Een liefde - 04

Total number of words is 4848
Total number of unique words is 1397
45.7 of words are in the 2000 most common words
62.0 of words are in the 5000 most common words
68.9 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
hoofd was het heel donker, bijna zwart en glanzend, maar dun. Precies
zoo was 't aan den anderen kant van de scheiding. Boven zijn ooren was
het haar aan weerszijden naar voren gekamd en rulde daar even, maar heel
even, het liet de slapen heelemaal open en leek niets op een saai
oude-vrijers-kapsel. De haargroei, voor het oor, op die plek, waar de
blonde sprietjes bijna deden twijfelen, of zij bij het hoofdhaar
hoorden, of bij de bakkebaard, scheen daar zoo vlossig, dat het, als hij
op straat liep bij winderig weer, leek op een uitgestrooiden zomerhalm,
zoo als men ze aan de korenvelden 's zomers op en neer ziet gaan in den
wind. Er was een glans door het dunne haar tot over het gladde, blanke,
van twee lange, fijne, bijna onzichtbare rimpels horizontaal doorsneden
voorhoofd, en aan de slapen waren lichte schaduwen. Zijn bruin-blonde
wenkbrauwen, bewegelijk en dun, regel-matig gebogen, waren mooi over
zijn groen-blauwe oogen, waar hij Mathilde met zooveel liefde mee kon
aanzien. Zijn wangen dachten Mathilde bizonder mannelijk gekleurd met
hun somber-blanke tint, en het lichte rood onder de oogen. Zijn neus was
van voren even merkbaar in tweeen gesplitst, hij had groote
neusvleugels, tot aan de punt van den neus, die hevig bewogen toen hij
zich eens driftig had gemaakt op een avond, dat zijn geheugen hem in den
steek liet bij het voordragen van een gedicht, en ook nog eens, als zij
zich ten minste wel herinnerde, op een anderen avond, dat zij plotseling
merkte, hoe hij zonder verwikken of verwegen naar haar zat te turen.
Zijn snor was heel, heel mooi, door vergedreven verzorging schijnbaar
onverzorgd. Het was een dikke snor, die zijn heele bovenlip besloeg,
schuin naar beneden gestreken, den vorm der lip volgend en aan
weerszijde in een groote krul naar boven gedraaid. Onder de snor was
alleen een dunne roode lijn van de onderlip te zien. Zijn mond had den
vorm van een breed naar weerszijde uitgedrukt hart en was meestal een
beetje vochtig. Zijn kin was heel rond, al te rond, niet spits genoeg,
altijd helder geschoren. Jozef gebruikte lage liggende boorden, altijd
stijf gestreken en spierwit als postpapier. Zijn hals kwam daar fier en
flink uit naar boven, vanvoren blank, met den sterk uitkomenden
strottenbol, die Mathilde een teeken van groote mannelijkheid scheen,
half in de kinne-schaduw verborgen. Meer naar achteren werd het vel van
zijn hals rooder, tegen den drukkenden boord aan, die daar eigenlijk te
nauw was, om dat Jozef zijn hoofd altijd zoo mooi recht droeg. Hij had
nog-al breede schouders, waar zijn jas altijd heel glad en zonder een
kreukel om heen zat, meestal zwart en donker-groen in den winter, grijs,
nu en dan lichtgrijs 's zomers. Hij droeg dassen van allerlei kleuren
maar nooit kakelbont, altijd goed en met smaak gekozen, altijd in
over-een-stemming met de kleur van zijn pak. Hij droeg heele wijde
manchetten, nooit bespat of besmet of hoe ook vies, zoo als de ingenieur
Ster ze bijv. wel eens aan had. De manchetten hingen tot laag over zijn
polsen, meestal met twee zilveren bolletjes aan een kettinkje vast. Maar
zijn handen, o, zijn handen, die had zij lief! Wat een zachte schok ging
er door haar leden, toen die handen, tintelend van liefde en
bescherming, haar schouders aanraakten of, langs haar armen strijkend,
haar polsen beetpakten, om die te omknellen, zoo als het van-ochtend was
gebeurd. Mathilde bekeek haar polsen; ze had haar braceletten nog niet
aan. Er was niets meer te bespeuren van Jozefs innigen druk. Zij had zoo
graag gehad, dat er nog moeten te zien waren geweest. Jozef droeg
dikwijls naar voren openhangende fantasie-jasjes van uitstekenden snit.
Over zijn vest hing dan een gouden horlogekettinkje. Er was een van zijn
vesten, waaraan zij een hooge voorkeur gaf, een vest van geel-grijs
pike, met roode, blauwe en gele spikkeltjes, met doffe paarlemoeren
knoopen. Dat vest pastte hem prachtig en stond hem zoo mooi en met maar
enkele plooyen heel van onderen. Van-morgen, toen ze bij mekaar waren,
had Mathilde zich erg verleid gevoeld om haar arm over dat vest heen te
slaan, onder zijn jasje, en zoo zich beter aan hem te kunnen warmen en
zijn hart voor haar te hooren kloppen, maar zij had niet gedurfd. En dat
was ook beter, want zij moest zich een beetje koud toonen, meende zij.
Jozefs broekspijpen hingen wijd-uit tot dicht bij de punten van zijn
effen schoenen. Vooral de licht-grijze broek met het biesje op zij,
stond hem verschrikkelijk goed. Hij had een soort van kalm en waardig
gemak om zijn armen en beenen te bewegen. Mathilde voelde het, zij was
verliefd op zijn gang, op zijn tred, op zijn schreden; hij liep met een
losse regelmatigheid, die haar bekoorde, hij liep edeler dan haar vader,
edeler dan Ster, edeler dan alle andere heeren op straat. En dan de
manier waarop hij zijn armen bewoog! Met een eenvoudige en natuurlijke
gematigheid kon hij een deur sluiten, of een kaart op tafel gooyen, als
hij met haar vader ekarteerde! zijn stem klonk als een orgel, lief en
forsch tegelijk. Vroeger had zij over al die dingen nooit zoo gedacht,
dat was vreemd! Uit alles sprak een edel en teergevoel, en ook een
levensondervinding, die zeker was van zichzelf. Hij vond blijkbaar goed,
al wat hij deed, of liever, hij deed alleen dat, wat hij eerst had
goedgevonden te doen ... En hoe had hij altijd van haar gehouden ... nooit
was zij zoo ingenomen geweest met de manier, zoo als hij vroeger
tegenover haar gedaan had, toen hij uren-lang bij haar bleef, ofschoon
zij toch nog maar een kind was, en hem onmogelijk belang kon inboezemen,
wat haar inviel te zeggen. Mathilde overdreef den duur der uren die zij
samen hadden doorgebracht, zonder het te weten. Het kwam haar nu voor
als was Jozef bijna voortdurend bij haar geweest, haar kostschooltijd
uitgenomen. Hoe had hij haar geholpen met raad en daad, wat had hij een
kennis en een gave om die duidelijk in haar verstand over te planten.
Hij begreep de piano, het teekenen en het borduren; hij sprak niet
alleen over muziek, zoo als zooveel menschen, maar hij begreep ook de
muziek, hij wist haar mee te deelen, wat, van romans, de moeite waard
was voor haar om te lezen. Hij hield van dichters, zoo als zij, maar
meer van romans, zoo als zij. Zij hadden samen Walter Scott, Dickens en
een werk van Daudet doorgemaakt, en als hij voorlas, hoe hoorde zij dan
in de melodie van zijn stem, wat men bij den schrijver in den vorm van
zijn schrift zou hebben ontdekt, had men zijn manuskript onder de oogen
gehad! Zij herinnerde zich, hoe ze op haar dertiende jaar al de groote
witte halve maan, die door het wechdrukken van het vel onderaan zijn
nagel zichtbaar werd, en de punt van dien nagel zoo blank als een stuk
ganzeveder, had bewonderd. Wat kon Jozef verder belangrijk praten, wat
had hij goede inzichten in de staatkunde van den dag! Ook droeg hij een
mooi gouden potloodje in zijn rechter vestzak, dat open en dicht werd
gehaald op een wijze, zoo als Mathilde het nog nooit had gezien. Zij had
haar vader Jozef zoo dikwijls hooren prijzen, en telkens deed haar dat
zoo'n goed! Vader vond hem een man van bekwaamheid in zijn vak, de
effekten, een ontwikkelden kop, en die later wat worden kon in de
maatschappij, die carriere zou maken. Vader noemde Jozefs kleeding wel
wat overdreven netjes, maar dat kwam alleen, om dat hij zelf nooit veel
smaak voor die zaken had gehad. Jozef had veel hart en veel verstand,
hij wist dat allebei goed te gebruiken wat kon men meer vragen van een
man, met wien men een gelukkig huwelijk aan wilde gaan?
Zoo ging Jozef in Mathildes denken en verbeelden voorbij, en toen zij
hem weer zoo duidelijk en innig bij zich had, hem naast zich voelde, hem
voor zich zag, toen ze een kleur kreeg, om dat zoo wezenlijk zijn adem
over haar lippen ging, schrok ze op en ging met haast aan het teekenen,
waarvoor zij hier eigenlijk zat. Zij maakte gauw de stukjes verf aan met
water uit het altijd halfvuile glas en met een drift, die niet lang
duren kon, ging zij aan den gang met haar potlood en haar penceel. Zij
plooide haar lippen samen en stak er het uitgewasschen penceel tusschen,
om de gedweee haartjes in een punt uit te doen loopen, om zoo fijne
plekjes kleur op het papier aan te kunnen brengen. Maar het schoot haar
te binnen en verraste haar onaangenaam. Jozef had haar dat likken aan
het penceel dikwijls afgeraden. Hij zeide, dat er nooit heel zeker geen
vergif onder de verf was gemengd en men dus niet kon weten. In een
begeerte, om in 't vervolg alleen te doen, wat hij graag had, ook dan,
wanneer hij er niet bij was, nam zij het penceel tusschen haar lippen
uit, veegde die af met haar zakdoek en probeerde om tusschen haar
vingers het penceel te punten. Dit maakte haar heel tevreden over haar
zelf, en, een beetje bedaarder, kleurde zij voort. Maar zij had haar
uren verdroomd. Het sloeg half vijf op den toren in de Zandstraat en het
Paleis op den Dam begon juist te spelen. Door de zoele zomerlucht klonk
het klokkespel uit de verte haar pleizieriger tegen dan gewoonlijk.
Kling, klang, kling, klang, klang, klang, de zachttriomfantelijke wijs
van "De Koning leev', de Koning leev", speelde het klokkespel, hoog
boven de huizen. Mathildes hart klopte, want ze moest gauw gaan dekken
beneden voor het eten, en het was net of er in haar binnenste, in haar
hart, ook zoo een lief en luid klokkelied werd gespeeld.
In de trapkast was alles doodstil. Heelemaal beneden gekomen, hoorde
Mathilde Jans rommelen met stoelen en borden. Zij slofte juist te
voorschijn.
--Ik was maar gaan dekken, jufvrouw, zei ze, ik dacht, dat u 't zeker te
druk had boven.
--O, dank-je, laten we 't nou maar samen verder doen.
Het siste in de keuken; een geur van gebraden ossevleesch zweefde door
den gang. Vader zat in de voorkamer In een boek te lezen.
--Wil u van-middag ook maar weer hier eten, vader? vroeg Mathilde, het
is hier veel lichter als achter.
--Heel goed, kind, zoo als je wilt.
En zij zaten samen in stillen vrede en genoegelijken kout, zoo als
altijd. Mathilde had het extra schoteltje vergeten. Buiten was het volle
dag, zoo licht, als om twee uur 's middags, maar de zonnehitte was
getemperd en zachte zomerkoeltjes dartelden met het tafellaken. De heer
de Stuwen vertelde van allerlei dingen, die hij in _Artis_ gezien had;
Mathilde was bizonder lief voor haar vader. Toen de heer de Stuwen naar
bed ging, om elf uur, dacht hij wat heb ik toch een aangenaam en
vreedzaam leven. Wat passen wij goed bij mekaar, Mathilde en ik!
Toen Jozef van Wilden van Mathilde van-daan-ging, was hij door de oude
Doelenstraat en de Damstraat naar de Club gegaan. Hij keek, onder den
naar vorengebogen rand van zijn zwart zijden glimmenden cylinder-hoed
door, recht voor zich uit, over de voorbijgangers heen. Tusschenbeide,
als hem een mooi gekleed meisje voorbijging, beblikte hij haar in de
schuinte en liep verder, met zijn kalmen, regelmatigen pas, de voeten
naar buiten buigend bij iederen stap. Het witte voorportaal van het
societeitsgebouw doorgaand en de trappen op, zonder gedruisch, voelde
hij duidelijk, dat hij veel van Mathilde hield.
Hij was in der tijd, als jonge man van drie-en twintig jaar, bij den
dood van zijn vader, die hem het effektenkantoor had nagelaten, de
Stuwen, waar zijn vader hem al voor jaren mee in kennis had gebracht,
blijven bezoeken. Mevrouw de Stuwen leefde toen nog, en er werden nog al
eens gezelschapsavondjes gegeven. Hij was ook altijd aangetrokken
geweest door dat aardige kind, die Mathilde, die hem zoo graag haar
vriend noemde en niet van hem af was te slaan, had hij eenmaal den
drempel van het huis op den Oudezijds Achterburgwal overschreden. Hij
hield van kinderen, tot van dertien-en veertienjarige jongens en
meisjes toe, maar ouder niet. Hij was een goede jongen, volstrekt geen
kwaad of menschenhatend charakter. Hij had zich laten overhalen tot een
"vasten en eeuwig durenden" vriendschapsband met Thildetje, die weinig
vriendinnen had. De de Stuwens waren zoo-wat de eenige familie, waar hij
aan huis kwam. Hij verkeerde niet in aanzienlijke kringen. Zijn
grootvader had al in effekten gedaan te Utrecht, zijn vader had het
kantoor van daar naar Amsterdam verplaatst, waar hij geen verwanten en
weinig kennissen had, maar beter kans zag om zijn zaak uit te breiden.
Dit was hoofdzakelijk gebeurd op aandringen van Jozefs moeder, die
stierf een week voor zij voor goed naar Amsterdam zouden gaan. Het
verplaatsen van de zaak had niet veel gegeven, want de oude heer van
Wilden was een man zonder veel initiatief; deze eigenschap liet hij ook
zijn zoon erven, die de zaak, met den ouden vertrouwden boek-en
kashouder aan 't hoofd, op zijn gemak en op denzelfden voet bleef
drijven. Jozef had eenige vrienden onder de koffiehuis-jongelui gevonden,
was eindelijk lid geworden van de club. Nu ging hij meestal in den morgen
een groot uur naar het kantoor, griffelde daar het een en ander met zijn
gouden potloodje, bracht van kwart voor tweeen tot kwart voor drieen zijn
tijd op de beurs door, na op zijn bovenhuis of in de club gedejeuneerd te
hebben, bitterde dan, dineerde ergends en ging 's avonds naar de komedie,
naar een koncert, of biljarten, of bij een van zijn vrienden zitten praten.
Hij hield er een mentineetje op na, zoo om de twee jaar een, heel kalm,
heel matig. Op 't oogenblik was hij met zijn huishoudster, een dertigjarige
gewone blondine, zonder uitstekende voortreffelijkheden. Eerst eens, toen
tweemaal in de week, ging hij de Stuwen 's avonds gezelschap houden, 't
werd namelijk tweemaal na den dood van mevrouw de Stuwen, toen de Stuwen-
zelf 't ook erg eenzaam had. De familie van Riet, kennissen van de Stuwen,
waar Emilie Hartsen, een wees, bij aan huis woonde, had hem ook gevraagd,
maar hij bedankte, hij had aan de Stuwen en Mathilde genoeg. Dat hij zoo
betrekkelijk dikwijls de Stuwens gezelschap opzocht kwam van de verveling,
die hij door-elkaar tweemaal in de week ondervond door het uitsluitend
omgaan met de clubleden. Van zijn vader had hij een hoeveelheid goedaardige
degelijkheid georven, die nu en dan bovenkwam. Hij ging dan praten met
de Stuwen die wel liberaal-katholiek was, zoo als hij zelf ook, maar
toch over allerhande zaken veel burgerlijker en ook veel zedelijker en
gematigder denkbeelden had dan de jongelui. Jozef praatte ook graag eens
rustig en had hij een inlichting in zaken noodig, dan was Mathildes
vader de ware man, om zich toe te richten; eens zelfs had hij Jozef, die
een verkeerden slag geslagen had en daardoor lichtelijk in geldnood was,
bijgesprongen. Jozef sprak met de Stuwen alleen over heele zedige
uitgangetjes en andere pleizieren en wist zich met zijn bedaarde
gepozeerdheid bizonder degelijk voor te doen. Jozef was zich ook, in een
goede aandrift van zijn hart, hoe langer hoe meer met het moederloze
dochtertje van de Stuwen gaan bezighouden. Hij bezocht haar, ja dikwijls
uitsluitend haar, nu ook wel 's middags, en hielp haar voort met al haar
liefhebberijen en dingetjes. Jozef had een goeye opvoeding gehad. Ook
wist hij nog al wat van boeken en had hij een natuurlijke gave om het
een of andere idee, dat een jong meisje moest behagen, langs den meest
beminnelijken weg voor te stellen en ingang te doen vinden, meende hij.
Het waren geen diepzinnige vraagstukken van levensbeschouwing of
wijsbegeerte zoo zeer, die hij in zijn gesprekken met Mathilde te pas
bracht, toen zij wat ouder werd en vooral na haar te-rugkeer van de
kostschool, het waren veel meer allerlei zaken van gevoel en verbeelding,
hij wist de muziek uit te leggen, dat is te zeggen: aan te duiden welke
hartstochten of welke gedachten die en die melodie uitdrukten, hij wist
op de schoonheid der lijnen en kleuren van teekeningen en op de
bevalligheid van borduurpatronen te wijzen. Het waren ook allerlei dingen,
die zij om hen heen opgemerkt hadden, die zij elkaar toevertrouwden; zij
nam alles altijd dadelijk aan, wat hij zeide, en zij lachten samen
dikwijls erg hardop. Zij hadden in het dagelijks leven, bij een wandeling
op straat of in de houding van huisgenoten of kennissen, dit of dat voor
het eerst gezien; zij dachten zus of zoo over het leven, over de liefde,
de angst, de droefheid, het vergaan of het eeuwig voortbestaan van dit
leven, enz. Zij lazen samen Allard Pierson, J.J.L. ten Kate, en zoo meer.
Het hechtte Jozef zelf aan ernstige bezigheden, ook buiten de zaak om,
dat verkeer met Mathilde. Hij merkte het wel. Buitendien, van een
anderen kant beschouwd, hield niemant zooveel als hij van luidruchtige
frissche jeugd en opbruisend leven; van toen zij nog heelemaal een kind
was af, was hij aan Mathilde gewoon geraakt en 't was een behoefte voor
hem geworden haar dikwijls te zien. Hij had haar ontwikkeling van 't
begin tot het einde bijgewoond. Toen ze als een jong-meisje van de
kostschool te-ruggekomen was, had hij wel zeer verbaasd staan te
kijken en was hun verhouding wel zeer verkoeld geweest, ook om dat ze
hem zoo weinig had geschreven, maar langzamerhand had de oude gewoonte
van gemeenzaam verkeer weer ingang gevonden en de overhand gekregen Zij
waren gauw weer de beste vrienden, ofschoon ze ook mekaar in 't begin
halsstarrig "mijnheer" en "jufvrouw" bleven noemen. Er hadden nu ook bij
de Stuwen aan huis weer de oude muzikale avondjes plaats, die bij het
overlijden van mevrouw de Stuwen op hadden gehouden. Mathilde behaalde
bij dezen gelegenheden triomf op triomf door haar buitengewoon
ontwikkeld pianotalent.
Jozef was eens op een goeyen morgen voor den spiegel gaan staan, was
gaan denken, dat hij in de dertig was, dat hij gisteravond toevallig een
betrekking had afgebroken, die hem toch al lang verveelde, en nu maar
volstrekt wou gaan trouwen. Hij wilde een rustig leven hebben en een
vriendelijke goede wettige vrouw. Hij wilde wel trouwen en getrouwd zijn
en een goeye huisvader worden, maar zijn vrouw moest een persoonlijkheid
wezen, die hem ruimschoots vergoedde, wat hij verloor. Het was een van
zijn lievelingsdenkbeelden een vrouw aan zijn zijde te zien van hooge
gestalte, niet te klein, die zich elegant kleedde, altijd gezond en
vroolijk was, geen bekrompen gedachten had over godsdienst, en het leven
in 't algemeen eenigszins breed opvatte; Buitendien moest ze een mooi
lichaam hebben, niet te mager, en veel zindelijkheid en al de
hoedanigheden van een aangename gastvrouw voor als ze eens een partijtje
gaven. Zij moest ook graag uitgaan en graag veel van het leven genieten,
zij moest iets Parijsachtigs over zich hebben en zich in alle opzichten
uitstekend weten te gedragen. Verder mocht liefhebberij voor muziek, wat
lectuur, enz., haar niet ontbreken.
--Meermalen had Jozef voor zijn vrienden op die manier de vrouw
beschreven, van wie hij zeker wist een goede trouwe echtgenoot te zullen
zijn en met wie hij stellig een gelukkig leven zou hebben.
Het lag zoo verbazend voor de hand, dat Mathilde de Stuwen, daar hij
zooveel mee omging, het aan al deze eischen beandwoordende meisje was,
dat het hem nog nooit in was gevallen aan haar te denken.
Maar langzamerhand was het hem uit alles, uit den toestand, waarin hij
en zij verkeerden zelf, duidelijk geworden, dat niemant anders dan
Mathilde toch zijn vrouw zou kunnen worden. Toen hij daar het eerst aan
dacht, had hij een lichte kleur gekregen van pleizier over deze
gelukkige ontdekking. 't Was ook in de club geweest, hij zat ook juist,
zoo als op 't oogenblik, in de in dit vroege uur nog leege groote
benedenzaal een halven biefstuk met gebakken aardappelen te eten, die
hem toen ook gebracht was door Henri, denzelfden knecht van nu.
Toen Jozef eenmaal besloten had Mathilde het hof te maken, was hij zich
af gaan vragen, of hij van haar al niet vroeger-al gehouden had. Hij
dacht nu van ja: zonder 't zelf te weten, had hij haar liefgehad. Hij
nam zich dan voor die liefde zooveel mogelijk aan te wakkeren in zijn
eigen binnenste, en daarna aan de Stuwen Mathildes hand te vragen. Maar
toen hij er zoo over peinsde, of die liefde voor haar al voor dien dag
bestaan had in zijn hart en van-ja dacht om dat hij zich herinnerde,
hoe-of hij zich altijd tot dat huis van de de Stuwens aangetrokken had
gevoeld, trof het hem op-eens als iets heel zonderlings, dat hij nooit
in Mathildes gezelschap, al zat of stond hij vlak bij haar al raakte
zijn schouder haar schouder, zijn been haar japon, zijn arm haar rug,
zijn hand haar hand, dat hij nooit, al zaten ze uren lang met mekaar aan
de een of andere bezigheid bij de kachel 's winters of 's zomers voor
het open raam, als buiten de zon gloeide, dat hij zich nooit erg naar
haar had voelen verlangen. Hij had zelfs nooit uitvoerig de
hoedanigheden van Mathildes lichaam overwogen, nooit in haar
gewaardeerd, wat hij en zijn vrienden, als ze over vrouwen spraken,
altijd in de eerste plaats bedoelden. Hij vond dit erg vreemd, maar was
overtuigd, dat het verlangen na zijn voornemen van hofmakerij, nu ook
wel komen zou. En hij deed zich geweld aan. Hij probeerde haar op alle
manieren lief te krijgen en hij begon te merken, dat zij van hem
misschien al-lang hield, zonder er ooit iets van te laten merken. Als
hij nu bij haar was, probeerde hij door haar net zulke indrukken bij hem
te weeg te doen brengen, als de andere vrouwen deden. Wanneer zij, op
een avondpartijtje bij haar vader of soms 's zomers als het snik heet
was, een lager uitgesneden japon droeg, bleef hij naar haar hals kijken;
hij oefende er zich in haar kin en haar keel zoo te bekijken, dat hij
den wensch kreeg ze te betasten; hij wilde het zoover brengen, dat hij
al koud werd als hij haar hand in de zijne had. Hij lei er zich op toe
om door haar geheel ingepakt te worden. Hij bestudeerde haar, om uit te
vorschen, waar wel in haar wezen de begeerte-magneet zou te vinden zijn,
hij zocht die als een verborgen kleinood in de boekjes van haar kleed,
tusschen de donkere plekjes van haar haar. Hij wilde dat als haar rok
over zijn schoenen ging er een tinteling door zijn dijen zou gaan, dat,
als haar mouw over de zijne streek, er een vuur door zijn arm zou
gloeyen. Maar, wat hij ook in 't werk stelde, het kwam niet. Maar juist
toen, dit had hij later wel ingezien, had zij haar invloed op hem
gekregen. Wanneer hij gedachteloos over den weg keek, was zij toch maar
in zijn verbeelding. En kon hij 's nachts niet slapen, dan scheen het
alsof zij in de kamer rondwandelde. En met klimmende zekerheid kwam er
begeerte naar haar in hem op, een begeerte, die weinig gemeen had met
zijn gewone wellusten. Hij begon een onweerstaanbaar verlangen te
voelen, haar te omarmen, haar te bezitten zonder toch dat er een lager
gevoel bij hem aanwezig was. Hij wenschte iets als een gezonden en
innigen band, een hoogere en meer edele wellust. Hij werd zich bewust,
dat hij bij haar, ook haar ziel, haar hart zou binnendringen. Dit deed
hem naar haar zuchten als naar een heilige bezitting. Zoo stelde hij
zichzelf de zaken voor.
Hij vond haar ook zoo gezond en zoo levenslustig, dat hij zich een
uiterst aangenaam huwelijk met haar voorspelde, dat met-een een
gelukkigen ommekeer in zijn wel wat eentonig wordend jonge-heeren-leven
te weeg zou brengen.
Zoo was alles gegaan, zoo had hij haar onverhoeds, dien avond midden in
het gezelschap, zijn liefde verklaard. Van-morgen nu werd zijn vraag zoo
voldoende beandwoord, dat hij in een bizonder prettige stemming
tengevolge verkeerde. Hij dronk een extra half-fleschje wijn, bordoo.
Hij vond het mooi van haar en het verhoogde zijn genoegen, dat zij bij
al haar goede eigenschappen ook fierheid bleek te hebben, want het kwam
nu uit, anders had ze hem niet zoo aangedaan ontvangen, dat zij al-lang
van hem hield, en nooit had zij daar iets van laten merken. Dit was fier
gehandeld. En, zich verzadigend aan de overweging van den mooyen slag
door hem geslagen, zag hij door de spiegelruiten de onverschillige
menigte door de Kalverstraat op en neer loopen. De zaal om hem heen was,
achter het waas van zijn gedachten heen, langzamerhand voller geworden,
levend van zachte praatgeruchten en stilgebarende lichamen. Jozef had
het beursuur laten voorbijgaan zonder te denken dat het al zoo laat was.


III.
Stilletjes zomerden de dagen voort in het huis van de Stuwen. Jozef
bleef zijn gewoonte houden om twee-maal 's weeks daar een avondje door
te brengen. De gevoerde gesprekken waren dan schijnbaar hetzelfde
gebleven en betroffen dezelfde onderwerpen als vroeger; de heer de
Stuwen en Jozef voelden zich altijd even goede vrienden. Mathilde zat,
als zoo altijd, meestal zwijgend, nu en dan een enkel woord meesprekend
bij de heeren, met haar borduurwerk of romans, thee zettend en wijn
schenkend. Er werden ook nog avondjes met meer menschen gegeven, maar
minder dan eerst; uit zich-zelf kwam de heer van Stuwen nooit op zulke
dingen en, en het bleek, dat Mathilde lang zoo erg niet meer op zulke
extraatjes was gesteld als vroeger. Zij wilde in den eersten tijd van
hun liefde Jozef zooveel mogelijk voor zich alleen houden. Wat een
ingrijpende en heerlijke verandering dan ook in de verhouding tusschen
Jozef en haar, heerlijk, juist om dat hun betrekking onveranderd in
denzelfden vorm scheen te blijven voortduren zoo als zij vroeger was.
Daar Mathilde nog volstrekt maar niet besluiten kon haar vader in 't
geheim te nemen en juist door het onophoudelijk denken over dezen
moeyelijken stap, dagelijks meer besefte, hoe innig haar vader en zij
aan-een-gesloten waren, had Jozef in geenerlei opzicht de gelegenheid
zich te gedragen zoo als een fatsoenlijk heer, die verliefd is en wiens
liefde door wederliefde beandwoord, pleegt te doen. Hij kon uiterst
zelden met zijn aan-staande alleen zijn, mocht haar nooit een cadeautje
maken en weken gingen voorbij, zonder dat hij zijn liefde anders kon
laten merken, dan in den langeren handdruk en in de ontmoeting van hun
oogen, die plotseling warm werden en vreemd en verlegen mekaar aankeken
in oogenblikken, dat de heer de Stuwen even wech was gegaan of de
koerant las. Jozef beviel deze onthouding ondertusschen volstrekt niet,
zijn ongeduld vermeerderde met den dag. Hij begreep ook niet hoe deze
toestand een einde zou nemen. Maar Mathilde was het nog in 't geheel
niet met zich-zelf eens geworden, wat haar te doen stond, om een
oplossing te verkrijgen. Als haar oogen, terwijl haar vader met Jozef
druk aan 't spreken was en over politiek of andere dingen van den dag
redeneerde, Jozefs oogen en voorhoofd kusten, dan wilde zij zich-zelf
dwingen in-eens een besluit te nemen, den knoop door te hakken, haren
vader alles te zeggen, en verder van de omstandigheden af laten hangen,
hoe de toekomst wezen zou. Of vader met hun samen zou komen wonen, dan
wel of zij ieder afzonderlijk zouden gaan wonen, dat kon zij nog niet
beslissen. Wie weet, dacht zij, wat er op gevonden zal worden. Wie weet,
welke uitnemende schikking er mogelijk zal blijken. En de woorden
dringen op haar tong naar voren en branden door haar lippen. Maar
plotseling bedacht zij zich weer. Nee, het kon nog niet, onmogelijk. Zij
moest vooreerst wachten. Het samenwonen mocht zij zich nu al als zeer
goed denkbaar voorstellen, zij wist wel, dat bij nadere nagedachte, toch
altijd de onhoudbaarheid er van bleek, om de redenen, die zij zich-zelf
al zoo dikwijls herhaald had, en toch weer telkens wech wilde cijferen.
En dat vader alleen zou wonen, daar kon zij zelfs geen oogenblik aan.
denken. Gedurende de laatste weken nog had hij geklaagd over een
pijnlijke stijfheid in zijn linkerarm en bijna door zijn heele linker
zij. Moest zij hem dan niet helpen, hem verzorgen op alle mogelijke
manieren, alles voor hem in orde maken en klaar zetten? Had hij niet
menigmaal gezegd, dat zij alleen er was als het zonnetje, om den avond
van zijn leven te vervroolijken? Neen, duizend maal, zij kon hem niet
aan zijn lot overlaten, het mocht niet, het ging niet, het zou niet
zijn, hoe Jozef ook aandrong, wat hij ook zei om haar te overtuigen.
Mathildes besluiteloosheid kwelde haar-zelf het meest. Was zij overdag
eens in haar eentje thuis, dan kon zij soms plotseling met een stofdoek
of borduurnaald in de hand vijf minuten lang in 't midden van de kamer
stil blijven staren, de oogen droomerig naar den wand, of wel bleven op
eens haar handen uitgebreid boven de toetsen liggen, midden in een
melodie, die zij speelde en dansten de muziekbalken voor haar gezicht.
Telkens deden in den zelfden vorm de zelfde vragen zich voor aan haar
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - Een liefde - 05
  • Parts
  • Een liefde - 01
    Total number of words is 4765
    Total number of unique words is 1462
    43.7 of words are in the 2000 most common words
    59.2 of words are in the 5000 most common words
    67.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 02
    Total number of words is 4915
    Total number of unique words is 1308
    50.5 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 03
    Total number of words is 4960
    Total number of unique words is 1275
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    64.6 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 04
    Total number of words is 4848
    Total number of unique words is 1397
    45.7 of words are in the 2000 most common words
    62.0 of words are in the 5000 most common words
    68.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 05
    Total number of words is 4759
    Total number of unique words is 1509
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    59.0 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 06
    Total number of words is 4845
    Total number of unique words is 1412
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.1 of words are in the 5000 most common words
    70.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 07
    Total number of words is 4872
    Total number of unique words is 1343
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    63.7 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 08
    Total number of words is 4830
    Total number of unique words is 1342
    47.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 09
    Total number of words is 4762
    Total number of unique words is 1402
    45.1 of words are in the 2000 most common words
    59.7 of words are in the 5000 most common words
    66.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 10
    Total number of words is 4925
    Total number of unique words is 1314
    47.7 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    70.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 11
    Total number of words is 4769
    Total number of unique words is 1270
    50.4 of words are in the 2000 most common words
    65.0 of words are in the 5000 most common words
    71.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 12
    Total number of words is 4795
    Total number of unique words is 1433
    44.3 of words are in the 2000 most common words
    59.3 of words are in the 5000 most common words
    66.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 13
    Total number of words is 4726
    Total number of unique words is 1403
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    60.5 of words are in the 5000 most common words
    67.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 14
    Total number of words is 4876
    Total number of unique words is 1279
    49.1 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 15
    Total number of words is 4826
    Total number of unique words is 1324
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    63.9 of words are in the 5000 most common words
    71.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 16
    Total number of words is 4755
    Total number of unique words is 1404
    47.9 of words are in the 2000 most common words
    62.8 of words are in the 5000 most common words
    71.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 17
    Total number of words is 4581
    Total number of unique words is 1568
    40.2 of words are in the 2000 most common words
    55.6 of words are in the 5000 most common words
    62.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 18
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1547
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.7 of words are in the 5000 most common words
    62.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 19
    Total number of words is 4666
    Total number of unique words is 1475
    41.3 of words are in the 2000 most common words
    57.2 of words are in the 5000 most common words
    65.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 20
    Total number of words is 4547
    Total number of unique words is 1460
    34.6 of words are in the 2000 most common words
    48.3 of words are in the 5000 most common words
    55.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 21
    Total number of words is 4808
    Total number of unique words is 1355
    43.2 of words are in the 2000 most common words
    59.4 of words are in the 5000 most common words
    66.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 22
    Total number of words is 4664
    Total number of unique words is 1471
    39.5 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    59.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 23
    Total number of words is 4573
    Total number of unique words is 1485
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    49.7 of words are in the 5000 most common words
    56.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 24
    Total number of words is 4891
    Total number of unique words is 1294
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    71.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • Een liefde - 25
    Total number of words is 1668
    Total number of unique words is 589
    61.3 of words are in the 2000 most common words
    74.5 of words are in the 5000 most common words
    78.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.