De Kerels van Vlaanderen - 27

Total number of words is 4466
Total number of unique words is 1448
46.0 of words are in the 2000 most common words
62.7 of words are in the 5000 most common words
71.3 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Mher Sneloghe kwam binnen, drukte Dakerlia met teederheid de handen en
omhelsde zijne zuster, onder het murmelen van eenen blijden morgengroet.
Nadat hij insgelijks zijnen vriend Eggard de hand had gedrukt, zette
hij zich bij de tafel nevens Dakerlia. Allen bogen het hoofd en
murmelden een dankgebed.
Op de tafel stonden kannen met warme melk en eene kom met gortebrij.
Onder het nuttigen dezer lichte morgenspijzen, zeide Robrecht tot zijnen
vriend:
"Wij hebben vanwege den graankoopman Elfrid Rooster en van anderen nog,
brieven ontvangen nopens zekere verrassende tijdingen, die gisteren in
de stad zijn aangekomen. De koning van Frankrijk heeft boden aan mher
Gervaas Van Praet en aan de schepenen van Brugge gezonden, om hun te
gebieden, zonder uitstel tot het kiezen van eenen nieuwen graaf over te
gaan. De stad Gent heeft insgelijks zulk bevel ontvangen."
"Wat beteekent dit?" riep Eggard spottend. "Meent de koning van
Frankrijk nu dat hij zich met de zaken van Vlaanderen te bemoeien
heeft?"
"Het is in den beklaaglijken moord des graven dat hij ongetwijfeld
beweert dit recht te putten", antwoordde mher Sneloghe. "Gij weet dat
hij zich als wraakeischer van graaf Karel aanstelt. Hij was zijn neef;
de bloedplicht gebied hem zijne moordenaars te vervolgen."
"Maar de schepenen en de poorters van Brugge zullen wel zeker weigeren
tot zulke keus over te gaan, op bevel of op verzoek van eenen vreemden
vorst?"
"Neen, Eggard, daarin bedriegt gij u. Binnen drie dagen zullen de
poorters op het Zand vergaderen, om eenen nieuwen graaf te kiezen."
"Ik begrijp het wel", bemerkte Dakerlia, "de schepenen en poorters
zullen voor Willem Van Loo stemmen; en zoo zal de koning van Frankrijk
in zijne verwachting teleurgesteld worden."
"Hopen wij het!" zeide Robrecht. "Er is evenwel, denk ik, eene groote
verdeeldheid over deze zaak onder de poorters. De moord des graven heeft
ons meer dan de helft der Bruggelingen vijandig gemaakt. Anderen zullen
misschien in de keus een middel zoeken, om eenen langen en verdelgenden
oorlog te voorkomen. Er zijn reeds drie vorsten die afgezanten naar
Brugge hebben gezonden om zich aan de keus der ridders en der poorters
voor te stellen. De eene is Diederik van den Elzas, de tweede is de
graaf van Henegouwen en de derde is zoon der gravin van Holland, die
allen afstammen van onze vorige graven en beweren recht te hebben tot
het erven der kroon van Vlaanderen."
"De eenige die kans heeft op het bekomen van een zeker getal stemmen is
Diederik van den Elzas", bemerkte Eggard. "Hij staat bekend als een
dapper en vrijheidlievend vorst. Indien hij gekozen werd, zou daaruit
wel eene erge verwikkeling voor onze zaak kunnen ontstaan."
"Toch niet, Eggard. Deze keus is geheel onverschillig voor ons. Wat er
ook geschiede, Willem Van Loo moet zijne kroon door veldslagen en
zegepralen winnen. Ongelukkiglijk heeft Burchard door zijne vloekbare
misdaad de eensgezindheid, welke tusschen de poorters en de Kerels
bestond, geheel vernietigd. Anders ware de zaak reeds beslist en
afgedaan. Gansch Vlaanderen hadde Willem Van Loo als graaf toegejuicht.
Hoe deze worsteling nu voor hem zal eindigen, dit weet God alleen!"
Terwijl hij deze laatste woorden uitsprak, trad Yorg Koevoet in de
kamer.
Na de jonkvrouwen minzaam te hebben gegroet, zeide hij:
"Vrienden, komt toch kijken. De Gentenaars zijn aangekomen. Van boven
den wal kan men ze zien voorbijtrekken. Zij zijn zeer talrijk. Het spel
gaat nu eens voor goed beginnen!"
Robrecht en Eggard stonden op om Yorg naar buiten te volgen. Door
nieuwsgierigheid aangedreven, betuigden de jonkvrouwen den wensch om
mede op den wal te gaan; maar Eggard en Robrecht deden hun begrijpen dat
de vijand nu en dan met pijlen schoot en het immer gevaarlijk was achter
de kanteelen te wandelen.
Zij lieten zich raden en bleven in de kamer, de ridders tot
voorzichtigheid aanmanende.
Robrecht wilde den wal aan den linkerkant der Hofpoort beklimmen; maar
Yorg Koevoet hield hem terug en zeide:
"Neen, niet langs dezen kant; daar staat Burchard. Ontwijken wij den
norschen woestaard. Nu ongeveer een half uur geleden, heb ik nog eenen
hevigen twist met hem gehad."
"Zoo? Waarover?"
"Hij was alweder bezig met u te beschuldigen, Robrecht, omdat gij
volgens hem bij den nachtelijken uitval meer dan dertig dappere gezellen
hebt opgeofferd tot eene poging die voor der Kerlen verdediging geen het
minste belang had."
Robrecht liet een gemor van gramschap hooren en deed eenen stap om tot
Burchard op te klimmen; maar Yorg Koevoet greep hem den arm en zeide
lachend:
"Kom, kom, mher Sneloghe, stoor u niet in de spijtige woorden van
Burchard. Laat hem over aan zijn lot. Hij wordt nu meestal door onze
gezellen gevlucht, en dwaalt grommend en met sombere blikken rondom de
wallen. De boete der misdaad begint reeds voor hem."
"Gij hebt gelijk, mijn vriend", sprak Robrecht, het hoofd schuddende.
"Ik moet de belofte vervullen welke ik mijnen ooms heb gedaan. Het kost
mij veel.... Kom, wij zullen nevens de proostdij op den muur gaan."
Toen zij boven achter de kanteelen stonden, hielden zij met verwondering
de oogen op de voorbijtrekkende scharen hunner nieuwe vijanden gericht.
De Gentenaars, om eene breede baan te vinden, waren van de Gentpoort
naar de Steenstraat afgedaald, en hunne eerste benden trokken nu langs
de oostelijke zijde der Markt, voorbij de St-Christoffelskapelle, de
St-Jacobsstraat in, om plaats te maken voor degenen die moesten volgen.
Aan hun hoofd reden: Segher, kastelein van Gent, hun bevelvoerder, Ivan
Van Aalst, Daniรซl van Dendermonde, Balder Van Deinze, Walter Van Lillers
en nog eenige andere Vlaamsche ridders.
Gedurende langen tijd zag men slechts kruisboogschutters, speerdragers
en knotsvoerders voorbijtrekken; maar dan verschenen eindelijk de
beruchte stormgewerken van den burg van Gent.
Wel zestig wagens en zware voertuigen van alle slag volgden elkander op,
en schikten zich in twee rijen langs de huizen der Markt.
Alhoewel vele stormgestellen uiteen op de wagens lagen, kon men toch de
meeste nog herkennen. Vooraan reden de Springhalen, die bij elke
ontspanning veertig of vijftig groote pijlen over de muren der
belegerde sterkte schoten; dan de Blijden, waarmede men groote steenen
en rotsblokken den vijand toezond; dan stormtorens met valbruggen, om op
de wallen der burgen over te loopen; dan een honderdtal Schildpadden of
groote beukelaars, van sterke wissen gevlochten en overdekt met
ossenleder; verder vele wagens met ladders van alle grootte: de eenen
reusachtig van gestalte en zestig voet lang, de anderen licht en door
weinige mannen draagbaar. Eindelijk volgden nog een aantal wagens,
geladen met balken, haken, mokers, bijlen, hefboomen, spaden, koorden,
katrollen en wat meer nog tot beleg eener sterke stad of burg kon
behoeven.
Deze nieuwe heirkracht kon wel tweeduizend man sterk zijn. Of onder hen
wel vele Gentsche poorters zich bevonden, dit was zeer te betwijfelen;
want het grootste gedeelte droeg vuile, gescheurde kleederen van
vreemden vorm, en geleek aan eenen zwerm landloopers of bedelaars.
Eveneens kon men benden herkennen, samengesteld uit mannen die men
tusschen de oud-Friesche bevolking van het Waasland had aangeworven en
bijeengeraapt[71].
Het was te denken dat de Gentsche poorters, die wel wisten dat de Kerels
de algemeene volkszaak van Vlaanderen tegen de dwingende heerschzucht
der leenheeren verdedigden, geweigerd hadden tegen hen op te trekken. De
kastelein van Gent beschikte over de stormtuigen en over al de mannen,
die tot leenen der kroon behoorden. Waarschijnlijk had hij ook door
groote beloften een zeker getal poorters overgehaald om hem naar Brugge
te volgen.
Hoe het zij, al deze mannen schenen door eenen hevigen strijdlust
bezield; want zij deden de Markt onder hunne zegekreten hergalmen,
terwijl zij tusschen het bulderen der grofste vermaledijdingen hunne
vuisten of hunne zwaarden dreigende naar den burg uitstaken.
Uit hun verward gejuich was te verstaan dat zij den burg opgevuld
meenden met onschatbare rijkdommen, aldaar door de Kerels verzameld; ja,
sommigen beweerden dat er kelders waren op welker vloer men de marken
zilvers met de spade kon opscheppen. Zeker, het was veel meer de
hebzucht en de begeerte naar deze schatten dan de haat tegen de Kerels
die hunnen moed ontvlamden en hen naar den strijd deden snakken.
Zoohaast zijne mannen eenigszins op de Markt geschikt waren, trad de
kastelein van Gent met eenigen der ridders, zijne gezellen, in een huis
omtrent de St-Christoffelskapelle, dat men hem aangeduid had als het
verblijf van mher Gervaas Van Praet.
Na den veldheer de hand te hebben gedrukt en eene vriendelijke groetenis
met hem te hebben gewisseld, zeide hij:
"Wij zijn wat lang achterwege gebleven, niet waar, veldheer? De banen
zijn slecht, en wij vorderden moeielijk met de zware stormtuigen. Heden
hebben wij zelfs weinig meer dan een uur gaans afgelegd. Onze paarden
hebben het lastig genoeg gehad; maar mijne mannen zijn frisch en licht,
als stonden zij eerst van hun nachtleger op. Zij hijgen naar den strijd,
en willen oogenblikkelijk alles tot eenen beslissenden stormloop
bereiden."
"Hoeveel tijds is daartoe noodig?" vroeg de veldheer.
"Drie of vier uren. Korts na den middag kunnen wij vaardig zijn."
"Welnu, mijne ridders en wapenknechten betreuren reeds vele dagen de
werkeloosheid waartoe zij zich veroordeeld zagen. Doe alles bereiden,
kastelein. Wij zullen den burg met gansch onze macht en van alle zijden
te gelijk aangrijpen. Heden zullen de moordenaars des graven levend of
dood in onze handen vallen. Ik zal met u uitgaan om te beramen waar men
best de Springhalen en Blijden kan stellen."
"Ik moet u iets zeggen, veldheer", bemerkte Segher, de kastelein, "opdat
er geen misverstaan tusschen ons rijze. Wij, ridders, die al deze benden
van woeste doch onversaagde lieden met groote haast moesten
bijeenbrengen, hebben hun beloofd dat de burg en wat hij bevat, hun ter
plundering zal worden overgelaten. Het is welbegrepen, niet waar, dat
niemand de plundering zal pogen te beletten?"
Deze vraag scheen den veldheer en bovenal den ridders van zijn
gezelschap zeer te mishagen. Mher Gervaas schudde denkend het hoofd.

[Illustratie: ... klommen zij inderdaad op de ladders....]

"Maar, heeren", riep de kastelein ontevreden, "de mannen die ons gevolgd
hebben, zijn meerendeels zelf geene Vlamingen. Wij moesten hun toch
eenig lokkend voordeel beloven. Wilt gij de plundering niet toestaan,
het is uwe zaak; zij zal evenwel geschieden; want ik geloof niet dat gij
machtig genoeg zoudt zijn om ze te beletten."
"Welnu, dat uwe mannen in den burg vrij plunderen!" zeide mher Gervaas,
"op voorwaarde dat gij, heer kastelein, hen de poorters van Brugge en
hunne eigendommen doet eerbiedigen."
Een ridder gromde verstoord:
"Maar, veldheer, indien men dus allen buit den Gentenaren toekent, wat
zal er dan voor ons en onze wapenknechten overblijven?"
"Onze wapenknechten, indien zij met de Gentenaars in den burg dringen,
zullen recht tot plunderen hebben, evenals zij. Wat ons betreft, wij
zullen in de verdeeling van der Kerlen groote landeigendommen eene
toereikende belooning vinden.... Kom nu, kastelein, en verhaasten wij
zooveel mogelijk den arbeid uwer mannen."
Toen zij op de Markt kwamen, deelden zij, na eene korte beraadslaging,
hunne bevelen uit. Eenige wagens zouden naar den Maalberg en naar de
Hoogstraat gevoerd worden; andere naar de Vischmarkt, om zoo den burg
van alle kanten met stormtuigen te omringen, en den Kerels, aangezien
hun klein getal, de verdediging onmogelijk te maken.
Niet lang daarna hoorde men, op de Markt en achter den burg, tusschen
het aanhitsend geroep der arbeiders, den fellen slag der hamers en het
snerpe geknars der schroeven, en zag men allengs de reusachtige
stormgewerken eenen herkennelijken vorm bekomen en hier en daar zich in
de hoogte verheffen. Ladders en schildpadden werden van de wagens
genomen en in verschillende richtingen rondom den burg gedragen.
In de aanpalende straten schikten de oversten hunne ridders en
wapenknechten in gelederen, gereed om vooruit te stormen en den wal te
beklimmen, zoohaast de Gentsche benden de ladders zouden hebben gerecht.
Men kon wel van verre bespeuren dat de Kerels binnen den burg, bij het
gezicht dezer ontzaglijke toebereidsels, niet ondadig bleven en als een
zwerm boven de muren over en weder krielden, met steenen en balken
sleurden, en overal achter de kanteelen lange speren en ijzeren haken en
klauwers aanbrachten, om den vijand van de ladders te smijten en den
storm af te slaan.
De zwarte rook, die op vele plaatsen boven den wal steeg, getuigde dat
het vuur onder de ketels met pek en olie reeds was ontstoken. Dat de
tegenstand hevig zou zijn, dit kon men daaruit besluiten dat zelfs een
tiental vrouwen zich achter de kanteelen vertoonden en daar, evenals de
mannen, druk aan het dragen van steenen arbeidden.
Kort na den middag was alles tot den aanval gereed.
Dan, op een bevel van den veldheer, dat door het geschal der bazuinen
werd herhaald, begonnen de Springhalen en Blijden van alle kanten
honderden groote pijlen en zware steenen over den muur in den burg te
werpen. Daarbij drongen nu insgelijks gansche scharen kruisboogschutters
vooruit, zoodat na weinig tijds, de lucht op de Markt en over den burg
door eene wolk pijlen, schichten en rotsbonken scheen verduisterd.
Al de Kerels waren van de wallen verdwenen of hielden zich achter de
kanteelen nauw verborgen. Inderdaad, geen enkel mensch kon boven den
muur van den burg van buiten zichtbaar worden of hij werd onmiddellijk
door een werptuig getroffen.
Deze geweldige beschieting werd meer dan een uur zonder verpoozing
voortgezet; en dewijl door haar het den Kerels onmogelijk was gemaakt
zich te verdedigen, konden de aanvoerders der ladders deze nader bij den
burg brengen en alles zonder beletsel tot den stormloop gereedmaken.
Eindelijk gaven de bazuinen een sein tot het staken der beschieting.
Van alle kanten, onder het aanheffen van een donderend krijgsgeroep,
werden de ladders gerecht en stormden ridders en wapenknechten vooruit
om den wal te beklimmen.
De eerste aanval zou echter door Gentsche benden gewaagd worden. Bedekt
en beschut door de schildpadden of beukelaars, klommen zij inderdaad op
de ladders. Uit het gansche leger steeg een weergalmende zegekreet in de
hoogte; want niemand twijfelde, of de burg, aldus aan de vier zijden te
gelijk besprongen, zou bij dezen eersten storm bezwijken.
Hoe vonden zij zich echter in hunne verwachting bedrogen! De Kerels
hadden nu geene pijlen van buiten meer te vreezen; want de vijand kon
niet schieten zonder zijne eigene mannen te treffen, terwijl integendeel
de bezetting van den burg nu vrij hare pijlen en schichten in zulken
dikken drom ongeharnaste menschen kon zenden, dat elk schot onfeilbaar
een slachtoffer moest nedervellen. Ook schenen de Kerels zich boven den
muur te vermenigvuldigen; alhoewel slechts gering in getal, krielden
zij op de weinige plaatsen welke de vijand rechtstreeks kon aanvallen.
De eenen trokken met de lange haken de ladders omverre, anderen rukten
de aanvallers met de krauwels in de vesten, velen goten kokend pek, olie
of vlammend vuur op den vijand, de meesten schoten met pijlen. Waar het
echter eenigen ridders of wapenknechten gelukte boven den wal te
geraken, daar hieven zich even ras twintig zwaarden in de hoogte om hen
te verpletteren.
Na een half uur dezer koortsige bestorming, lagen er reeds vele
honderden lijken of gekwetsten in de vesten of op de bruggen, en elk
oogenblik zag men er bij hoopen van de ladders nedertuimelen.
De Gentenaars huilden van woede en wraakzucht, en vernieuwden telkens
den aanval met verdubbelde kracht; de ridders, die niet minder
onversaagdheid dan deze dorpers en landloopers zouden hebben willen
toonen, sprongen met even blinden moed tegen de ladders op, doch werden
telkens afgeslagen of boven den wal aan stukken gehakt.
De zijde van den burg, die naar de Hofbrug en de Markt uitzag, was voor
de aanvallers de gevaarlijkste plaats. Daar stonden de tien of twaalf
Kerlinnen, die niet ophielden eenen vloed kokende olie op den vijand te
gieten. Ook lagen daar op de Hofbrug, tusschen halfverkoolde lijken,
vele ridders en wapenknechten met verbrande leden te spartelen en akelig
te kermen om deernis en om hulp.
Den ganschen namiddag duurde de schrikkelijke bestorming voort, nu voor
eene wijl opgeschorst, dan weder met nieuw geweld hernomen, nogmaals
onderbroken, om nieuwe werktuigen aan te voeren, doch nimmer opgegeven.
De grachten van den burg schenen opgevuld met bloed; hun water, bijna
geheel overdekt met lijken, was donkerrood geworden.
Er kwam een oogenblik dat ook de onversaagdsten de onmogelijkheid om op
zulke wijze den burg in te nemen, erkenden; en alhoewel zij van spijt
schier razend waren, gaven zij gehoor aan het bazuingeschal, dat hen uit
de bestorming riep, en weken terug op de Markt tot buiten het bereik der
pijlen.
De aanval scheen opgegeven, want geen enkel Isegrim was aan den voet
der vesting gebleven, en de ladders, meest aan brand gestoken door het
vlammend pik, stonden daar gansch verlaten.
Van op de muren zonden de Kerels zulke machtige zegeschreeuwen, zulk
donderend triomfgejubel in de hoogte, dat de galmen er van als een
rollende donder over de gansche stad herklonken.
De veldheer Gervaas Van Praet en zijne ridders waren van gevoelen dat
men voor dien dag de bestorming hoefde te staken; maar de Gentenaars,
beschaamd over hunne vruchtelooze poging of verwoed over het verlies van
den hun beloofden buit, wilden van geen terugwijken hooren. Volgens hen
moest men den houten toren, die in de Hoogstraat stond, tot bij den wal
van den burg voeren en dan, terwijl men nog eenen algemeenen aanval zou
wagen, langs de valbrug van den toren op de muren springen. De Kerels
waren vermoeid en hadden insgelijks vele mannen verloren. Aan deze
uiterste bestorming zouden zij niet kunnen weerstaan.
De ridders stemden in dezen laatsten aanval toe, en de veldheer begaf
zich met de dappersten zijner gezellen naar de Hoogstraat, om bij de
aanvoering van den toren en de beklimming van den muur langs dien kant
tegenwoordig te zijn.
Na een half uur verpoozing, gedurende welken tijd de benden opnieuw tot
den aanval werden ingericht en alles ten beste geschikt, gaf mher
Gervaas Van Praet, door het herhaald geschal der bazuinen, het sein tot
den algemeenen stormloop.
Terwijl langs alle kanten de ladders weder werden gerecht en de
aanvallers met evenveel woede doch even vruchteloos den muur poogden te
beklimmen, hadden honderden mannen zich in de Hoogstraat aan den
stormtoren gespannen of stieten met hunne schouders er tegen, om hem op
zijne rollen vooruit te stuwen.
De Kerels, die wel bemerkten wat de vijand voornemens was te beproeven,
waren intusschen niet werkeloos gebleven. Boven de Hoogpoort en er
nevens hadden zij velerlei brandstof vergaderd; en aan den rook, die
daar ter plaatse opsteeg, en aan de Kerlinnen, aan de struische, moedige
vrouwen, die met lange ijzeren lepels daar gereedstonden, konden de
Isegrims wel bespeuren met welke vreeselijke wapens men hier hen zou
onthalen.
De toren werd zoo dicht bij den burg gevoerd, dat men de valbrug op den
muur zou kunnen laten zakken.
Honderden Gentenaars en tevens eenige ridders liepen binnen in den
toren en beklommen de trappen, maar vooraleer zij de bovenste gaanderij
konden bereiken, hadden de Kerels het logge houten gevaarte zoodanig met
vlammend pik, harst en olie, met brandend stroo en met bundels vlas
overdekt, dat het was alsof een vloeibaar vuur langs zijne wanden
nederstroomde.
Door hunnen strijdlust en hunne drift aangevuurd, poogden de Gentenaars
evenwel naar boven te klimmen; zij gelukten er zelfs in de valbrug neder
te laten en vochten waarlijk eene wijl met de Kerels op de muren; maar
welhaast had het brandend pik het vuur in den toren gestoken, en nu rees
onmiddellijk de vlam tot boven zijne gaanderij.
De Gentenaars die op den muur geraakt waren konden nu geene hulp meer
bekomen en werden neergehakt; de anderen verstikten of verbrandden meest
allen binnen den toren.
Dit was de laatste poging welke de vijand tegen den burg zou wagen.
Overal afgeslagen en door het verlies van wel duizend man verzwakt, gaf
hij de bestorming eindelijk beslissend op[72].
Al de benden werden teruggeroepen tot buiten het bereik der pijlen, die
de onvermoeibare Kerels niet ophielden uit den burg te schieten, terwijl
zij de lucht met hun herhaald jubelgeschreeuw en met de galmen van hun
krijgslied vervulden. Tot aan de andere zijde der Markt klonk duidelijk
hun tergend lied, dat zij met de klanken der hoorns en met het slaan
hunner zwaarden op de schilden begeleidden:
Gi, rudders, dwingers, maect u van cant,
Hier syn de Kerels van Vlanderlant!
Gi, Isegrms, hoedt u voor den Blauwvoet,
Of gi selt voelen wat sine clau doet.
Onze vorderen waren vri,
En vri so bliven wi,
So lanc een hert, dat lafheid haet,
In eenen Kerlenboesem slaet!
Doedele, bommele, romdomdom,
Houd u recht en sie niet om!
Zoolang had de bestorming geduurd, dat kort na den aftocht der
aanvallers het daglicht zichtbaar begon te verzwakken.
Mher Gervaas Van Praet zond eenen wapenbode naar den burg om den Kerels
eene opschorsing der vijandelijkheden tot morgen bij zonsopgang te
verzoeken, ten einde men de gekwetsten mocht opnemen en de dooden
begraven.
Deze vraag werd ingewilligd, en de Kerels staken boven de Hofpoort de
witte vredevlag uit.
Binnen den burg had men insgelijks een zeker getal dooden en gekwetsten.
De eersten begroef men op het kleine kerkhof nevens St-Donaas; de
anderen verzorgde men in het klooster.
De avond was reeds gevallen, toen men de dooden ter aarde besteld en
alles op de wallen tot de afwering van eenen nieuwen stormloop had in
gereedheid gebracht.
Hacket, de kastelein, stelde eenige geringe wachten boven de muren, en
gaf den overigen mannen oorlof te gaan rusten in de kloostergebouwen en
in de Love, waar men groote vuren had ontstoken, aangezien er een koude
gure wind was ontstaan.
Dewijl het nu wapenstilstand was tot den volgenden morgen, konden de
mannen die de wacht niet hadden eenige rust na de vermoeienis van den
druk doorgestreden dag genieten.
In den eerste hadden de Kerels, rondom de vuren gezeten, hunne
schitterende zegepraal geroemd of den dood van velen hunner gezellen
door eenige woorden van treurnis beklaagd; maar welhaast deed de warmte
hen onder eene onweerstaanbare sluimerigheid bezwijken, en zij legden
zich langs de wanden der kamers gansch gekleed te slapen.
Alles werd doodstil op den burg.
Zelfs de schildwachten boven de wallen wankelden in hunnen stap of
zwijmelden, met gesloten oogen, achter de kanteelen voort.
Zij waren toch zoo moede van eenen ganschen dag hevig strijden; al hunne
gewrichten deden hun zeer, en de afgematheid beroofde hen schier van
gevoel en besef. Daarbuiten, op de Markt en in de straten rondom den
burg, was het even stil. Men zou gemeend hebben dat in gansch Brugge
geen enkel mensch meer waakte. Zeker, de Isegrims, na een zoo
schrikkelijk verlies, konden dien nacht niets tegen den burg meer
ondernemen. Daarenboven, het was wapenstilstand tot het rijzen der zon.
Door dergelijke overwegingen gansch gerustgesteld, sloten de
schildwachten allengs de oogen en vielen in slaap achter de kanteelen,
of daalden van den muur om zich bij de vuren te gaan warmen.
Toen het uur van middernacht naderde, was een groot gedeelte van den wal
door de schildwachten verlaten.
In de kamer van des kasteleins Steen zat Robrecht in eenen leunstoel;
hij had het hoofd achterover tegen den rug van den zetel laten vallen en
sliep met hoorbare hijgingen.
Tegen den wand der kamer, op een bed, lag Eggard Van IJsendijke
uitgestrekt. De arme ridder had in de bestorming eene ijselijke wonde
ontvangen; zijn hoofd was schier geheel bedekt met bebloede doeken, en
men zou hem dood gemeend hebben, indien niet de zwoeging zijner borst en
bijwijlen de krampachtige beweging zijner lippen hadden komen getuigen
dat hij nog leefde.
Dakerlia en Witta zaten nevens hem, met verkropt hart en tranende oogen
zijn lijden afspiedende. Robrechts zuster scheen bovenal bedrukt en
wanhopig. Zij hield eene hand van den gekwetste, en wanneer hij door de
krampachtige trekking zijner leden eenen aanval van hevige smart
verried, murmelde zij woorden van troost en medelijden aan zijn oor of
verfrischte zijne dorre lippen met eenige druppels water.
Er kwam een oogenblik, dat de ongelukkige Eggard, door de hersenpijn
aangejaagd, schrikkelijk begon te woelen en den naam van Robrecht als
eene bede tot hulp en lafenis uitsprak.
Witta, verschrikt en vreezende dat Eggards laatste stond was verschenen,
wekte haren broeder.
Mher Sneloghe rekte zich de leden, ging nog gansch verdwaasd van den
loomen slaap tot zijnen vriend en beschouwde hem eene wijl.
"Arme Eggard!" zuchtte hij, o wat moet hij lijden! Waarom roept gij mij,
zuster?"
"Ach, ik beef er nog van," antwoordde Witta. "Hij scheen te willen
sterven in eene schromelijke kramp en murmelde uwen naam, als wenschte
hij u een laatst vaarwel toe. God zij er om gezegend, nu is het weder
voorbij!"
"Gij weet wel, Dakerlia, wat de heelmeester heeft bevolen", zeide
Robrecht berispend. "Men mag omtrent den zieke niet spreken, en buiten
het bevochtigen zijner lippen, moet men beweegloos en stil hem bewaken.
Doe mijne zuster bedaard blijven. Hier is ons medelijden, hier is onze
hulp machteloos. God alleen beschikt over het leven van onzen armen
vriend. Bidden is alwat gij voor hem kunt doen. Morgen zal hij misschien
beter zijn. Wie kan het weten? Wellicht zal hij nog genezen. Hopen wij
het...."
Onder het mompelen dezer laatste woorden was hij tot zijnen zetel
wedergekeerd. Nog eene wijl bleef hij van daar met de uitdrukking der
diepste droefheid op den gekwetste staren; doch allengs zakte het hoofd
hem op den schouder, en hij sloot de oogen. Weinig tijds daarna kwam de
zwoegende hijging zijner borst getuigen dat hij opnieuw in eenen diepen
slaap was weggezonken....
Had Robrecht, hadden de Kerels binnen den burg geweten wat daarbuiten in
de stad geschiedde, zij zouden zeker zich niet zoo ongekommerd
overgeleverd hebben aan het genot der rust.
Terwijl alles sliep, waren eenigen der stoutste Gentenaars op de
gedachte gekomen, in het midden van den nacht nog eene poging tot het
innemen van den burg te beproeven. Zij zouden met twee of drie der
lichtste ladders geheimelijk en zonder hunne nadering door het minste
gerucht te verraden, naar den wal kruipen en den muur nevens de Hofpoort
beklimmen. Waren daar, volgens hun vermoeden, de schildwachten afwezig
of ingeslapen, dan zouden zij zich boven den muur stilhouden, totdat een
zeker getal hunner gezellen hen kon vervoegen. Eens sterk genoeg, zouden
zij van den wal dalen en bij middel van door hen medegebrachte
werktuigen de Hofpoort openen, om het overige hunner mannen een vrijen
doorgang te bieden.
Gelukte die list, zooals zij haar hadden berekend, dan viel de burg nog
voor den morgen in hunne macht en werden de slapende Kerels verrast en
verplet.
Toen men den veldheer Gervaas Van Praet van dit ontwerp kennis gaf,
keurde hij het af en wilde de Gentenaars beletten dus verraderlijk den
aanvaarden wapenstilstand te breken; doch de ridders zelven laakten
zijne teergevoelige eerlijkheid jegens moordenaars die in den ban der
kerk lagen.
En daar hij nog wederstand bood, verklaarden hem de oversten der
Gentenaars, dat zij en hunne mannen alleen den slag zouden wagen, de
veldheer mocht hun voornemen goedkeuren of niet.
Mher Gervaas, om de verdeeldheid niet in het leger te brengen, gaf met
onwil en spijt zijne toestemming, doch zou niet zelf deelnemen aan deze
poging.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 28
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.