De Kerels van Vlaanderen - 33

Total number of words is 4441
Total number of unique words is 1413
45.5 of words are in the 2000 most common words
64.5 of words are in the 5000 most common words
72.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
doodsche stilte heerschen, zoo diep waren allen onder schrik en
droefheid neergedrukt.
"Ach, Burchard, ongelukkige, wat hebt gij gedaan!" riep de kastelein.
"Gij zijt niet alleen de schuld van mijns broeders gruwelijken dood,
maar tevens van het verderf uws vaderlands! Geheel uw geslacht zal
vernietigd worden tot straf uwer misdaad. Waarom zeidet zij ons dat mher
Willem u had bevolen den graaf te dooden?"
"Willem Van Loo is een snoodaard; hij liegt!" schreeuwde Burchard. "Hij
was de eerste wien het ontwerp werd bekend gemaakt, en hij heeft het
goedgekeurd. Is hij nu valsch genoeg om het pak zich van de schouders te
schudden, ik veracht hem als een lafaard die hij is. Men beticht mij de
zaak van Kerlingaland te hebben verdorven? Het is belachelijk! Neen, wie
onze vijand heeft vermoord, wie ons machteloos ten prooi der Isegrims
heeft geleverd, is niemand dan de proost Bertulf zelf ..."
"O, mijn God, dat gaat te verre! Zijnen armen oom, zijn slachtoffer
hoonen tot in het graf!" galmde Robrecht, de verkrampte vuist tot
Burchard vooruitstekende.
"Ha, ik vrees uwe bedreigingen niet!" zeide deze. "Het zijn de
toegevingen, de aarzelingen, de vreesachtigheid, de traagheid van den
proost, die de zaak van Kerlingaland hebben verloren."
"Neen", kreet Robrecht, "gij alleen hebt ons verraden; gij alleen hebt
onze vrijheid en ons vaderland vermoord. Indien de gansche wereld ons
vermaledijdt, dan is het omdat gij uwe misdadige handen in het bloed van
graaf Karel hebt gedoopt. Ha, ha, zeg wat gij wilt, maar op uw graf
kleeft nog na vele eeuwen Vlaanderens onuitwischbare vloek!... Laffe,
valsche moordenaar!"
Burchard had zijn zwaard opgeheven en riep bulderend dat hij mher
Sneloghe het hoofd wilde klooven. Robrecht, niet min door woede
ontsteld, wilde insgelijks met uitgetogen wapen naar Burchard springen.
Beiden, door hunne verschrikte gezellen met geweld wederhouden,
worstelden om elkander te kunnen naderen. Maar op dit oogenblik hoorden
zij achter den autaar der kapelle een bonzend gerucht als van eenen hoop
nederrollende steenen, en onmiddellijk daarop den korten toon van eenen
hoorn, die door de donkere kerk weergalmde.
"Harop, harop! De vijand, de vijand!" schreeuwden de Kerels, terwijl
zij, alles vergetend, naar den autaar vooruitsprongen om hun leven te
verdedigen.
Hier begon alweder eene bloedige worsteling. De Gentenaars waren door
den uitgebroken muur in groot getal binnen de kapel gedrongen, en onder
een luid krijgsgeschreeuw vielen zij de verraste Kerels met groote woede
aan. Zij bekochten echter hunne vermetelheid zeer duur: want de eersten
werden onmiddellijk neergehakt en degenen die na hen in de nauwe opening
zich vertoonden smaakten den dood vooraleer zij den voet op den vloer
der kapelle konden zetten.
Gewis, de Kerels zouden het hier zeer lang volgehouden hebben en
misschien des vijands poging geheel verijdeld; want, daar de Gentenaars
door eene lange gang moesten komen om tot hen te naderen, was het hun
gemakkelijk ze allen opvolgend te verpletten Maar terwijl zij door dit
gevecht naar de andere zijde der kapel waren gelokt, kwamen de ridders
en wapenknechten in de kerk met lichte ladders toegeloopen, en beklommen
zonder eenig beletsel te ontmoeten de gaanderij.
Onder het aanheffen van zegevierend krijgsgeschreeuw vielen zij in
groote menigte de Kerels van achter op het lijf; en dezen, dus geheel
ingesloten, moesten onfeilbaar in korten tijd bezwijken. Nog eene wijl
hielden zij het vol en weerden zich met leeuwenmoed, den vloer bezaaiend
met de verminkte lichamen hunner vijanden en met hunne eigene lijken,
totdat de overblijvenden, hun klein getal bemerkende, alle hoop opgaven,
immer strijdend naar eenen kleinen trap weken en hun heil op den toren
zochten[83].
Dewijl zij ook de mogelijkheid zulker vlucht hadden berekend, en op
voorhand de middelen tot redding hadden bereid, was de toegang naarboven
in een oogenblik verbalkt en de enge trap met steenbonken opgevuld.

[Illustratie: "Ha, ik vrees uwe bedreiging niet!" (Bladz. 453.)]

Toen zij op de gaanderij van den toren kwamen en elkander met wanhoop
riepen, bevonden zij dat zij slechts nog veertig in getal waren;
zevenendertig man en drie vrouwen!
De kastelein Hacket was niet meer met hen!

VOETNOTEN:
[Voetnoot 81: "In de kerk vocht men met de hevigste vurigheid, en bij
den toren was er zulke groote bloedstorting en menschenslachting, dat ik
het niet zou kunnen beschrijven, noch het getal uitdrukken dergenen die
werden gedood of gewond."
GALB., p. 380.]
[Voetnoot 82: Zie het verhaal van Bertulfs schrikkelijke folteringen en
dood, op bevel van Willem Van Loo, bij GALBERTUS, p. 341.]
[Voetnoot 83: Volgens GALBERTUS (p. 353) werden de Kerels den 14 April,
na een bloedig gevecht, uit de opperkerk op den toren gedreven.]


XXIV

Er gloeide in Robrechts hart een diepe haat tegen den moordenaar
Burchard, die, wel zeker de oorzaak van al hunne ongelukken zijnde,
echter boos genoeg was geweest om de schuld op zijnen armen oom Bertulf
te leggen en hem zelfs na zijnen ijselijken marteldood nog te hoonen.
Van zijnen kant, was Burchard zoo verbolgen dat hij geenen blik op mher
Sneloghe of op Dakerlia kon werpen, of hij sidderde van woede en
wraakzucht.
Zij hadden op den toren nog hevige verwijten en uitdagingen gewisseld;
maar de krachtdadige tusschenkomst hunner gezellen en de zekerheid dat
zij bij het eerste morgenlicht weder zouden worden aangevallen, brachten
hen, in schijn ten minste, tot bedaren.
Te zamen konden zij evenwel niet blijven; want bij het minste woord
zouden zij elkander aan het lijf willen, en dan werden de Kerels
blootgesteld aan het gevaar van elkander in eenen gruwelijken
broederstrijd te vernielen.
Het verlies van den kastelein liet de Kerels zonder opperhoofd. Wie zou
nu over hen gebieden? Robrecht? Burchard? Geen van beiden zou de bevelen
van den anderen aanvaarden. Ja, zij konden elkander niet meer naderen
zonder in gramschap te ontvlammen.
Toen de dag reeds lang was aangebroken en men geene beweging onder de
vijanden opmerkte, brachten de algemene vermoeidheid en de nood tot
rusten, als van zelf de oplossing van het lastig raadsel.
Op den toren der kerk waren twee gaanderijen. De laagste was groot en
breed; de opperste, die wel vijftig voet boven de eerste was verheven,
had eenen minderen omvang. Zoo was insgelijks het binnenste van den
toren in twee verdiepen gedeeld, welke ruimte genoeg aanboden om zoo
weinig menschen tot woning te verstrekken.
Burchard, met een twaalftal Houtkerels, die uit plichtgevoel hem nog
bijbleven, klom naarboven en nam bezit van de opperste gaanderij. Hij
zou tot de verdediging medewerken zonder echter iemands bevel te
erkennen.
Opmerkelijk was het,--en Burchard bevond het nu met spijt en
schrik,---dat van al de Houtkerels die op den morgen van den moord met
hem in de kerk geslopen waren, geen enkele meer op den toren was. Allen
waren gesneuveld of gevangen.
De overige mannen bleven met Robrecht op de groote gaanderij waar zij,
binnen den toren, in allernaast met planken en tapijten eene soort van
kamer timmerden, om den drie vrouwen eene behoorlijke slaapstede te
bezorgen.
Na langs de vier zijden des torens schildwachten te hebben gezet, met
den last bij den minsten schijn van aanval hen door den Harop-kreet te
wekken, gingen de overige Kerels binnen den toren en legden, zoo zij
best konden, zich hier of daar ter rust.
Van de hoogte waarop zij stonden zagen de schildwachten over de gansche
stad heen en niets van alwat op de Markt, op den Maalberg of in de
naastbijgelegene straten gebeurde, kon hunne aandacht ontsnappen.
Wel bespeurden zij dien ganschen morgen eene groote beweging van
poorters en wapenknechten in de stad; maar dezen volgden allen de
richting naar St-Salvators, alsof zij daar eenen plechtigen kerkdienst
gingen bijwonen.
Een weinig voor elf uur werd hun de reden dier beweging verklaard
Uit de kerk stroomde alsdan een groote toevloed van lieden, die de
Steenstraat geheel overdekte en langzaam naar de Markt vooruitkwam. Hij
was samengesteld uit ridders, poorters en wapenknechten klaarblijkend
niet op vijandelijkheden bedacht, aangezien zij met elkander waren
vermengd en nu pogingen deden om zich in eenen stoet te schikken.
Na eene wijl traden uit de kerk een groot getal priesters, diakens en
zangers, met vanen, standaarden en wierookvaten. Dezen stelden zich aan
het hoofd van den stoet en gaven, door het aanheffen van een treurigen
lijkzang, het sein tot den optocht.
In den eerste wisten de schildwachten op den toren niet wat deze
plechtigheid te beduiden had; maar toen de zingende priesters met hun
gevolg over de Markt kwamen en de Hofstraat insloegen, twijfelden zij
niet meer, of hun doel moest zijn het lijk van Karel van Denemarken uit
St-Donaas weg te halen en het op niet ontwijde aarde en in eene betere
grafstede te leggen.
Zij wekten hunne gezellen en zeiden hun wat er geschiedde, en hoe
duizenden menschen in den burg gingen treden; maar dewijl de Kerels
uiterst vermoeid en slaperig waren, wilden de meesten hunne rust niet
laten, om naar iets te gaan kijken dat hun als geen gevaar aanbiedende,
geheel onverschillig was.
Robrecht, met vier of vijf zijner gezellen, kwam op de gaanderij en
schouwde neder op den stoet die nu binnen den burg trad en, zonder der
Kerlen pijlen of hunne steenen te vreezen, tot aan den voet van den
toren zelven vooruitstapte, om in de kerk te gaan. Mher Sneloghe
begreep dat de priesters vertrouwen genoeg in der Kerlen godvruchtigheid
hadden gehad om te denken dat zij deze lijkplechtigheid niet door het
plegen van vijandelijkheden zouden storen. Hij gebood zijne mannen hunne
bogen neder te leggen om in stilte te aanschouwen wat daarbeneden
geschiedde.
De stoet bleef weinigen tijd in de ontheiligde kerk.
Eerst traden de priesters, zingend en in wolken wierook gehuld, er uit.
Achter hen kwamen eenige ridders met eene lijkbaar waarop, onder een
zwart kleed met zilveren kronen, de doodkist, die het lichaam van graaf
Karel bevatte, werd gedragen.
Al de poorters volgden met ontdekten hoofde. Velen weenden zichtbaar, en
het klagen en jammeren der vrouwen klom, als een beschuldigend gebruis,
tot op de gaanderij waar de Kerels zich bevonden.
Tot alsdan was alles stil en vreedzaam toegegaan; maar nu werden er
eensklaps door de Houtkerels der bovenste gaanderij eenige pijlen onder
den dichten stoet geschoten, en drie of vier poorters vielen gewond
neder.
Dan rees er een lange en schallende wraakkreet onder de menigte op, en
terwijl velen der tegenwoordig zijnde lieden den burg afvloden, staken
de anderen de gebalde vuisten dreigend tegen de Kerels op en stuurde hun
de schrikkelijkste vermaledijdingen toe.
Aangezien het voorste gedeelte van den stoet reeds in de Hofstraat was
getreden en buiten het bereik der Kerels zich bevond, stoorde deze
vijandelijke aanval de plechtigheid niet ernstigerwijze.
Eenige oogenblikken daarna hadden al de poorters het plein van den burg
verlaten en, ofschoon nog immer van verre de Kerels bedreigende, volgden
zij de priesters naar de St-Christoffelskapelle waar men, in afwachting
van 's konings terugkomst, het lijk des graven zou nederzetten.
Het geschreeuw en gedruisch der vluchtende menigte had al de Kerels op
de gaanderij gelokt.
Robrecht, ten uiterste verbitterd over den aanval door de Houtkerels
tegen den lijkstoet gepleegd, meende naarboven te loopen om Burchard
rekening over deze nuttelooze baldadigheid te vragen maar zijne gezellen
en Dakerlia wederhielden hem door hunne gebeden ...
In den namiddag stond Robrecht met Dakerlia op de gaanderij. Hij poogde
zijnen mannen nog eenige hoop in te boezemen. Het Kerlenleger kon in den
eersten veldslag tegen den koning van Frankrijk de overwinning behalen.
Dan werden zij verlost; en vermits zij allen hunne onschuld aan den
moord des graven konden bewijzen, zouden zij hunne vrijheid bekomen en
ongehinderd naar Kerlingaland mogen terugkeeren.
Terwijl hij nog sprekende was, werd hij in zijne rede onderbroken door
eenen Kerel die over de Markt wees en zeide:
"Ziet, ziet, ginder ten einde der Markt! Men gaat ons aanvallen! Vele
benden wapenknechten, boogschutters ..."
Inderdaad, uit de St-Jacobsstraat kwam op dit oogenblik, met ontrolde
banieren en klinkende bazuinen, eene talrijke schaar krijgslieden over
de Markt en richtte zich naar den burg.
Op Robrechts bevel werd in allerhaast het vuur onder de ketels met olie
ontstoken en steenen naar den Zuiderkant des torens in hoopen
bijeengedragen.
De wapenknechten traden op het middenplein van den burg, en terwijl zij
zich daar langs de Loove en het Gijselhuis in een vierkant schikten,
stapte uit hun midden een bazuinblazer met eenen wapenbode vooruit. Deze
riep den Kerels toe dat hun een wapenstilstand tot het einde van den
dag werd voorgesteld, opdat zij zouden kunnen aanhooren wat de veldheer
door zijne zaakgelastigden hun wilde zeggen.
Ten teeken van toestemming hingen de Kerels eene witte vlag buiten de
gaanderij. Den wapenbode aansprekende, vroegen zij hem wat hij hun
vanwege den veldheer te melden had; maar hij gaf hun te kennen dat zij
een weinig op de boodschap moesten wachten.
Over dit antwoord verwonderd, keken de Kerels met overspannen
nieuwsgierigheid naar den kant der Markt, waar des veldheers woning
stond. Wat ging men hun voorstellen? De vrijheid? de gevangenis? den
dood? Hadden de Kerels over het Fransche leger gezegepraald?
Eensklaps werd hunne aandacht opgewekt door eenen verwarden volksdrom,
die van uit de Steenstraat over de Markt kwam gevloeid en eenige
wapenknechten scheen te omringen.
"Wat mag dit zonderling gewoel toch beduiden?" morde Robrecht.
"Eilaas!" zuchtte Dakerlia, de handen klagende opheffende, "de Isegrims,
over de bloedige storing der lijkplecht verbitterd, komen zich wreken."
"Die wanordelijke volkshoop?" vroeg Robrecht verwonderd.
"Akelig, akelig! Zij zullen hier, onder onze oogen, iemand martelen!"
"Wie zou het zijn, meent gij?"
"Gave God, Robrecht, dat mijne vrees ongegrond ware. Arme Hacket!"
"Mijn oom, zij zouden mijnen armen oom onder ons gezicht vermoorden?
Kom, Dakerlia, zulk schouwspel is te gruwelijk; ik zou het niet kunnen
zien; treden wij binnen den toren."
En dit zeggende, verliet hij de gaanderij met zijne verloofde; maar
nauwelijks had hij eenige stappen gedaan, of een Kerel kwam hem
achternageloopen en riep hem toe:
"Mher Sneloghe, gij bedriegt u: het is onze kastelein Hacket niet, dien
zij naar hier brengen. Neen, het is eene vrouw ..."
Robrecht en Dakerlia slaakten terzelfder tijd eenen grievenden
noodkreet.
"Eene vrouw? O, hemel, eene vrouw!"
Meer zeiden zij niet: hun vervaarde blik en de ontsteltenis huns gelaats
toonden genoeg dat zij door eene schrikwekkende gedachte waren
aangegrepen.
Zij liepen terug naar de gaanderij en poogden, door het overspannen
hunner gezichtskracht, te herkennen of de Kerel hun de waarheid had
gezegd; doch nu de menigte zich verdrong om de Hof straat in te
stroomen, was het hun onmogelijk iets te onderscheiden.
Welhaast bereikte deze verwarde stoet de Hofpoort en trad op het
middelplein van den burg.
Dakerlia vloog haren verloofde met eenen angstschreeuw aan den hals.
"Arme Robrecht!" zuchtte zij. "Wee, wee ons, het is Witta, de goede
Witta! Gruwelijk, Disdir Vos, de valsche verrader, stoot haar voort en
mishandelt haar!"
"Mijne zuster? Zij ook, zij zou boeten voor de misdaad! O, neen, mijn
God, laat mij sterven; maar behoed een arm, onschuldig kind!"
Witta Sneloghe stapte tusschen een twintigtal wapenknechten die haar nu
en dan barschelijk bij den schouder namen of haar voortstuwden. Disdir
Vos was niet meer met haar; ongetwijfeld had hij zich achter den dam of
onder het kerkportaal verscholen in de gegronde vrees dat zijne
tegenwoordigheid sommige Kerels kon aandrijven om hem eenen pijl door
het lichaam te schieten.
Van zoohaast Witta op den burg was verschenen, had zij oogen en handen
tot haren broeder en tot Dakerlia opgeheven, als wilde zij haar
schrikkelijk lot hun klagen of hunne hulp afsmeeken. Tranen rolden de
ongelukkige maagd over de wangen.
Het was Robrecht zoo bang om het hart, dat hij sidderend naar beneden
schouwde en geene andere klacht deed hooren dan een heesch en somber
keelgeluid.
Dakerlia, door zijnen angst en zijn lijden verschrikt, overwon hare
eigene smart, om hem te steunen en te troosten. Zij zeide hem dat alle
hoop niet was verloren. Misschien vreesden zij ten onrechte een ijselijk
ongeluk. Zij kenden immers de inzichten des vijands niet ...
Maar nu trad een wapenbode dichter bij den toren en riep hun toe:
"In name van mher Gervaas Van Praet, veldheer der Vlaamsche heirkracht,
spreek ik tot u. Hoort, wat hij u meldt. Geeft u over in zijne handen,
opdat hij over het lot van elk uwer beschikke naar zijnen wil. Een half
uur gunt hij u om tot deze overgaaf te besluiten. Indien gij voor het
verloop van dien tijd u niet in zijne genade hebt overgegeven, zal, tot
een voorbeeld en tot wraak over den moord van graaf Karel, deze
jonkvrouw, Witta Sneloghe, zuster van een der moordenaars, onder uwe
oogen door den beul het hoofd worden afgeslagen. Ziet aldus wat u te
doen staat; wij wachten uw antwoord."
Robrecht slaakte eenen schreeuw en beefde in al zijne ledematen; hij was
schier ijlhoofdig en kon zijnen blik niet afwenden van zijne arme
zuster, die biddend en smeekend immer de handen tot hem ophief.
Dakerlia, door bedruktheid en schrik overstelpt, had de handen voor de
oogen geslagen en weende bitter.
De eindeloosheid van het ongeluk dat hem bedreigde en de akeligheid van
zijnen toestand deden Robrecht een uiterst geweld inspannen om zijne
smart te bedwingen. Er was geen tijd te verliezen; wat doodelijke angst
hem ook folterde, hij was man en moest zelfs te midden der gruwelijkste
gevaren sterkmoedig blijven.
Zich tot zijne gezellen keerende, zeide hij haastig:
"Vrienden, wat gaan wij doen? Weigeren wij ons over te geven, dan
vermoordt men mijne zuster,--onnoozel kind, zoet en argloos als een
lam!--Geven wij ons over zonder voorwaarden, zooals men het eischt, dan
dreigt ons een onvermijdelijke dood. Wat gedaan? O, hemel, geeft mij
raad! Wat gedaan?"
De Kerels zwegen of morden binnensmonds. Het was klaarblijkend dat zij
geenen lust gevoelden om zich weerloos in de handen hunner wreede
vijanden te leveren; evenwel, uit medelijden voor den hachelijken
toestand van hunnen overste, drukten zij hunne weigering niet door
woorden uit.
"Ach, nog eene zwakke hoop!" kreet Robrecht, "misschien zullen onze
vijanden niet onverbiddelijk zijn en ons de voorwaarden toestaan die
mijn oom Hacket hun vroeger heeft uitgedrukt. Wat voordeel brengt het
toch Kerlingaland toe, dat wij nog eenige dagen op dezen toren blijven?
Sterven,--indien dit lot ons door God is voorbeschikt,--sterven moeten
wij allen. Waarom mijne zuster, waarom een onnoozel kind nutteloos
geslachtofferd? Laat mij het beproeven: wil men ons beloven ons
onmiddellijk te dooden en ons toe te laten onze onschuld aan den moord
te bewijzen, dan, vrienden, ik smeek u, geven wij ons over! Mijne arme
zuster zal gered zijn en wij, misschien, zullen worden gespaard ..."
Burchard Knap die, om beter te hooren wat des veldheers bode zeide op de
groote gaanderij was gekomen, viel Robrecht hier met eenen spotlach in
de rede, en riep:
"Zinnelooze woorden! Ziet gij niet dat de Isegrims deze nieuwe list
uitgevonden hebben om ons in handen te krijgen en ons te martelen,
zooals zij onze ongelukkige broeders hebben gemarteld? Al wat zij zeggen
is bedrog en valschheid. Zoohaast gij beneden zijt zal men u doodslaan
en uwe lijken met voeten treden. Wat mij betreft, ik geef mij niet over.
Moet ik sterven, het zij dan met met zwaard in de vuist!"
"Maar, maar, om Gods wille, Burchard", smeekte mher Sneloghe, "beneem
mij dit laatste middel niet! Veroordeel mijne rampzalige zuster niet tot
eenen gruwelijken dood!"
"Te veel reeds hebben vrouwen onze verdediging gehinderd", gromde
Burchard. "Voor het behoud van het leven uwer zuster zoudt gij het leven
van al deze dappere mannen gaan opofferen? Het is belachelijk!"
Robrecht meende tegen den barschen Burchard met woede uit te vallen;
maar nu galmde hem van beneden eenen angstkreet in de ooren, die hem
naar den boord der gaanderij deed springen. Hij zag de arme Wtta
tusschen ridders en wapenknechten ten gronde geknield, terwijl een beul
met uitgetogen zwaard nevens haar gereed stond om op het eerste sein
haar het hoofd af te slaan.
Bevend als een riet en schier zinneloos van verschriktheid, deed
Robrecht een teeken dat hij wilde spreken. De wapenbode naderde en mher
Sneloghe gaf hem te kennen dat de Kerels er in toestemden den toren te
verlaten en zich in des veldheers handen over te geven op voorwaarde dat
men hen allen in de gevangenis zou leiden en men hen door een
gerechtshof zou doen oordeelen, opdat elk hunner gestraft wierde in de
maat zijner schuldigheid.
De wapenbode keerde terug naar de ridders die onder elkander met zekere
hevigheid over deze voorstellen begonnen te raadplegen.
Intusschen was Disdir Vos, door den gang der onderhandelingen verstout,
uit zijne schuilplaats getreden en stond nu nevens de geknielde Witta,
waar hij met eenen ridder, die de overste der wapenknechten scheen,
begon te spreken.
Burchard bemerkte den verrader van op den toren. Hij nam, zonder iets te
zeggen, den boog uit de handen van eenen zijner mannen, legde er eenen
pijl op en mikte ...
Met eenen angstigen gil sprong Dakerlia naar hem toe en wilde hem den
boog uit de handen rukken, terwijl zij riep:
"Houd op, laat af, uw pijl is een doodvonnis voor de ongelukkige Witta!"
Maar hij, met eenen enkelen zwaai zijner linkerhand, wierp de smeekende
maagd zoo geweldig achteruit dat zij tegen den kerkmuur viel.
De pijl snorde door de lucht en trof in eene schuinsche richting Disdir
Vos op de schouderplaat; maar hier schampte hij af, verhief zich weder
en doorboorde den hals van den overste der wapenknechten. Deze, zich
doodelijk gekwetst voelende, begon te wankelen doch had nog, terwijl hij
ineenzakte, de kracht om te roepen:
"Sla toe! Sla toe!"
De beul, op dit bevel, slingerde zijn bliksemend zwaard door de lucht
... en het hoofd der arme Witta rolde ten gronde ...
Een lange angstschreeuw, een akelige noodkreet weergalmde terzelfder
tijd op het plein en op den toren.
Robrecht Sneloghe, als hadde het gezicht van het bloedend lijk zijner
zuster hem met versteendheid en verbijstering geslagen, lag beweegloos
over de gaanderij en hield den strakken blik naar beneden. Hij sprak
geen woord, en welke pogingen de weenende Dakerlia ook inspande om hem
uit den afgrond zijner smart op te heffen, hij antwoordde haar niet.
Eensklaps toch scheen de bewustheid van wat er was geschied in hem
terug te keeren. Hij sprong achteruit, trok zij'n zwaard en riep tot
Burchard, terwijl vele Kerels, die zijn inzicht begrepen, hem wilden
weerhouden:
"Moordenaar van den graaf, moordenaar van Bertulf, moordenaar mijner
zuster, moordenaar van Kerlingaland, uw bloed moet ik hebben! Weze mijn
arm de uitvoerder van Gods wraak! Het hoofd zal ik u klooven, vervloekte
duivel, geboren tot ramp en schand van uw geslacht!"
Hij was zoodanig door woede vervoerd, dat hij eenigen zijner gezellen
overhoop smeet, zelfs Dakerlia met geweld terugdreef en bulderend
vooruit liep naar Burchard die, met het zwaard in de vuist en eenen
spotlach op de lippen, hem verwachtte.
Nog immer poogden hunne gezellen hen van elkander verwijderd te houden;
maar Robrecht riep op eenen toon, die geene wederspraak meer toeliet:
"Kamp! Kamp! Wilt gij mij niet dwingen een moordenaar te worden, laat
mij strijden tegen het wangedrocht! Achteruit, achteruit! Hij verdedige
zich, of ik vel hem, onmensen die hij is, voor mijne voeten neder!"
Door den kreet "kamp! kamp!" welken de beide vijanden terzelfder tijd
aanhieven, zagen de Kerels zich gedwongen hen in vrijheid elkander te
laten bevechten.
Stervende van schrik en hare onmacht voelende, was Dakerlia op beide
knieรซn nedergezonken en hield nu de handen ten hemel en bad God om
bescherming.
De zwaarden slingerden door de lucht en vielen nu en dan bonzend of
knarsend op pantser of op helm. De uiterste woede zelve der strijders
maakte hunne slagen onzeker. Na eene korte wijl echter bekwam mher
Sneloghe zulken harden slag op den schouder dat hij er onder bukte en
met eene knie ten gronde zonk. Een gil van doodelijken angst ontsnapte
Dakerlia, die haren verloofde reeds dood waande; maar vooraleer Burchard
opnieuw zijn zwaard kon verheffen, was Robrecht opgesprongen en
achteruitgeweken.
Onder het bulderen van sombere wraakkreten, liep hij weder tegen zijnen
vijand in en trof hem zoo geweldig terzijde onder zijnen helm dat hij
hem den hals half doorhakte.
Eene onduidbare vermaledijding bonsde op uit Burchards borst; het bloed
ontsprong hem in eenen dikken straal, en hij viel zonder beweging
achterover.
De Houtkerels naderden hunnen overste om zijnen helm te ontgespen en hem
hulp te brengen; maar zijne wijde wonde en de doodverf op zijn gelaat
lieten hun slechts weinig hoop--Burchard Knap had het leven verloren, en
zijne ziel was opgeklommen tot God, om daar te verantwoorden over
hetgeen hij op de wereld had gedaan.
In den eerste had Robrecht met eenen glim van voldoening op zijnen
gevallen vijand gestaard, doch na een kort oogenblik keerde het gevoel
eener akelige zekerheid in hem terug, en hij sprong met eenen scherpen
kreet naar de gaanderij.
Over de leuning gebogen, schouwde hij naar beneden ... Hij zag hoe men
het bloedig lijk zijner zuster van den grond ophief om het elders te
voeren, en hoe een wapenknecht het afgehakte hoofd bij de haren hield en
het zoo de arme doode achternadroeg ...
Dit gezicht doorboorde hem het hart als een moordpriem. Hij viel
ontzenuwd en vertwijfelend op de leuning der gaanderij, en begon te
weenen en te snikken als een kind:
"Dood, dood, mijne arme Witta!... Onschuldig en rein als een offerlam!
God, o, God, Gij hebt ons vermaledijd!... maar waarom mijne arme
zuster?... Wee, wee; mocht ik sterven!..."
En overvloediger nog stroomden hem de tranen langs de wangen
Dakerlia, niet min ontsteld en door droefheid verpletterd, poogde
evenwel hem nog te troosten. Hij scheen haar niet te hooren en bleef in
stomme hopeloosheid verslonden, totdat zij eindelijk, als laatste
toevlucht, zijne mannelijke fierheid aanriep en hem deed begrijpen dat
het gezicht zijner tranen de Kerels verschrikte en hun den moed geheel
zou benemen.
Hetzij de storm zijner smart een weinig was bedaard of dat hij eenige
schaamte gevoelde over zijne weekhartigheid, hij luisterde naar de
liefderijke vermaningen van Dakerlia, stond op, vatte haar de hand en
stapte met haar in den toren, om daar in eenzaamheid zijne tranen te
verbergen en zonder stoornis den dood zijner zuster te betreuren.
Onderwijl waren de meeste Kerels bij het lijk van Burchard gebleven, en
hadden hem helm en harnas ontgespt en hem de hand op het hart gehouden,
om zich te verzekeren dat geen spoor van leven meer in hem overbleef.
Dan zeide Ivo-de-wolvenjager tot hen:
"Hij is dood, gansch dood!--Hij is het die graaf Karel heeft vermoord.
Geen onzer heeft werkelijk deel aan deze misdaad genomen. De gezellen,
die Burchard tot den noodlottigen slag hebben geholpen, zijn allen
gesneuveld. De Isegrims wilden ons martelen alleenlijk omdat mher
Burchard zich met ons bevond. Laat ons nu den wapenbode den dood van den
moordenaar melden; en wellicht zullen de Isegrims ons dan gunstige
voorwaarden tot onze overgaaf toestaan."
Eenigen morden tegen dit voorstel; maar de meesten keurden het goed.
Ivo-de-wolvenjager stapte naar den zuiderkant der gaanderij en riep uit
al zijne macht tot de ridders:
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 34
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.