De Kerels van Vlaanderen - 31

Total number of words is 4481
Total number of unique words is 1440
47.2 of words are in the 2000 most common words
65.7 of words are in the 5000 most common words
73.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
deze handvol mannen, die zoo onbevreesd en vroolijk schenen, een
oogenblik zelfs voor hunne nederlaag en hunnen dood. Wat hun nog
onbegrijpelijker voorkwam, was de tegenwoordigheid boven de muren van
eenige hoogstaltige vrouwen, die lachend en dreigend hun onverstaanbare
scheldwoorden toeriepen.
Eensklaps vertoonde zich bij den ingang der Steenstraat eene bende
ridders te paard, allen zeer rijk gekleed en overdekt met wapenrustingen
welke blonken van zilver en van goud.
Deze ridders keerden den hoek om en reden voort langs de huizen der
Markt, buiten het bereik van der Kerlen pijlen. Zij waren eene lijfwacht
of eene voorhoede; want onmiddellijk achter hen kwam de koning van
Frankrijk, op een groot en sterk strijdpaard gezeten.
Deze vorst, Lodewijk, bijgenaamd de dikke, was inderdaad zoo zwaarlijvig
en zoo vet, dat de aanschouwers verwonderd zich afvroegen hoe zulk
wanstaltig dik mensch wel te paard kon stijgen. Evenwel, ondanks zijne
zwaarlijvigheid, zag de koning er tamelijk rap en levendig uit, en
getuigden zijne gebaren en bewegingen niet van de minste loomheid.
Nevens hem reed de nieuwe graaf Willem van Normandië, wiens jonkheid en
tengere leden hem nevens den Franschen vorst bijna als een kind deden
voorkomen.
De koning, met zijn gevolg, begaf zich in de straten rondom den burg,
onderzocht met den blik de sterkte der wallen, verzekerde zich dat alles
doelmatig was bereid, gaf hier en daar nog eenige bevelen en keerde dan
terug op de Markt.
Hier vergaderde hij de oversten der Vlaamsche en Fransche strijdmacht
rondom zich, sprak eene wijl met hen en zond ze dan terug, elk naar
zijne standplaats, om op het sein tot den algemeenen aanval te wachten.
Eindelijk werd door den koning het bevel gegeven om den stormloop te
beginnen. De bazuinen en hoorns herhaalden tot in de verre straten hun
aanhitsend geschal....
Langs alle kanten van het gedeelte van den burg, dat nog in bezit der
Kerels was, werden de ladders gerecht en klommen ridders en
wapenknechten, door hunne beukelaars beschut, naar boven.
Maar eer zij de kruin van den muur konden bereiken, waren zij of door
steenen verpletterd of door pijlen getroffen of door kokende olie
verbrand of door lange haken naar beneden geworpen. Hoevelen er ook
sneuvelden, hoe velen er met verbrijzelde of verzengde leden
nedervielen, hoe de gekwetsten en de dooden zich bij den voet van den
muur ook ophoopten, de moed en de woede der aanvallers verminderden
niet. Integendeel, de gedachte dat zoo weinig mannen weerstand konden
bieden aan twee legers, aan de bloem van Frankrijks krijgslieden,
strijdende onder de oogen des konings zelven, dreef hen tot razernij en
tot blinde strijdzucht.
Ook verdrongen zij, om de ladders te kunnen beklimmen, elkander zoo
woest en zoo vurig, dat deze groote drift zelve hun schadelijk werd. Nu
zij beneden den muur als een zwoegende zwerm krielden, konden de Kerels
geenen pijl schieten, geen steenblok werpen, geene vlammende olie
storten, of zij troffen onder den dichten hoop en maakten slachtoffers
in verbazend getal.
Na een half uur dezer geweldige bestorming lagen er honderden en
honderden dooden en gekwetsten rondom de wallen der proostdij en der
kerk.
Het leger des konings, evenmin als het leger der Vlaamsche ridders
scheen eenig voordeel te hebben behaald. Wel hadden hier en daar
verscheidene ridders de kruin van den wal bereikt, en waren onder
daverende toejuichingen hunner makkers op den muur gesprongen; maar even
ras hadden de Kerels hen neergehakt of met hamerslagen hun den schedel
gebroken en tot antwoord hunne lijken naar beneden geslingerd.
De Fransche oversten moedigden hunne mannen aan door hunne woorden en
door hun geroep, en deden hun begrijpen welke schande het zou zijn,
indien zij dezen strijd tegen eenen zoo zwakken vijand slechts eenige
oogenblikken moesten opgeven.
Immer duurde de moorddadige bestorming voort, en immer sneuvelden
ridders en wapenknechten bij hoopen onder de muren, terwijl de Kerels al
strijdend zegekreten lieten hooren of met afgebrokene galmen deze verzen
van hun lied herhaalden:
"Gi ridders, dwingers, maect u van cant,
Hier syn de Kerels van Vlanderlant!
Ja, Isegrims, hoedt u voor den Blauvoet
Of gi selt voelen wat sine clau doet!"
Misschien wel zou de Fransche vorst, in aanzien van het groote verlies,
dat zijn leger onderstond, den storm hebben doen opschorsen, om andere
middelen te bedenken; maar nu geschiedde er in den burg zelve iets dat
de verdediging voor de Kerels schier onmogelijk moest maken.
Terwijl er buiten de vesting zoo hevig werd gevochten, was een gedeelte
der Gentenaars met allerlei machtige gereedschappen in het paleis des
graven gegaan, om te beproeven of men den binnenmuur, tusschen dit
paleis en het klooster, niet zou kunnen doorboren of omverre werpen.
Zij hadden den bedoelden muur zeer onsterk bevonden, en waren er
eindelijk in gelukt daar eene wijde opening te maken, die hun eenen
vrijen ingang gaf tot het klooster en de gebouwen die nog in bezit der
Kerels waren.
Dewijl dezen boven de muren in eenen drukken strijd waren gewikkeld,
konden de Gentenaars, door een gedeelte der Fransche wapenknechtcn
gevolgd, in het klooster sluipen, zonder eenigen tegenstand te
ontmoeten.
Toen zij in genoegzaam getal door den muur gedrongen waren, vertoonden
zij zich en begonnen "zege! zege!" te roepen.
Het gezicht dezer nieuwe vijanden, binnen hunne vesting zelve, ontrukte
den Kerels eenen langen noodkreet, en velen liepen van den muur om, ware
het mogelijk, deze indringelingen te verpletten.
Zij wierpen zich als woedende leeuwen op Gentenaars en Franschen, en
dreven ze inderdaad terug tot bij den uitgebroken muur; maar dewijl de
bestormers van buiten nu op den wal geene genoegzame tegenweer meer
vonden, gelukte het den Franschen ridders in groot getal boven den muur
te geraken en de Kerels naar beneden te stuwen.
Welhaast zagen dezen zich langs alle kanten omringd door eene menigte
vijanden, wier getal zeer snel en ontzaglijk aangroeide; want nu kwamen,
zoowel van boven de wallen als door den uitgebroken muur, wolken
vijanden toegestroomd.
Nog eenigen tijd verdedigden zich de Kerels met ontplooibaren moed,
slechts de eene kamer na de andere verlatende, totdat de kastelein
Hacket wel bemerkte dat het volstrekt onmogelijk was geworden het
klooster en de proostdij te behouden.
Op zijn bevel staakten de overblijvende Kerels dit hopeloos gevecht en
weken op een gegeven teeken altezamen binnen de kerk, waarvan de groote
deur reeds van achter was bedamd.
Hier viel Dakerlia haren verloofde aan den hals en juichte en dankte
God, dat Hij hen beiden in dit schrikkelijk en rampspoedig gevecht had
behouden.
Maar Robrecht, door de overtuiging van het gevaar dat hen bedreigde,
schier gevoelloos voor hare blijdschap, maakte zich uit hare armen los
en riep tot de Kerels:
"Stopt, verbalkt, bedamt de deur ... en dan naar boven, naar boven, op
den toren!"
Zij verbalkten onmiddellijk de deur van het sakristijn, langswaar zij
binnengevlucht waren, en vulden zelfs dit laatste vertrek met steenen,
hout en aarde en met alles wat hun op dit hachelijk oogenblik onder de
hand viel.
In de kerk hadden zij eenen grooten voorraad van eetwaren en bovenal van
wapens en werptuigen. Onmiddellijk deden zij van deze laatste geheele
vrachten naar boven dragen.
Zoohaast zij zich zeker mochten achten, dat men niet meer van beneden in
den tempel kon dringen, klommen zij op naar de gaanderijen in den toren,
en begonnen van daar met nieuwe woede met pijlen te schieten en
steenbrokken te werpen, zoodat nog voortdurend velen hunner vijanden
werden doorboord of verpletterd.
Intusschen hadden de Gentenaars met hunne gehuurde hulpbenden, en op hun
voorbeeld ook vele Franschen, de bestorming verlaten om de proostdij en
het klooster uit te plunderen.
De ridders zagen, voor dien dag ten minst, geen middel om de kerk in te
nemen; want de toren was zoo hoog, dat geene der beschikbare ladders
zijne gaanderijen kon bereiken. En wat de muren der kerk betrof, deze
waren, volgens de gewoonte des tijds, gebouwd uit rotsbrokken, zoo dik
en zoo hecht, dat men ze niet dan na langen arbeid zou hebben kunnen
doorboren, zelfs dan wanneer de vijand niet door zijne werptuigen alle
nadering hadde belet.
Dewijl er nog voortdurend vele ridders en wapenknechten nutteloos werden
gedood of gekwetst, boodschapte men den koning dezen nadeeligen
toestand; en de vorst gaf daarop bevel om de bestorming te staken.
De Fransche benden verlieten de omgeving van den burg en trokken dieper
in de stad of naar de naastliggende dorpen, waar zij geherbergd waren.
Zoo deden insgelijks de Vlaamsche ridders en wapenlieden; er bleven in
en rondom den burg niet meer krijgsknechten dan er noodig geacht waren
tot het bewaken des vijands en het verdedigen der reeds ingenomene
gebouwen.
Dan konden de Kerels met eenige bedaardheid hun verlies afmeten en
voorzorgen nemen tegen eenen nieuwen aanval.
Zij bevonden dat zij ongeveer zestig man vermisten, er onder gerekend
een tiental gekwetsten, die beneden in de kerk onder eene zijbeuk lagen
en daar werden verpleegd.
Na zulke lange bestorming en zulken geweldigen strijd binnen het
klooster, mocht dit verlies als gering aangezien worden; maar voor hen
was het echter zeer groot, dewijl zij hunne macht allengs zagen
wegsmelten en geen middel bezaten om ze te vernieuwen of te herstellen.
Zij waren dus nog honderdveertig man. Alles wel berekend was dit getal
toereikend om de kerk van boven den toren nog lang te verdedigen.
In deze overtuiging moedigden zij elkander tot onversaagdheid en tot
volharding aan. Zeker, het Kerlenleger zou hun te hulp komen; hun
heldhaftige tegenstand zou hun een eeuwigen roem en hunne vijanden eene
eeuwige schaamte zijn.
Ondanks de trotsche woorden, door Robrecht, Hacket en Burchard hun
toegestuurd, lieten sommige Kerels in stomme somberheid het hoofd
hangen. Zij gevoelden wel dat hier schier geene hoop op verlossing meer
overbleef: de dood, de ijselijkste marteldood spookte voor hunne oogen.
Evenwel, na zulke angstige overweging kwam telkens hun mannelijk gemoed
in opstand tegen die opwelling der ingeborene levensliefde, en zij,
heviger nog dan de anderen, zwoeren, zonder wankelen tot den laatste toe
met het zwaard in de vuist te sterven.
Na eene lange geheime beraadslaging besloten de oversten der Kerels
hunne middelen tot verdediging te berekenen, alsof men de benedenkerk
nog kon verliezen voordat hun hulp van buiten toekwam Dienvolgens zou
men de bovenkerk, dit is te zeggen de hooge gaanderij, die vroeger den
graaf tot hofkapelle had gediend, zooveel mogelijk versterken en er
eenen toereikenden voorraad van werptuigen en van levensmiddelen
verzamelen.

[Illustratie: ...mannen van vermoeidheid in slaap gevallen. (Bladz.
437.)]

In eenen hoek der kapelle bevond zich eene zeer nauwe deur, de eenige
langswaar men tot den toren kon opklimmen en, aangezien men allerlei
middelen tot verbalking en tot bedamming dezer deur en tevens der
kapeldeur ging bijbrengen, zouden de Kerels, zelfs indien zij bij elken
aanval de nederlaag kregen, nog drie bestormingen kunnen doorstaan
vooraleer geheel te bezwijken."
Zoohaast de bevelen tot deze nieuwe werkzaamheden waren uitgedeeld,
begon mher Sneloghe te zorgen voor iets dat hem persoonlijk aan het hart
lag. Hij onderzocht de kapelle en de twee verdiepen van den toren, om
daar vertrekken of afgezonderde plaatsen te vinden, waar Dakerlia en de
vier of vijf vrouwen, die nog met de Kerels waren, konden wonen en
slapen. Deze plaatsen deed hij van beddegoed en van eenig huisraad
voorzien en daalde dan naar beneden, in gezelschap van Dakerlia, die hem
in deze toebereidsels immer was terzijde gebleven.
Wel had Robrecbt meer dan eens zijne verloofde zijn diep verdriet
betuigd, omdat zij geweigerd had met den ouden Bertulf naar Kerlingaland
te vluchten. Hem deed het niets, dat zij dus in het nauw gebracht waren
en gevaar liepen van in de handen hunner wreede vijanden te vallen; maar
dat Dakerlia, zoo jong nog, blootgesteld bleef om dit akelig lot te
moeten deelen, die gedachte knaagde hem als een wreede worm aan het hart
en liet hem geene rust.
Dakerlia betoonde slechts eenige treurnis, omdat Robrecht in al deze
bloedige gevechten kon gekwetst of gedood worden. Wat haar zelve betrof,
het was haar een geluk en eene bron van trotschheid met hem te mogen
blijven. Moesten zij bezwijken, zij zouden te zamen opklimmen tot God,
en zoo zou de dood zelf niet machtig genoeg zijn om te scheiden wat de
liefde had vereenigd.
Hare woorden waren zoo vol geestdrift; er lag zulke ware blijdschap in
den toon harer stem, dat zij Robrecht eindelijk geheel troostte en hem
weder opvoerde tot helder vertrouwen en tot grenzenloozen moed.
Toen zij in de kerk kwamen, vonden zij den kastelein Hacket omringd van
vele Kerels, die allen te gelijk spraken om hem van iets te overtuigen
waaraan hij geen geloof wilde hechten.
Eenigen dergenen die vroeger in Brugge hadden gewoond bevestigden
namelijk dat, bij het terugwijken uit het klooster in de kerk, een
poorter met hen was binnengedrongen; dat zij, na de deur van het
sakristijn te hebben verbalkt, overal in de kerk en tot op den toren
hadden gezocht, doch den poorter niet meer hadden gevonden. Men mocht
niet twijfelen aan de waarheid hunner woorden: zij hadden den
indringeling herkend: het was niemand anders dan David Snoek, de bode
van het grauwwerkersgilde die in de gansche stad befaamd was als de
ronddrager van tijdingen en nieuwmaren.
De kastelein, alhoewel hij weinig geloof of weinig belang aan deze
beweringen hechtte, gaf bevel om nog alle schuilhoeken te doorzoeken en
den poorter, indien men hem vond, ongehinderd in zijne tegenwoordigheid
te brengen.
Hij meende zich naar den kant der kerk te richten, waar de gekwetsten
lagen; maar nu kwam een Kerel van den toren geloopen en deze riep met
luider stem en akelig kermend, dat men op den Maalberg bezig was met al
hunne gevangene broeders deerlijk te martelen en te vermoorden.
Al degenen die niet als wachten beneden moesten blijven, liepen naar
boven.
Zij zagen op de Markt, die men den Maalberg noemde en die zich tot aan
den muur van den burg uitstrekte, eenige benden wapenknechten geschikt,
en te midden dezer een vijftigtal Kerels, aan hunne lange baarden en
blauwe kleeding herkennelijk, die, met de handen op den rug gebonden,
door beulen, met uitgetogen slagzwaard, waren omringd, als om te worden
gehalsrecht.
Inderdaad, reeds drie of vier verminkte lijken lagen daar in eenen plas
bloed, en de beulen stonden nevens de anderen gereed om op het minste
teeken toe te slaan.
Nu evenwel scheen er eene opschorsing in het werk der beulen te zijn
gekomen; want reeds eene wijl hadden zij beweegloos gewacht.
Daar bracht men nu twee ridders vooruit, en men sleurde en rukte ze met
baldadig geweld dichter naar den burg, opdat de Kerels beter zouden zien
wat hier ging geschieden.
"O, hemel, Ingelram Van Eessen en Willem Van Wervick!" kreet Burchard
met angst, en voor de eerste maal, sedert den moord des graven, eenige
smart betuigende. "Mijne arme vrienden! Zulke dood!"
"Eilaas, eilaas, God is rechtvaardig!" fluisterde Dakerlia aan Robrechts
oor. "Zijne straffende hand heeft zich uitgestrekt over de moordenaars
van graaf Karel!"
Robrecht knikte bevestigend, doch slaakte eenen kreet van afgrijzen bij
het schrikkelijk schouwspel dat nu onder zijnen strakken blik aanvang
nam.
Eerst hakten de beulen Ingelram en Willem de handen af, dan doorstaken
zij hunne lichamen met honderd kleine wonden, en martelden onmenschelijk
hunne slachtoffers, totdat zij eindelijk; gansch doorkerfd nedervielen
en hunne lijken onder de voeten van honderden wapenknechten werden
vertreden en verpletterd.
De Kerels staarden van den toren in stommen angst op dit ijselijk
tooneel, en menigeen ontvielen tranen van medelijden. Burchard Knap
gromde met schorre stem en bulderde vermaledijdingen maar hij was bleek
en scheen te beven.
Een wapenbode trad vooruit naar den burg en riep uit al zijne macht tot
de Kerels:
"Ziedaar 's konings en 's graven gerechtigheid! Zoo en schrikkelijker
nog zult gij allen sterven, verwaten Blauwvoeten, die uwen wettigen
vorst hebt vermoord of den moordenaars hulp hebt gebracht. Geene genade
voor u: allen wacht zoo de schandelijkste marteldood!"
Terwijl hij deze woorden verkondigde, hadden de beulen op den Maalberg
hun bloedig werk voortgezet en waren nu bezig met den gevangenen Kerels
de handen af te houwen en het hoofd in te slaan.
Zoo zagen de Kerels, die op de gaanderijen van den toren stonden hunne
vijftig broeders, waaronder zij er velen herkenden, den een na den ander
ter dood brengen en, tot teeken van verachting met voeten trappen.
Het verstroostte hen misschien een weinig te mogen bemerken dat ten
minste geen hunner eenen enkelen kreet of eene klacht slaakte; maar bij
het gezicht van dit groot getal lijken, door de wapenknechten zelven zoo
wreedelijk vertreden, konden zij hunne tranen niet wederhouden, en allen
beweenden zuchtend en kermend het akelige lot hunner arme gezellen.
Zij bleven op den toren, totdat de lijken waren weggenomen en het
vertrek der wapenknechten hen kwam overtuigen, dat des konings wraak,
voor dien dag, bij gebrek aan slachtoffers was gestaakt.
Nog weenden velen in stilte, zelfs toen zij reeds de gaanderijen des
torens hadden verlaten en ter kerke waren afgedaald.
Hunne eigene smart onderdrukkende, deden de oversten vele moeite om het
neerslachtig gemoed hunner mannen weder op te beuren; maar welke
pogingen zij ook inspanden, van dit oogenblik af bleef onder de Kerels
eene sombere treurigheid heerschen. Velen hunner toch hadden eenen
vader, eenen broeder of eenen vriend zien martelen, en dit schouwspel
spookte als eene onverwinnelijke nachtmare voor hunne oogen. Wel
zwoeren zij daarom niet min onversaagd te zullen strijden, ja, zelfs
hunne dierbare dooden op den vijand te willen wreken; maar hun hart was
vervuld met deernis en verdriet, en hun ontsprongen tranen ondanks
hunnen wil.
Zoo kwam eindelijk de nacht. De Kerels zaten hier en daar in de kapelle
of in de benedenkerk bij groepen ten gronde, rondom eenige ontstokene
kaarsen, en schouwden met somberen blik in de donkere ruimte der kerk of
spraken treurig van hunne doode vrienden.
Mher Sneloghe en Dakerlia bevonden zich bij de gekwetsten; deze laatste
raadde en hielp de Kerlinnen in het verplegen der arme gezellen, die
door het zwaard des vijands waren getroffen geworden.
Hacket, de kastelein, hield zich in de kapelle, waar hij een weinig
poogde te rusten.
Wat Burchard Knap betreft, die zat waarschijnlijk, zooals naar gewoonte,
ergens in eenen duisteren hoek, alleen met zijn knagend geweten of in
gezelschap van eenigen zijner woeste Houtkerels.
Het kon ongeveer tien uren zijn, en ondanks hunne ontsteltenis en
droefheid waren vele mannen van vermoeidheid in slaap gevallen toen
eensklaps achter den autaar, in de benedenkerk, een geraas van stemmen
zich liet hooren, alsof daar een twist opgerezen was.
Het gerucht naderde onmiddellijk naar het midden der kerk, en vele
Kerels grepen hunne wapenen en liepen toe, om te vernemen wat er
geschiedde.
Het was David Snoek, de bode van het grauwwerkersgilde, die, door de
nachtelijke stilte uitgelokt, zijne verborgene schuilplaats had
verlaten, in de hoop dat hij door de vlucht zou kunnen ontkomen; maar
eenig gerucht door hem gemaakt, had hem verraden.
Men had hem aangegrepen en rukte hem nu vooruit, hem beschuldigende van
verraad en hem eenen onmiddellijken dood toezeggende.
De arme man, die er zeer eenvoudig uitzag, beefde in al zijne leden en
smeekte met gevouwen handen om genade.
Toen Robrecht Sneloghe hem genaderd was en hem vroeg met welk doel hij
binnen de kerk was gedrongen, stotterde David Snoek eenige verwarde
woorden, waaruit men niets kon begrijpen. Robrecht gebood den Kerels
hunne zwaarden in te steken en den man los te laten. Hij verzekerde deze
tevens dat, indien hij onschuldig was aan verraad, hem geen leed zou
gedaan worden.
Dit stelde David Snoek eenigszins gerust. Dan kwam de spraak hem weder.
"God zal u daarvoor zegenen, mher Sneloghe", zeide hij, "dat gij deernis
hebt met mij, ongelukkige. Gij weet het allen, heeren, die mij kent, dat
de arme David Snoek vroeger een goede vriend der Kerels was, en dat hij
in het schromelijk nachtgevecht nog met u tegen de Isegrims heeft
gestreden."
"Nu, bloodaard, zoovele domme woorden niet!" gromde Burchard die
genaderd was. "Zeg, wat kwaamt gij hier doen? Ons bespieden, ons
verraden?"
"Neen, neen, heeren, hoort mij aan zonder gramschap!" smeekte de
gevangene. "Hoe ik mij hier tusschen u bevind, dit weet ik, eilaas, zelf
niet wel. Toen men in de stad de mare verspreidde, dat het Fransch
leger, geholpen door de Gentenaars en door de poorters van Brugge, de
proostdij, het klooster en de kerk ging innemen, sprak iedereen van den
rijken buit welke men daar zou vinden. Ik, die arm ben, liet mij
verleiden door de hoop dat ik in de plundering wel een of ander voorwerp
van hooge waarde zou bekomen, en zoo drong ik met de Gentenaars in het
klooster. Wat er dan geschied is, draait mij als een molen in het hoofd.
De Kerels zijn gekomen en hebben ons teruggedreven, de Franschen zijn
gekomen en hebben ons weder vooruitgestuwd, en zoo in de hoogte gewoeld,
gekneusd, gepletterd, ben ik, zonder het te weten, binnen de kerk
gestooten. En dan, schier dood van schrik, ben ik achter den altaar
gevlucht en heb mij verborgen onder eenen hoop balken, welke daar in
verwarring opeengestapeld lagen. Dit is, heeren, de loutere waarheid.
Doet nu met mij naar uwen wil; maar wees mij toch barmhartig: want, wel
verre van u te verraden, zou ik, indien het mij mogelijk was, u willen
verlossen van den schrikkelijken dood die, eilaas, u bedreigt!"
"De heer kastelein heeft bevolen den gevangene onmiddellijk in zijne
tegenwoordigheid te brengen", bemerkte een Kerel.
"Welnu, doet hem geen leed en leidt hem naarboven in de kapelle."
"In de kapelle? Ik?" riep David Snoek, eenen stap terugspringende "o,
mijn God, daar ligt het lijk van den graaf! Neen, neen, ik bid u, doodt
mij liever!"
Hij beefde zoodanig en zulke diepe verschriktheid verried de holle toon
zijner stem, dat de Kerels gansch ontsteld hem aanzagen.
"Meent gij dan dat de vervloekte Denemarker uit zijn graf zal opstaan om
u den nek te breken?" spotte Burchard Knap, tot groote ergernis zijner
gezellen.
De gevangene knikte bevestigend, terwijl hij zuchtend een kruis maakte.
"Maar wees duidelijk; wat wilt gij zeggen?" mompelden vele Kerels, door
zijne vreemde houding en eindelooze vervaardheid getroffen.
"Ach, heeren", zeide David Snoek, de handen samenvoegende, "gij weet
niet wat er in de stad geschiedt. Het is ijselijk; en sedert ik het weet
durf ik des nachts niet meer slapen. Zou ik het u durven openbaren? Zult
gij niet tegen mij vergammen?"
"Spreek, spreek!" riep men hem toe.
"Welnu, de geest van graaf Karel waart alle nachten in de stad en spookt
in de Steenen waar de ridders geherbergd zijn, niet anders roepende dan
"wraak, wraak, wraak!"
De Kerels luisterden met jagenden boezem; twee of drie slechts
beantwoordden deze openbaring met eenen spotlach.
"Om Gods wil, lacht niet, heeren", hernam de gevangene; "wat ik zeg is
enkel waarheid. Nu twee dagen geleden, is de geest van Karel bij het bed
des konings verschenen en heeft zoo lang om wraak geroepen, totdat de
koning beloofd had al degenen ter dood te brengen, die tot zijnen moord
hebben geholpen. Den nacht daarna heeft de nieuwe graaf Willem van
Normandië het spook insgelijks bij zijn bed gezien en gehoord, en
dezelfde belofte gedaan Daarom heeft men heden u zoo geweldig bestormd,
en daarom ook heeft men heden de gevangene Kerels zoo onmenschelijk
gemarteld. De geest van graaf Karel heeft zelf die marteling der Kerels
van den nieuwen graaf geëischt."
Toen hij dus zijne veropenbaring had geëindigd en door schijnbare
feiten bevestigd, sprak er niemand meer: al deze harde, moedige Kerels,
die weinig vatbaar waren voor vrees, zoolang het slechts stoffelijke
gevaren gold, beefden nu bij de bedreiging der wraak van een
ontstoffelijk wezen, aan welks verschijning hunne bijgeloovigheid hun
niet toeliet te twijfelen.
Dat de onverzoende of onbevredigde geesten van vermoorde menschen op
aarde konden rondwaren, om wraak op hunne moordenaars te eischen, dit
was zoowel volgens de Christelijke als volgens de Heidensche begrippen
onbetwistbaar.
Het verhaal van David Snoek kon waar zijn, ja, het moest waar zijn,
dachten zij, aangezien men bij het lijk van graaf Karel de vormen der
verzoening niet had in acht genomen, en zelfs de Christelijke
plechtigheden niet had vervuld.
Na lang met klimmenden angst en benauwdheid deze erge zaak te hebben
overwogen, kwamen de meesten tot het besluit zich met den geest van
graaf Karel te verzoenen, om hem de vervolging tegen hen te doen staken.
Zij zouden dus, op het uur van middernacht dat nu aanstaande was, de
Heidensche plechtigheden vieren die men Dôdsiras noemde.
Daar Robrecht Sneloghe en eenige anderen zich tegen dit opzet
verklaarden en beweerden dat het beter was, volgens de gebruiken der
Kerk den nacht in gebeden voor de ziel van den doode door te brengen,
besliste men, dat elkeen te dier gelegenheid zou handelen volgens zijn
geloof en volgens de inspraak van zijn geweten. David Snoek zou bij de
gekwetsten blijven en aan hunne verzorging helpen tot morgen. Vond men
een middel om hem aan een touw af te laten, en wilde hij het wagen, men
zou hem oorlof geven om zich te redden.
Op het uur van middernacht bood de kapelle een vreemd schouwspel aan. De
gansche beuk was verlicht met een zeker getal smokende lampen, die langs
de muren waren opgehangen. Rondom de steenen tafel der grafstede, waarin
het lijk van graaf Karel rustte, brandden vele kaarsen van geel was, die
men evenwel zoo had geschikt dat het benedeneinde der tafel, die zeer
lang en breed was, gansch vrij bleef. Aan het boveneinde stond een
kruisbeeld en een vat met wijwater, waarin een droge palmtak rustte. Uit
een koperen bekken walmden wierookgeuren op.
Langs deze opperzijden hielden zich de kastelein Hacket, Robrecht
Sneloghe, Yorg Koevoet, Dakerlia Wulf en vele Kerels.
Zij zaten met gebogen hoofd en gevouwen handen nevens het graf geknield
en baden in stilte, geen hoegenaamd deel nemende aan de Heidensche
plechtigheden, welke men aan het nedereinde der grafstede ging vieren.
Hier hielden zich Burchard met de grootere helft der andere Kerels, die
meer vertrouwen schenen te hebben in de Heidensche gebruiken dan in de
Christelijke gebeden.
Toen alles gereed was, brachten zij op de graftafel vele schotels met
spijzen: brood, koud vleesch, gedroogde visschen en gortebrij, en
stelden daarnevens eenige flesschen wijn en kruiken bier. Burchard Knap,
hier het ambt van priester of wichelaar vervullende, sprak eenige
woorden, die het inzicht der tegenwoordigen deden kennen, en noodigde
dan bij name de ziel van graaf Karel uit om het _doodenmaal_ bij te
wonen, dat ter harer eere werd gevierd.
Hierop brak hij het brood, en gaf elken zijner makkers een stuk. Allen
begonnen te eten, en van alwat zij nuttigden, legden zij een brok of
eenen lepel vol op den steen der grafstede.
Robrecht Sneloghe, van zijnen kant, doopte den palmtak in het wijwater,
en besprengde daarmede het oppereinde der tafel, met Dakerlia, zooveel
het hun mogelijk was, daarbij de gewone gebeden der Kerk murmelende.
Het doodenmaal geëindigd zijne, schonk Burchard eerst bier in eenen
grooten hoorn, stortte daarvan een gedeelte op het graf en liet dan den
hoorn tusschen zijne mannen rondgaan, die elk opvolgend vooraleer de
lippen aan het vocht te brengen, luidop zeiden:
"Met dit hoppebier drink ik de _doodenminne_ ter eere van Karel van
Denemarken."
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 32
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.