De Kerels van Vlaanderen - 29

Total number of words is 4563
Total number of unique words is 1320
49.3 of words are in the 2000 most common words
66.8 of words are in the 5000 most common words
75.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Na eene wijl verschenen de oversten der Kerels boven den muur: Bertulf
de proost, zijn broeder de kastelein, zijn neef Burchard Knap, Yorg
Koevoet en eenige anderen. Robrecht Sneloghe was niet met hen, alhoewel
men hem de komst van den wapenbode had gemeld.
De jonge ridder was sedert het verlies zijner zuster, wier lot hij niet
kende, zeer treurig en in schijn aan alles onverschillig geworden. Wel
hield hij zich gereed om, bij het eerste sein, naar de wallen te vliegen
en zijn leven te wagen; maar zoohaast zijne tegenwoordigheid niet op de
muren werd vereischt, ging hij naar de kamer waar Dakerlia den
gekwetsten Eggard verzorgde, en bleef daar uren lang over zijne zuster
spreken of bad met zijne verloofde voor de ziel van het arme meisje,
wanneer de gedachte, dat zij waarlijk dood was, zijn lijdend hart kwam
bestormen.
Toen de kastelein Hacket den ridders vroeg wat de reden hunner komst
was, riep Baudewijn Van Aelst hem toe:
"Ik spreek tot u als afgezant des konings van Frankrijk, die met een
leger van twintigduizend man op weg is om naar Brugge te komen. Mij
heeft hij belast van u de teruggaaf van 's graven schat te vragen, en
mij gemachtigd u daartoe al zulke voorwaarden aan te bieden als ik zal
goedvinden. Ontsluit eene der poorten en laat mij binnen, opdat ik met u
over mijne zending onderhandele."
De Kerels antwoordden hem van boven dat zij wel wilden aanhooren wat hij
hun te zeggen had, doch het hun volstrekt onmogelijk was eene poort te
openen, aangezien alle uitgangen zoodanig van binnen waren gebalkt en
met steenen bedamd, dat een gansche dag arbeid ontoereikend zou zijn om
zelfs den minsten toegang vrij te maken. Had 's konings bode hun iets
bijzonders te melden, zij konden niet anders dan van boven den muur hem
aanhooren.
"Het zij zoo!" riep mher Baudewijn. "Hebt gij des graven schat met u?"
"Ja, wij hebben hem hier met ons", werd hem geantwoord.
"Geheel?"
"Ongeschonden en geheel, zooals Frumold, des graven rekenmeester hem
volgens eene door hem geteekende lijst ons heeft ter hand gesteld."
"Welnu", zeide mher Baudewijn, "luistert wat ik u voorstel als
gemachtigd door den koning van Frankrijk en door den nieuwen graaf,
dien hij heeft verheven. Indien gij mij des graven schat overlevert,
zonder er iets van achter te houden, zult gij allen in vrijheid dezen
burg en de stad mogen verlaten, met de eenige verplichting u na den
oorlog voor het wettelijk gerecht aan te bieden, wanneer gij daartoe
wordt gedagvaard."
Dit voorstel verraste en verwonderde de Kerels zoodanig, dat zij
elkander een oogenblik zwijgend aanzagen. Zoohaast zij echter een klaar
denkbeeld van de zaak zich hadden gevormd, borsten eenigen in eenen
schaterlach uit, en de anderen morden eene grammoedige weigering; maar
de proost Bertulf gebood zijnen gezellen de stilte, en vroeg aan 's
konings bode:
"Sluit gij niemand uit? Zijn wij allen in uw voorstel begrepen?"
"Allen."
"En mher Burchard Knap?"
"Hij insgelijks. Wil hij het land van Vlaanderen ten eeuwigen dage
ontruimen, het staat hem vrij. Anders zal hij voor zijne daden na den
oorlog verantwoorden."
"Wij zullen uw voorstel onderzoeken en er over raadplegen; gun ons den
tijd daartoe!" riep Bertulf.
"Ik zal wachten. Overweegt dat binnen eenige dagen het Fransche leger te
Brugge komt en er voor u geen ander uitzicht overblijft dan eene
onmiddelijke nederlaag en de schrikkelijkste dood!"
Mher Baudewijn verwijderde zich met zijne gezellen achter den dam.
De Kerels, boven den muur, begonnen het voorstel van 's konings bode te
overwegen. Velen spotteden er mede als met iets belachelijks, anderen
wilden de zaak in ernst onderzocht hebben, ofschoon zij geneigd waren om
te denken dat er bedrog onder dit verrassend aanbod schuilde.
Bertulf was van een geheel ander gevoelen. Bedrog vermoedde hij in het
geheel niet; want het was volgens zijne meening onmogelijk dat de
Fransche koning, in aanzien der gansche wereld, zijn gegeven woord zou
breken. Zou deze machtige vorst, met tot zulke vuige listen zijne
toevlucht te nemen, zijnen naam van eerlijk en trouw ridder willen
schenden? Zeker, indien men eenige kans zag, om het gedeelte van den
burg, dat zij nog bezaten, tot de komst van Willem Van Loo te behouden,
dan zou hij, Bertulf, zelf het volstrekt verwerpen van alle voorstellen
aanraden; maar die kans zag hij niet. Hij had reeds bericht ontvangen
over hetgeen er dien morgen op het Zand was geschied, en hij wist voor
waar dat er inderdaad een Fransch leger van twintigduizend man op gang
was om naar Brugge te komen. Door zulke macht aangevallen zouden de
Kerels in den burg wel zeker bezwijken en tot den laatste toe worden
vermoord. Wat nut kon hunne dood op zulke wijze Kerlingaland toebrengen?
Geen het minste. Bijaldien zij integendeel den burg nu verlieten, konden
zij zich in het leger van mher Willem Van Loo begeven; en wie, zooals
hij en zijn broeder en neven, uitgestrekte landgoederen bezat, kon de
Ambachten doorloopen en overal de lieden tot den algemeenen landstorm
opwekken.
In den eerste werden zijne redenen door gemor en tegenspraak onthaald;
de gedachte, dus de proostdij en het klooster den vijand te leveren,
kwetste den hoogmoed der Kerels.
Burchard bovenal gromde en tierde; maar de proost schetste hem met
schrikkelijke kleuren den marteldood af, die hem wachtte, indien zij,
zooals het zeker was, onder den aanval van het Fransche leger bezweken.
Hij deed hem insgelijks begrijpen dat hij aan de zijde van mher Willem
Van Loo, in het open veld, zijn land en de vrijheid meer ware diensten
kon bewijzen dan besloten achter muren, die bestemd waren om onder de
aanvechting des vijands te vallen.
Eindelijk stemde Burchard Knap in alles toe, en zoo deden insgelijks de
meesten zijner gezellen.
Op dit oogenblik naderde Robrecht Sneloghe, dien de proost had doen
roepen.
Men deelde hem mede wat hier was verhandeld. Hij verwierp het voorstel
met verontwaardiging, en betuigde dat hij liever op de muren van den
burg sneuvelde dan door eene daad van zwakmoedigheid ja van lafheid den
naam der Erembalds te onteeren. Indien mher Willem Van Loo nu met het
Kerlenleger voor Brugge kwam, en vernam dat zij den vijand den burg
hadden geleverd, wat zou hij van hen zeggen?
Bertulf en Hacket vereenigden hunne pogingen om Robrecht in hun
gevoelen te doen deelen. Zij herhaalden de redenen welke zij reeds
hadden doen gelden en beriepen zich beurtelings op zijne vriendschap
voor hen, op hunne overheid en op het belang van Kerlingaland en van de
vrijheid, voor welker heil en behoud men zelfs de menschelijke eer ten
offer moest brengen.
Zooverre brachten zij het, dat Robrecht Sneloghe hun antwoordde:
"Ik ben niet machtig genoeg op mijn gemoed om het voorstel goed te
keuren en vrijwillig de schande te aanvaarden; maar, ooms, vermits gij
meent dat ik ongelijk heb, laat mij mijn gevoelen behouden en handelt
volgens uw goeddunken: ik zal mij onderwerpen, ofschoon met schaamte en
verdriet."
Dan wendden de proost en de kastelein zich weder tot andere Kerels, die
opnieuw zich onwillig toonden en tegenwerpingen maakten.
Robrecht, in gedachten naar beneden kijkende, bemerkte en herkende den
verrader Disdir Vos die, eenigszins verstout, bij eenen doorgang van den
dam een paar stappen was vooruitgetreden en spotlachend tot hem opzag.
"Ha, daar zijt gij, Disdir Vos, valsche verkooper van uw land!" riep hij
hem toe. "Gij zijt het die den raad tot het vermoorden des graven hebt
gegeven; en nu, nu gij ons in den nood ziet, nu verblijdt gij u over ons
ongeluk! Gave de hemel dat ik u kon bereiken! Ik zou u dwingen tot een
gevecht om leven en dood; en, wees zeker, ik zou haar het hoofd
verpletten, de vuige slang die ons arm Kerlingaland bezoedelt met haar
venijn. God zelf roep ik hier tot getuige, dat gij een verachtelijk
booswicht zijt; want eerst hebt gij uw vorst verraden, en nu verraadt
gij uw eigen geslacht en uw vaderland!"
Deze bloedige verwijten werden door iedereen gehoord, en vele ridders en
wapenknechten zagen Disdir Vos met eenen blik van misprijzen aan. Hij
scheen er geene acht op te slaan, en antwoordde door eenige
scheldwoorden en bespottingen, waarin hij den naam van Robrechts zuster
mengde.
Mher Sneloghe, die den zin zijner onduidelijke bedreigingen niet had
verstaan, werd door eenen hevigen angst getroffen, en kreet met de
handen opgeheven:
"Mijne zuster, mijne arme, onnoozele zuster, hij heeft ze vermoord! O,
God, rechtvaardige God, waarom verbliksemt Gij het monster niet!"
"Neen, neen, gij bedriegt u, mher Robrecht!" riep van beneden een
ridder, ongetwijfeld door een gevoel van medelijden gedreven. "Wanhoop
zoo niet: uwe zuster zit gevangen in sher Jacobs Steen; haar is niets!"
"Zij leeft, mijne zuster leeft!" galmde Robrecht, terwijl hij, door
blijdschap uitzinnig, zijnen vriend Yorg Koevoet juichend aan den hals
vloog.
De oude Bertulf had gedeeltelijk deze laatste uitroepingen gehoord. Een
heldere glimlach kwam nu eensklaps zijn gelaat verlichten, en, als hadde
hij een plotselijk voornemen opgevat, gaf hij eenen Kerel, die nevens
hem stond, bevel om den hoorn te blazen.
Toen Bandewijn Van Aelst weder aan den voet van den muur stond, riep de
proost:
"De veldheer houdt eene jonkvrouw gevangen, die Witta Sneloghe heet en
mijne nicht is. Neemt gij als voorwaarde onzer overgaaf aan dat zij
insgelijks in vrijheid zal worden gesteld?"
Mher Baudewijn begon in schijn over deze vraag met zijne ridders te
spreken. Men kon zien dat Disdir Vos met grammoedigheid zich tegen het
aanvaarden van dezen nieuwen eisch verklaarde maar waarschijnlijk liet
hij zich door des konings afgezant overreden; want deze riep tot den
proost:
"Ja, wij nemen de verbintenis aan de jonkvrouw, uwe nicht, in vrijheid
te stellen en u toe te laten ze met u uit de stad te leiden."
Robrecht drukte zijnen oom met ontroering de handen en dankte hem vurig.
Zich weder tot mher Baudewijn wendende, vroeg de proost:
"Zult gij, voordat wij dezen burg verlaten, ons een vrijgeleide ter hand
stellen, door u geteekend in naam des konings van Frankrijk en in naam
van al de ridders van Vlaanderen?"
"Levert ons des graven schat zonder achterhouding. Zoohaast wij zullen
bevonden hebben dat er niets aan ontbreekt, zal men u zulk vrijgeleide,
onderteekend en bezegeld, doen toekomen, en gij zult vrij, met al wat u
persoonlijk toebehoort, den burg en de stad mogen verlaten."
De Kerels, op bevel van den proost, brachten eenige koffers, schrijnen
en balen boven den muur, en lieten ze bij middel van touwen opvolgend
naar beneden zakken.
Wanneer dus een twintigtal zware kisten en pakken aan den voet van den
muur lagen, riep de proost Bertulf, dat daarin de geheele schat des
graven was besloten. Ten bewijze der waarheid zijner woorden liet hij
allerhaast een perkament nederzakken, waarop eene lijst, door 's graven
rekenmeester onderteekend, de voorwerpen aanwees welke hij den proost
van St-Donaas had ter hand gesteld.
"Het is wel!" riep mher Baudewijn. "Ik zal den schat naar des veldheers
woning doen dragen; wij zullen de voorwerpen met de lijst vergelijken
en, bevinden wij dat er niets achtergehouden is, dan keer ik tot u terug
met het vrijgeleide. Wacht aldus met eenig geduld; wij zullen ons
zooveel mogelijk haasten."
Robrecht daalde van den muur en liep naar de kamer, waar Dakerlia bij
het bed van den gekwetsten Eggard Van IJsendijke waakte.
"Dakerlia, o Dakerlia!" riep hij, "goed nieuws: mijne zuster leeft!"
"Lieve hemel, wat zegt gij daar! Heb ik het wel verstaan? Onze arme
Witta leeft?"
"Ja, ja, en ongedeerd."
"Daarom weze de barmhartige God eeuwig gezegend!" riep Dakerlia, met de
handen in de hoogte, "Waar is zij?"
"Zij zit gevangen in sher Jacobs Steen."
"Gevangen, eilaas!"
"Ja, maar zij gaat verlost worden, heden nog!"
"Wie bracht u dit gelukkig nieuws?"
"Dakerlia", zeide Robrecht op treurigen toon, "ik heb nog eene andere
tijding, min goed en wel pijnlijk voor mijn Kerlenhart maar het is nu
zoo beslist. Dakerlia, wij gaan straks dezen burg in vrijheid verlaten."
"Mher Yorg is hier geweest; ik weet wat men daarboven heeft verricht",
antwoordde Dakerlia met eenen zucht. "Het doet mij blozen, Robrecht.
Ach, indien morgen onze graaf Willem Van Loo zich voor Brugge met het
Kerlenleger aanbood, zou hij degenen niet veroordeelen die den vijand
dezen burg hebben overgeleverd, wanneer zij hem nog weken lang konden
verdedigen?" "Ja, gij hebt gelijk, vriendinne; maar de proost en de
kastelein hebben het zoo gewild. Gij zult naar Lampernisse of naar
Houthem vertrekken; ik zal mij in het leger te Yperen begeven." "En die
ongelukkige ridder Eggard?" vroeg Dakerlia met medelijden.
"Kan hij vervoerd worden, wij zullen hem medenemen naar Yperen. Is dit
onmogelijk, dan zal ik hier in Brugge eenen poorter zoeken die zich
verbinde hem goed te verplegen. Nu, Dakerlia, maak intusschen u gereed
voor het vertrek; mijne tegenwoordigheid kan boven op den muur noodig
zijn: ik keer terug bij mijne ooms."
Toen hij den muur had beklommen langs de zijde der Hofpoort, waar nu
zijne ooms stonden, zag hij op de Markt eene groote menigte
wapenknechten en ridders staan die, omdat de vredevlag waaide, uit
nieuwsgierigheid den burg waren genaderd of met poorters vermengd aan
het twisten en aan het kouten waren over des graven schat en over de
vrijlating der Kerels.
Wat den proost Bertulf vreemd voorkwam was, dat men, naar den kant van
St-Christoffelskapelle, eene lange schaar schutters in geslotene
gelederen zag staan, met hunne bogen op de schouders als gingen zij ten
strijd trekken.
Eindelijk hoorden de Kerels een bevel herklinken, en de boogschutters,
met mher Baudewijn Van Aelst en eenige ridders vooraan, kwamen verder op
de Markt tot op eenigen afstand van den muur der proostdij.
Een bazuingeschal kondigde aan dat des konings afgezant tol de Kerels
wilde spreken.
Misschien had men den schat des graven niet volledig bevonden en wilde
men hen daarover ondervragen.
Baudewijn Van Aelst, de stem verheffende zooveel hij kon, riep tot de
Kerels:
"Voor u geene genade, moordenaars! Gij hebt op u de eeuwige
vermaledijding der gansche Christenheid geladen; gij zult sterven tot
den laatste. Men is booswichten geene trouw verschuldigd. Wij breken dus
met recht onze belofte, en zullen u bevechten zonder rust, totdat gij
allen de straf der afschuwelijke misdaad hebt onderstaan. Niets, niets
voor u, verwatene Blauwvoeten, dan de wreedste, de schandelijkste dood!"
En de daad bij het woord voegende, gaf hij de schaar der boogschutters
bevel om hunne pijlen naar de Kerels te schieten.
Dit was evenwel slechts eene betooging, want onmiddellijk deed hij ze
verre op de Markt en tot buiten net bereik der Kerels achteruitgaan.
Hier raapte hij eenen stroohalm van den grond en brak hem aan twee
stukken. Zoo deden insgelijks de ridders en wapenknechten. Dit was een
teeken dat zij voortaan alle vriendschap, alle betrekking met de Kerels
afbraken, hun eene eeuwige vijandschap toezwoeren en zonder genade naar
hun leven zouden staan[77].
Bij het gezicht van dit snood verraad hadden de Kerels eene wijl
verbluft gestaan, als konden zij niet aan zulke verregaande valschheid
gelooven.
De proost en de kastelein schenen er door verpletterd; maar even ras was
in het hart der anderen de wraakzucht ontvlamd, en zij riepen luid dat
zij zich over dien uitslag verblijdden en hun leven duur, zeer duur aan
die trouwelooze Isegrims wilden verkoopen.
"Welaan, ooms", riep Robrecht, "nu weten wij dat wij op niets mogen
hopen dan op onze eigene kracht en moed. Het lot is geworpen: de vijand
zal hier niet binnentreden dan door plassen van zijn eigen bloed en op
der Kerlen laatste lijk!"
Bn om den Isegrims te toonen dat hunne bedreigingen hun geene vrees
inboezemden, hieven de Kerels hun strijdlied aan en deden het zoo
machtig klinken, dat het over de gansche stad weergalmde.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 74: Deze brief bevindt zich bij GALBERTUS, p. 325 en 326.]
[Voetnoot 75: Zie den tekst van dezen brief bij GALB., p. 333.]
[Voetnoot 76: Zie deze boodschap van den koning van Frankrijk, waarbij
hij Willem van Normandiรซ als graaf van Vlaanderen opdringt en den
poorters de aangehaalde vrijheden schenkt, bij GALBERTUS, p. 415.]
[Voetnoot 77: Maar de oversten lieten zich weinig gelegen aan de
beloften en aan de eeden welke zij den belegerden deden; want het was
slechts een middel om het geld en den schat van den graaf uit hunne
handen te krijgen." GALBERTUS. p 296]


XXI

Sedert men de Kerels had bedrogen, om hen tot afleveren van 's graven
schat over te halen, was er bijna eene gansche week verloopen, zonder
dat de Isegrims de schuilplaats hunner vijanden nog met macht hadden
bedreigd.
Zij bepaalden zich met nu en dan de Kerels door eenen geveinsden aanval
te verontrusten en de gebouwen der proostdij nauw omzet te houden, opdat
niemand er uit mocht ontsnappen.
Onderwijl maakten de Gentenaars en de ridders evenwel groote
toebereidselen om eenen nieuwen en beslissenden stormloop te wagen; want
op de Markt, onder het gezicht der Kerels zelven, bouwden zij eenen
houten toren, ladders en beukgestellen.
De kastelein Hacket had deze dagen van rust niet werkeloos laten
voorbijgaan. Integendeel, men had binnen de proostdij onophoudend
gearbeid en gezwoegd, om allerlei middelen tot verdediging in gereedheid
te brengen. Zelfs had men in het klooster twee binnenmuren uitgebroken,
om achter de kanteelen en op de gaanderijen der torens geheele hoopen
steenblokken te kunnen verzamelen.
Overal op de wallen stonden de ketels met ziedend pik en olie, bewaakt
door lieden die belast waren de vuren te onderhouden.
De dienst der schildwachten was derwijze ingericht geworden dat dag en
nacht immer de eene helft der Kerels op de wallen zich bevond en men
geene verrassing meer had te vreezen.
Aangezien de kloostergebouwen en zelfs de proostdij niet al de
voorwaarden tot eene lange verdediging aanboden, terwijl integendeel de
kerk schier oninnemelijk was, had men den meesten voorraad van
levensmiddelen en van wapenen in den tempel gedragen.
Alhoewel ze bij de inneming van den burg wel honderddertig gezellen
hadden verloren, en hun getal nu tot ongeveer tweehonderd weerbare
mannen was verminderd, hadden zij nog de hoop zich te kunnen verdedigen
totdat zij door het groote Kerlenleger wierden ontzet.
De vijand mocht nu hunne schuilplaats komen bestormen. Zij waren gereed
en wachtten hem af met koele beradenheid en vasten moed; zij zouden hem
zijne vermetelheid zoo duur doen betalen, dat, indien hij de proostdij
overweldigde, de Isegrims hunne zegepraal zelve als eene bloedige ramp
zouden beweenen ...
De namiddag was reeds ver gevorderd.
Bertulf, de proost, zijn broeder Hacket, Robrecht en de andere oversten
stonden boven de muren en keken nieuwsgierig over de Markt, als
verwachtten zij zich aan iets van dien kant.
Er was dien dag een brief op het kerkhof geschoten geworden, waarin men
den proost Bertulf verwittigde, dat een ridder zich met eenen wapenbode
zou aanbieden, om opnieuw met de Kerels aangaande de overgaaf der
proostdij en der kerk te onderhandelen. De brief eindigde met deze
woorden:
"Weigert niet dezen ridder te hooren. Hij is altijd een goed en trouw
vriend geweest. Laat hem tot u opklimmen; hij heeft u eene gewichtige
zaak te openbaren en wenscht u te redden. Zijn leven stelt hij ten pande
voor zijne oprechtheid."
Wat zouden zij nu doen? Was dit schrift niet weder bedrog en valschheid?
Een vijand binnen de proostdij laten? Misschien eenen bespieder, die
hunne middelen tot verdediging kwam afmeten of den weg zoeken om hen te
overrompelen?
Maar het kon insgelijks een oprechte vriend zijn, die hun gewichtige
tijdingen bracht, misschien vanwege mher Willem Van Loo? Men kon hem
boven den muur doen blijven; daar toch zou hij niets zien dan de
ontzaglijke toebereidsels, die men voor het afslaan van eenen stormloop
had gemaakt. Zooals nu de meeste Kerels boven den wal gereedstonden om
alle pogingen tot verrassing of verraad oogenblikkelijk te verijdelen,
mocht de komst van eenen enkelen ridder hun geene vrees inboezemen.
Zij hadden dus besloten den wensch, hun door den brief uitgedrukt in te
willigen, en zagen nu naar de woning van den veldheer uit, of de
aangekondigde ridder zich niet vertoonde.
Na eene lange wijl nog, naderde inderdaad een wapenbode; maar deze was
door vele ridders gevolgd, en de Kerels konden dienvolgens niet
herkennen wie hunner hun het bericht had toegezonden.
Toen de bode door bazuingeschal den wapenstilstand had gevraagd, en men
tot antwoord op den wal der proostdij de vredevlag had opgestoken,
traden de gezondenen op het binnenplein van den burg; een hunner naderde
meer tot den voet van den muur en riep den Kerels toe:
"Vanwege den gezant des konings, mher Baudewijn Van Aelst, kom ik tot u
om u nieuwe voorwaarden tot overgaaf der proostdij en der kerk aan te
bieden. Van hier is het mij moeilijk met u te spreken. Onze
onderhandeling kan lang en moeielijk zijn. Ware ik met u daarboven, wij
zouden beter over de hangende zaak kunnen beraadslagen. Ik vertrouw mij
op uwe eerlijkheid en zou tot u willen opklimmen. Stemt gij toe?"
"Het is Walter Van Lillers!" zeide de proost tot zijnen broeder Hacket.
"Hij was inderdaad vroeger een verkleefde vriend."
"Ja, wij stemmen toe", werd den ridder geantwoord, "maar voor u, voor u
alleen!"
Walter Van Lillers deed eene lange ladder aanbrengen; en eenige
oogenblikken daarna bereikte hij de kruin van den muur en stapte
tusschen de oversten der Kerels op den wal.
Daar zij hem omringden en hem vroegen wat hij hun te zeggen had,
betuigde hij den wensch om beneden in de proostdij te worden geleid;
maar men deed hem verstaan dat men zijne boodschap hier wilde hooren.
Walter Van Lillers, min of meer verlegen en zonderling glimlachende als
wilde hij beduiden dat hij aan zijne eigene woorden niet geloofde, zeide
hun:
"Ziehier de zaak, heeren: heeft 's konings bode geweigerd u in vrijheid
te laten gaan na de overlevering van 's graven schat, dan is het niet
door berekende trouweloosheid, zooals gij waarschijnlijk meent. Neen,
het is omdat gij zelven, volgens zijne meening, hebt gepoogd hem te
bedriegen. Er ontbraken toch kostbare voorwerpen aan dien schat, onder
anderen een drinkkelk van zeven marken gouds en een gedreven vat van
eenentwintig marken zilvers. Wilt gij deze beide voorwerpen mij ter hand
stellen, dan zal mher Baudewijn Van Aelst, zooals hij mij gelast heeft u
te beloven, de voorwaarden der overgaaf aanvaarden en vervullen."
De omstanders lieten een hevig gemor hooren en betuigden luid dat zij
geen het minste vertrouwen meer in de beloften der Isegrims hadden en in
deze boodschap niets zagen dan eene nieuwe poging tot verraad.
In stede van zich daarover verwonderd of spijtig te toonen, haalde
Walter Van Lillers twijfelend de schouders op, als wilde hij zeggen:
"Dit raakt mij niet; gelooft er van wat gij wilt."
"De voorwerpen door u aangeduid als ontbrekende, mher Walter",
antwoordde de proost, "heb ik, omdat ze tot den dienst van 's graven
kapelle werden gebezigd en dus de kerk zijn toegewijd, aan den
pastoor-deken Helias gegeven, en hij heeft ze waarschijnlijk in
St-Christoffelskapelle geborgen. Wil s' konings bode ze bezitten, hij
vrage ze den deken."
Maar Walter Van Lillers scheen weinig acht op deze uitlegging te slaan,
en poogde door velerlei gebaren en oogwenken den proost te doen verstaan
dat hij iets geheims aan hem alleen te veropenbaren had.
Eindelijk herhaalde hij zijne vraag om beneden in de proostdij te worden
geleid; men mocht hem eenen doek voor de oogen binden en hem dus
beletten iets te zien. Eenige woorden slechts wenschte hij met den
proost te verwisselen. Dan zou hij onmiddellijk naar mher Baudewijn Van
Aelst terugkeeren, en hem boodschappen wat men hem aangaande den gouden
kelk en het zilveren vat had gezegd.
Op aandringen van Bertulf stemden de anderen toe. Mher Walter werd met
eenen doek geblind en naar beneden geleid. Hier vatte de proost hem bij
de hand, bracht hem in eene kamer, nam den doek van voor zijne oogen weg
en vroeg:
"Nu, mher Walter Van Lillers, welk geheim hebt gij mij mede te deelen?"
"Luister, heer proost", zeide deze, "ik heb weinig tijds; want mijne
gezellen, indien ik lang met u bleef, zouden mij mistrouwen Ik begin met
u eenen raad te geven. Welke voorstellen tot overgaaf men u ook doe,
verwerp ze hardnekkig: zij kunnen niets zijn dan bedrog. De koning van
Frankrijk en al de ridders die in het beleg zijn, hebben gezworen dat de
Erembalds tot den laatste toe den schrikkelijksten dood zullen sterven.
Had onze veldheer niet met groote krachtdadigheid mher Baudewijn Van
Aelst belet de trouweloosheid tot het uiterste te drijven, geen uwer zou
heden nog leven. Men hadde u, na de aflevering van 's graven schat, uit
den burg laten gaan, u verraderlijk aangevat en u allen denzelfden dag
vermoord."
"Gruwelijk, gruwelijk!" zuchtte Bertulf. "Ik dank u voor uwen raad, mher
Walter. Zal men dan in deze verdorvene wereld zelfs aan het woord der
koningen niet meer mogen gelooven?"
"Ik ben van meening dat de koning van Frankrijk van dit verraad niet
weet."
"Was de goede raad, dien gij mij gegeven hebt, de eenige veropenbaring
welke gij mij wildet doen?"
"Neen, heer proost; nu ga ik u het ware doel mijner komst mededeelen.
Toen mher Baudewijn van de achterhouding der twee kostbare vaten sprak
en het verlies dezer voorwerpen betreurde, maakte ik mij sterk ze u door
een nieuw bedrog te ontrukken; en het is zoo dat ik belast werd als bode
tot u te komen. Mijn doel was u te redden, heer proost. Gij weet dat ik
altijd u veel vriendschap en eerbied heb toegedragen; van den eersten
dag des belegs ben ik er op bedacht geweest, ten minste u van den
wreeden dood te verlossen, en nu ben ik alleenlijk hier om u te vragen
of gij door mij behouden uit den burg en uit de stad wilt geleid
worden."
"Zoo in vollen dag, dwars door de Isegrims?" schertste de proost met
eenen twijfellach.
"Neen, in den nacht."
"Onmogelijk; tienmaal wierd ik ontdekt en aangevat."
"Daarin bedriegt gij u: ik ben niet alleen om u te redden. De zaak is
goed ontworpen. Wij komen te elf uren juist, onder voorwendsel van
rondom den burg te waken, met eene kleine bende Gentenaars nevens den
achtermuur van het klooster voorbij en zwaaien tot sein eene ontstoken
lantaarn over en weder. Op dit oogenblik laat gij u, bij middel van eene
koord, van den muur dalen. Wij, zonder gerucht te maken, vatten u aan en
leiden u naar de gevangenis ... dit is te zeggen buiten de Smedepoort,
die dezen nacht zal bewaakt worden door een mijner vrienden. Ik vergezel
u totdat gij geheel buiten de legerwachten zijt en niets meer hebt te
vreezen. Dan gaat gij een gedeelte van den nacht. Des anderen daags
bevindt gij u te midden der Kerels, buiten het bereik uwer vijanden. Wat
zegt gij van dit ontwerp?"
"Het is waarlijk niet slecht beraamd", antwoordde Bertulf, na eene korte
overweging. "Ik ben u uiterharte dankbaar voor dit bewijs uwer
vriendschap; doch ik kan uw voorstel niet aanvaarden Hier zal ik blijven
met mijne magen en gezellen."
"Maar er is geene hoop voor u. De koning van Frankrijk nadert met een
ontzaglijk leger. Men zal u martelen, u doen sterven in de akeligste
pijnen!"
"Eilaas!" zuchtte Bertulf, "gij zegt misschien de waarheid, mher Walter;
maar zulke vlucht ware een verraad jegens mijnen broeder en jegens mijne
neven. Liever nog deel ik hun lot en sterf met hen."
"Gij zijt verbitterd en verblind door de wanhoop", wedervoer Walter Van
Lillers met ongeduld, "Waartoe kunt gij den uwen hier nuttig zijn, gij,
die waarschijnlijk nooit de wapens hebt behandeld? Het verwonderd ons,
ridders, dat; Willem Van Loo, die toch aan het hoofd van een leger staat
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 30
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.