De Kerels van Vlaanderen - 28

Total number of words is 4445
Total number of unique words is 1379
47.4 of words are in the 2000 most common words
66.1 of words are in the 5000 most common words
74.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Onmiddellijk hadden de Gentenaars in stilte begonnen hunne toebereidsels
te maken. Een uur na middernacht slopen ongeveer honderd man, tusschen
hen uitgekozen als de behendigsten en stoutsten, met slechts twee der
lichtste ladders door de duisternis over de Hofbrug.
Dewijl boven den muur geene schildwachten meer tegenwoordig waren, werd
hunne nadering niet opgemerkt....
Het was op dit oogenblik dat Robrecht Sneloghe voor de tweede maal in
zijnen zetel door den slaap was overwonnen geworden.
Reeds sluimerde hij nu weder zeer diep sedert een goed kwart uurs, toen
eensklaps de kreet "Harop! Harop!" met bijzondere haast en kracht uit
alle hoeken van den burg ontstond en hem verrast uit den slaap deed
opschieten.
Eer hij gansch was ontwaakt, hoorde hij het gedonder van zware
hamersslagen, het geklingel van wapenen, het noodgeroep der Kerels en de
zegekreten der Isegrims.
"Blijft, blijft!" zeide hij tot de verschrikte jonkvrouwen. "Wij worden
aangevallen, valsch, verraderlijk. Het zal niets zijn. Wacht op mijne
terugkomst. Houdt u stil...."
En met uitgetogen zwaard sprong hij naar buiten.
Hier vond hij zijne gezellen naar den kant der Hofpoort in eenen
schrikkelijken strijd gewikkeld. De vijand was binnen den burg!
Aan het geroep "Isegrim, Isegrim!" "Blauwvoet, Blauwvoet!" dat tot
herkenningsteeken in de duisternis van wederzijde werd aangeheven,
meende Robrecht te kunnen oordeelen dat de vijand niet overmachtig was
en door de Kerels, die nu uit al de gebouwen kwamen gestormd, wel ras
zou verplet zijn.
Onder het uitgalmen van den kreet: "Ravenschoot, Ravenschoot met mij!"
wierp hij zich vooruit en hakte links en rechts op den vijand.
Maar alhoewel het grootste getal der Gentenaars, die over den wal
geklommen waren, reeds in hun bloed lagen te spartelen en door de Kerels
werden vertreden, gelukte het den overblijvenden op dit oogenblik de
poort te openen.
Dan drong zulke machtige vloed van strijdzuchtige en plunderzieke mannen
den burg binnen, dat de Kerels, na eenen langen en hardnekkigen
wederstand, gedwongen werden te wijken, en zij stap voor stap den grond
zich voelden ontnemen[73].
Robrecht Sneloghe dacht aan Dakerlia en aan zijne zuster. Hem schoot als
een bliksem de overweging door den geest, dat zij in des kasteleins
Steen niet veilig waren en onmiddellijk in des vijands handen zouden
vallen.
Hij liep uit het gevecht, sprong in de kamer, waar de jonkvrouwen zich
bevonden, en riep:
"Gauw, gauw, volgt mij! Spoedig, of het is te laat!"
"Ach, de arme Eggard, onze beschermer, onze verlosser!" riep Witta.
"Verlaat gij hem zonder medelijden, Robrecht? Zij zullen hem ijselijk
martelen!"
Op dit oogenblik woelde de gekwetste, hief de handen in de hoogte en
murmelde op klagenden toon:
"Robrecht, Robrecht!"
Mher Sneloghe, tot in het diepste der ziel geroerd door zijnen roep,
dien hij als een gebed tot bijstand aanzag, omvatte het lichaam van
zijnen gekwetsten vriend, hief door eene geweldige krachtinspanning hem
op den schouder en liep naar de deur, terwijl hij met koortsigen klem
tot de jonkvrouwen zeide:
"Volgt mij van nabij, verlaat mij niet! In het klooster, in de proostdij
zijn wij niet veilig! Komt, komt!"
Buiten, langs den kant der Love, vond hij nog eene talrijke schaar
Kerels, die zich woedend verdedigden, alhoewel het plein schier op zijne
gansche uitgestrektheid weergalmde van den roep "Isegrim, Isegrim!"
Het gelukte Robrecht, immer door de jonkvrouwen van nabij gevolgd,
voorbij de Loove te geraken. Nog een tiental stappen, en hij zou de enge
poort van het klooster bereiken. Eens binnen de geestelijke gestichten,
dan was hij veilig; want deze gebouwen waren omvangen door eene
afzonderlijke versterking, die na het verlies van den burg nog eene
lange belegering kon doorstaan.
Reeds juichte de jonge ridder, want hij raakte schier de poort des
kloosters; maar nu werden eensklaps de nog strijdende Kerels door eenen
woedenden aanval van duizenden vijanden overrompeld en tegen den gevel
der Loove verpletterd.
Degenen, die nog vrij in hunne beweging waren, stroomden vluchtend, en
met den vijand vermengd, als een stortvloed naar het klooster, en zoo
drongen zij Robrecht met zijnen last er insgelijks binnen.
Onmiddellijk werd deze poort verbalkt en van achter met allerlei
voorwerpen versterkt en bedijkt.
Robrecht liep tot in eene der kloosterkamers en legde zijnen gekwetsten
vriend Eggard Van IJsendijke op een bed. Dan keerde hij, als uitzinnig
van schrik, terug tot achter de poort.
"Ha, God dank, Dakerlia, gij zijt gered!" kreet hij, zijne verloofde aan
den hals vliegend.
Maar even ras stuurde hij zijne blikken kommervol in het ronde.
"Dakerlia, waar, waar is mijne zuster?" vroeg hij. "Gij weent, o hemel!"
"Arme Witta, arme Witta!" zuchtte jonkver Wulf.
"Zij is niet met u!" kreet Robrecht, sidderend van schrik. "Zij is
buiten gebleven? Eilaas, eilaas!"
En hij zakte, door de wanhoop verpletterd, op eene bank neder.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 71: "Segher, kastelein van Gent, kwam toegeloopen met al zijne
macht.... De burgers van Gent, met eenen hoop _brigands_ uit hunne
omstreken, zeer dorstig naar buit, vergaderden om in het beleg te komen,
als mannen befaamd in den oorlog en behendig tot het innemen en
verdelgen van sterke vestingen."
GALB., p. 299; zie ook KERVYN DE LETTENHOVE, I, p. 391.]
[Voetnoot 72: "Den Zaterdag bevalen de oversten eenen algemeenen
aanval.... Het gevecht duurde tot den avond, en de aanvallers, na groote
schade en verlies, verwijderden zich van de muren van den burg, beducht
voor de gevaren van den nacht."
GALBERTUS, pp. 298 en 299.]
[Voetnoot 73: Zie het verhaal dezer nachtelijke overrompeling en der
plundering van den burg bij GALBERTUS, p. 315.]


XX

De poorters van Brugge, te zamen geroepen, om bij openbare stemming
eenen nieuwen graaf te kiezen, overdekten in onderscheidene groepen of
scharen het groote plein buiten de Smedepoort dat men het Zand noemde.
In het midden dezer vlakte had men eene breede stelling getimmerd waarop
nu de schepenen der stad en de voornaamste Vlaamsche ridders met hunnen
veldheer, mher Van Praet, zich hielden, zoowel om hunne stem te geven,
als om de plechtigheid te bestieren en over de oprechtheid der kiezing
te waken.
Disdir Vos, de verrader, die sedert de nachtelijke overrompeling der
stad het bijzondere vertrouwen van den veldheer scheen te genieten,
stond nu insgelijks achter hem.
Voor de stelling waren een groot getal poorters, meest bejaard en met
zekere pracht gekleed, in eenen afzonderlijken hoop vergaderd Het waren
de hoofdmannen der wijken en der gilden of neringen, die hier kwamen
hooren wat de schepenen of ridders het volk te zeggen hadden. Zij zouden
dan tot hunne mannen gaan, die wat verder op het plein langs alle zijden
waren geschaard hun de woorden der overheden mededeelen, hunne stemmen
opnemen en den uitslag der kiezing naar de schepenen brengen.
Deze hoofdmannen spraken in afwachting zeer luid en vurig over de zaak,
die hen hier te zamen riep. Eenigen wilden de stemming geweigerd hebben,
om reden dat de koning van Frankrijk zich in geenen deele met het
bestuur van Vlaanderen te bemoeien had, en hij het was die de Brugsche
poorters niet alleen den raad, maar zelfs het bevel had gezonden tot het
kiezen van eenen nieuwen graaf.
De meesten waren van gevoelen, dat men zonder tegenwerping en in
allerhaast des konings bevel moest volbrengen, uit vreeze dat hij, beter
beraden, het nog zou kunnen intrekken. In oude tijden hadden hunne
voorouders het recht genoten tot het kiezen hunner vorsten. Nu werd dit
recht, dat eeuwen lang hun ontroofd was gebleven, hun werkelijk
teruggeschonken. Zouden zij dwaas genoeg zijn om het te verwerpen,
alleenlijk omdat zij het bekwamen door toedoen van eenen vreemden vorst?
Waarom toonden de poorters, die voornemens waren ten gunste van Willem
Van Loo te stemmen, zich zoo ontevreden? Waren zij niet even vrij in
hunne keus als de aanhangers van Diederik van den Elsas of van den
jongen graaf van Holland?
Deze en andere zulke redenen hadden de meest ontevredene hoofdmannen
eenigszins tot bedaren gebracht; evenwel bleef het gerucht der driftige
samenspraak tusschen hen voortduren, dewijl elk nu groote pogingen
inspande om de anderen tot het stemmen voor dezen of genen vorst over te
halen.
Op dit oogenblik bracht een wapenbode de bazuin aan den mond en gebood
door eenige scherpe galmen de stilte en de aandacht.
De veldheer Gervaas Van Praet trad vooruit op de stelling, met een
bezegeld perkament in de hand, en, zich tot de hoofdmannen wendende,
zeide hij:
"Ziet hier, vrienden, wat Lodewijk, de machtige koning van het Fransche
rijk, aan de ridders van Vlaanderen en aan de inwoners der goede steden
schrijft."
Hij vestigde zijne oogen op het perkament en las:
"Beminden en getrouwen, ridders en burgers van het graafschap
Vlaanderen. Het schijnt mij nu niet raadzaam u te gaan bezoeken. Ik zal
met eenigen mijner lieden tot u komen, zoohaast ik den uitslag van het
beleg van den burg van Brugge zal kennen. Want volgens mijn gevoelen zou
ik niet wijselijk handelen met mij in de handen der verraders van uw
land te gaan werpen, wel wetende dat er nog velen zijn die het lot der
belegerde moordenaars betreuren, hunne misdaden verdedigen en op alle
wijze werkzaam zijn tot hunne verlossing. Uw ongelukkig land is in
verwarring. Reeds zijn er samenspanningen gesmeed om de grafelijke kroon
met geweld voor Willem Van Loo te bekomen; maar meest al de inwoners der
steden hebben gezworen nooit dezen Willem voor graaf te aanvaarden,
omdat hij van onedele geboorte is, dit is te zeggen, geboren van eenen
edelen vader en van eene onvrije moeder die, zoolang zij leefde, niet
heeft opgehouden schapenwol te kaarden. Ik wil en ik beveel dat de
ridders en burgers van Vlaanderen zonder uitstel vergaderen om eenen
bekwamen graaf te kiezen. Het land zou niet langer van eenen wettigen
vorst kunnen beroofd blijven, zonder blootgesteld te zijn aan grootere
gevaren dan degene waarmede het nu wordt bedreigd.
Heil in Gode. LODEWIJK[74]
Deze brief verwekte eene korte opschudding onder de hoofdmannen. Het
waren de aanhangers van Willem Van Loo, die luidop riepen, dat de koning
zich door lasteraars had laten bedriegen. Willem was niet van onechten
bloede; zijne moeder zaliger was eene Kerlinne, en dus geene onvrij
geborene, zooals de brief het valschelijk beweerde. Al de Kerlinnen,
buiten de steden, waren zij ook edel en rijk als vorstinnen, hadden de
gewoonte en den plicht te werken; en, omdat de moeder van Willem Van Loo
schapen wol had gekaard, was zij niet min edel dan of zij haar leven in
ijdele werkeloosheid had gesleten.
Mher Gervaas Van Pract en de voorschepen daalden van de stelling
tusschen de hoofdmannen. Zij maanden hen aan, de brieven des konings te
eerbiedigen, en deden hen begrijpen dat, indien iets daarin hun niet
gegrond voorkwam, zij desniettemin vrij in hunne keus bleven en zelfs
voor Willem Van Loo konden stemmen, indien zij zulks goed vonden.
Min of meer bevredigd, gingen de hoofdmannen tot hunne gezellen om de
stemming te doen beginnen.
Men hoorde welhaast ten allen kant op het plein een groot geraas en
geroep ontstaan, naarmate de hoofdmannen aan de menigte mededeelden wat
de veldheer hun vanwege den koning had voorgelezen.
Ondertusschen begon de stemming, en deze werkzaamheid duurde zeer lang
voort.
Terwijl men er nog mede bezig was, galmden eensklaps, in de baan naar
Thourout, de klanken van eenige hoorns, als wierd de nadering van
krijgslieden aangekondigd.
Even ras zag men een twintigtal ridders te paard, door eene tamelijke
sterke bende wapenknechten gevolgd, op het plein treden en zich naar de
stelling richten. Iedereen keek met nieuwsgierigheid deze ridders
achterna; doch in de meening dat zij, evenals vele anderen, die
dagelijks in Brugge kwamen, slechts hier verschenen om deel aan het
beleg te nemen, zette men, na eene korte onderbreking, het opnemen der
stemmen weder voort.
De aangekomene ridders beklommen de stelling. Baudewijn Van Aelst, die
hun aanleider scheen, begon in stilte met mher Gervaas Van Praet en met
den voorschepen te spreken.
Ongetwijfeld deelde hij hun gewichtige dingen mede; want de veldheer
scheen spijtig en betuigde zijne ontevredenheid door bittere woorden.
"Zouden wij klagen, veldheer", zeide hem Baudewijn Van Aelst, "omdat de
koning de poorters van den balfaart en van eenige andere schattingen wil
ontslaan? Hij en de nieuwe graaf, van eenen anderen kant, beloven, dat
zij al de eigendommen der Erembalds en hunner aanhangers aan de ridders
tot belooning zullen schenken. Daarin zult gij eene ruime vergoeding
vinden voor het verlies van uw recht op sommige poorters. Komt, heeren,
de zaak eischt spoed; eerbiedigen wij den wil des konings. Geef den
bazuinblazers bevel om de hoofdmannen te zamen te roepen. De stemming is
gelukkiglijk nog niet afgeloopen; anders mochten wij moeielijkheden
ontmoeten, welke het onze plicht is te voorkomen."
Eene wijl daarna stonden de geroepene hoofdmannen weder voor de stelling
en keken verwonderd op, elkander vragende wat zwaarwichtige tijding er
toch mocht gekomen zijn, daar men de kiezing opschorste om hun iets
nieuws mede te deelen.
Baudewijn Van Aelst trad vooruit en, na de stilte door eenige
bazuinklanken was bevolen geworden, zeide hij tot de hoofdmannen:
"Poorters van Brugge, ik ben tot u gezonden door den koning van
Frankrijk. Hoort, wat hij u schrijft."
Een perkament ontplooid hebbende, las hij den volgenden brief, hem bij
de lezing in het Dietsch vertalende:
"Lodewijk, de koning van Frankrijk, groet minnelijk al zijne goede
zonen, de inwoners van het graafschap Vlaanderen, en kondigt hun aan dat
hij van Atrecht is vertrokken om tot hen te komen, aan het hoofd zijner
koninklijke legers, vervuld met dapperheid en met de kracht Gods, zijne
onverwinnelijke hulp. Bedroefd omdat wij voorzagen dat de moord des
graven uw land in het verderf zou storten, hebben wij besloten onze
wraak uit te oefenen met eene onverbiddelijke strengheid en door
lijfstraffen, tot nog toe ongehoord. Wij hebben, om uw land voor
grootere onheilen te behoeden, u eenen graaf gekozen. Opdat dezen den
vrede in het graafschap zou kunnen herstellen en den verloren voorspoed
doen herbloeien, gehoorzaamt en doet wat mher Baudewijn Van Aelst, mijn
bode en uw vriend, ingevolge mijnen wil, dien hij kent, u zal raden en
gebieden[75]."
Er heerschte eene groote stilte onder de luisterende hoofdmannen Zij
hielden zwijgend de oogen op den koninklijken bode, van wien zij eene
uitlegging over de zonderlinge tijding schenen te vragen.
Baudewijn Van Aelst nam het woord en sprak:
"Hoort, poorters van Brugge, wat de koning van Frankrijk mij belast
heeft u te boodschappen. De ridders van Frankrijk en de ridders van
Vlaanderen hebben, op raad en bevel des konings, tot graaf van
Vlaanderen gekozen en verheven Willem, den jongen hertog van Normandië."
Er rees een hevig gemor en ook wel hier en daar een luid geroep van
ontevredenheid tusschen de hoofdmannen.
Een hunner zeide zelfs verstaanbaar:
"Wat? Een Normandiër graaf van Vlaanderen? De Isegrims hebben ons weder
verraden. Het was te voorzien: zij zijn altoos de dienaars en vleiers
der vreemdelingen geweest!"
Een nieuw bazuingeschal herstelde de stilte, en Baudewijn Van Aelst
zette dus zijne rede voort:
"Wij allen, ridders, die nu tot u gekomen zijn, en vele anderen nog,
hebben Willem van Normandië tot graaf gekozen en hem als zulken eed
gezworen en hulde bewezen. Hij, tot onze belooning, heeft den ridderen
van Vlaanderen al de landen en eigendommen geschonken die tot nu toe
hebben toebehoord aan de moordenaars van graaf Karel en aan degenen die
hen aanhangen of verdedigen. De verraders zijn door den koning
veroordeeld tot den wreedsten en schandelijksten dood, en geen hunner
zal worden gespaard. Ik, in naam des konings, gebied en raad u, poorters
van Brugge, en al wie hier tegenwoordig zijn, voor uwen wettigen vorst
te aanvaarden Willem van Normandië, die door ons is gekozen en door den
koning met de grafelijke kroon is begiftigd."
Weder ontstond er luid gemor en driftig gewoel onder de hoofdmannen;
maar Baudewijn Van Aelst verhief de stem en ging voort:
"De koning en de nieuwe graaf, om den lieden van Brugge hunnen goeden
wil te betuigen, hebben besloten dat voortaan geen poorter nog eenige
persoonlijke schatting zal betalen. Alle belastingen hoegenaamd ook, of
balfaart of beste hoofd, of staande op huizen of op neringen, zijn en
blijven afgeschaft ten eeuwigen dage. Daarenboven zullen de burgers van
Vlaanderen voortaan macht en vrijheid hebben om hunne eigene wetten en
gebruiken te behouden, of ze te veranderen volgens hun goeddunken[76]."
Zulke volledige vrijmaking van alle schatting en dus ook van de teekens
der dientsbaarheid, was eene gift en eene weldaad, waaraan de poorters
zich des te minder vanwege den koning konden verwachten, daar hunne
eigene graven sedert langen tijd nooit opgehouden hadden pogingen te
doen om het volk der steden dieper en dieper in slavernij te dompelen.
Ook werd dit besluit door de meeste hoofdmannen met onverborgene vreugd
en zelfs met luid gejubel onthaald.
Er waren evenwel nog eenigen die zich ontevreden toonden en luidop
riepen dat zij in zulke beloften niet geloofden, aangezien de koning en
de graaf, die willekeurig hun dit recht toestonden, even willekeurig het
hun konden ontnemen.
Baudewijn Van Aelst, om deze laatste tegenwerpingen te versmachten
gebood nog eens de stilte en sprak:
"De koning van Frankrijk is nu op reis naar Vlaanderen, aan het hoofd
van twintigduizend uitgelezene krijgslieden. Binnen eenige dagen zal hij
zelf met den nieuwen graaf te Brugge komen, en zijne beloften u in het
openbaar bij eede bezweren. Wie zich tegen zijnen wil opwerpt en weigert
Willem van Normandië als vorst te erkennen, zal aanschouwd werden als
een aanhanger der moordenaars en dezelfde straf onderstaan, dit is te
zeggen dat hij zal worden ter dood gebracht en zijne goederen verbeurd.
Gaat nu, deelt uwen mannen mede wat de koning u door mij heeft
geboodschapt. Beveelt hun zich vreedzaam naar huis te begeven. Gij, als
overheid op hen hebbende, blijft verantwoordelijk voor de rust der stad,
die, werd ze gestoord, op uitdrukkelijk bevel des konings, door het
geweld der wapenen zou worden hersteld."
De gedane beloften van den eenen kant en de schrikkelijke bedreigingen
van den anderen hadden voor gevolg, dat de hoofdmannen stilzwijgende
zich van de stelling verwijderden, om hunnen gezellen de verrassende
tijding der benoeming van eenen nieuwen graaf te gaan mededeelen.
De ridders bleven op de stelling staan en keken in het ronde. Zij
wilden, vooraleer deze plaats te verlaten, naspeuren welke de houding
der poorters en ambachtslieden zou zijn bij het vernemen van 's konings
boodschap.
In den eersten bemerkten zij wel eenig gewoel en hoorden zij hier en
daar afkeurend gemompel; maar het duurde evenwel niet lang, of zij zagen
de poorters en ambachtslieden in scharen over het plein trekken en bij
gedeelten juichend de poort ingaan.
Dan daalden de ridders insgelijks van de stelling, om zich naar de stad
te begeven.
De veldheer, die alleen met Baudewijn Van Aelst de anderen
vooruitstapte, zeide, na eene wijl in stille overweging te zijn
verslonden gebleven, tot zijnen gezel:
"Onder ons durf ik het u wel bekennen, mher Baudewijn, 's konings
boodschap bedroeft mij diep."
"Betreurt gij den keus die wij hebben gedaan?" morde Baudewijn
"Neen; mher Willem van Normandië is een jong vorst, die de eer van het
ridderschap zal staande houden. Daarom verwondert het mij des te meer,
dat hij nu den poorters der steden eene volledige vrijheid vergunt. Weet
hij dan niet, dat onze goede graaf Karel is vermoord geworden,
alleenlijk omdat hij de ridderschap wilde verheffen en de onedele
menigte in dienstbaarheid houden? Ha, kon Karel van Denemarken uit zijn
graf opstaan, hoe zou hij klagen over de zonderlinge wijze waarop de
koning zijne gedachtenis meent te wreken!"
"Zulke overweging is insgelijks in mij opgestaan", zeide mher Baudewijn,
"en ik heb mij zelfs verstout bij den koning eenige opmerkingen in dien
zin te wagen. Hij heeft mij doen begrijpen dat men iets moet opofferen
om de poorters der steden van Vlaanderen gunstig te stemmen. Wat het
verlies betreft van den balfaart dien de ridders op vele poorters van
Brugge beweren te mogen heffen, dit zal na onderzoek tiendubbel vergoed
worden, bij middel der uitdeeling van de verbeurde rijkdommen en
grondbezittingen der Erembalds en hunner aanhangers. Daarenboven, mher
Gervaas, wat is gemakkelijker, indien de poorters een slecht gebruik van
de hun verleende rechten maken, dan hun die rechten weder te ontnemen?"
De veldheer stapte mijmerend voort.
"Maar zeg eens, mher Gervaas", vroeg Baudewijn Van Aelst, "mij heeft de
koning nog eenen anderen last opgelegd. Ik ging het haast vergeten.
Karel van Denemarken was rijk. Waar is zijn schat gebleven?"
"De Kerels hebben 's graven rekenmeester gedwongen hun dien schat ter
hand te stellen."
"En zij bezitten hem nog?"
"Zeker: vele duizenden marken zilvers en kostbare juweelen."
"De koning eischt dat die schat hem overgeleverd worde."
"Met den besten wil der wereld is het ons vooralsnu onmogelijk den
koning hierin te gehoorzamen. Hij zal moeten wachten totdat wij de
Kerels, die nog op den burg zijn, geheel hebben overwonnen."
"Wel hoe? Men heeft mij daar, op het plein, gezegd, dat gij den burg na
eene hevige bestorming hebt ingenomen!"
"Inderdaad, mher Baudewijn, maar wij krijgen hem niet geheel. De Kerels
bezetten op den burg nog de proostdij, het klooster en de kerk van
St-Donaas."
"Dit verwondert mij!" mompelde mher Baudewijn. "Indien gij zegevierend
binnen den burg kondet dringen, waarom hebt gij uwe overwinning dan niet
voortgedreven? Wat kon u daarin beletten?"
"Gij hebt gelijk", antwoordde de veldheer, "eene beklaaglijke
omstandigheid heeft ons te midden der overwinning teruggehouden Men had
den Gentenaars en onze wapenknechten beloofd hun den burg ter plundering
over te geven. Zoohaast waren wij er niet binnen, of al onze mannen, in
stede van de Kerels te vervolgen en tot het einde toe te bestrijden,
zijn in verwarring en door de gierigheid verblind, naar de veroverde
gebouwen geloopen en hebben beginnen te plunderen. Het was ons,
ridderen, niet meer mogelijk iets gedaan te krijgen van mannen, die tot
bezwijkens toe beladen waren met buitgemaakte voorwerpen. Onderwijl
hebben de Kerels zich binnen de geestelijke gestichten van den burg
opnieuw versterkt. Deze gestichten zijn omringd met wallen, gaanderijen
en torens, als eene afzonderlijke vesting."
"Maar indien gij nu opnieuw eenen algemeenen storm geboodt?"
"Onmogelijk, mher Baudewijn. Wij hebben schrikkelijke verliezen geleden.
Mijne mannen moeten rusten; de stormtuigen en ladders kunnen zonder
herstelling niet meer dienen."
"De koning heeft mij nochtans gelast u te zeggen dat gij zonder verwijl
alle mogelijke pogingen hoeft te beproeven om den schat des graven uit
de handen der moordenaars te krijgen. Hij weet, door mher Frumold
zelven, dat zij hem bezitten, en vreest dat zij hem bedektelijk naar den
zeekant zullen zenden of, vooraleer te bezwijken, hem op eene andere
wijze zullen doen verdwijnen. De koning belooft u door mij niet alleen
het kasteleinschap van Brugge, maar nog uitgestrekte leenen, indien hij
door uw toedoen 's graven schat bekomt."
"Het onmogelijke kan ik evenwel niet!" zuchtte de veldheer.
Na eenige oogenblikken de zaak bedacht te hebben, zeide mher Baudewijn:
"Die hardnekkige Blauwvoeten, wat hopen zij? Hebben zij nog niet de
minste neiging getoond om zich over te geven?"
"Zich overgeven? De Kerels? Het zijn ontembare leeuwen Zij zullen zich
tot den laatste toe op hunne wallen laten doodslaan. Van hen is er niets
te verhopen dan door geweld!"
"En indien gij hun de vrijheid aanboodt, op voorwaarde dat zij u des
graven schat geheel en volledig ter hand stellen?"
"Dit is onmogelijk; al wilde ik het doen, ik zou niet kunnen",
antwoordde mher Van Praet. "Oordeel zelf: wij, ridders, die allereerst
te wapen geloopen zijn om den dood van onzen graaf te wreken, hebben
elkander met duren eede toegezworen niet te dulden dat één der
moordenaars of hunner vrienden, in één woord, dat één der Erembalds
gespaard worde of hem genade des levens worde verleend. Allen moeten
sterven!"
"Maar, veldheer, de koning wenscht zoo vurig des graven schat te
bezitten, dat hij u zeker zou goedkeuren en mild beloonen, indien gij,
om den schat hem te kunnen leveren, deze weinige Kerels in vrijheid liet
gaan."
"Onmogelijk, ik herhaal het u, mher Baudewijn; mijne ridders zouden
tegen mij opstaan, en ik geloof zelfs niet dat de koning in persoon,
hoezeer wij hem ook eerbiedigen, machtig genoeg zou zijn om hen daarin
te doen toestemmen."
Zij waren nu tot op de Groote Markt gekomen en naderden het huis, dat de
veldheer sedert de overrompeling der stad tot zijn verblijf had gekozen.
"Ziedaar mijne woning", zeide mher Van Praet. "Gelief mij te volgen,
mher Baudewijn. Het middaguur is reeds voorbij. Gij moet vermoeid en
hongerig zijn. Wees mijn gast."
Baudewijn hield hem staan en zeide in gedachten, als hadde hij geene
acht op deze uitnoodiging geslagen:
"Er moet evenwel een middel zijn om 's graven schat uit hunne handen te
krijgen! Om den wensch des konings te volbrengen zou men hemel en aarde
willen verroeren."
"Welk middel? Ik weet er geen."
"Wij zullen er nog eens goed over nadenken, veldheer. Men heeft mij een
uwer ridders, die hier achter ons komt, aangewezen als een doortrapt en
spitsvondig man ..."
"Mher Disdir Vos?"
"Ja, geloof ik. Die weet misschien raad ... Kom, ik aanvaard uwe minzame
uitnoodiging; want waarlijk, ik gevoel eenen koortsigen eetlust na de
reis."
Door eenige andere ridders gevolgd, traden zij in de woning des
veldheers ...
Een paar uren later verliet Disdir Vos dit huis. Hij keerde welhaast
terug met eenen wapenbode en twee bazuinblazers.
Baudewijn Van Aelst, vergezeld door vijf of zes ridders, kwam hem
vervoegen; en na de veldheer hun geluk had gewenscht in hunne
onderneming, gingen zij te midden der Markt en deden de bazuinen
aanheffen en eenen witten wimpel in de hoogte steken.
De Kerels liepen te zamen boven den vestingmuur en toonden kort daarop
eene vredevlag, om te betuigen dat zij in de opschorsing der
vijandelijkheden toestemden en den bode zouden aanhooren.
Baudewijn Van Aelst, Disdir Vos en hunne gezellen begaven zich naar den
kant der Hofstraat en traden welhaast op het plein van den burg.
Hier hadden de Gentenaars, om den vijand van nabij te kunnen
bewaken,--zonder gevaar te loopen van door zijne pijlen te worden
getroffen--eenen langen dam opgeworpen, schier van manshoogte en als met
een dak tegen alle werptuigen beschut. Dus konden zij op het plein over
en weder gaan, zoo dicht bij den muur der proostdij, dat zij, door de
stem te verheffen, met de Kerels uitdagingen en scheldwoorden konden
wisselen.
De ridders gingen op raad van Disdir Vos eerst achter den dam. De
verrader zeide hun dat de Kerels valsche lieden waren en men niet
roekeloos zich aan hunne wraak mocht blootstellen.
Zijne woorden deden de ridders glimlachen. De vervaardheid van Disdir
Vos scheen hun natuurlijk, en zij erkenden in hun gemoed dat, indien de
Kerels, zelfs verraderlijkerwijze, hem eenen pijl door den boezem dreven
of hem het hoofd met eenen steen verpletterden, hij slechts zou hebben
wat hij ten minste jegens hen verdiende.
Baudewijn Van Aelst gaf den wapenbode bevel om, buiten den dam, tot aan
den voet van den muur der proostdij te naderen en daar de bazuin te
blazen. Hij volgde hem zonder vrees met twee andere ridders.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 29
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.