeer vroolijk, want het engagement was voor allen een
verrassing. Men was er volstrekt niet op voorbereid geweest.

Toen mevrouw Van Raat dien avond, uitgeput van emoties, thuis kwam
en te moê om zich aanstonds te ontkleeden, nog een pooze in haar
grooten stoel zat, de geaderde handen gevouwen in haar schoot, het
grijze hoofd op de borst, verwonderde het haarzelve, dat zij dit had
kunnen te weeg brengen. Zij met hare melancholie, hare dofheid, zij,
die slechts in het verleden placht te leven! Maar het had het geluk
van haar kind gegolden en hare vroomheid had haar gesterkt...


Hoofdstuk XXXV.

I.

Oom Daniël en tante Elize waren niets verwonderd, toen Eline, eenige
dagen na het vertrek van St. Clare en Vincent, hun mededeelde, dat
zij voornemens was naar Den Haag terug te keeren. Zij wisten hoe
grillig Eline was, nu dit en dan dat verlangde, en nooit tevreden
was. Maar thans verlangde Eline niet uit grilligheid naar een andere
woonplaats. Het was haar, sedert de soirée, waarop St. Clare haar een
weinig brusk gevraagd had hoe zij "hier kwam", alsof er een gordijn
voor haar blik was opgerezen, alsof zij plotseling inzag, dat zij bij
oom en tante en vooral bij hunne côterie niet thuis behoorde. En het
was uit achting, uit vriendschap, misschien uit liefde voor St. Clare,
dat zij hare Brusselsche vrienden verlaten wilde.
Zij schreef aan Henk en verzocht hem twee kamers voor haar te huren in
een pension voor dames, of in een der nieuwe deftige hôtels-garnis. Zij
kreeg daarop aanstonds brieven van Henk, van Betsy, van de oude mevrouw
Van Raat, die haar allen verzochten, niet op kamers te gaan wonen,
maar bij hen haren intrek te nemen. Betsy schreef haar, dat zij
alles vergaf en vergat, wat er gebeurd was, zoo Eline op hare beurt
ook alles wilde vergeven en vergeten, en smeekte Eline toch niet zoo
excentriek te zijn en op zichzelve te gaan wonen, wanneer er plaats
was in het huis harer zuster. Ook de oude mevrouw Van Raat schreef
zeer dringend, zeer hartelijk. Maar Eline weigerde, met herhaalde
betuigingen van dankbaarheid, zeer beslist en niemand kon haar van
gedachte doen veranderen.
Henk haalde dus met een ongelukkig gezicht de schouders op en
zocht met Betsy twee fraaie kamers uit in een groot pension op het
Bezuidenhout. Eline kwam daarop in Den Haag.
Zij herinnerde zich hoe moê van haar slingeren en reizen zij den
vorigen zomer in Den Haag was gekomen, ten huize der oude mevrouw
Van Raat. Zij vergeleek haar matheid van die dagen met de uitputting,
welke haar nu, als het ware, uitmergelde en zij gevoelde zelfs geen
kracht om er over te weenen. Ter wille van haar genegenheid voor
St. Clare had zij hare laatste levenskrachten bijeen verzameld, om nog
eens te worden zooals zij geweest was, innemend, lieflijk, zoo niet
schitterend. En nu, dat St. Clare vertrokken was, bespeurde zij, hoe,
ofschoon ze tegenover hem steeds oprecht en zichzelve was geweest, zij
zich desniettemin, als onbewust had opgewonden, had opgeschroefd, om
hem niet geheel en al een uitgeput wezen, een lijk toe te schijnen. Nu
die opwinding, die opschroeving niet meer noodig waren, viel ze,
als geknakt, ineen. De emotie van haar laatste bekentenis, had haar
daarbij zeer aangegrepen, en het werd haar zekerheid dat zij zich
nooit meer uit haar lichamelijke uitputting en haar zedelijke onmacht
zou vermogen op te richten.
Zij hoestte zeer hevig en Reijer behandelde haar opnieuw. Maar
zij sprak hem niet van haar Brusselschen dokter, die haar de
morfinedroppels had voorgeschreven, daar zij zich herinnerde,
dat Reijer haar nooit een slaapmiddel had willen toestaan. Het was
Februari, de koû was snerpend en zij ging nooit uit.
Wanneer zij nu des morgens opstond, gevoelde zij zich, als vroeger bij
mevrouw Van Raat, te loom, om zich aanstonds te kleeden; zij hulde
zich in een peignoir en zonk op een divan neêr. Dan overviel haar
een zalig gevoel, dat zij zich aan niemand behoefde te storen, dat
zij zich volstrekt niet behoefde te kleeden en dat zij zoo, ongekapt,
op haar muilen, blijven kon, zoolang zij verkoos. Vaak vonden mevrouw
Van Raat of Betsy, mevrouw Verstraeten of Marie en Lili haar zóo,
ongekleed, slordig, wezenloos starende uit het venster. Zij las niet,
zij deed niets, en er gingen uren voorbij, dat zij ook aan niets
dacht. Somtijds wierp zij zich plotseling op den grond, het gelaat
geperst op het tapijt, en het werd donker, donker, donker, totdat
een klop op de deur,--de meid, die heur middageten bracht--haar met
een plotselingen schrik deed opstaan. Dan at zij alleen, een zeer
klein beetje, en dan grifte er zich een akelig lachje om haar lippen
waarover tegelijk iets satirisch en iets idioots schemerde.
De nachten, die op deze dagen volgden, waren voor Eline uren des
schriks. Alles begon in haar te leven, en zij werd als geëlectriseerd
door den angst, dat zij niet slapen kon. Een duizelende helderheid
klotste in haar hersenen, het gesuizel gonsde in haar ooren. Een
maalstroom van herinneringen wentelde in haar om, vizioenen
verrezen. Zij schrikte voor alles, voor een schaduw, voor een speld,
die op den grond glinsterde. Maar zij nam haar druppels: een doffe
slaap viel ten laatste als een mantel van lood op haar neêr.

II.
Minuten lang bleef zij soms voor den spiegel turen op haar verwelkt
gelaat. Tranen welden dan in haar oogen, wier glans als voor immer
uitgebluscht scheen, en zij dacht aan vroeger. Zij verlangde het
verleden terug te hebben, zonder zich goed rekenschap te geven
wat haar het verleden geweest was, want zij kon in den laatsten
tijd niet meer doordenken, alsof aan haar gedachten een grens was
gesteld, die niet overschreden mocht worden. Die dofheid verlichtte
echter haar melancholie, die, ware zij helder van hersenen geweest,
tot een onovertrefbare crizis zou gestegen zijn. Maar in plaats van
die melancholie, doorstreed zij thans uren van vertwijfeling, waarin
zij niet wist, wat zij zou aanvangen met haar nutteloos lichaam, haar
nutteloos bestaan, dat zich in hoestbuien voortsleepte, tusschen die
vier muren... Dan weende zij bitter om haar onvoldane verlangens,
en zij wrong zich op den grond en strekte de armen uit naar een
beeld dat haar niet duidelijk was. Want zoowel in haar droomen als
in hare reëele gedachten begon zij Otto en St. Clare te verwarren;
opmerkingen en gezegden, denkbeelden van den een schreef zij aan den
ander toe en zij was zich niet meer bewust wien zij ooit in waarheid
lief had gehad, of nog had. Wanneer zij in zulke twijfelingen wilde
doordenken, hield de, niet te overschrijden, grens haar steeds tegen
en haar onmacht maakte haar woedend: zij sloeg zich met gebalde vuist
op het hoofd, als was daar iets, dat zij met geweld wilde heelen.
--Wat is dat toch? vroeg zij zichzelve dan radeloos af. Waarom vergeet
ik honderden dingen, die gebeurd zijn, en waarvan ik alleen onthouden
heb, dàt ze gebeurd zijn! O, die dofheid, hier in mijn hoofd! Liever
de ellendigste pijn dan die dofheid! Het is of ik gek word...
Een huivering kroop haar als een kille slang over den rug bij
die gedachte. Veronderstel, dat zij gek werd: wat zou men dan met
haar doen? Maar zij wilde die verschrikkelijke veronderstelling
niet uitwerken, ofschoon het haar werd, dat zij, over dat spook van
opkomenden waanzin doordenkend, plotseling de, niet te overschrijden,
grens harer gedachten zou hebben overschreden. Maar was die
overschreden, dan ook was zij... krankzinnig!
Zij bedekte in zulke oogenblikken het gelaat met de vingers, die
zij in de ooren perste, als wilde zij niet hooren, niet zien, als
zou de eerste indruk, dien zij nu ontvangen zou, haar krankzinnig
maken. En zij was daar zoo bang voor, dat zij Reijer geen woord over
de dofheid zeide....
Haar onafgebroken energieloos nietsdoen deed haar zich geheel en al,
als een slavin, aan vreemde fantazieën en hersenschimmen overgeven,
die vaak tot onzinnige extazes stegen, waaruit zij eensklaps met
ontzetting ontwaken kon. Liggende op hare bank, zenuwachtig spelende
met de kwasten der kussens, met het losse haar, dat verward om haar
heen slingerde, herdacht zij hare theatrale illuzies uit den tijd,
toen zij met Paul duetten had gezongen en toen zij gemeend had Fabrice
te beminnen. Dan werd zij actrice, zij zag de planken, het publiek,
zij glimlachte, en boog, het regende bloemen...
Als onbewust stond zij dan van de bank op, neuriede zacht met
hare gebroken stem een recitatief, een fraze uit een Italiaansche
aria en bewoog zich in hare kamer, als speelde zij een rol... Zij
acteerde, zij rekte hare armen met wendingen van wanhoop of strekte
ze smachtend uit naar een vluchtenden geliefde; zij zeeg op hare
knieën neêr en verbeeldde zich voortgesleept te worden, hoewel zij om
genade smeekte.... Verschillende rollen verwarden zich in haar brein:
Marguérite, Juliette, Lucie, Isabelle, Mireille. Zij speelde van die
allen in weinige minuten de meest tragische scènes. En plotseling ruw,
ontwaakte zij dan uit dien waanzin, zag zij dat zij zich alleen in
hare kamer bevond, dat zij vreemde gebaren maakte....
Dan ontzette zij voor zichzelve, en sidderend dacht ze:
--O God! zal het waar worden?
Na zulke oogenblikken bleef zij met angstig starende oogen roerloos
liggen, als verwachtte zij, dat er elk oogenblik eene verpletterende
catastrofe zou gebeuren, als zouden de gelaatstrekken der beelden,
de figuren der schilderijen en platen om haar heen plotseling levend
worden en een grijnzenden lach uitstooten, hard en onmeêdoogend als
van duivels...
Na zulk een dag poogde zij, in een stille ontzetting, zichzelve te
worden. Des ochtends, uit haar looden, kunstmatigen slaap ontwaakt,
stond zij in eens op, kleedde zich met veel zorg en ging aanstonds
uit, boodschappen doen, koffiedrinken bij Henk en Betsy, bij de
Verstraetens of bij mevrouw Van Raat visites maken. Zij klaagde over
hare eenzaamheid, en daar zij zich in zulk een oogenblik innemend
toonde, vroeg men haar uit medelijden hier of daar ten eten. De avond
ging dan ook vroolijk om en zij keerde huiswaarts, verheugd dat er
weêr een dag voorbij was, maar... zwijmende van vermoeidheid door
hare ongewone emoties, door haar opgeschroefde scherts, onnatuurlijk
en schel van lach en hoestende, hoestende... En zij bekocht zulk een
dag des nachts duur: de druppels hielpen niet; zij bleef klaar, klaar
wakker, aangevochten door krankzinnige nachtmerries, door spooksels
van haar zieken geest, terwijl de dag nog eens haar voorbij trok met
zijn ongewone drukte.
De kennissen praatten veel over Eline, en Betsy zeide dikwijls, met een
bedenkelijk gezicht, hoe ze vreesde, dat het niet goed met Eline ging:
Eline was tegenwoordig zoo vreemd en Reijer was ook niet tevreden. En
de kennissen beklaagden haar; die arme Eline! Vroeger was ze zoo mooi,
zoo elegant, zoo vroolijk en nu was ze als een schim, wanneer zij een
enkelen keer over de straten liep, met hare zenuwachtige, ongelijke
stappen, het mofje aan den mond, en bijna iets verlegens in den knik,
waarmede zij de Van Larens, de Hijdrechten, de Oudendijks groette. O
ja, ze was wel erg ziek, dat was haar wel aan te zien...

III.
Het regende: een koude, geeselende Maartsche regen en Betsy zat
thuis, in het violette kabinetje, dat op de serre uitkwam. Het was
er eenigszins donker, maar Betsy had haar fauteuil in het licht
geschoven en zoo zat zij goed om te lezen: Pêcheur d'Islande van
Pierre Loti. Maar het boek verveelde haar; hoe konden visschers nu
zoo sentimenteel zijn! Langs de palmen der serre zag zij een enkelen
keer in den dorren tuin, waar de regen de kale takken striemde. Ben
zat op den grond, bij haar fauteuil, zijn dik hoofdje gedrukt in de
japon zijner moeder, en hij keek zeer aandachtig naar een grooten tak
van een bladerloozen kruliep, die telkens de wanhopigste wendingen
maakte onder den stortvloed. Op eens zuchtte hij.
--Wat is er Ben? Heb je iets? vroeg Betsy.
--Neen, ma! antwoordde hij, verwonderd opziende, met zijn langzaam
stemmetje.
--Waarom zucht je dan zoo, kind?
--Ik weet niet, ma!
Zij zag hem even doordringend aan; toen legde zij haar boek weg.
--Kom eens hier, Ben.
--Waar maatje?
--Hier, op mijn schoot.
Hij klauterde langzaam op haar schoot en glimlachte. Hare bruske stem
had tegenwoordig vaak iets zachts, als zij haar eenig kind toesprak.
--Hoû je van moes? vroeg zij liefkoozend.
--Ja.
--Omhels me dan eens.
Hij sloeg zijne armpjes om haar hals.
--Geef me nu een zoen.
Steeds met zijn idioot glimlachje, kuste hij haar.
--Maatje is nooit stout, niet waar? vroeg Betsy.
--Neen.
--Wil je zoo bij moes blijven liggen?
--Ja.
Hij nestelde zich, de groote jongen van zeven jaar, tegen haar borst.
--Zeg eens, Ben, is er iets wat je verlangt? Wil je niet iets moois
van moes hebben?
--Neen, dank u.
--Bijvoorbeeld een wagentje met een klein paard, een heuschig paard,
een poney. Dan kan Herman je leeren mennen.
--Ach neen, dank u! sprak hij op een toon, als verveelde zij hem
een beetje.
Zij werd bijna ongeduldig en was op het punt tegen hem uit te varen
en hem te zeggen, dat hij een lamme jongen was. Maar dat ongeduld
duurde slechts een seconde: zij knelde hem vaster en kuste hem.
--Nu, maar als er iets is, wat je wilt, moet je het zeggen, hernam
zij, bijna weenend. Zal je het dan zeggen, Ben? Zeg vent? Zal je het
dan heusch aan moesje zeggen?
--Ja, antwoordde hij op een toon van groote voldoening.
En zij sloot de oogen, rillende bij de gedachte dat haar kind idioot
was. Het was als een straf, die op haar drukte. Maar wat had zij
dan misdaan?
Zij las niet verder en zij hield hem steeds op haar schoot waar hij
stil tegen haar aan bleef liggen, toen zij door den salon iemand
hoorde naderen. Het was Eline.
--Zoo, dag Elly.
--Dag Betsy, dag Ben.
--Ben je uitgegaan, met dien regen?
--Ik heb een rijtuig genomen: ik kon niet langer thuis blijven. Dat
weêr maakte me zoo melancholiek, en ik dacht... ik dacht gek te worden
van verveling. O God!
Zij liet zich, als met een kreet van vertwijfeling, in een stoel neêr,
en rukte hare kleine voile los, als was het haar benauwd.
--Stel je voor; altijd de vier muren van je kamer; niemand bij je,
niets waarin je belang stelt; is dat niet om dol te worden? Ik kan
het tenminste niet langer uithouden: als het langer duurt word ik
krankzinnig....
--Eline, prends garde: l'enfant t'écoute!
--Hij.... hij begrijpt dat niet en denkelijk zal hij dat nooit
begrijpen! voer zij heesch voort. Ben, hoor eens: kom eens hier. Weet
je wat je doen moet, later als je groot bent? Nooit ook maar aan het
minste denken, ventje! Zie je, je moet eten, en drinken en plezier
maken net zoo lang als je kan en dan.... dan.... moet je trouwen! Maar
je moet niet denken, hoor!
--Eline! Vraimant, tu es folle! riep Betsy driftig, meer vreezende
voor haar kind, dan voor hare zuster.
Eline lachte luid en haar luide lach, de schelle woorden van haar
opgewonden stem, die als de uiting eener zenuwachtige extaze was,
verschrikten Ben. Hij bleef haar met groote oogen en open mond
aanzien. Maar zij lachte steeds.
--O, hij begrijpt er niets van, de kleine man! Niet waar, je begrijpt
niet wat tante raaskalt! Maar het is heerlijk zoo te raaskallen! Ik
woû, dat ik iets heel dols, iets vreeslijk bespottelijks kon doen,
maar ik weet niets, ik ben tegenwoordig zoo bot, dat ik niets kan
uitdenken. Was Elize maar hier, die zou wel wat weten. Weet je wat we
eens gedaan hebben, Elize en ik, den eersten keer, dat ik te Brussel
logeerde? Ik heb het vroeger nooit durven vertellen, maar nu durf ik
alles, het kan me niets meer schelen. Verbeeld je, we zijn 's avonds
met ons beiden, alleen, gaan wandelen, zoo op avonturen uit, weet
je. Je zegt er nooit een woord van, hoor. Toen hebben we twee heeren
ontmoet, twee charmante heeren, die we volstrekt niet kenden. Daarmee
zijn we gaan toeren.... in een open landauer en toen zijn we.... in
een café gegaan....
Haar verhaal was steeds onderbroken geweest door nerveuze, schelle
lachjes en bij de laatste woorden schaterde zij het luidkeels
uit, terwijl haar gelaat zich verwrong, terwijl zij huilde van
opgewondenheid. Er was geen woord van haar verhaal waar, maar zij
geloofde er op dit oogenblik zelve aan.
--Stel je voor in een café.... in een café!! En toen....
--Eline, ik bid je, praat toch niet zoo dwaas! vroeg Betsy zacht.
--O, jij vindt het vreeslijk shocking, niet waar? Nu maar stel je
gerust, zoo erg was het niet.
Zij lachte nog steeds, zeer gedwongen, weenende en ten laatste barstte
zij in snikken uit.
--O, die akelige Reijer! Ik heb altijd zoo een pijn, hier in mijn
hoofd, en het kan hem niet schelen, hij zeurt altijd alleen over
mijn hoest. Dat weet ik nu wel, dat ik hoest. O, God! En het is zoo
vervelend in dat pension.
--Waarom kom je niet bij ons terug!
--Ach, we zouden immers na drie dagen elkaâr de haren uit het hoofd
trekken! schaterde Eline smartelijk. Nu we elkaâr zelden zien, gaat
het immers veel beter!
--Heusch, ik zou al mijn best doen, dat je het goed bij ons
hadt! smeekte Betsy, ontzet over Eline's akelige opgewondenheid. We
zouden alle zorgen voor je hebben! Ik zou me geheel naar je schikken.
--Maar ik niet naar jou! Neen, dank je hartelijk, hoor! Vrijheid boven
alles. Hoe kan je toch zoo leuteren! We zouden immers oogenblikkelijk
kibbelen, we kibbelen immers nu al.
--Waarom zeg je dat! Ik kibbel volstrekt niet. Ik wil niets liever,
dan dat je van avond nog bij ons komt.
--Betsy, schei daar nu dadelijk over uit of ik ga weg en je ziet me
nooit weêr terug. Ik wil nu eenmaal niet meer bij je wonen, hoor je,
ik wil niet, ik heb er genoeg van gehad!
Zij neuriede iets.
--Blijf je dan bij ons eten, van middag? vroeg Betsy huiverend.
--Dolgraag! Maar ik ben moê, je zal niet veel conversatie aan me
hebben. Wat doen jullie van avond?
--We gaan naar de Oudendijken. Ben je niet geïnviteerd?
--Neen, ik maak er nooit visites.
--Waarom niet?
--Wel, ze kunnen voor mijn part ophoepelen, die Oudendijken! O,
o mijn hoofd! Ik ben dood.... Mag ik wat gaan liggen, op een bank?
--Zeker.
--Dan ga ik op Henks kamer, daar is zoo een gezellige divan.
--Daar is geen vuur....
--O, dat komt er niet op aan.

IV.
Zij ging naar boven, naar Henks zitkamer. Henk was uit. Zij trok
er haar mantel uit en zette haar hoed af. Toen nam zij een sigaar
uit een koker, beet er een puntje af en stak op, maar aanstonds
walgde zij van den bitteren smaak en ze wierp het ding weg. Toen
liet zij zich op den divan neêr. Haar oog viel op een wapenrek,
een trofee van degens, krissen, pistolen. Stel eens voor, dat ze
zichzelve van kant wilde maken, hoe zou ze het dan doen? Een kris in
haar borst? Een kogel door haar mond? O, neen, neen, ze zou er nooit
den moed toe hebben en daarbij, ze zou nooit een kris of een pistool
weten te hanteeren. Misschien zou zij zich slechts verwonden, verminken
en.... blijven leven. Maar daarbij, de dood was nog verschrikkelijker
dan het leven. De dood was iets, waar zij nooit aan dorst denken, iets
ontzettend ruims, zwarts en leêgs, iets onzegbaars. Zou er een leven
zijn hiernamaals, zou er een God zijn? Zij herinnerde zich vroeger
zoete vizioenen gekoesterd te hebben van azuren landschappen, gebaad
in een diamanten glans, doorzweefd van zingende engelen, wier wieken
straalden als zilver dons. En vér, zeer ver in etherische verschieten,
op een wolkentroon, een gestalte, nauw zichtbaar, iets koninklijks
en ijls. Een pooze verrees het vizioen nu opnieuw en het scheen haar,
dat zijzelve zweefde, dat er lichtheid in en om haar was, een gesuizel
van glans en zang. Maar aanstonds volgde een schok: het was als viel
zij duizelingwekkend snel, als draaide alles en zij zag alleen... dat
wapenrek! Neen, neen, nooit een pistool, nooit een dolk! Ook niet
vergif, want het zou haar blauw en groen maken; men zou haar vinden
met een uitgepuild, verwrongen gelaat, en men zou van haar huiveren,
zoo leelijk! Zoo zij zich verdronk? Ook dan werd zij leelijk; hare
leden zouden, als in waterzucht, zijn opgezwollen, zoo men haar had
opgevischt! Maar die dood was zalig, naar men zeide. Men zag in het
water, dat zich boven de stervende sloot, de schoonste kleurenprisma's
in blinkend coloriet omwentelen, en men sliep in, steeds dieper en
dieper zinkend als in deinende kussens. En de lelies en biezen van een
meer zouden de verdronkene tooien als een Ofelia. Maar zulke meren met
lelies en biezen kende zij niet en in Den Haag waren slechts stinkende
groene grachten... o, dat nooit! De waterpartij in de Boschjes, de zee
te Scheveningen? Neen, neen, ze was zoo bang en zwak: ze zou zich nooit
tot zulke heldhaftigheid kunnen opschroeven; ze zou nu ook nooit hebben
durven doen wat zij eens gedaan had, 's nachts in een storm vluchten,
alleen kampende met windvlagen en regenstroomen. En zij kwam tot het
besluit, dat zij ook niet zou wagen, zich op te hangen of te wurgen,
dat zij nooit, op welke wijze ook, zou durven zich te vermoorden. Zij
huiverde, sidderde, rilde als in een koorts van ontzetting over hare
verschrikkelijke gedachten.
Toen vulde haar een groote weemoed, die haar verweekte.
Waarom had zij zoo moeten worden? Waarom had zij niet gelukkig
mogen zijn met Otto, of waarom had zij St. Clare niet ontmoet, toen
zij achttien jaar was? Wat had zij gedaan, dat zij zoo diep, diep
ongelukkig had moeten worden? Had zij ooit iemand kwaad gedaan? Had
zij tante Vere niet goed opgepast in hare ziekte: had zij later voor
Vincent niet haar geluk opgeofferd? O, zoo zijzelve gelukkig had kunnen
worden, wat had zij niet veel geluk om zich verspreid! St. Clare,
of neen, Otto, dacht ze, had eens gezegd, dat zij schatten in zich
liet sluimeren. Zij zou die schatten verdeeld hebben en ieder met de
juweelen harer zaligheid hebben bestrooid. Maar het had zoo niet mogen
worden: zij was zoo verpletterd zwaar met het leven belast geworden,
en zij wist nu, dat zij gaarne zou willen sterven. O, ja, zoo gaarne,
ze was zoo moe...
De regen had opgehouden en het werd donker. Uitgeput van hare sombere
mijmeringen lag zij lang gedachteloos en leêg van brein neêr, tot zij
in slaap viel. Zij werd uit die sluimering gewekt door een zwaren stap
op het portaal, en eer zij zich geheel bewust was, trad Henk binnen.
--Zoo zusje! Wat heb je hier zitten doen in het donker? En wat is
het hier koud!
--Koud? herhaalde zij met een blik als van eene somnambule. Ja,
nu voel ik het ook. Ik ril... maar ik heb hier geslapen.
--Kom meê naar beneden, we gaan gauw eten. Betsy zei, dat je bleef,
niet waar?
--Ja. O, Henk, hoe vreeselijk, dat ik zoo even geslapen heb.
--Vreeselijk? Waarom?
--Nu slaap ik van nacht niet! kreet zij wanhopig en zij wierp heur
hoofd op zijn schouder en snikte.
--Waarom kom je niet weêr bij ons terug, Elly? vroeg hij zacht. Je
zou het zoo goed bij ons hebben.
--Neen, neen, dat niet.
--Waarom niet?
--Het zou niet gaan. Ik ben er zeker van. Het is heel lief, Henk,
dat je het vraagt, maar het zou niet gaan. Ik heb soms buien, waarin
ik Betsy zou kunnen slaan, en die buien komen juist op, als ze lief
tegen me spreekt, zooals van middag bijvoorbeeld. Ik moest me geweld
aandoen om haar niet te slaan.
Hij zuchtte, met een wanhopig gezicht. Zij bleef hem een raadsel.
--Laten we dan maar naar beneden gaan! sprak hij en terwijl zij de
trappen afgingen, hing zij zwaar op zijn arm, sidderend van de kou,
die haar bevangen had en die zij nu eerst voelde.

V.
De winter ging om en Eline bleef in denzelfden toestand. Het was nu
Mei geworden en schoon het nog een week geleden winter was geweest
viel de zomer in het midden van die maand als zonder overgang in, met
een schroeiende warmte. Eline bleef verpletterd op haar bank liggen.
--Zou het u niet goed doen, als u van den zomer veel buiten was? vroeg
Reijer. Ik meen niet reizen van de eene plaats naar de andere: dat
zou u te veel vermoeien. Maar ik meen een séjour ergens op een koele,
schaduwrijke plaats, waar u een lieve entourage zou vinden.
Zij dacht aan de Horze. O, als zij Otto's vrouw was geworden! Dan
had zij nu koelte, schaduw, liefde gehad!
--Ik weet niet zoo een plaats! antwoordde zij mat.
--Misschien zou ik wel wat voor u kunnen vinden. Ik ken in Gelderland
menschen, die een klein buitentje hebben met heerlijke dennebosschen
in den omtrek!
--In Godsnaam! gilde Eline hartstochtelijk. Geen dennebosschen!
--Het buitenleven zou u toch versterken.
--Het is onmogelijk mij te versterken. Ik bid u, meneer Reijer,
laat u me maar liggen waar ik lig.
--Slaapt u beter tegenwoordig?
--O ja, heel goed.
Het was niet waar, zij sliep des nachts nooit, en overdag dommelde zij
een weinig. De druppels hielpen niet meer, maar brachten haar slechts
in eene voortdurende suizende extaze, een waanzin vol levensmoêheid
en doodsangst, waarin zij als een actrice comedie speelde of zich
kermend over den grond slierde.
Reijer zag haar doordringend aan.
--Juffrouw Vere, ik bid u, zeg mij eens eerlijk: neemt u ook
geneesmiddelen in, die ik u niet heb voorgeschreven?
--Hoe komt u daarop?
--Antwoord mij nu eerlijk, juffrouw Vere.
--Wel neen! Hoe kan u zoo iets van mij denken! Ik zou er veel te
bang voor zijn! Neen, neen, daar kan u geheel en al gerust over zijn,
geheel en al...
Reijer vertrok, en in zijn koetsje vergat hij een pooze zijn
notitieboekje na te zien, en dacht hij even na over juffrouw Vere. Toen
slaakte hij een moedeloozen zucht.
Nauwelijks was hij weg of zij stond op, hoewel zij versmolt van
loomheid in de warmte, die, als een muffe lauwte, de kamer vulde, al
stonden het raam en de balcondeur open. Zij droeg alleen een lossen,
grijzen peignoir, die zonder eenige behaagzucht om hare vermagerde
leden hing. Voor den spiegel streek zij door heur los haar; het was
zeer dun geworden en zij lachte er om, terwijl de ijle vlokken over
haar vingers vielen. Toen wierp zij zich op den grond neêr.
--Ik wil niet! stamelde zij bij zichzelve. Ik wil hem niet meer zien,
dien Reijer. Hij maakt me nog zieker dan ik ben. Ik kan hem niet meer
uitstaan. Ik zal hem schrijven.
Zij gevoelde echter niet genoeg geestkracht om het te doen en zij
bleef liggen en hare vingers trokken lijnen langs de bloemen van het
tapijt. Zachtjes begon zij te neuriën.
De zon wierp door de deur een vierkante gulden schittering op den
vloer en duizenden stofjes stroomden in dien glans binnen. De glans
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Eline Vere: Een Haagsche roman - 39
  • Parts
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 01
    Total number of words is 4467
    Total number of unique words is 1537
    41.3 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    63.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 02
    Total number of words is 4423
    Total number of unique words is 1679
    37.3 of words are in the 2000 most common words
    54.1 of words are in the 5000 most common words
    61.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 03
    Total number of words is 4663
    Total number of unique words is 1510
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.6 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 04
    Total number of words is 4619
    Total number of unique words is 1542
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    57.3 of words are in the 5000 most common words
    64.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 05
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1444
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    56.7 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 06
    Total number of words is 4577
    Total number of unique words is 1500
    43.1 of words are in the 2000 most common words
    56.5 of words are in the 5000 most common words
    65.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 07
    Total number of words is 4580
    Total number of unique words is 1459
    44.2 of words are in the 2000 most common words
    59.1 of words are in the 5000 most common words
    66.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 08
    Total number of words is 4622
    Total number of unique words is 1490
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    69.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 09
    Total number of words is 4684
    Total number of unique words is 1356
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 10
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1482
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    61.5 of words are in the 5000 most common words
    69.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 11
    Total number of words is 4594
    Total number of unique words is 1421
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    60.9 of words are in the 5000 most common words
    68.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 12
    Total number of words is 4634
    Total number of unique words is 1495
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    57.9 of words are in the 5000 most common words
    66.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 13
    Total number of words is 4644
    Total number of unique words is 1401
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 14
    Total number of words is 4583
    Total number of unique words is 1453
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    67.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 15
    Total number of words is 4738
    Total number of unique words is 1431
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    61.2 of words are in the 5000 most common words
    68.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 16
    Total number of words is 4626
    Total number of unique words is 1457
    43.8 of words are in the 2000 most common words
    56.9 of words are in the 5000 most common words
    65.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 17
    Total number of words is 4723
    Total number of unique words is 1461
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    58.9 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 18
    Total number of words is 4681
    Total number of unique words is 1444
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    69.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 19
    Total number of words is 4781
    Total number of unique words is 1304
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    63.3 of words are in the 5000 most common words
    71.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 20
    Total number of words is 4740
    Total number of unique words is 1320
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    61.9 of words are in the 5000 most common words
    69.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 21
    Total number of words is 4710
    Total number of unique words is 1187
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 22
    Total number of words is 4806
    Total number of unique words is 1277
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    73.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 23
    Total number of words is 4785
    Total number of unique words is 1358
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 24
    Total number of words is 4796
    Total number of unique words is 1357
    48.4 of words are in the 2000 most common words
    63.6 of words are in the 5000 most common words
    72.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 25
    Total number of words is 4766
    Total number of unique words is 1370
    48.4 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    69.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 26
    Total number of words is 4765
    Total number of unique words is 1371
    45.3 of words are in the 2000 most common words
    59.8 of words are in the 5000 most common words
    67.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 27
    Total number of words is 4786
    Total number of unique words is 1386
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.8 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 28
    Total number of words is 4700
    Total number of unique words is 1411
    47.0 of words are in the 2000 most common words
    61.3 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 29
    Total number of words is 4683
    Total number of unique words is 1493
    45.0 of words are in the 2000 most common words
    61.8 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 30
    Total number of words is 4687
    Total number of unique words is 1397
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    62.2 of words are in the 5000 most common words
    68.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 31
    Total number of words is 4803
    Total number of unique words is 1373
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    62.9 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 32
    Total number of words is 4722
    Total number of unique words is 1327
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 33
    Total number of words is 4750
    Total number of unique words is 1389
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 34
    Total number of words is 4789
    Total number of unique words is 1319
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 35
    Total number of words is 4947
    Total number of unique words is 1110
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 36
    Total number of words is 4801
    Total number of unique words is 1253
    51.7 of words are in the 2000 most common words
    68.0 of words are in the 5000 most common words
    75.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 37
    Total number of words is 4701
    Total number of unique words is 1122
    54.0 of words are in the 2000 most common words
    68.4 of words are in the 5000 most common words
    75.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 38
    Total number of words is 4738
    Total number of unique words is 1409
    46.5 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Eline Vere: Een Haagsche roman - 39
    Total number of words is 4248
    Total number of unique words is 1310
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.