De Kerels van Vlaanderen - 25

Total number of words is 4492
Total number of unique words is 1372
48.8 of words are in the 2000 most common words
67.6 of words are in the 5000 most common words
75.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
gehoord; want men riep hun dreigend het: "Wie daar?" toe, en
onmiddellijk snorden drie of vier pijlen boven hunne hoofden voorbij.
Zij liepen op de brug van den burg. Daar stonden voor de poort een
twintigtal Kerels op hen te wachten.
De poort werd voor hen en hunne gezellen geopend, en dan weder gesloten.
De egge daalde neder, en de diepste stilte verving het lichte gerucht,
dat hunne komst had veroorzaakt.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 65: Eene mijl van Brugge, op de baan naar Kortryk.]
[Voetnoot 66: Dit oud lied, in 1847 ontdekt en uitgegeven, is te vinden
In de Nederlandsche Dichterhalle, van prof. Heremans, in de Nederl.
Geschiedzangen van Dr.J.Van Vloten en in Trois chants historiques, van
De Coussemaker.]
[Voetnoot 67: "Het verhaal van Galbertus (zegt de hr. KERVYN DE
LETTENHOVE, t. I, p. 389) laat toe te gelooven dat de eedgenooten werden
verraden door Disdir ... Hij hoopte daardoor te doen vergeten welk deel
hij genomen had aan de misdaad."]
[Voetnoot 68: Zie het verhaal van dit gevecht en de vlucht der Kerels op
den burg bij GALBERTUS, pp. 293 en 294.]


XVII

Des anderen daags, zoohaast het klaar dag was geworden, had de kastelein
Hacket aan alle kanten boven de muren een zeker getal schildwachten
gesteld, en dan de horens doen blazen en bevel rondgezonden, dat alwie
zich binnen den burg bevond, op het plein zou vergaderen.
Hij wilde door dezen oogenschouw het verlies afmeten dat zij in het
noodlottig nachtgevecht hadden geleden, en tevens zijne overblijvende
macht berekenen.
Daar stonden nu de Kerels en hunne oversten in gelederen geschaard, te
midden van den burg. Zij konden ten hoogste nog vierhonderd in getal
zijn. Achter hen hielden zich de tien of twaalf Kerlinnen, die met hunne
mannen binnen Brugge gekomen waren. Eene geringe bende gewapende
poorters vormde den linkervleugel.
Verder, naar den kant van het Gyselhuis, stond een groote hoop
ongewapende poorters, waartusschen insgelijks vele vrouwen. Dezen waren
op den burg gekomen als arbeiders of handelaars, om een hoog dagloon te
verdienen of door het verkoopen van drank of eetwaren winst te doen.
Voor de deur van het kloostergebouw zag men eenige kanunniken en klerken
die, ofschoon niet geroepen, buiten waren gekomen om te zien wat er op
het plein geschiedde.
Zeer verschillend was de houding van al deze lieden. De Kerels, alhoewel
hunne kleederen waren gescheurd of doorhakt en velen een verband aan
hoofd of arm droegen, zagen er moedig en trotsch uit. Het ongeluk van
dezen nacht, door het verraad van eenen valschen broeder hun berokkend,
had hen diep verbitterd en met wraakzucht vervuld; doch hun vertrouwen
in eene eindelijke zegepraal was er niet door verminderd. Zij wisten dat
op dien dag het groote Kerlenleger in het Wolvennest-bosch vergaderen
zou. Morgen reeds misschien zou graaf Willem Van Loo naar Brugge komen
afgezakt, en zouden dan vijftien- of twintigduizend Kerels eenige moeite
hebben om de Isegrims te verpletten of te verstrooien, als de rukwind
het stof?
Zoo gerust en zoo vertrouwend waren de Brugsche arbeiders, zoetelaars en
vrouwen niet. De mannen keken treurig en met den schrik op het
aangezicht naar de Kerels, in de zwakke hoop dat dezen iets ten hunnen
gunste zouden beslissen; de vrouwen weenden en hieven biddend de handen
in de hoogte, God de wreede ramp klagende die hen zoo onverwachts van
hunne kinderen had gescheiden om hen toe te wijden aan eenen
schrikkelijken dood.
Zij wisten dat men bij het aanbreken van den dag eenen bode naar den
vijand had gezonden, met den last om oorlof te verzoeken om de
onschuldige poorters en vrouwen uit den burg te laten gaan; maar,
eilaas, hij was wedergekeerd met het droevig antwoord dat de ridders al
degenen die met de moordenaars van graaf Karel zich op den burg
bevonden, als medeplichtig aan de gruwelijke misdaad beschouwden, en
zonder genade zouden dooden en martelen wie, om den burg te verlaten,
zich buiten eene poort durfde vertoonen. Zelfs hadden de ridders
geweigerd de kanunniken en leekebroeders van St-Donaas bij het vellen
van dit vonnis uit te zonderen zoolang de bisschop over hun lot niet zou
hebben beslist, dewijl men in het leger wel meende te weten dat sommige
kanunniken het met den proost van St-Donaas hielden.
Robrecht Snelooghe stond voor de gelederen zijner Ravenschootsche
Kerels. Hij liet het hoofd hangen en scheen onverschillig aan hetgeen er
rondom hem geschiedde. Dakerlia, zijne verloofde, Witta, zijne zuster,
in de macht van zijnen vijand, van den snoodaard, die zoo laf zijn
geslacht en zijn vaderland had verraden! Dit schromelijk gepeins
vervolgde hem als eene nachtmare en hield zijne geestkracht verslonden.
In zijne ooren bromde de schaamtelooze taal van Disdir Vos, daar hij
Dakerlia bedreigde en haar zijne liefde aanbood! Voor zijne oogen
spookte het tooneel van den smaad en de mishandelingen waarmede hij de
arme Witta bejegende! Dakerlia, de moedige, fiere Dakerlia zou hem
verstooten en verachten, en hij, de booze, wat zou hij doen? Was het een
voorspellend gezicht, de gemartelde lijken die in het verschiet voor
zijne blikken heendreven?
Hij was wel ongelukkig, de arme ridder. Waar bevonden zich Dakerlia en
zijne zuster? Welk was hun lot? Zou hij hen nog ooit wederzien? Deze
onzekerheid pijnigde hem verschrikkelijk, en deed zijn minnend hart
bloeden.
De andere oversten en de Kerels eerbiedigden Robrechts smart, waarvan de
bron hun bekend was; zij staarden soms ontroerd op hem en schudden
medelijdend het hoofd.
Slechts een enkele Kerel aanschouwde hem half spottend en met eenen
glimlach van misprijzen. Het was Burchard, die in zich zelven mompelde
dat het eene lafheid was over het lot van vrouwen te treuren en den moed
te laten zakken, wanneer land en vrijheid in gevaar verkeerden.
Burchard was woedend en verbitterd; een gevoel van verdriet of van nijd
ontstelde hem. In het nachtgevecht had hij meer dan de helft zijner
Houtkerels verloren, terwijl integendeel de bende van Ravenschoot bijna
geheel door het lot was gespaard geworden. Ingelram Van Eessen en zijne
gezellen, die Burchard den moord hadden helpen plegen, waren niet in den
burg. Hunne meeste mannen uit het Noord-Vrije vermiste men insgelijks.
Waren zij in den nachtelijken strijd gesneuveld, of hadden zij hun
behoud in de vlucht gevonden?
Zoo was Burchards macht veel verminderd, en zoo bekwam de invloed van
Robrecht, dien hij bedektelijk als zijnen vijand beschouwde, op de
bezetting het overwicht. Deze gedachte kwetste en vernederde hem.
Toen de oogenschouw was geรซindigd en de optelling gedaan, deelde de
kastelein Hacket verschillige bevelen uit, tot het goed bewaken der
wallen en tot het versterken van zekere zwakke plaatsen van den burg.
Hij gebood dat men in allernaast twee der poorten van achter met eenen
aarden dijk zou afsluiten, opdat men, in geval van bestorming, al de
beschikbare macht tot de verdediging der andere twee poorten zou kunnen
aanwenden. Het was te vermoeden, dacht hij, dat de Isegrims, door hunne
overwinning aangemoedigd, nog dien dag eenen aanval tegen den burg
zouden wagen. Daarom moest men zooveel steenen mogelijk boven de muren
dragen, en het vuur onder de ketels met ziedende olie immer onderhouden.
Hij eindigde met elkeen tot onversaagdheid en vertrouwen aan te manen,
en gaf hun de verzekering dat morgen of overmorgen, in alle geval binnen
weinige dagen, het groote Kerlenleger hunne vijanden zou komen
verstrooien.
Dan deed hij nog eens de horens blazen en zond allen naar hunne wacht
boven de wallen, of naar den hun opgelegden arbeid.
Hij zelf begaf zich naar de proostdij om zijnen broeder Bertulf den
uitslag der optelling te gaan mededeelen.
Robrecht bleef op het plein om den arbeid zijner mannen te bestieren,
die belast waren achter de poort, die nevens des kasteleins Steen
uitgang naar de Vischmarkt gaf, eenen dijk van aarde en steenen op te
werpen.
Hij wandelde in treurige mijmerij over en weder, aan niets denkende dan
aan Dakerlia en aan zijne zuster, gaf nu en dan in verstrooidheid een
bevel aan de arbeiders, doch liet even ras weder het hoofd op de borst
zakken, om zijne pijnlijke droomen voort te zetten.
De dijk achter de Hoogpoort was bijna voltooid, toen de jonge kanunnik
Ludgard, die Robrecht een vriend was, hem naderde en op troostenden toon
zeide:
"Mher Sneloghe, ik heb van den heer proost de reden uwer droefheid
vernomen. Gij zijt wel ongelukkig, inderdaad; uw lot boezemt mij een
diep medelijden in."
"Eilaas", zuchtte Robrecht, "zoo, door eenen enkelen slag mijne zuster
en mijne bruid verliezen! alwat mij dierbaar was op aarde!"
"Maar, vriend Sneloghe, wanhopen moogt gij toch niet", murmelde Ludgard.
"O, mijn God!" kreet Robrecht, zich de hand aan het voorhoofd slaande,
"niets, niets kunnen doen tot hunne verlossing! Dakerlia in de macht van
Disdir Vos! Het hart verkrampt mij van schrik.... De snoode verrader is
tot alles bekwaam. Neen, de lafaard zou niet terugwijken voor de
gruwelijkste euveldaad.... En ik, ik weet het; ik zou mijnen laatsten
druppel bloed willen storten om haar uit zijne klauwen te redden, en,
ach, ik ben machteloos als een kind, ik kan niets, niets!"
Bij deze woorden wrong hij de vuisten zoo geweldig, dat zijne vingeren
hoorbaar kraakten; hij scheen inderdaad aan de diepste wanhoop
overgeleverd.
"Nu, Robrecht", sprak de kanunnik, "gij moogt uw ongeluk niet
overdrijven; het is door zich zelf reeds groot genoeg. Waarom denkt gij
dat Dakerlia Wulf en uwe zuster in de macht van Disdir Vos zich
bevinden?"
"Heeft hij ze niet uit hunne woning gerukt?"
"Inderdaad, de heer proost heeft het mij gezegd; maar Disdir Vos is aan
het hoofd van wapenknechten in sher Wulfs Steen gekomen. Hij handelde
dus op bevel van mher Gervaas Van Praet. Acht gij dezen ridder bekwaam
om vrouwen te laten mishandelen? Neen, niet waar? Gij kent hem genoeg om
te weten dat hij het Disdir Vos evenmin zou toelaten? Mijne meening is
dat de verrader Disdir Vos, om zich op u te wreken, Dakerlia en uwe
zuster den veldheer heeft aangewezen als kunnende hem in zekere gevallen
tot gijzelaressen verstrekken. Hij heeft de beide jonkvrouwen aan mher
Gervaas overgeleverd, en nu zitten zij waarschijnlijk ergens gevangen.
Misschien zijn zij buiten Brugge gevoerd, om u en uwe vrienden te
beletten eenige poging tot hunne verlossing te beproeven."
Robrecht had zich een oogenblik door deze troostende overwegingen laten
verleiden. Nu echter schudde hij moedeloos het hoofd.
"Ik hoop niets", zeide hij, "het ergste moet mij gebeuren."
"Hoe? Ik begrijp u niet."
"Het is de straf der gruwelijke misdaad. Zij begint met mij."
"Maar wat schuld hebt gij aan den moord des graven, Robrecht?"
"Ach, ik heb er den gansenen nacht wakende aan gedroomd", zuchtte mher
Sneloghe. "Wat schuld, Ludgard? Is de moordenaar Burchard niet van het
bloed der Erembalds, evenals ik? Is het daarom niet dat de proost, dat
de kastelein en ik gedwongen zijn hem te verdedigen? De bloedplicht
maakt ons verantwoordelijk voor zijne daden...."
"Maar, Robrecht, God, die de hoogste rechtvaardigheid is, oordeelt zoo
niet. Hij loont ieder volgens zijne werken. Binnen weinige dagen zal de
nieuwe graaf met het Kerlenleger voor Brugge verschijnen. Hij zal uwe
verloofde en uwe zuster tegen gevangene ridders uitwisselen.... Kom,
mijn vriend, heb moed!"
Een soort van spotgrijns trok Robrechts lippen te zamen.
"Moed?" schertste hij. "De wanhoop is ook moed, en zij maakt mij bekwaam
tot blinde onversaagdheid. Kome de vijand, hij bestorme den burg, ik
weet wel wie met vurige begeerte den dood zal zoeken...."
Na eene wijl stilte greep de kanunnik mher Sneloghe de hand en zeide:
"Neen, Robrecht, weersta de sombere vertwijfeling. Hare voorname bron is
de onzekerheid waarin gij u aangaande het lot uwer zuster en uwer
verloofde bevindt; ik begrijp het wel."
De jonge ridder knikte bevestigend.
"Welnu, vertrouw dan op mijne hulp, om dit lot te kennen."
"Op uwe hulp?" mompelde Robrecht verbaasd. "Hoopt gij den burg te kunnen
verlaten?"
"Luister, het is nog een geheim. Wij kunnen den proost, noch den Kerels
hier van eenig nut zijn. Wij hebben brieven aan pijlen gehecht en deze
langs verschillige zijden in de stad doen schieten. Op dezelfde wijze is
ons reeds antwoord toegekomen. De abt van het klooster te Eeckhout zal
zich tot den veldheer begeven, om voor ons oorlof te bekomen tot het
verlaten van den burg met de reliquieรซn en gewijde vaten. Hij kan dit
oorlof niet blijven weigeren. Zoohaast ik in de stad ben, zal ik naar de
plaats vernemen waar jonkver Wulf en uwe zuster zich bevinden, en ik zal
wel eenig middel uitvinden om er u van te berichten. Ik ken vele ridders
en bezit invloed genoeg bij mher Gervaas om de arme jonkvrouwen tegen
den verrader Disdir Vos te beschermen."
Robrecht greep de beide handen van den kanunnik en drukte ze dankbaar.
Hij glimlachte; het scheen dat deze weinige woorden hem hadden getroost
en eenen helderen straal van hoop in zijn hart hadden geworpen.
Nog gedurende eenigen tijd koutte hij meer opgeruimd met den kanunnik;
dan ziende dat zijne mannen hunnen arbeid hadden voltooid, zeide hij dat
hij op de wallen moest gaan om te zien of alles aan de zijde naar de
Markt, met welker verdediging hij was belast, tot het afweren van eenen
storm in gereedheid was.
Hij dankte nog eens den kanunnik voor zijne troostende belofte, en
beklom dan, door zijne mannen gevolgd, den hoogen vestingmuur.
Nadat hij zijne bevelen had uitgedeeld, wandelde hij achter de kanteelen
over en weder en schouwde over de Markt naar den vijand, die buiten het
bereik der pijlen in en voor de huizen zich hield.
Veel bedrijvigheid bemerkte hij niet tusschen hen; zij schenen te
rusten, en waarschijnlijk zouden zij dien dag niets ondernemen.
In dit vermoeden werd hij bevestigd door den kastelein Hacket, die hier
bij hem kwam en zeide:
"De vijand zal heden geenen aanval wagen, en misschien morgen evenmin."
"Mij dunkt insgelijks dat zij ginder gansch ondadig zijn", antwoordde
Robrecht; "maar, oom, hoe kunt gij hunne inzichten kennen?"
"Ik weet het door eenen brief dien men in den burg geschoten heeft. De
brief zegt dat de Isegrims niets zullen ondernemen voordat de Gentenaars
met de groote stormtuigen aankomen?"
"De Gentenaars?" herhaalde Robrecht, het hoofd ontevreden schuddende.
"De poorters van Gent waren onze vrienden, en zij insgelijks haatten de
Isegrims, die hunne reeds ingekorte vrijheden bedreigden. Eilaas, de
moord van graaf Karel heeft hen nu vijanden der Kerels gemaakt!"
"Toch niet; gij misgrijpt u. Geen enkel poorter zal tegen ons willen
optrekken; maar de stormtuigen behooren tot den burg van Gent, en de
kastelein dier stad heeft al de mannen der kroon tot zijne beschikking.
Dezen zijn het die de stormtuigen zullen aanvoeren. Zij kunnen zich nog
eenige dagen laten wachten; in dit geval beklaag ik hen: zij zullen hier
het groote Kerlenleger vinden en al hun stormtuig verliezen."
"Maar, oom, is het bericht dat gij hebt ontvangen geene list om onze
waakzaamheid te doen verslappen?"
"Neen; ik meen het schrift te herkennen. Het is van eenen verkleefden
vriend der Kerels. Zie, de brief is onderteekend."
Hij reikte zijnen neef een geopend stukje perkament. Deze bestaarde het
eene wijl en mompelde:
"Wat beduidt het beeld van eenen rooster, dat men onder de letter E
heeft geteekend?"
"Begrijpt gij het niet? Elfrid Rooster, den graankoopman die bij den
Maalberg woont. Van op zijn dak kan hij in den burg schieten. Hij is
poorter van Brugge, alhoewel een trouwe Kerel. Wij mogen geloof hechten
aan zijn bericht. Nu ben ik voornemens de meeste mannen naar beneden te
zenden om te gaan rusten...."
"Zie, zie!" kreet Robrecht eensklaps, "wat geschiedt ginder, bij de
St-Christoffelskapelle? Een groote toeloop van ridders en
wapenknechten!"
"Mij dunkt", murmelde de kastelein, "dat ik twee bazuinblazers bemerk."
"Inderdaad, en eenen wapenbode. Zij zullen ongetwijfeld naar den burg
komen, om ons eene boodschap te brengen."
"Zij heffen eene witte baander in de hoogte, om ons het opschorsen der
vijandelijkheden te vragen. Hijsch ten teeken van toestemming de
vredevlag in de hoogte."
Mher Sneloghe volvoerde dit bevel, keerde terug bij zijnen oom en
schouwde weder over de Markt.
"Wat mag dit beteekenen?" zeide hij. "Vijf of zes priesters achter den
wapenbode! Misschien een antwoord van den bisschop op des proosts
brieven? Nu is het wapenstilstand; wij hebben niets van den vijand te
vreezen. Ik loop haastig mijnen oom, den proost, verwittigen."
De tijding van de komst der priesters verspreidde zich onmiddellijk door
den burg, en iedereen kwam buiten op het plein; zelfs de Kerels, die op
de muren geene vaste wacht hadden, daalden naar beneden.
Welhaast werd de poort geopend en de wapenbode met zijn gevolg
binnengelaten.
De proost en de kanunniken herkenden in dengene die de aanleider der
priesters scheen, den abt van St-Pietersklooster, te Thourout. Zij
stuurden hem hunne groetenissen toe, poogden het doel zijner komst te
vernemen, en noodigden hem uit om in de proostdij te treden. Zij hadden
eerst de vaste hoop gehad dat hij gezonden was om, in naam van den
bisschop, de ontheiligde kerk te herwijden; maar zijne
kwaadvoorspellende houding en zijn stilzwijgen boezemden hun nu eenige
vrees in.
De abt, zonder iemand te hebben geantwoord, bleef op het midden van het
plein staan, en las met luider stemme eenen Latijnschen brief af,
waarbij door Simon, bisschop van Noyon, al degenen die tot den moord van
graaf Karel hadden geraden of geholpen, of de wapens hadden opgenomen om
de moordenaars te verdedigen, in den ban der heilige Kerk geslagen
werden en van de gemeenschap der Christenen afgezonderd.
Onmiddellijk daarop verhief hij de stem nog meer, opdat elk hem mocht
verstaan, en zeide in de Dietsche taal tot de omstaande menigte:
"Het zij u kond dat de bisschop Simon, van Noyon, al degenen die zich in
dezen burg ter verdediging der moordenaars van graaf Karel van
Denemarken bevinden, alsook de plaats waar de gruwelijke misdaad werd
gepleegd, met den kerkelijken banvloek slaat. Geene godsdienstige
plechtigheden mogen hier nog geschieden, noch mis gelezen, noch biecht
gehoord. Niemand heeft hier nog deel aan de verdiensten der heiligen of
aan het gebed der Christenen; en wie er sneuvelt of sterft, is gedoemd
tot het eeuwige vuur der helle[69]!"
De vrouwen en poorters, die zich tegen hunnen wil in den burg bevonden,
hieven de armen klagend in de hoogte of huilden van angst en
vervaardheid, bij het schromelijk oordeel dat de abt over hen had
uitgebliksemd.
Op de Kerels deed deze afkondiging eenen min diepen indruk. Zij zagen er
somber en verstoord uit en mompelden bittere woorden, doch luisterden
met ontzag naar des bisschops vonnis, dat zij ontvingen als eenen harden
slag, doch waaronder zij evenwel niet plooiden. De abt verklaarde dat
hij van den veldheer oorlof had bekomen om de kanunniken en andere
geestelijke lieden den burg te doen verlaten, de proost Bertulf alleen
daarvan uitgezonderd. Hij eischte als een recht dat men de kanunniken al
de gewijde vaten, kerksieraden en wat meer tot het uitoefenen van den
godsdienst behoorde, liete medenemen.
Toen de vrouwen en ongewapende poorters hoorden dat de geestelijken uit
den burg mochten gaan, vielen zij geknield neder en kropen voor des abts
voeten, zijne bescherming bij den veldheer afbiddende. Zij toch waren
tegen hunnen wil en door verrassing op den burg gesloten geworden. Zij
waren onschuldig aan alle kwaad. Men kon toch niet onrechtvaardig en
wreed genoeg zijn om hen in den banvloek te begrijpen en hen de wettige
wraak der ridders over te leveren, als hadden zij schuld aan den moord
des graven. Hunne vrouwen, hunne ouders weenden over hun lot. Zij zouden
hun leven lang den abt zegenen, indien hij bij den veldheer de
verlossing van zoovele goede, maar ongelukkige Christenen wilde
bewerken.
De abt beloofde hun eene poging ten hunnen voordeele te beproeven; en
toen hij van den proost en van de oversten der Kerels de verzekering had
bekomen dat zij het wegdragen der gewijde zaken niet zouden beletten,
verliet hij den burg met zijn gevolg.
De kanunniken en de kloosterbroeders begonnen onmiddellijk de gewijde
vaten, kruisen, kazuifels, kandelaars en al de kostbaarste kerksieraden
van de autaars en uit de sakristijnen weg te nemen, en buiten den burg
naar de St-Christoffelskapelle te dragen[70].
Boven de Hofpoort en den muur van wederzijde had de kastelein Hacket een
honderdtal Kerels gesteld, die daar met den boog geschouderd, tegen alle
verrassing van buiten moesten waken.
Op de Markt, voor den uitgang der Hofstraat, hielden zich eenige
Brugsche ridders, gesteund door eene bende wapenknechten, dermate
geschikt, dat al wie den burg verliet of er binnen wilde gaan, te midden
door deze wacht moest stappen. Diensvolgens was het onmogelijk dat een
enkele Kerel ontsnapte, aangezien de wakende ridders met al de Erembalds
persoonlijk in betrekking waren geweest, en de Kerels aan hunne lange
baarden en blauwe kleeding herkennelijk waren.
Robrecht, die op het plein stond en het gaan en komen der priesters in
gedachten gadesloeg, zag Ludgard met eene vracht autaarkleederen op de
armen uit de kerk komen. De jonge ridder herinnerde den priester door
een gebaar de belofte welke hij hem aangaande zijne zuster en zijne
verloofde had gedaan, en Ludgard bevestigde hem door het knikken des
hoofds, dat hij de aanvaarde zending met ijver en liefde zou vervullen.
Eenigen der ongewapende poorters en vrouwen waren tusschen of achter de
priesters buiten den burg geslopen; maar niet zoohaast hadden de ridders
en de wapenknechten hen bemerkt, of men had pijlen op hen gemikt,
zwaarden tegen hen opgeheven en hen onder schrikkelijke bedreigingen
terug binnen den burg gejaagd.
Intusschen deed de kastelein eenen der poorters, Jan Harinc genaamd, met
hem geheimelijk in de proostdij treden. Hij raadde hem aan den burg te
verlaten met de andere poorters, die ongetwijfeld, op verzoek van den
abt en als waarlijk onschuldig, oorlof zouden bekomen om naar huis te
gaan.
In den eerste wilde Jan Harinc daarin niet toestemmen; hij had, zeide
hij, de zijde der Kerels gekozen, en zou nu lief en leed met hen deelen,
totdat de nieuwe graaf hen kwame verlossen. Maar toen de kastelein hem
deed begrijpen dat hij buiten den burg hun grootere, ja, onschatbare
diensten kon bewijzen, waarvoor men hem na den oorlog zeer mild zou
beloonen, gaf hij eindelijk zijne toestemming.
Hierop gelastte hem de kastelein, de verrichtingen des vijands
geheimelijk te bewaken en zijne ontwerpen af te spieden. Hij moest de
berichtingen, welke hij kon verzamelen, aan den graankoopman Elfrid
Rooster overbrengen. Deze kon goed schrijven en, daar hij op den hoek
van den Maalberg woonde, was het hem gemakkelijk, zonder door den vijand
gezien te worden, pijlen met brieven tegen den hoogen muur van St-Donaas
te schieten, en van deze pijlen kon geen enkele zijn doel missen of
verloren gaan, dewijl zij onfeilbaar op het kerkhof moesten vallen.
De Bruggeling legde zijne wapens af en begaf zich tusschen de groep met
treurende poorters, die nog immer, bevend van angst, op den uitslag
wachtten der poging welke de abt had beloofd ten hunnen voordeele bij
den veldheer te beproeven.
Er kwam geene tijding; de wanhoop greep de arme poorters aan; de
vrouwen klaagden en kermden luid, als zagen zij reeds den dood voor
hunne oogen spoken.
Nog altijd gingen de priesters en kloosterbroeders, met kostbare
voorwerpen beladen, uit en in den burg. De overvoering, die nu reeds een
paar uren had geduurd, ging ten einde loopen; want reeds waren eenigen
der dragers met ledige handen uit kerk en klooster gekomen.
De vertwijfeling der onschuldige poorters vermeerderde bij de
overtuiging dat de veldheer de bede des abts had verworpen; eenige
vrouwen rukten zich de haren uit, anderen lieten zich huilende ten
gronde vallen.
Terwijl Robrecht verstrooid doch met medelijden het tooneel hunner
verschriktheid aanschouwde, trad de kanunnik Ludgard, die nog niet eens
was teruggekeerd, de Hof poort binnen en deed reeds van verre tot mher
Sneloghe een teeken, dat hij hem zou volgen.
Robrecht ging hem achterna tot op het midden van het plein.
"Welnu, kanunnik, brengt gij mij eenige tijding?" vroeg hij met
verdoofde stem, om niet door de over en weder gaande Kerels te worden
gehoord.
Ludgard knikte bevestigend.
"Gij weet waar zij zijn?"
"Ja; men heeft hen opgesloten; en men houdt hen gevangen in eene
benedenkamer van sher Disdirs Steen, in de Moerstraat."
"Hemel! zij zijn dus waarlijk in de macht van Disdir Vos!" kreet
Robrecht.
"Eilaas, ja!"
"Heeft hij hen mishandeld?"
"Ik weet het niet; zij weenen en kermen den ganschen dag."
"Zij weenen en kermen? O, de booze lafaard!"
"Misschien, Robrecht, heeft mher Vos hen evenwel niet mishandeld; hunne
wanhoop schijnt eene andere oorzaak te hebben. Zij gelooven dat gij in
het nachtgevecht gesneuveld zijt."
"Ha, de verrader! Ik begrijp kanunnik: hij heeft Dakerlia mijnen dood
aangekondigd, in de hoop dat hij haar dus zal kunnen overhalen om hem
hare hand te schenken. Maar hij kent Dakerlia niet! Gij hebt haar
gezegd, niet waar, dat ik leef en onverpoosd aan haar denk?"
"Gij misgrijpt u, Robrecht", antwoordde de kanunnik op haastigen toon.
"Ik heb uwe zuster noch jonkver Dakerlia gezien. Luister en onderbreek
mij niet; het kon voor mij gevaarlijk worden, indien men bemerkte dat ik
zoolang in geheime samenspraak met u blijf. Onmiddellijk nadat ik uit
den burg was gegaan, hield ik mij bezig met het vervullen mijner
belofte. Natuurlijk richtte ik mij naar sher Disdirs Steen. Daar woont
eene oude meid, die mijn biechtkind is. Van haar vernam ik wat ik u heb
gezegd. De jonkvrouwen kon ik niet naderen. Zij worden bewaakt door
twintig wapenknechten, die allen toegang tot hen afgesloten houden....
Nu, wat beduidt dit blij gejuich? Ha, de arme poorters mogen den burg
verlaten!"
Inderdaad, er was een wapenbode verschenen die vanwege den veldheer de
toelating had gebracht om de poorters van Brugge uit den burg te laten
gaan. Zijne afkondiging was onthaald geworden met vreugdekreten,
dankzeggingen en gejubel. Hadde hij niet het bevel medegedeeld dat de
poorters en hunne vrouwen slechts stil en met tragen stap over de brug
mochten gaan, zij zouden waarlijk door de Hoogpoort zingend en juichend
op de Markt gestroomd zijn.
Nu verlieten zij den burg bij kleine groepen en stapten langzaam
tusschen de wapenknechten en ridders door, die hen wel nauwkeurig
bekeken, doch niemand terugdreven.
De bode verklaarde in naam van mher Gervaas Van Praet, dat de
wapenstilstand ging ophouden en voortaan elkeen, wie hij ook waren, die
den burg poogde te verlaten, zou worden gedood of gehalsrecht, als
medeplichtig aan den moord des graven.
"Ik moet u in allerhaast verlaten, Robrecht", zeide de kanunnik, hem
bedektelijk de hand drukkende. "Blijf welgemoed; ik zal zooveel mogelijk
over jonkver Dakerlia en over uwe zuster waken...."
"Heb dank om uwe edelmoedige vriendschap, kanunnik; mijne droeve ziel
overlaadt u met zegeningen; mijn gansch leven blijf ik u dankbaar."
Ludgaard verwijderde zich met den wapenbode.
Achter hen werd de Hofpoort gesloten en de stormegge nedergelaten.
Robrecht legde zich de hand aan het voorhoofd en bleef lang te midden
van het plein staan, zoo diep in gedachten verslonden en zoo beweegloos
dat hij, voor degenen die hem zagen, het voorkomen had van een steenen
beeld.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 69: De bisschop Simon sloeg met het zwaard des bans de
heiligschenners en verraders, verbood alle geloovigen hen te helpen, en
bliksemde den kerkelijken banvloek uit over al degenen die hen tot het
plegen hunner misdaad hadden geholpen.
GALB., p. 279.]
[Voetnoot 70: GALBERTUS, p. 302.]
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 26
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.