De Kerels van Vlaanderen - 36

Total number of words is 4452
Total number of unique words is 1428
48.0 of words are in the 2000 most common words
67.6 of words are in the 5000 most common words
75.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
geacht en bemind als mensch. Hij had eene zuster gehad, zoet, eenvoudig
en lieftallig als eene duive. Zijne ziel had eene zuivere, beminnende
ziel ontmoet; de huwelijkszegen moest hen onafscheidbaar vereenigen en
hun leven tot een paradijs van liefde en zoet genot herscheppen ...
Eenige sombere dagen slechts waren voorbij--en van dit alles bestond
niets,--niets meer! Kerlingaland was bezweken, de vrijheid, het erfdeel
der edele voorvaderen, verloren! Hij, die de gelukkige bruidegom der
aangebeden maagd moest worden, ging den dood vinden onder de puinen van
St-Donaastoren ... Van de Erembalds zou zelf in 's lands geschiedenis
niets overblijven dan eene gevloekte gedachtenis! en dit alles tot boete
eener afschuwelijke misdaad, waaraan zij vreemd gebleven waren,--tot
betaling der bloedschuld van den moordenaar Burchard Knap!
Eene wijl bleef nog de blik des jongelings strak en dof, als ware de
denkingskracht in hem opgeschorst geweest.
Allengs nochtans vormde zich op zijne lippen een onduidelijke glimlach,
en hij hield de oogen met eene soort van treurige bewondering op het
gelaat van Dakerlia gevestigd.
Zij was toch zoo schoon en zoo ontzagwekkend, zijne verloofde, die daar
op den rand van den waggelenden toren lag te slapen als een onnoozel
kind dat sluimerd op de kruin van eenen vulkaan.
Waren Robrecht en zijne gezellen bleek, vermagerd, gekwetst, vuil en
gescheurd, Dakerlia had geheel het voorkomen der gezondheid van den
zielevrede en der zindelijkheid behouden. Iedereen toch had gewedijverd
om haar tegen de ongemakken van hunnen schrikkelijken toestand te
behoeden; en, hoe zij ook wederstand had geboden, haar voedsel toch was
niet verminderd geworden, en zelfs had men veel van het kostbare
drinkwater opgeofferd, om de Kerlinnen toe te laten, haar met al de
zorgen der netheid te omringen.
Dakerlia's wangen hadden nog iets van hunnen vorigen blos behouden, haar
aangezicht was zuiver en frisch gebleven. Haar zoo op de leuning der
gaanderij onder het zonnelicht ziende rusten, zou men gewaand hebben
eene teeder gekleurde roze te beschouwen, die even door een storm uit
het dal was gerukt geworden en boven op eene naakte rots gevoerd.
Robrechts hart popelde van bewondering en liefde, terwijl hij, van het
gevoel der wezenlijkheid verdwaald, den blik op het zoet gelaat zijner
verloofde hield gevestigd; maar eindelijk toch ontviel hem de
tooversluier der begoocheling, en welhaast sidderde hij onder den slag
van bedroevende gepeinzen.
Zij ook, zij, Dakerlia, ging eenen akeligen dood sterven! Van die
schoonheid, van dat jong leven, van al die hoop op geluk zou niets
overblijven dan ... dan een verpletterd en verminkt lichaam ...
ijselijk, gruwelijk!
Tranen schoten den ontroerden ridder in de oogen; maar hij bedwong deze
teekens der smart met geweld, en zette zich in stilte nevens zijne
verloofde.
Dakerlia ontwaakte en opende de oogen; zij aanschouwde Robrecht eene
wijl met eene soort van onbewustheid en glimlachte dan helder, als stond
er eene verheugende herinnering in haren geest op.
"Gij lacht, Dakerlia?" murmelde de jonge ridder verbaasd, "Uwe sterke
ziel is dus boven alle vrees verheven?"
"Wat schoon, wat heerlijk gezicht!" riep de maagd met begeestering uit.
"Robrecht, ik heb mijn vader en uwe zuster gezien ... gezien en omhelsd
en gesproken!"
"Een droom, lieve, eene begoocheling ..."
"Neen, neen, meer dan dat; eene inspraak van God, een troost in ons
lijden, eene voorspelling van toekomende dingen!"
Robrecht haalde mismoedig de schouders op en zeide met eenen zucht:
"Luister, luister, hoe de ram daarbeneden beukt; voel, Dakerlia, hoe de
toren siddert. Ziedaar, arme vriendinne, de droeve wezenlijkheid!"
"Gij gelooft mij niet?" sprak de maagd, met een gelaat dat van vreugde
straalde, "Ik heb den toren reeds zien vallen ... Zoo zat ik hier bij
den rand der gaanderij: de ram beukte geweldiger nog dan nu, de toren
waggelde op zijne grondvesten en ging nederstorten. Ik was vervaard en
hief de handen biddend ten hemel. Een Engel verscheen aan mijne zijde.
"Vrees niet, Dakerlia," zeide hij; "voor wie ongelukkig is of onrecht
lijdt, is de dood eene verlossing, een nieuw en beter leven." De goede
geest gaf mij moed en versterkte mij tegen den hachelijken stond. Daar
viel de toren met ijselijk gekraak; maar terwijl ik met de puinen naar
beneden stortte, greep de engel mij in zijne armen en vloog met mij naar
den hemel. In eene zaal, die verblindend glansde van goud en licht,
kwamen mijn vader en uwe zuster juichend mij te gemoet geloopen en
omhelsden mij met uitstorting eener onzeglijke blijdschap. Tranen van
geluk ontrolden onzen oogen bij dit vroolijk wederzien. Onze vrienden
Eggard Van IJsendijke, Yorg Koevoet, uw oude oom, de proost, en nog
velen van de dappere gezellen die gesneuveld zijn, kwamen mij omringen
en drukten mij de handen. Eene treurnis slechts benevelde onze vreugd;
allen riepen wij: "Waar is Robrecht? Waar blijft de edele Robrecht?" Ha,
er ging tusschen ons een schallende jubelkreet op. Daar kwaamt gij! Wij
liepen met uitgestrekte handen u toe en sloten u in de armen ... Dan
overstroomde ons eensklaps een stralend licht, en uit den schoot van
dien gloed sprak de stemme Gods zelve tot ons: "Robrecht, Dakerlia,
zielen die op aarde hebt bemind en geleden, weest vereenigd en gelukkig
tot het einde der eeuwen!" En dan, Robrecht, dan ben ik ontwaakt en heb
u nevens mij zien zitten. Het is een droom; ja, ja, een droom; maar hij
zal waarheid worden. Daarboven zullen wij eeuwig te zamen leven, met
mijnen vader, met uwe zuster, in Gods aanschijn!"
De jonge ridder had zich door de begeesterde taal van Dakerlia tot
begoocheling laten verleiden, en ook op zijne lippen was een zoete
glimlach verschenen; maar zoohaast zij ophield van spreken, keerde hij
tot het gevoel der wezenlijkheid terug en schudde met treurigheid het
hoofd.
"Die schoone voorspelling kan u niet verblijden?" murmelde de maagd.
"Zoudt gij den dood vreezen, Robrecht?"
"Voor mij niet, gij weet het wel", antwoordde hij. "Maar u te zien
sterven, Dakerlia, u, zoo jong, zoo onschuldig, zoo schoon! Eilaas, het
is eene ijselijke gedachte!"
"Vermits ik dit lot zonder beven aanvaard ..."
"Er is nog één middel, Dakerlia; en onze arme gezellen zouden, uit
liefde tot mij en tot u, er in toestemmen."
"Alweder het voorstel dat ik reeds tienmaal heb verstooten?"
"Inderdaad, lieve; maar ik smeek u, aanvaard het, uit medelijden met
mijne smart! Indien ik u gered mocht weten, ik stierve met een gevoel
van geluk, en ik zegende dan den dood als eene weldaad. Laat mij doen:
ik zal den koning onze overgaaf op zijne genade voorstellen, indien hij
zijn vorstelijk woord wil verpanden dat men u in volle vrijheid naar
Kerlingaland zal laten vertrekken."
"Nimmer, nimmer! Ik weiger ..."
"Dakerlia!"
"Met u wil ik leven en sterven. Mijn droom zal waarheid blijven."
"Wees niet onmeedoogend; uwe weigering maakt mij den dood tot eenen
galbeker."
"Ha, Robrecht, hoe is het mogelijk!" kreet het meisje met
verontwaardiging. "Gij wilt dat ik op aarde blijve na uw vertrek? Bemint
gij mij? Waarom dan wenscht gij dat ik blootgesteld worde aan de
vervolgingen van den verrader Disdir Vos? En wierd ik het slachtoffer
zijner boosheid, hoe zou uwe ziel zich beschuldigen de oorzaak te zijn
geweest mijner onzaligheid en mijner schande! Ik ben eene Kerlinne:
zuiver zal ik voor God verschijnen; ik wil het recht behouden mijnen
vader, uwe zuster en u zelven daarboven in de armen te drukken ..."
Tot dan hadden de Kerels, die zich op de gaanderij bevonden, volgens
hunne gewoonte de samenspraak van hunnen overste met jonkver Wulf
geërbiedigd, en waren zij aan de andere zijden van den toren gebleven;
maar nu kwam Ivo-de-Wolvenjager nader en zeide:
"Mher Sneloghe, indien ik mij niet bedrieg, gaat daar beneden iets
gewichtigs gebeuren. In de Hofstraat komen een groot getal voorname
poorters. Zij begeven zich in stoet naar den burg, ongetwijfeld om den
koning te spreken. Wat hun inzicht is kunnen wij niet raden; maar zij
doen verstaan dat zij over ons gaan handelen."
Op dit oogenblik bereikten de poorters het middelplein van den burg, en
Robrecht hoefde slechts het hoofd over de leuning der, gaanderij te
buigen, om op den stoet neder te zien. Hem werden insgelijks teekens
gedaan, doch hij kon er geene andere beduidenis aan toekennen, dan dat
men waarschijnlijk eene laatste poging bij den koning wilde wagen om
levensgenade te bekomen voor de arme Kerels, die andere door den val van
den toren ellendig zouden worden verpletterd.
Inderdaad, hij misgreep zich niet. De schepenen der stad, vergezeld van
wel veertig oversten der gilden en neringen, boden zich op dit oogenblik
voor de poort der Loove aan en verzochten den koning te mogen spreken.
In de tegenwoordigheid des vorsten toegelaten en over de reden hunner
komst ondervraagd, zeide de voorschepen:
"Heer koning, de droeve mare dat men den toren van St-Donaas gaat doen
vallen heeft onze poorters zeer ontroerd. Op hun aandringen komen wij
uwe goedheid afsmeeken en, voor uwe voeten neergebogen, u bidden dit
oudste kerkelijk gebouw onzer stad te willen sparen. Valt deze logge
toren, dan zal hij niet alleen de kerk en de proostdij verpletteren,
maar nog daarenboven zonder twijfel vele menschen dooden."
"Wij begrijpen wel, heeren, dat gij liever den toren zoudt gespaard
zien", antwoordde de vorst. "Maar gij hoopt zeker niet 'dat wij, koning
van Frankrijk, ongestraft onze macht zullen laten hoonen, of van hier
zouden kunnen vertrekken zonder die slechte, hardnekkige lieden tot
overgaaf te hebben gedwongen? Te lang heeft dit belachelijk spel
geduurd; en, vermits er geen ander middel is om die razende Kerels te
doen bezwijken, zal de toren vallen!"
"Gelieve de heer koning mij oorlof te geven om eene overweging ootmoedig
hem te onderwerpen", hernam de voorschepen. "Het getal der Kerels op den
toren is niet vijftig; wij meenen ons overtuigd te kunnen houden, dat
zij niet boven de dertig sterk meer kunnen zijn. Deze arme lieden zijn
in den oorlog gewikkeld geworden ten gevolge van eenen gruwelijken moord
waaraan geen hunner persoonlijk schuldig was."
"En Robrecht Sneloghe dan?" riep Disdir Vos, die met den veldheer
Grervaas en met andere ridders achter den koning stond.
"De koning late mij toe het te zeggen", antwoordde de voorschepen "mher
Robrecht Sneloghe heeft door al zijne daden bewezen dat hij vreemd is
gebleven aan de misdaad en deze dieper betreurt dan wie het zij; ja, hij
heeft in het openbaar tranen van deernis en rouw op het lijk van graaf
Karel gestort en het met gevaar des levens tegen schennis verdedigd. Is
hij het niet die den moordenaar heeft gedood[90]?
Van allen die bekend zijn als hebbende deel aan de misdaad genomen, is
geen enkele meer op den toren; zij zijn gesneuveld, gemarteld of
gevlucht ... O, machtige koning van Frankrijk, kan de onmiddellijke dood
dezer ellendige lieden eenigen luister voegen bij den glans van uwen
roem? Zeker, de moord van onzen graaf is een afschuwelijke aanslag;
maar, heer koning, in uw grootmoedig hart kan het gevoel der wraak
slechts toegang vinden, voor zooveel het nuttig of geheel rechtvaardig
zij...."
"Hoe?" morde de vorst verwonderd. "Onze wraak tegen deze overmoedige
lieden zou niet rechtvaardig zijn? Hebben zij niet genoeg onzer ridders
en wapenknechten gedood of gekwetst?"
"Inderdaad, heer koning, en het is wel te betreuren; maar indien uw
edelmoedig hart het wilde aanzien als enkelijk geschied tot hunne
verdediging ..."
"Sa, begrijp ik het wel", viel de koning half vergramd uit, "dan zoudt
gij vermetel genoeg zijn om te wenschen en te verwachten dat wij genade
schenken aan deze lieden die ten minste vrienden en handlangers der
moordenaars zijn?"
"Neen, heer koning, genade niet; maar wij durven u smeeken hun de
voorwaarden toe te staan welke zij op hunne overgaaf stellen. Zij
willen zich in de gevangenis begeven en onderwerpen zich op voorhand aan
de straf welke de rechters, na hen gehoord te hebben, over elk hunner
zullen uitspreken. Zij vragen geene genade, zij eischen slechts
rechtvaardigheid. Zeker, grootmoedige vorst, zij zijn in dezen oorlog
uwe vijanden; hun lot is in uwe handen, en, wat gij ook over hen gelieve
te beslissen, elkeen moet met eerbied zich onderwerpen aan uwen wil.
Maar, hebben zij geen recht op uwe genadigheid, wees dan toch den
poorters dezer goede stad Brugge goedgunstig en doe, op hun gebed, wat
gij den Kerels zoudt weigeren. Wij smeeken op de knieën uwe koninklijke
grootmoedigheid af! Spaar, spaar den toren en den tempel van onzen
grooten heiligen Donaas!"
Bij deze laatste aanroeping zonken al de schepenen en poorters geknield
ten gronde en bleven zoo, met neergeslagen blik, voor den koning
gebogen.
De vorst scheen gevoelig aan hunne hulde en aan hunne bede. Hij keerde
zich tot de ridders, waarschijnlijk om hen te raadplegen over de
beslissing welke hij geneigd was te nemen. De Isegrims morden hevig;
hunne gebaren konden laten gissen dat zij den koning poogden over te
halen tot het volstrekt verwerpen van het verzoek der poorters.
Wat ook de indruk dezer korte samenspraak op des vorsten gemoed ware
geweest, hij wendde zich weder tot de schepenen en zeide op minzamen
toon:
"Staat op, heeren. Wat gij van ons vraagt is moeilijk toe te staan. De
Kerels sparen? Zouden dan al onze mannen, die zij gedood hebben,
ongewroken moeten blijven? Evenwel, wij zouden indien het ons mogelijk
ware den toren te behouden, ons gelukkig achten, deze gelegenheid te
vinden om den goeden lieden der stad Brugge een hoog bewijs onzer
bijzondere welwillendheid te geven. Gaat tot uwe mannen, stelt ze gerust
en zegt hun dat wij het werk van den beukram zullen doen opschorsen,
totdat wij met rijp beraad hebben overwogen wat ons mogelijk is, ten
believe der poorters dezer goede stad Brugge te doen. Hebt vertrouwen ik
hoop dat wij den toren van St-Donaas zullen kunnen behouden."
Onder het uiten van dankzeggingen en met blij gemoed, verlieten de
schepenen en hun gevolg de Loove.
Het middelplein van den burg krielde van volk, zelfs tot aan den voet
van den toren; want ieder wist dat de Kerels, sedert den dood van
Burchard Knap, nooit meer op ongewapende poorters schoten.
De schepenen deelden aan de menigte de goede woorden des konings mede.
Dit bericht ontlokte het volk een schallend gejuich en, terwijl menige
kreet van "Leve de koning!" in de hoogte steeg, poogden eenige stoutere
lieden met de Kerels te spreken en hun door sterk roepen te doen
verstaan dat er nog groote hoop op verlossing voor hen was.
Maar nu traden eenige wapenknechten op het plein en dreigden de poorters
met gevangenis indien zij, tot de Kerels sprekende, het gebod des
konings overtraden.
Het duurde zeer lang eer men iets nieuws vernam. De toevloed der menigte
groeide immer aan, en met ongeduld wachtte een ieder op het besluit des
konings.
Eindelijk liep een blij gemor door het volk, dat zich opende om eenen
wapenbode en eenen bazuinblazer door te laten.
De bode, nadat men de aandacht der Kerels door een kort geschal had
opgewekt, riep hun toe:
"Op de bede der poorters van deze goede stad Brugge en om den toren van
St-Donaas te sparen, vergunt onze heer, de koning van Frankrijk, u de
voorwaarden op welke gij aangeboden hebt u over te geven. Gij zult in de
gevangenis geleid worden en daar afwachten totdat rechters over uw lot
uitspraak hebben gedaan. Laat mij weten of gij deze gunst aanvaardt: ik
wacht uw antwoord."
Na eene wijl onder elkander te hebben geraadpleegd, riepen de
Kerels[91]:
"Wij aanvaarden met vertrouwen in 's konings woord!"
"Komt dan beneden!" zeide de bode. "Men zal den uitgang van den trap
vrijmaken en u in de kerk uwe wapens afnemen!"
"Het zij zoo!" antwoordden de Kerels.
Een lang gejubel klonk over het plein, en herhaalde malen weergalmden er
kreten ter eere van den Franschen vorst.
Ongetwijfeld hadden de Kerels nog druk te arbeiden om zich eenen
doorgang te banen tusschen al de hindernissen waarmede zij tot hunne
verdediging de torentrap hadden versperd.
Schier een uur verliep er, vooraleer een dof gebruis en een koortsig
gewoel onder de menigte aankondigden dat de Kerels gingen verschijnen.
Inderdaad, uit de kerkpoort trad nu eene sterke wacht van wapenknechten;
daarachter stapten de Kerels, ten getalle van slechts zevenentwintig man
en drie vrouwen.--Zij waren sedert meer dan veertig dagen in den burg
opgesloten gebleven, en hadden daarvan zestien dagen op den toren
doorgebracht! Gedurende deze lange tijdruimte hadden zij met
onplooibaren heldenmoed zich verdedigd tegen twee legers en tegen al de
befaamde stormtuigen van den burg van Gent!
Ook was het wel aan hun ellendig opzicht te zien wat zij hadden
doorstaan en geleden. Allen waren geel en mager, met ingevallen wangen
en weggezonken oogen. Velen droegen op aangezicht en handen de roode
litteekens van slecht geslotene wonden; hunne kleederen waren vuil en
hingen aan flarden. Ware het niet hunne trotsche houding geweest, hadde
niet uit hun somber oog nog de vonk der onplooibare trotschheid
ontschoten, men zou voorzeker gewaand hebben eene bende verhongerde
bedelaars te zien.
Dakerlia alleen, met hare rijzige gestalte, hare bekoorlijke
wezenstrekken en reine, nette kleeding scheen eene koningin tusschen
eenen hoop noodlijdenden. Zij stapte aan Robrechts zijde en verbaasde
elkeen door den stillen, zoeten glimlach en door den glans van fierheid
die haar schoon gelaat verlichtte.
Ridders en wapenknechten boden als met eerbied eenen vrijen doorgang aan
deze heldhaftige vijanden, en bekeken hen zonder een enkel hoonend woord
te laten hooren of door eenig zegevierend gebaar hen in hun ongeluk te
bespotten.
Menig poorter, terwijl de arme Kerels hen voorbijgingen, wischte zich
eenen traan van medelijden en bewondering uit de oogen.
Verre hoefden de gevangenen niet te gaan: het Gyselhuis, in welks kerker
men ze ging opsluiten, stond op den burg, schuins over de proostdij.
Toen de Kerels binnen in het Gyselhuis gekomen waren, gebood de overste
der wachten, dat men de mannen in den grooten kerker ter rechterzijde,
en de vrouwen in de cellen ter linkerzijde zou opsluiten.
Een angstschreeuw ontsnapte terzelfdertijd aan Dakerlia en Robrecht en,
als vreesden zij dat dit afscheid eeuwig zou zijn, sprongen hun beiden
de tranen uit de oogen.
Dakerlia hief met een plechtig gebaar den vinger ten hemel, wees dus aan
haren verloofde de baak der hoop en riep:
"Robrecht, Robrecht, er is een beter leven. Vaarwel, tot wederziens
daarboven ... mijn vader, Witta!"
"Vaarwel, dat God u bescherme!" murmelde de jonge ridder, schier
bezwijkende van smart.
De wapenknechten grepen de Kerels en de vrouwen bij de armen en leidden
ze naar de kerkers die hun waren toegekend.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 87: "Zij sloegen de klokken aan stukken om daarmede hunne
vijanden te verpletten." GALB., p. 319.]
[Voetnoot 88: "In zijne gramschap gebood de koning den toren spoedig
omverre te doen storten ... Onmiddellijk begonnen zij met ijzeren
werktuigen den toren van onderen uit te breken." GALB., p. 370.]
[Voetnoot 89: "Zij wierpen kolen, gedoopt in pik, in was en in boter.
Deze kolen, zich hechtende aan de daken, deden vlammen ontstaan, welke
de wind aanblies, en die, zich uitbreidende, het dak naar alle kanten
verslonden." GALB., p. 354.]
[Voetnoot 90: Den Maandag, 18 April, wierpen onze burgers zich weder
geknield voor den koning neder, en smeekten om genade voor Robrecht.
GALB., p. 370.]
[Voetnoot 91: "De koning verleende aan de belegerden, volgens hunne
vraag, oorlof om van den toren te komen, dewijl het voordeeliger was dat
zij zich zelven overgaven zonder de belegeraars aan de gevaren der
Instorting bloot te stellen."
GALB., p. 371.
"Zij kwamen dus uit de kerk ten getalle van zevenentwintig."
GALB., p. 371.
Volgens Galbertus werd de stad Brugge bij verraad ingenomen den 9en
Maart, en gaven de Kerels zich over den 19en April. Het beleg had
dienvolgens tweeënveertig dagen geduurd]


XXVII.

Dakerlia zat gevangen in het Gyselhuis op den burg. Een enkel verheven
venstertje liet in haren engen kerker eenen flauwen lichtstraal
nederdalen, en men moest zijne oogen aan den twijfelachtigen schemer,
die er heerschte, gewend hebben, vooraleer er de voorwerpen duidelijk te
kunnen onderscheiden.
Ongetwijfeld wilden de vorsten of de ridders, die over het lot der jonge
Kerlinne beschikten, haar niet met de uiterste strengheid behandelen;
misschien was er iemand die haar geheimelijk beschermde, want in haren
kerker stonden een paar stoelen en eene tafel en, in den duisteren hoek,
verre van het licht, had men eene soort van bed geschikt, om haar eene
gemakkelijke rustplaats te bezorgen.
Het was de vierde dag, nadat de Kerels van den toren waren gedaald en
zich in de handen hunner vijanden hadden overgegeven op voorwaarde dat
men hen door eene wettelijke rechtbank zou doen onderhooren en
vonnissen.
Dakerlia zat op haren stoel nevens de tafel en, met het hoofd op de hand
rustende, schouwde zij droomend in de ruimte.
De bewegingen haars gelaats getuigden dat velerlei gedachten haar door
den geest stroomden. Nu zweefde er een glimlach op hare lippen, dan liep
er eene angstige siddering haar door de leden of bevochtigde een traan
haar oog; dan weder hief zij den blik ten hemel en vouwde de handen tot
een gebed.
Wie haar dus gezien hadde, zou geraden hebben dat haar hart over en
weder vlotte tusschen hoop, schrik en medelijden. Waren de rechters
onpartijdige lieden,--mijmerde zij in zich zelve,--dan zouden zij
Robrecht wel eene straf opleggen, omdat hij, ter vervulling van eenen
onverbiddelijken bloedplicht, den moordenaar Burchard had helpen
verdedigen; zij zouden misschien zijne goederen verbeurd verklaren, om
de gierigheid en den haat der Isegrims te bevredigen; maar zijne dood
zouden zij niet eischen, en hem in vrijheid laten gaan of hem uit het
graafschap bannen. Was de rijkdom wel noodig tot hun geluk? Hoe arm
Robrecht mocht worden en waar hij zich ook bevonde, zij zou zijne
echtgenoote zijn en haar leven toewijden aan het verzachten, aan het
verhelderen van zijn lot. Misschien zou zij hem dan den geleden
rampspoed kunnen doen vergeten, misschien waren hun door den
barmhartigen God nog schoone, vreedzame dagen voorbewaard?
Bij zulke gepeinzen rees er een stille glimlach op hare lippen en
ontschoot eene vonk van vertrouwen aan hare vochtige oogen; maar weldra
versomberde eene kommervolle overweging haren geest. Zouden de
valschhartige Isegrims, in hunnen onverbiddelijken wrok, de rechtbank
niet doen samenstellen uit vijanden der Kerels? Eilaas, dan zou een
doodvonnis den armen Robrecht treffen, en het zwaard des beuls zou dit
edel en dierbaar hoofd van het bloedige kapblok doen rollen!
Schrikkelijke gedachte, die Dakerlia deed ijzen en haar eenen angstkreet
ontrukte ... Evenwel, haar beweegbaar en sterk gemoed kwam onmiddellijk
in opstand tegen de wanhoop; en dan bief zij de oogen ten hemel, als om
de plaats te zoeken waar hare ziel welhaast met de ziel van Robrecht en
met andere dierbare zielen zou vereenigd zijn.
Zij bedwong op dit oogenblik hare ontsteltenis, en eene uitdrukking van
blijde verwachting beglansde haar gelaat. Het gerucht van sleutels en
zware stappen in den gang kondigde haar aan dat Reinbert, de
gevangenbewaarder, haar met het morgeneten tijding van Robrecht ging
brengen.
Reinbert, die nu de deur des kerkers opende en met eene kruik en een
weitebroodje in de hand binnentrad, was een reeds bejaarde man, wiens
gelaat niet van gevoeligheid getuigde; maar hij had vroeger in den
oorlog onder het bevel van mher Wulf gestaan, en herinnerde zich met
erkentenis den heldenmoed en de goedheid van zijnen overste. Daarom
behandelde hij nu zijne dochter in het ongeluk met eerbied en
genegenheid, en verschafte haar, niet zonder gevaar voor zich zelven,
wat haar lot in deze treurige plaats kon verzachten.
"Jonkver Wulf", zeide hij bij zijne intrede, "ik heb hier warme melk en
van het fijnste brood dat er in Brugge te vinden is. Dezen middag zal ik
..."
Maar Dakerlia, door haar ongeduld aangejaagd, onderbrak zijne
vriendelijke rede:
"Dank, dank; God zegene u, Reinbert, voor uwe goedhartigheid! Hebt gij
heden reeds mher Sneloghe gezien?"
"Ik heb hem gezien, jonkvrouw."
"En hoe vaart hij?"
"Wel, tamelijk wel."
"Gij zegt het zoo twijfelachtig! Treurt hij?"
"Ja en neen, jonkvrouw. Als hij tot zijne gezellen spreekt, glanzen
zijne oogen van mannelijke trotschheid, en hij boezemt allen de
verachting des doods in, met eene onweerstaanbare welsprekendheid
Sterven op zulke wijze dat men den onplooibaren heldenmoed der Kerels
tot den einde toe bewondere, schijnt zijn eenige droom en zijn eenig
doel; maar zoohaast hij het woord tot mij richt, wordt hij droefgeestig,
en niet zelden schieten hem dan tranen in de oogen."
"Waarom toch? Zegt gij hem bedroevende dingen, Reinbert?"
"Neen, jonkvrouw; maar mij spreekt hij immer van u, van u alleen. Uw
tegenwoordig lot, het lot dat u nog te wachten staat, verschrikt hem. De
tranen, welke hij met zooveel geweld op zich zelven poogt te bedwingen,
zijn tranen van medelijden en van liefde."
Dakerlia zweeg eene wijl; een zucht ontsnapte haar en hare oogen
glinsterden van ontroering.
"Maar, Reinbert", vroeg zij in gedachten, "gelooft dan mher Sneloghe,
gelooven de andere Kerels dat men de doodstraf tegen hen zal
uitspreken?"
"Zij schijnen inderdaad weinig hoop op het behoud des levens te
koesteren", antwoordde de gevangenbewaarder, "en zij hebben wel reden,
dunkt mij, om zich vanwege hunne vijanden aan het ergste lot te
verwachten. Arme Kerels, hunne onzekerheid zal niet lang meer duren!"
Door deze koele bevesting harer vrees verschrikt, hief Dakerlia de
handen in de hoogte en riep kermend uit:
"Genade, genade voor hem, almachtige God! Hij is onschuldig. Ach, wreek
den gruwelijken moord niet op hem. Laat hem leven, ik zegen Uwen
heiligen naam tot mijnen laatsten snik!"
"Jonkver Wulf, vertwijfel zoo niet", zeide de gevangenbewaarder "Hoor
mij aan, ik bid u. Worden de andere Kerels ter dood veroordeeld, men zal
naar alle waarschijnlijkheid mher Sneloghe het leven sparen."
"Gij wilt mij troosten en poogt mij te bedriegen, uit goedheid des
harten!" murmelde Dakerlia ongeloovig.
"Neen, jonkvrouw, ik heb u reeds gezegd dat de schepenen en voorname
poorters niet ophouden bij den koning allerlei pogingen aan te wenden om
genade voor mher Sneloghe te bekomen. Gisterenavond heb ik hier, in de
groote zaal van het Gyselhuis, twee ridders,--mher Gervaas Van Praet,
die nu kastelein van Brugge is geworden, en een Fransch overste van 's
konings raad over deze zaak hooren spreken en twisten. Uit hunne
woorden kon ik verstaan dat de koning geneigd is om mher Sneloghe in
genade te ontvangen, en hij het reeds zou hebben gedaan, indien de
Isegrims hem tot nu toe niet hadden wederhouden. Wie zal hier overwinnen
de poorters of de Isegrims?"
"De rechtvaardigheid of de haat?" mompelde Dakerlia.
"Men zal het waarschijnlijk heden nog weten, jonkvrouw."
"Heden?"
"Het gerucht loopt dat dezen morgen een gerechtshof van daartoe door den
koning aangewezen ridders in de Loove zal vergaderen om de Kerels te
vonnissen. Het is zeker dat er iets gewichtigs gaat geschieden: de burg
is sedert een paar uren vol wapenknechten en eene menigte ridders hebben
zich in de Loove begeven Zelfs de Markt is overdekt met Fransche benden,
die gisteren met den nieuwen graaf uit Kerlingaland zijn teruggekeerd
..."
"Ons arm Kerlingaland is gansch onderjukt!" zuchtte de maagd.
"Dit kon men wel voorzien, jonkvrouw. Zoo aangevallen door de
krijgsknechten van gansch Vlaanderen en van het groote Frankrijk ..."
"Ja, ja, en van God verlaten tot boete eener afschuwelijke misdaad ..."
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 37
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.