Een twaalftal samenspraken - 06

Total number of words is 5012
Total number of unique words is 1198
51.1 of words are in the 2000 most common words
68.2 of words are in the 5000 most common words
76.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
snaren zitten en terwijl hij daarop tokkelt zoo hard hij kan, tracht hij
mijn woorden te overstemmen.--EULALIE: En dat hindert je dan toch
zeker?--XANTIPPE: Meer dan ik je zeggen kan. Soms kan ik mijn handen
maar met moeite thuis houden.--EULALIE: Lieve Xantippe. Permitteer je me
dat ik eens heel vrijuit met je spreek?--XANTIPPE: Zeker.--EULALIE: Jij
moogt dat dan over mij ook doen. De omgang dien wij bijkans van de wieg
af met elkaar gehad hebben, brengt dat mee.--XANTIPPE: Je hebt gelijk;
geen van mijn vriendinnen had ik ooit meer lief.--EULALIE: Hoe je man
ook moge wezen, bedenk dit: je hebt niet het recht om te veranderen.
Vroeger was bij onherstelbare tweespalt de echtscheiding een uiterste
redmiddel. Dat is nu uit. Tot aan den laatsten levensdag moet een
echtgenoot ook je man blijven, en gij de vrouw van uw man.--XANTIPPE: Ik
wou dat God de menschen strafte die ons 't recht om te scheiden hebben
afgenomen.--EULALIE: Spreek niet zoo, Christus heeft 't zoo
ingesteld.--XANTIPPE: Dat kan ik haast niet gelooven.--EULALIE: 't Is
toch zoo. Nu schiet er niets anders over dan dat gij beiden u op
eendracht toelegt, door u te schikken naar elkanders karakter en
aard.--XANTIPPE: Maar hoe kan ik mijn man veranderen?--EULALIE: 't Hangt
heel veel van de vrouwen af, hoe de mannen zijn.--XANTIPPE: Ben _jij_
dan goed met jouw man?--EULALIE: Nu is alles in orde.--XANTIPPE: Dus was
er in den beginne ook wel onraad?--EULALIE: Nooit stormde het. Maar toch
waren er, zooals dat onder menschen wel meer gaat, eenige wolkjes aan
den horizon, wolkjes die een storm hadden kunnen verwekken, wanneer dat
niet door kalm overleg was voorkomen. Ieder heeft zoo zijn
eigenaardigheden, ieder heeft zoo zijn ideeën, en als we de waarheid
willen zeggen: ieder heeft ook zijn eigen gebreken. En zoo ooit of
ergens dan moet men die in het huwelijk kennen en niet
verafschuwen.--XANTIPPE: Wat je daar zegt is waar.--EULALIE: Maar nu
gebeurt het heel vaak, dat de welwillendheid over en weer tusschen man
en vrouw reeds zoek is, vóórdat ze elkander eigenlijk goed kennen. En
daarvoor moet men in de allereerste plaats oppassen. Immers als er
éénmaal een wrok is ontstaan, dan komt dat heel moeilijk weer in orde,
vooral wanneer 't eenmaal tot harde woorden gekomen is. Pas gelijmde
stukken vallen licht van elkander wanneer men er hard tegen stoot, maar
wanneer ze eenmaal flink aan elkander vast zitten, als de lijm gedroogd
en hard is, dan is er niets stevigers denkbaar. Daarom moet het in den
aanvang daarop worden aangelegd, dat de vriendelijke gezindheid tusschen
man en vrouw samengroeie en bevestigd worde. En dat kan 't best
geschieden door elkander te dienen en zich aan elkanders
eigenaardigheden aan te passen. Want een welwillendheid, die alleen maar
voor den vorm wordt aangenomen, is doorgaans van voorbijgaanden
aard.--XANTIPPE: Maar vertel me dan toch alsjeblieft door welke middelen
jij je man tot jouw eigenaardigheden hebt weten te brengen.--EULALIE: 'k
Wil 't je wèl vertellen, maar alleen op voorwaarde dat je tracht 't na
te doen.--XANTIPPE: Als ik kan.--EULALIE: Dat zal heel licht gaan als de
goede wil er maar is. 't Is nog niet te laat. Want hij is nog jong en
jij bent nog haast een meisje. 'k Geloof dat er nog geen jaar sedert je
getrouwd bent, verloopen is.--XANTIPPE: Dat 's waar.--EULALIE: Nu dan
zal ik 't je vertellen, maar: mondje dicht!--XANTIPPE: Goed.--EULALIE:
Mijn allereerste zorg was: om in alles mijn man ter wille te wezen,
zoodat er niets was, waaraan hij aanstoot kon nemen. Ik ging nauwkeurig
zijn lusten en liefhebberijen na, lette goed op alle tijden en
gelegenheden en wat hij bijzonder graag had, óók, wat hem kon prikkelen,
net zooals leeuwen- en olifanten-temmers doen met dergelijke dieren die
men niet met geweld kan behandelen.--XANTIPPE: Zoo'n beest heb ik
thuis.--EULALIE: Menschen die bij olifanten komen doen geen witte jas
aan: bij stieren geen roode; omdat men bij ondervinding weet dat die
kleuren de dieren woest maken. Zoo worden bijv. tijgers door
bekkenslagen zóó wild, dat ze elkander verscheuren. En menschen die met
paarden omgaan, hebben hun gewone woordjes, hun geluiden met de tong, 't
streelen met de hand en allerlei andere gebaren en geluiden waarmee ze
schichtige paarden kalmeeren. Hoeveel te meer moeten wij dan ook die
middelen toepassen op onze echtgenooten met wie wij, of we willen of
niet, ons geheele leven dóór, huis en bed moeten deelen.--XANTIPPE: Nu,
ga door, je bent zoo mooi begonnen.--EULALIE: Dat in 't oog houdend
trachtte ik mij naar hem te voegen, terwijl ik zooveel mogelijk oppaste
dat er geen reden tot aanstoot gegeven werd.--XANTIPPE: Hoe kon je
dat?--EULALIE: In de allereerste plaats door goed te zorgen voor 't
huishouden, de eerste en voornaamste taak van een huisvrouw. Ik waakte
er niet alleen voor dat er niets werd verzuimd, maar ook dat alles naar
zijn zin uitkwam, zelfs in de kleinste zaken.--XANTIPPE: Welke
bijvoorbeeld?--EULALIE: Bijv. wanneer je man van dit of van dat kostje
veel houdt, als een gerecht op deze of die manier klaargemaakt hem
bijzonder bevalt, als zijn bed op een bijzondere manier wordt
opgemaakt.--XANTIPPE: Maar hoe was je in staat je naar hem te voegen als
hij zoo zelden thuis en dan nog dronken was?--EULALIE: Geduld! Dat wilde
ik juist gaan vertellen. Als mijn man soms eens wat somber scheen en de
gelegenheid minder gunstig was om hem aan te spreken, dan lachte of
schertste ik nooit, zooals sommige vrouwen wel eens doen; maar ik zette
zelf ook een erg bedroefd en bekommerd gezicht. Gelijk een spiegel, als
hij goed is, altijd 't gezicht van hem die er in kijkt juist weergeeft,
zoo moet ook de huisvrouw zich weten te voegen naar de gemoedsstemming
van haar man. Ze moet niet vroolijk zijn, wanneer hij somber gestemd is
of zich niet blij toonen wanneer er iets is wat hem hindert. En wanneer
hij dan eens wat opgewonden was, trachtte ik hem met zachte woordjes te
kalmeeren, of ik liet zijn boosheid maar stilletjes bekoelen tot de
gelegenheid zich aanbood 't zij voor hem om zijn boosheid kwijt te
raken, 't zij voor mij om hem eens onder handen te nemen. 't Zelfde
placht ik te doen wanneer hij thuis kwam, na wat meer wijn gedronken te
hebben dan wel dienstig was. Dan zei ik niet anders dan vriendelijke
woordjes tot hem, alleen met een zoet lijntje wist ik hem naar zijn bed
te krijgen.--XANTIPPE: Je moet me toch toegeven dat de positie van de
vrouwen heel ongelukkig is, dat ze maar moeten gehoorzamen aan driftige,
dronken echtgenooten, die alles doen wat ze willen.--EULALIE: Alsof die
volgzaamheid niet wederkeerig was! Zij zien zich toch ook genoodzaakt
veel van ónze eigenaardigheden te verdragen. Er komt evenwel een tijd
wanneer de vrouw de man moet waarschuwen, wanneer er iets van belang
voorvalt. Bij zaken van minder gewicht is 't beter wat door de vingers
te zien.--XANTIPPE: Wat dan?--EULALIE: Wanneer hij niet over iets tobt,
geen muizenissen in 't hoofd heeft, geen reden tot bekommering heeft,
niet gedronken heeft. Dan kan men hem onder vier oogen eens kapittelen,
of liever vragen of hij hierin of daarin niet wat meer zorg kon hebben
voor zijn zaken, voor zijn goeden naam, voor zijn gezondheid. En dan
moet toch ook nog die waarschuwing met wat grapjes en aardigheden
gekruid worden. Dikwijls stel ik vooraf als voorwaarde, dat hij niet
boos op me mag worden, wanneer ik, dwaze vrouw, hem een raad geef die
kan strekken tot zijn eer, tot zijn gezondheid, tot zijn heil. En als ik
hem dan de waarschuwing had gegeven die ik bedoelde, dan sneed ik hem de
woorden af en wendde 't over een anderen, joligen boeg. Want dit is over
't algemeen onze fout, lieve Xantippe, dat wij er geen eind aan kunnen
maken als we eenmaal begonnen zijn te spreken.--XANTIPPE: Ja, dat
beweren ze wel meer.--EULALIE: Maar in de allereerste plaats paste ik er
op, met mijn man nooit in tegenwoordigheid van derden te kibbelen en
niets van onze oneenigheid buiten de deur te brengen. Een breuk wordt
veel gemakkelijker hersteld, als er iets tusschen twee personen is
voorgevallen. En wanneer er eens iets gebeurt zóó dat 't onverdragelijk
is en niet door vermaningen van de vrouw kan worden goedgemaakt, dan is
't passender dat de echtgenoote met haar klacht aankomt bij de ouders
van haar man of bij diens bloedverwanten, dan bij haar eigen familie en
haar klacht zóó matigt dat ze niet den schijn op zich laadt haar man te
haten, maar wèl diens fouten. Maar toch moet ze ook weer niet alles
vertellen, zoodat hij dit opmerkt (ook al zegt hij het niet) en dan de
vriendelijkheid van zijn vrouw zal moeten waardeeren.--XANTIPPE: De
vrouw die dat alles wat gij verlangt kan doen, moet wel wijsgeerig
aangelegd zijn.--EULALIE: Door zulke tegemoetkomingen zullen we onze
mannen tot gelijke welwillendheid prikkelen.--XANTIPPE: Er zijn er die
men door geen vriendelijkheid, welke ook, verbetert.--EULALIE: Nu, ik
geloof dat niet. Maar gesteld eens dat 't zoo was. Bedenk dan dit in de
eerste plaats: we moeten onze echtgenooten nemen zooals ze zijn. Het
verdient dan toch nog maar de voorkeur iemand te verdragen, die
aanvankelijk een zwijn gelijkt, maar langzamerhand wat beter wordt, dan
iemand die met den dag liederlijker wordt, omdat wij onaangenaam tegen
hem zijn. Wat zou je er van zeggen wanneer ik eens voorbeelden aanhaalde
van echtgenooten, die door zoo'n vriendelijke bejegening hunne vrouwen
hebben verbeterd? Hoeveel te meer moeten wij dan 't zelfde doen
tegenover onze mannen?--XANTIPPE: Als je dat doet, dan zul je een
voorbeeld aanhalen geheel anders dan _mijn_ man is.--EULALIE: Ik heb
kennis aan een heer van adel, geleerd, een man van een
allerbeminnelijkst karakter. Hij had een jong vrouwtje getrouwd,
zeventien jaar oud, altijd op 't land, in 't huis van haar ouders
opgevoed, zooals adellijke heeren graag op 't land wonen om de jacht en
de vogelvangst. Hij wilde juist graag een ongevormd en onontwikkeld
meisje huwen om haar des te meer naar zijn zin te kunnen zetten. Hij
begon haar in letterkunde en muziek te onderrichten en haar
langzamerhand te gewennen hem 't geen zij in de kerk had gehoord te
vertellen. Hij begon haar door allerlei wetenswaardigheden te
ontwikkelen, die haar later van nut zouden kunnen zijn. Daar dit alles
voor 't jonge ding vreemd was, omdat ze bij zich thuis was opgevoed bij
nietsdoen en bij de conversatie en scherts van de dienstboden, begon
haar dit te vervelen. Ze wilde zich tegenover haar man niet volgzaam
toonen en als hij daarop aandrong dan huilde en pruilde zij zonder
ophouden. Dikwijls wierp ze zich op den grond, met haar hoofd op den
vloer bonzend alsof zij wenschte dood te zijn. Toen daaraan geen eind
wilde komen, kwam haar echtgenoot, die deed nèt alsof hij volstrekt niet
boos was, met de uitnoodiging dat ze samen voor plezier naar buiten
zouden gaan, naar 't huis van zijn schoonvader. Nu, daar had zijn vrouw
wel ooren naar. Toen ze daar waren aangekomen werd de jonge vrouw door
haar man bij haar moeder en haar zusters gelaten. Hij ging met zijn
schoonvader op de jacht. Onder vier oogen vertelt hij nu aan dezen dat
hij gehoopt had een gezellige levensgezellin te krijgen, maar dat hij er
een gekregen had die niets deed dan huilen en zich kwellen en martelen,
zonder dat er (op welke manier ook) eenige verbetering aan te brengen
was. Dat hij hem dus vriendelijk verzocht een handje te willen helpen in
't genezen van dat, wat werkelijk een ziekte was bij zijn dochter. De
schoonvader antwoordt hem dat hij hem eenmaal zijn dochter heeft [png.
086]afgestaan en wanneer zij niet naar zijn woorden wil hooren, dat hij
dan maar van zijn recht gebruik moet maken en haar met de karwats moet
zien te verbeteren. Toen zei de schoonzoon weer, dat hij wel wist
daartoe 't recht te hebben. "Maar," zei hij, "ik zou ze liever door uw
overredingskracht of door uw invloed willen genezen, dan dat ik tot 't
uiterste middel overga." De schoonvader belooft nu dat hij zijn
maatregelen zal nemen. Na een paar dagen grijpt hij de gelegenheid aan
toen hij met zijn dochter alleen is. Terwijl hij zijn gelaat in een
ernstige plooi zette, begon hij er haar op te wijzen dat ze volstrekt
niet mooi was, maar óók: wat een weinig beminnelijk karakter zij getoond
had en hoe vaak hij gevreesd had dat ze geen man voor haar zouden kunnen
vinden. "Met de grootste moeite heb ik eindelijk een man voor je
gevonden, zooals ieder meisje, zelfs één dat in de meest gunstige
omstandigheden verkeert, voor zich zou kunnen wenschen. En toch verzet
jij je tegen hem, zonder dankbaar te erkennen wat ik voor je gedaan heb
en zonder te willen inzien, dat je een man bezit die, als hij niet
bovenmate vriendelijk was, je niet waard zou achten tot zijn
dienstpersoneel te behooren." Om kort te gaan, uit de woorden van den
vader sprak zóó de gloeiende toorn, dat 't er heel veel van had of hij
slechts met moeite zijn handen kon bedwingen. Hij is een man van groote
slimheid, die elke rol kan spelen, zelfs die geheel buiten zijn eigen
persoon ligt. De jonge vrouw, die bang werd, maar die zich toch ook wel
bewust was dat haar vader waarheid sprak, viel hem te voet en smeekte
hem 't verleden te vergeten, dat ze voortaan zou weten te doen wat haar
plicht was. Haar vader schonk haar vergiffenis en beloofde in 't vervolg
ook een liefhebbend vader te zullen wezen, als zij maar deed wat ze
beloofd had.--XANTIPPE: En verder?--EULALIE: De jonge vrouw gaat nà 't
gesprek met haar vader naar haar kamer, waar ze haar man alleen
aantreft. Ze valt hem te voet en zei: "Lieve man, tot nog toe heb ik
noch u, noch mijzelve gekend. In 't vervolg zal-je zien dat ik anders
geworden ben: vergeet 't vroeger gebeurde." Haar man ving die woorden op
in een kus en beloofde haar alles wat ze maar wilde, zoo ze bij dat
goede voornemen bleef.--XANTIPPE: Nu, en is ze er bij
gebleven?--EULALIE: Tot aan haar laatste uur en er was niets zoo nederig
of laag dat ze niet gewillig en volgaarne op zich nam, wanneer haar man
het verlangde. Zulk een groote genegenheid ontstond er tusschen hen en
zoo werd meer en meer de liefde tusschen hen bevestigd. Na eenige jaren
wenschte zij zich dubbel en dwars geluk dat ze zoo'n uitstekend
echtgenoot had mogen huwen. "Als ik dien niet gekregen had, zou ik de
ongelukkigste vrouw ter wereld zijn geweest."--XANTIPPE: Maar zóó'n man
is dan ook een witte raaf.--EULALIE: Wanneer je er niets tegen hebt dan
wil ik je ook nog een voorbeeld aanhalen, omgekeerd, van een echtgenoot
die door den tact van zijn vrouw in het rechte spoor werd gebracht, wat
onlangs in deze stad hier is gebeurd.--XANTIPPE: 'k Heb op 't oogenblik
niets beters te doen en ik zit zoo gezellig naar je gebabbel te
luisteren.--EULALIE: Daar was een heer van hoogen adel die, zooals dat
onder dat slag van menschen gewoonte is, veel aan de jacht deed. Op 't
platte land trof hij een meisje aan, de dochter van een arm vrouwtje en
ofschoon hij op wat gevorderden leeftijd was, werd hij smoorlijk op 't
kind verliefd. Terwille van haar bracht hij vaak den nacht buiten de
echtelijke woning door. De jacht was altijd een welkom voorwendsel. Zijn
echtgenoote, een vrouw op wie niet 't minste te zeggen viel en van
onkreukbare rechtschapenheid, kreeg eenigen argwaan en ging in 't geheim
de wegen van haar man eens na. Toen hij op een keer ergens heen was
gereisd ging zij naar 't huisje op 't land. Ze vischte de heele zaak
uit, waar hij sliep, waaruit hij dronk, hoe 't servies was enz. enz.
Huisraad was er zoo goed als niet: 't was er armoe troef. De dame ging
heen en keerde weldra terug, terwijl ze een gemakkelijk bed meebracht en
keukengerei, zelfs eenig zilveren vaatwerk. Ook voegde zij er nog wat
geld aan toe, met de nadrukkelijke boodschap dat, als de mijnheer weer
terug kwam, zij hem wat netter moest ontvangen. Zij liet intusschen
volstrekt niet merken dat zij zijn vrouw was, maar gaf voor zijn zuster
te zijn. Na eenige dagen komt die echtgenoot daar heimelijk weer terug.
Hij ziet dat 't huisraad vermeerderd is en dat 't onthaal ruimer is dan
gewoonlijk. Hij vraagt van waar die ongewone weelde komt. Zij zeggen dat
een deftige dame die aan hem verwant is, dit alles heeft laten brengen
en hun heeft opgedragen hem voortaan wat deftiger te ontvangen.
Onmiddellijk komt 't vermoeden bij hem op, dat 't zijn vrouw is die dit
heeft gedaan. Hij gaat naar huis en vraagt of zij 't geweest is. Zij
zegt niet neen. Hij vroeg nu ook, met welke bedoeling zij dat huisraad
daarheen had gezonden. "Wel manlief," zei ze, "je bent gewoon aan een
zekere mate van comfort. Ik zag dat je daar minder netjes dan je 't
gewoon bent, wordt ontvangen. Nu meende ik dat 't mijn plicht was te
zorgen dat je 't daar wat beter kreegt, omdat ik weet dat je daarop
gesteld bent."--XANTIPPE: Nu die dame is wel wat al _te_ goed. Ik zou
liever in plaats van een zacht bed een bundel brandnetels of
spinaziezaad onder hem gestrooid hebben.--EULALIE: Hoor nu hoe het
afliep. Toen de man die rechtschapenheid van zijn vrouw had leeren
kennen en tevens haar vriendelijkheid, is hij nooit meer naar zijn
bijzit gegaan, maar vond zijn genoegen bij zijn eigen vrouw. Ik meen te
weten dat je Gilbert uit Holland wel kent?--XANTIPPE: Ja
zeker.--EULALIE: Hij is getrouwd zooals je weet, ofschoon hij nog jong
en krachtig is, met een vrouw van wat meer gevorderden leeftijd, al
zoo'n beetje "op haar retour."--XANTIPPE: Hij heeft haar misschien
getrouwd "om het gelletje, niet om het velletje" zooals ze dat
noemen.--EULALIE: Je kon wel eens gelijk hebben. Hij had niet veel schik
in zijn vrouw en hield veel van een ander vrouwtje dat hij zoo af en toe
wel eens buitenshuis zag. Zelden gebruikte hij 't ontbijt of het
middagmaal thuis. Wat zou _jij_ in dat geval doen?--XANTIPPE: Wat _ik_
zou doen? Ik zou dat liefje in de haren vliegen en wanneer mijn man
uitging naar haar toe, hem een pot met water over zijn lijf gooien, dat
hij goed gezalfd naar zijn feestmaal zou stappen.--EULALIE: Wat deed die
andere dan toch veel verstandiger! Zij noodde 't liefje van haar man
uit, om bij hem thuis te komen en ontving haar vriendelijk. Zoo hield ze
haar man ook zonder tooverdranken bij zich thuis. En als hij soms eens
buitenshuis met haar at, dan zond ze daar een lekkeren schotel heen met
de boodschap er bij, dat ze 't er maar eens lekkertjes van moesten
nemen.--XANTIPPE: Nu, _ik_ zou liever dood gaan dan mijn mans
koppelaarster te wezen.--EULALIE: Maar ga nu intusschen de zaak eens
goed na. Was dit niet heel wat beter, dan wanneer zij door een
kwaadaardig optreden haar man geheel en al van zich had vervreemd en
verder haar geheele leven in twist en onmin had moeten
doorbrengen?--XANTIPPE: Ik moet toegeven dat er nu minder kwaad is
gesticht. Maar _ik_ zou het niet kunnen.--EULALIE: 'k Zal er nog één
voorbeeld aan toevoegen en dan houd ik op. Onze buurman van hiernaast is
een braaf en rechtschapen man, maar hij is een beetje opvliegend. Op een
goeden dag had hij zijn vrouw, iemand die algemeen als lief en aardig
bekend staat, geslagen. Zij ging in de achterkamer en onder tranen en
snikken verkropte zij daar haar harteleed. Een poosje daarna komt
toevallig haar man ook in die kamer en vindt er zijn vrouw in tranen.
"Wat zit je hier te huilen en te snikken, net als kleine kinderen doen?"
Zij vroeg hem voorzichtig: "Nu, is het niet beter dat ik hier mijn leed
beween, dan dat ik op straat ga staan schreeuwen, zooals andere vrouwen
wel doen?" Door deze zoo echt vrouwelijke en innige woorden brak zij den
toorn van haar man en hij gaf zich gewonnen. Bij handslag beloofde hij
zijn vrouw, dat hij nooit weer de hand aan haar zou slaan--en, hij heeft
't ook nooit weer gedaan.--XANTIPPE: Ik heb 't zelfde van mijn man op
een andere manier gedaan gekregen.--EULALIE: Maar intusschen is het
tusschen jelui beiden altijd vechten.--XANTIPPE: Wat zou je dan willen
dat ik deed?--EULALIE: Vooreerst, zwijgen over alles wat je man verkeerd
doet en zijn liefde langzamerhand winnen door voorkomendheid,
vriendelijkheid en toegevendheid. Dan zul je hem eindelijk wel gewillig
zien of tenminste zul-je hem thuis veel meer naar je hand gezet hebben
dan hij nu is.--XANTIPPE: Hij is veel te heftig van aard dan dat ik hem
zou kalmeeren door voorkomendheid.--EULALIE: Zeg dat niet! Daar is zelfs
geen wild beest zóó woest of 't is door zachtheid te temmen. Daar behoef
je dus bij een mensch nog minder aan te wanhopen. Probeer 't eens enkele
maanden. Je mag 't _mij_ wijten, als je bemerkt dat deze raad je niet
gebaat heeft. Verder zijn er enkele gebreken die je een beetje door de
vingers moet zien. In de allereerste plaats moet je er voor oppassen
geen twist in je slaapkamer of in je bed te verwekken. Je moet
daarentegen zorgen dat 't daar altijd opgewekt en prettig is. Een vrouw
moet er altijd voor zorgen dat haar man aan niets aanstoot kan nemen;
zij moet er haar uiterste best voor doen als ze met haar man samen is,
zich op alle manieren vriendelijk en opgewekt te toonen.--XANTIPPE: Ja,
voor een man, maar _ik_ heb met een _beest_ te doen.--EULALIE: Houd nu
op met kwaadspreken. Over 't algemeen zijn de mannen door ónze schuld
slecht voor ons. Maar om tot ons onderwerp terug te keeren. Zij die
thuis zijn in de oude verhalen der dichters, vertellen ons dat Venus
(zoo noemen zij de godin die het huwelijk beschermt) een gordel heeft,
door de kunstvaardige hand van Vulcanus bewerkt. Daarin moet alles
gewerkt zijn wat kan dienen om liefde te wekken. Dien gordel doet zij
aan, zoo dikwijls zij van plan is naar haar man te gaan.--XANTIPPE: Nu
ja, wat je daar vertelt is een fabeltje.--EULALIE: Daaraan heb je wel
gelijk, maar luister eens wat de bedoeling is van dat
fabeltje.--XANTIPPE: Nu, zeg eens op.--EULALIE: 't Leert ons dat een
vrouw alle moeite moet aanwenden, om als ze met haar man samen is, hem
ter wille te zijn, om de liefde van haar echtgenoot warm te houden en te
doen opvlammen en om uit zijn geest te verdrijven al wat hem aanstoot
kan geven of zijn tegenzin kan wekken.--XANTIPPE: Maar waar halen wij
zoo'n gordel van daan?--EULALIE: Geen heksenkruiden of
bezweringsformules hebben wij noodig. Geen betoovering is machtiger dan
een rechtschapen karakter verbonden met zachtheid.--XANTIPPE: Ik kan
tegen zoo'n man als de mijne is niet vriendelijk wezen.--EULALIE: En
toch hangt 't geheel van je zelve af of hij zal ophouden zóó te zijn als
hij nu is. Als je door de kunsten van een toovenares als Circe je man in
een zwijn of een beer kon veranderen, zou je het dan doen?--XANTIPPE:
Dat weet ik niet.--EULALIE: Weet je dat niet? Of zou je liever een zwijn
tot man hebben dan een mensch?--XANTIPPE: Natuurlijk liever een
mensch.--EULALIE: Welnu, wanneer je dan door tooverkunsten je man van
een dronkenlap tot een matig mensch kon maken, van een verkwister tot
een zuinig persoon, van een leeglooper tot een werkzaam man, zou je dat
dan niet doen?--XANTIPPE: Ja zeker zou ik dat. Maar hoe kom ik aan die
door u bedoelde toovermiddelen?--EULALIE: Wel je hebt ze tot je
beschikking, als je ze maar wilt aanwenden. Hij moet van u zijn, of hij
wil of niet. Hoe beter je hem maakt, des te beter behartig je je eigen
belang. Je hebt nu maar altijd je oogen gericht op zijn gebreken en deze
maken je afkeer van hem steeds grooter. Gij pakt hem altijd juist bij 't
handvatsel aan waar hij niet bij moet worden beetgepakt. Let liever ook
op zijn goede zijden, en vat hem daar aan, waar je wèl hoûvast aan hem
hebt. Vóór ge met hem trouwdet hadt ge tijd om te overwegen welke
slechte eigenschappen hij bezat. Immers men moet niet alleen met de
oogen maar ook met de ooren den man dien men koos, leeren liefhebben. Nu
is de tijd gekomen om fouten te herstellen, niet meer om er een
beschuldiging van te maken.--XANTIPPE: Welke vrouw heeft ooit haar man
"met de ooren" genomen?--EULALIE: Ik zou zoo zeggen: een vrouw neemt
haar man met de _oogen_, wanneer ze op niets anders let dan op zijn
mooie lichaam; met de _ooren_ daarentegen, wanneer ze nauwkeurig nagaat
wat er over hem verteld wordt.--XANTIPPE: Een goede waarschuwing, maar
die wat laat komt.--EULALIE: Een poging om je man te verbeteren, komt
nooit te laat. En daartoe kan heel veel bijbrengen of je je man ook een
kindje schenkt.--XANTIPPE: Dat is er al.--EULALIE: Wanneer?--XANTIPPE:
Al lang.--EULALIE: Hoeveel maanden al?--XANTIPPE: Bijkans
zeven.--EULALIE: Wat hoor ik! Is 't een jongen?--XANTIPPE: Ja.--EULALIE:
Nu, die brengt de zaak tusschen je beiden wel weer in orde, als jij je
zelve maar een beetje inschikkelijk wilt toonen. En hoe spreken anderen,
de vrienden van je man over hem? Met wie gaat hij buitenshuis
om?--XANTIPPE: Ze zeggen algemeen dat hij gemakkelijk van karakter is,
vrijgevig, meegaand, recht hartelijk voor zijn vrienden.--EULALIE: Juist
al die eigenschappen geven mij goeden moed dat jij hem wel zult krijgen
zooals je hem hebben wilt.--XANTIPPE: Alleen tegenover mij is hij niet
zoo.--EULALIE: Maar gedraag jij je nu tegenover hem zooals ik je geraden
heb. En dan mag je mij een leugenaarster noemen, als hij ook niet zoo
tegenover u zal wezen. Bedenk ook wel dat hij nog jong is: 'k geloof nog
niet eens vierentwintig jaar. Hij weet nog niet wat 't zeggen wil
huisvader te wezen. Je behoeft nog niet over echtscheiding te
denken.--XANTIPPE: Nou, ik heb er wàt vaak over gedacht.--EULALIE: Als
je daarover dan wéér gaat denken, overweeg dan eerst eens bij je zelf,
hoe weinig een gescheiden vrouw in de melk te brokken heeft, 't
Schoonste sieraad voor een vrouw is: haar man ter wille en gehoorzaam te
zijn. Zoo heeft de natuur 't ingericht, zoo heeft God het gewild, dat de
vrouw geheel zou afhangen van den man. Denk er verder aan: 't vermogen
behoort den man: een ander kan er niet aanraken. En denk dan aan 't
knaapje dat u beiden toebehoort. Wat zult ge omtrent hem bepalen? Zult
_gij_ hem bij u houden? dan berooft ge uw man van zijn bezit. Zult ge 't
ventje bij _hem_ laten? dan berooft gij u zelf van 't dierbaarste wat ge
hebt. Zeg me ten slotte nog dit: zijn er soms menschen die je een kwaad
hart toedragen?--XANTIPPE: Ja, ik heb een echte stiefmoeder, en
bovendien een schoonvader, net zoo erg als zij.--EULALIE: Zijn die je
zóó kwaadwillig gezind?--XANTIPPE: Ik geloof dat ze mij graag dood
zouden willen zien.--EULALIE: Welnu denk dan ook eens aan die twee. Kunt
ge hun wel grooter genoegen doen, dan wanneer zij je gescheiden zien van
je man; dat je als een weduwe, neen erger dan een weduwe moet leven?
Want weduwen mogen tenminste nog hertrouwen.--XANTIPPE: Ik vind je raad
heel goed, maar ik zie op tegen de langdurige moeite.--EULALIE: Maar
bedenk dan eens hoeveel moeite gij wel hebt moeten doen om dezen
papegaai enkele menschelijke woorden te leeren praten.--XANTIPPE: Heel
wat, dat is zeker.--EULALIE: En dan zou je opzien tegen de moeite om je
man wat te verbeteren om verder met hem een prettig leven te slijten?
Hoeveel moeite getroosten de menschen zich om een paard naar hun zin te
krijgen en mogen wij er dan bezwaar tegen hebben om ons best te doen ten
einde onze echtgenooten meer naar onze hand te zetten?--XANTIPPE: Wat
moet ik dan doen?--EULALIE: Dat heb ik je al gezegd. Zorg dat in huis
alles netjes en proper is: dat niets hem aanstoot kan geven, zoodat 't
hem uit het huis jaagt. Wees vriendelijk tegen hem en tevens met een
zeker eerbiedsvertoon dat een echtgenoote aan haar man verschuldigd is.
Wees opgewekt, maar niet uitgelaten; wees niet stroef, maar ook niet
dartel. Thuis moet hij zijn tafel wèlvoorzien vinden. Je kent den smaak
van je man, kook dus voor hem wat hij 't lekkerst vindt. Toon je ook
voor zijn vrienden toeschietelijk en welwillend. Noodig hen vaak bij je
te gast. Maak aan tafel dat alles vol van vroolijkheid en opgewektheid
is. En wanneer hij dan eindelijk, door den wijn een kleine verheuging
heeft gekregen en op zijn cither gaat tokkelen, welnu begeleid hem dan
met uw zang. Zoo zult gij uw man gewennen aan huiselijkheid en zult gij
tevens zijn uitgaven verminderen. Want ten langen leste moet hij toch
zóó gaan denken: "Ik ben dan toch wel gek dat ik buitenshuis met groote
schade voor mijn beurs en voor mijn goeden naam met een liefje leef,
terwijl ik thuis een vrouwtje heb, veel aardiger en dat dol van mij
houdt en bij wie ik 't veel netter en royaler kan hebben."--XANTIPPE: En
denk je dat 't mij gelukken zal wanneer ik 't probeer?--EULALIE: Zie
maar naar mijn voorbeeld. Richt je naar mij. Intusschen zal ik je man
wel eens te spreken krijgen en ik zal hem aan zijn plicht
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Een twaalftal samenspraken - 07
  • Parts
  • Een twaalftal samenspraken - 01
    Total number of words is 4326
    Total number of unique words is 1639
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    52.4 of words are in the 5000 most common words
    60.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 02
    Total number of words is 4432
    Total number of unique words is 1661
    39.8 of words are in the 2000 most common words
    56.2 of words are in the 5000 most common words
    64.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 03
    Total number of words is 4451
    Total number of unique words is 1735
    37.3 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    61.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 04
    Total number of words is 4263
    Total number of unique words is 1805
    32.0 of words are in the 2000 most common words
    44.8 of words are in the 5000 most common words
    52.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 05
    Total number of words is 4387
    Total number of unique words is 1502
    37.3 of words are in the 2000 most common words
    52.9 of words are in the 5000 most common words
    60.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 06
    Total number of words is 5012
    Total number of unique words is 1198
    51.1 of words are in the 2000 most common words
    68.2 of words are in the 5000 most common words
    76.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 07
    Total number of words is 4800
    Total number of unique words is 1480
    45.3 of words are in the 2000 most common words
    60.8 of words are in the 5000 most common words
    69.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 08
    Total number of words is 4837
    Total number of unique words is 1407
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 09
    Total number of words is 4922
    Total number of unique words is 1338
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    62.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 10
    Total number of words is 4672
    Total number of unique words is 1473
    43.5 of words are in the 2000 most common words
    60.0 of words are in the 5000 most common words
    67.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 11
    Total number of words is 4824
    Total number of unique words is 1392
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 12
    Total number of words is 4806
    Total number of unique words is 1424
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.2 of words are in the 5000 most common words
    69.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 13
    Total number of words is 4732
    Total number of unique words is 1512
    44.8 of words are in the 2000 most common words
    60.1 of words are in the 5000 most common words
    68.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 14
    Total number of words is 4946
    Total number of unique words is 1357
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.5 of words are in the 5000 most common words
    70.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 15
    Total number of words is 4913
    Total number of unique words is 1421
    47.8 of words are in the 2000 most common words
    62.6 of words are in the 5000 most common words
    70.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een twaalftal samenspraken - 16
    Total number of words is 3758
    Total number of unique words is 1121
    46.6 of words are in the 2000 most common words
    61.6 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.