De Kerels van Vlaanderen - 24

Total number of words is 4477
Total number of unique words is 1329
49.7 of words are in the 2000 most common words
67.7 of words are in the 5000 most common words
75.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
komt gij met gansch uw leger toegeloopen. De Kerels en poorters slapen;
wie zich toont wordt verpletterd eer hij op verdediging kan denken; wij
overdekken welhaast de Markt als een dichte drom; geen tegenstand is
mogelijk, en schier zonder slag of stoot krijgt gij Brugge in uw bezit."
Er verliepen eenige oogenblikken, vooraleer Gervaas Van Praet zijn
gevoelen over dit ontwerp te kennen gaf.
"Wonder, wonder! Eenvoudig maar wel berekend!" riep hij na eene diepe
overweging. "En ik mag op u betrouwen? Het is geen strik dien gij ons
spant?"
"Hebt gij mijn leven niet in uwe handen, heer? Doe mij dooden indien gij
bevindt dat ik u verraad."
"Ik geloof dat gij oprecht zijt", zeide mber Gervaas, "maar duidt het
mij niet ten kwade dat ik, als veldheer, eenige maatregelen tegen alle
verrassing neem. Stemt gij toe dat ik u door twee trouwe en onversaagde
mannen doe bewaken?"
"Waarom niet, heer? Ben ik niet zeker van mij zelven?"

[Illustratie: Eene groote kan wijn en drie bekers op de tafel ...
(Bladz. 330.)]

"Bij het minste verraad, bij de minste poging om ons zonder oorlof te
verlaten, klooft men u het hoofd."
"Het zij zoo, ik begrijp dat gij deze voorzorg neemt."
"Des te meer dankbaarheid zal ik u bewijzen na het welgelukken onzer
poging."
"Anders vraag ik niet, heer."
"Welnu, men zal u hier wijn brengen", zeide de veldheer. "Verveel u
niet, mher Vos, terwijl ik alles ga bereiden tot onzen geheimen optocht
naar Brugge."
Met deze woorden verliet hij de kamer, bij welker deur onmiddellijk
eenige wapenlieden verschenen.
Disdir zette zich dichter bij de tafel en legde het hoofd op de handen.
Een glimlach speelde op zijne lippen; hij zegevierde! Zeker, zijn
aanslag zou gelukken. Daardoor zou hij niet alleenlijk bij de vervolging
en de wraak tegen de moordenaars van graaf Karel uitgezonderd blijven;
maar hij zou invloed en geloof genoeg bij den veldheer en zijne ridders
verkrijgen, om Robrecht Sneloghe zonder genade ter dood te doen brengen.
Dan bleef Dakerlia alleen; dan verviel zij geheel in zijne macht. En wie
weet? Misschien zou het gunstig gevoel dat zij, zooals hij meende, hem
vroeger had toegedragen, weder in haar hart ontwaken. Wat hij deed was
wel iets schromelijks, iets, dat zijn geweten hem innerlijk verweet als
een snood verraad; maar zoolang reeds verzamelde de gal der wraakzucht
zich in zijnen boezem! Robrecht Sneloghe in het verderf storten,
Dakerlia tot vrouw bekomen; voor dit dubbele geluk hadde hij zijne ziel
den booze zelven verpand.
Hij werd in zijne zoete droomerij gestoord door het gerucht van stappen
en van wapengeklingel, dat zich eensklaps door den ganschen burcht liet
vernemen. Ongetwijfeld had de veldheer zijne ridders het ontwerp
medegedeeld, en nu begaven zij zich allen naar de legerplaats, om er
zijne bevelen te gaan uitvoeren.
Nog lang bleef Disdir alleen. Eindelijk trad er een schalk in de kamer.
Deze zette eene groote kan wijn en drie bekers op de tafel en schonk in.
"Voor wie?" vroeg Disdir.
Maar vooraleer de schalk hem kon antwoorden, verschenen er twee ridders
in de deur. Dezen kwamen glimlachend tot hem, terwijl een hunner hem
zeide:
"Mher Disdir Vos, wij zijn door den veldheer belast, in afwachting dat
hij ons roepe, u gezelschap te houden. Wij nemen de vrijheid ons bij u
neder te zetten en, indien het u aangenaam is, met u eenen dronk op de
gewichtige onderneming te ledigen."
"Dit gaat u, mher Gheldorf van Stalhille", antwoordde Disdir zijnen
beker verheffende.
"Ik drink insgelijks ter eere van ..."
"Van mher Hugo Van Rolleghem, mijnen vriend en wapenmakker"
De bekers nedergezet zijnde, vroeg Gheldorf met eenigen twijfel in de
stem:
"Het zou dus inderdaad waar zijn, mher Vos, dat gij ons de stad Brugge
leveren gaat?"
"Gij zult het zien."
"Maar gij zijt een Kerel. Voor hooveel marken zilvers hebt gij uwe
broeders verkocht?"
Disdir Vos aanschouwde hem met vlammende oogen en riep uit:
"Mher Gheldolf, gij hoont mij onverdiend. Ware uw veldheer hier, ik zou
hem zeggen dat ik van mijn voorstel afzie, en nimmer zoudt gij de stad
Brugge krijgen!"
"Nu, nu, mher Vos, vergram u niet", sprak de andere onbewogen. "Men ziet
toch zelden dat iemand zijn eigen geslacht verraadt, zonder dat hij wete
tot welken prijs."
"Dit is waar", voegde Hugo Van Rolleghem er bij, "maar deze ridder heeft
gewis redenen van eenen anderen aard."
"Zooals gij zegt, heer", bevestigde Disdir. "Mijn geslacht verraad ik
niet; maar ik wil medewerken tot het wreken eener euveldaad die mij met
verontwaardiging en afgrijzen heeft vervuld."
"En zijn het de Kerels niet die onzen armen graaf hebben vermoord?"
vroeg Gheldolf.
"Neen, de Kerels niet."
"Wie dan?"
"De Erembalds."
"De proost van St-Donaas en de kastelein?"
"Ja, ja, en Burchard Knap en Robrecht Sneloghe."
"Ingelram Van Bessen en Isaac Van Reninghe, die den hofsraadsheer en den
hofbottelier zoo wreedelijk hebben neergeveld, zijn toch geene
Erembalds?"
"Neen, maar het zijn hunne vrienden. Door mher Robrecht Sneloghe zijn
zij in het vloekbaar eedgenootschap getrokken."
"Wat gij zegt! Het is schier ongeloofelijk. Wij hebben berichten van
lieden die ooggetuigen van alles waren. Mher Sneloghe was niet bij den
moord aanwezig. Hij heeft geweend over het lijk, het eere bewezen en het
verdedigd tegen schennis, zoo ten minste verklaarde ons de oude kanunnik
Littra, die hier met ons in het leger is."
"Mher Robrecht is de grootste huichelaar der wereld", antwoordde
Disdir. "Hij is de aanstoker der misdaad geweest. Zijn schijnheilig
gedrag heeft den kanunnik Littra bedrogen. Ik zal, op tijd en plaats
daarvan ontegensprekelijke bewijzen leveren."
"Op mijn riddereer!" riep Gheldolf uit, "ik had veel achting voor mher
Sneloghe; maar nu, wees zeker, indien ik hem ontmoet zal ik hem met
blijdschap het hoofd klooven!"
"Dan zult gij u mogen beroemen hem te hebben gestraft die de eerste en
ware oorzaak van des graven beklaaglijken dood was", bevestigde Disdir.
Er trad een zeer jong ridder of schildknaap in de kamer, en deze sprak
in stilte eenige woorden tot sher Gheldolf, waarna hij even ras vertrok.
"Mher Vos", zeide deze laatste, opstaande, "de veldheer verzoekt ons hem
voorbij Oostcamp op de baan naar Brugge te gaan vervoegen. Hij heeft ons
belast op u te waken en ons verantwoordelijk gemaakt voor uw behoud. Gij
zult het dus niet vreemd vinden dat wij u overal evenals uwe schaduw
vergezellen. Gelief ons nu te volgen."
Zij gingen door het dorp Oostcamp en kwamen welhaast op de groote baan
van Kortrijk naar Brugge.
Hier vonden zij het grootste gedeelte des legers, dat in dichte
gelederen geschaard, op de baan stond. Volgens het ontvangen bevel
hielden de wapenlieden zich zoo stil, dat men in de duisternis slechts
van zeer nabij hunne tegenwoordigheid kon bemerken.
Aan het hoofd dezer scharen, en wel een boogschot vooruit, hield zich
mher Gervaas Van Praet met een honderdtal mannen, door hem onder de
onversaagsten uitgekozen. Wel de helft dezer waren ridders, die gesmeekt
hadden om van de voorwacht te mogen deel maken, en evenals de
wapenlieden hunne harnassen en ijzeren wapening hadden afgelegd om geen
het minste gerucht te maken. Slechts de helm en de ijzeren handschoenen
hadden zij behouden.
Toen Disdir Vos den veldheer was genaderd en zich door hem had doen
herkennen, zeide hem deze aan het oor:
"Alles is gereed; gij gaat vooruittreden met uwe beide gezellen,
langzaam en voorzichtig. Honderd man zullen u volgen tot bij de brug
achternakruipen. Doe nu wat gij mij hebt beloofd. Gelukken wij, ik zal u
niet alleen beschermen, maar nog u doen beloonen door alles wat den
hoogmoed van eenen ridder kan streelen."
"Het is wel, men volge mij!" mompelde Disdir Vos, zich met loozen,
tragen stap vooruit begevende.
Het was zoo donker dat de beide ridders, die Disdir vergezelden, hem
zelfs van nabij niet konden zien, en hem aan wederzijde bij den arm
hielden om zijn spoor niet te verliezen.
Zij kwamen tot op de brug, zonder dat de schildwachten boven den muur
eenig gerucht hadden gehoord; maar nu klonk door de duisternis, op
dreigenden toon, de roep:
"Wie daar?"
"Storm op zee! Wolf en Vos!" antwoordde Disdir. "Open mij de poort en
haast u!"
"Te wapen, te wapen!" klonk het schier onmiddellijk achter de poort.
Disdir herkende de stem van Landfried, zijnen stedehouder, die bezig was
met zijne mannen te wekken. Deze voorzorg kon het gelukken van zijn
verraad moeielijker maken, doch het geheel beletten, daarvoor was,
meende hij, niets te vreezen.
"Zijt gij het, mher Disdir Vos?" vroeg Landfried door het kijkgat der
poort.
"Ik ben het, doe open", morde Disdir. "Waarom laat gij mij zoolang in de
duisternis staan wachten?"
"Een oogenblik, heer; ik haal de egge naarboven", antwoordde Landfried.
Ondertusschen waren de honderd man, die den eersten aanval zouden wagen,
op handen en voeten over de brug nader gekropen, en lagen nu stil en met
opgehouden adem ter aarde, op eenige stappen achter Disdir Vos en zijne
gezellen.
De poort krijschte in hare hengels ... maar nauwelijks was zij half
geopend, of de honderd mannen sprongen recht, drongen de beide deuren
onweerstaanbaar open en stormden als een vloed met groot geschreeuw en
gejuich er binnen.
Hier trokken zij hunne zwaarden en vielen op de vijftig Kerels der wacht
die, verrast en overrompeld, een oogenblik aarzelden; maar, door
Landfried aangemoedigd, schier onmiddellijk in de nauwe Mariastraat
eene onverwachte tegenweer boden, terwijl zij uit al hunne kracht om
hulp riepen en de lucht deden hergalmen onder den noodkreet: "Verraad!
verraad! Harop! harop!"
Van boven de muren kwamen in korten tijd vele Kerels toegeloopen en het
gelukte hun de Isegrims eenigen tijd terug te houden; maar dewijl deze
laatsten meester van de poort waren, vonden hunne makkers van buiten
geen beletsel om in de stad te komen.
Welhaast was het hoofd van het ridderleger de poort genaderd, en nu
drongen de Isegrims met weergalmend geschreeuw door de Mariastraat
vooruit.
Zoohaast een duizendtal ridders en wapenlieden de poort binnen waren,
kon niets meer aan hunnen drang wederstaan, en zij stormden, elkander
omverre loopende, naar de Markt.
De noodkreet der aangevallen wacht was tot in den burg gehoord geworden.
In minder dan eenen oogwenk waren al de Kerels te been; en, zonder goed
te weten welk gevaar hen bedreigde, richtten zij zich naar de plaats der
stad vanwaar de haropschreeuw in de hoogte steeg.
Reeds toen de dikke drom der Isegrims den ingang van de Oudebrugstraat
bereikte, werden zij van terzijde met woede aangevallen en boorden de
Kerels eene breede klove in hunne schaar.
Om elkander in de duisternis te kunnen herkennen, begonnen de Kerels
elkander toe te roepen met het woord: "Blauwvoet! Blauwvoet!" En, hen
daarin navolgende, riepen hunne vijanden: "Isegrim! Isegrim!"
Geene dapperheid, geen geweld kon echter het ridderleger wederhouden van
op de Markt zich te ontplooien; en daar begon dan eindelijk de
afgrijselijke menschenslachting te midden eener duisternis die niemand
toeliet vriend of vijand te onderscheiden.
Men hoorde er niets anders dan het wraakgehuil der strijders, het
noodgekerm der stervenden, het geknars der zwaarden en boven dit alles
het aanhitsend geschreeuw: "Blauwvoet! Blauwvoet! Isegrim! Isegrim!" dat
onophoudend door duizenden monden ten hemel werd geworpen, en als het
gebruis eener stormachtige zee met klimmende en dalende kracht over de
Markt heen en weder golfde. Men struikelde er over lijken, men
vertrappelde er gekwetsten, men waadde er door plassen bloed, men viel
er neder met gekloofd hoofd of doorboorde borst, zonder dat men zelfs
de schaduw zijns vijands had kunnen zien.
Wel waren er vele honderden Kerels en poorters uit den burg en van de
stadswallen komen toegeloopen; maar de Steenstraat spuwde nog immer
nieuwe gedeelten van het ridderleger op de Markt.
Niemand kon oordeelen over den gang of over de kansen van den akeligen
nachtstrijd. De eenige en onzekere maatstaf waren de oorlogskreten
"Blauwvoet! Isegrim!" maar tot nu toe galmden ze beide met evenveel
kracht en hevigheid.
De kastelein Hacket, die te midden der Kerels had gevochten, meende dan
te bemerken dat zijne mannen, onder den druk eener onweerstaanbare
overmacht, allengs achteruitweken. Door een angstig gepeins aangegrepen,
verliet hij den strijd en ging terug tot bij de Hofstraat, om over den
toestand te kunnen oordeelen. Hier bekwam hij, na eenige oogenblikken te
hebben geluisterd, de droeve overtuiging dat het krijgsgeroep der Kerels
verzwakte, terwijl integendeel het geschreeuw der Isegrims meer en meer
in kracht verdubbelde.
Hij liep achter de schaar zijner mannen en kreet daar uit al zijne
macht:
"Wijkt naar den burg! Kerels, naar den burg! Langzaam, langzaam naar den
burg!"
Men herkende zijne stem, en zijn bevel werd door vele Kerels herhaald.
Het was tijd; want op dit oogenblik boorde eene machtige bende Isegrims
van terzijde door den vijand en sneed aldus meer dan de helft der Kerels
van hunne gemeenschap met den burg af.
Aan het ontvangen bevel gehoorzamende, weken de Kerels, wien de baan nog
vrijstond, al vechtende door de Hofstraat naar den burg, en een groot
getal hunner geraakte er nog behouden binnen.
Men had even de egge neergelaten en de poort gesloten, toen de Isegrims,
onder het bulderen van vermaledijdingen en zegevierend geschreeuw, met
hunne zwaarden er begonnen op te beuken. Maar hier werden zij van boven
de poort en van boven de wallen zoo overvloedig en zoo woedend met
steenbonken, met balken, met pijlen en met allerlei werptuig onthaald,
dat elke Isegrim, die dorst naderen, even ras verpletterd nederviel[68].
Het was als lage daar voor de poort een bodemloos graf, in welks
gewapenden muil honderden ridders en wapenlieden werden verzwolgen; want
dewijl van op de Markt immer nieuwe Isegrims in de nauwe straat
vooruitdrongen, werden de voorsten onweerstaanbaar tot voor de poort
gedreven, waar zij onder den hagel steenen en pijlen onmiddellijk werden
verpletterd.
In weinige oogenblikken was de gansche brug zoodanig met hoopen dooden
overdekt, dat de opgestapelde lijken zelven een onoverstapbaar beletsel
werden om nog de poort te naderen.
Onderwijl werd de akelige strijd nog op de Markt voortgezet door de
Kerels die van de gemeenschap met den burg waren afgescheiden geworden.
Zij vochten als verwoede leeuwen en zaaiden rondom zich dood en
vernieling in de schaar hunner vijanden, zoolang totdat, hun getal
schier geheel weggesmolten zijnde, hun geene hoop meer overbleef om te
kunnen overwinnen.
Dan, op de stem van Ingelram Van Eessen, drongen zij met eene laatste
inspanning van krachten door den drom hunner vijanden en weken, altijd
strijdende, in de St-Jakobsstraat.
Zoo geraakten zij, alhoewel aanzienlijk in getal verminderd, buiten de
Ezelpoort, en vonden hun behoud in het vrije veld.
Mher Gervaas Van Praet, die den noodlottigen toestand zijner mannen voor
de poort van den burg zelf had gaan erkennen, en de duizenden pijlen der
Kerels tot op het midden der Markt door de lucht hoorde snorren, deed de
trompers blazen en riep zijn leger naar den kant der
St-Christoffelskapelle te zamen.
Hier verhief zich een zoo lange en zoo dikwijls herhaalde zegeschreeuw,
dat de veldheer in langen tijd zich door niemand kon doen verstaan of
hooren.
Eindelijk gelukte het hem zijne bevelen aan eenige oversten mede te
deelen. Men moest bezit nemen van al de huizen rondom den burg en de
uitgangen dezer vesting met sterke wachten bezetten, opdat niemand der
Kerels, die er zich bevonden, mocht ontsnappen. De overige benden, de
wapenlieden bovenal, zouden bij De Christoffelskapelle gelegerd blijven,
en niemand hoegenaamd zou zich tot slapen begeven, aangezien men niet
twijfelen kon of de Kerels van den burg zouden nog eenen uitval
beproeven.

[Illustratie: ... De egge neergelaten en de poort gesloten....]

Daarom tevens verbood hij dat iemand zich tot plunderen begave. Wel was
hij voornemens de woningen der Erembalds te laten verdelgen en hunne
goederen den wapenlieden tot buit te geven; maar daarover wilde hij,
zooals de voorzichtigheid het gebood, slechts morgen bij klaren dag
beslissen.
Nauwelijks had hij dus zijne bevelen uitgedeeld, of hij trad nevens de
kapelle in een openstaand poortershuis, waar hij licht bemerkte. Hoe hij
ook riep, niemand antwoordde hem; de bewoners, door het akelig
nachtgevecht verrast en verschrikt, waren gevlucht.
Mher Van Praet zette zich neder op eenen stoel en veegde zijn zweet af.
Daar verscheen voor hem Disdir Vos, die met eenen zegevierenden lach op
het gelaat hem vroeg:
"Welnu, veldheer, heb ik mijn woord gehouden, of niet?"
"Ja, mher Vos", antwoordde Gervaas, "het kostte evenwel veel, veel
bloed."
"Maar zooveel te meer gerucht zal deze overwinning maken, zooveel te
grooter zal de roem zijn voor u en uwe ridders, die de sterke stad
Brugge hebt gewonnen zonder hulp der Gentenaars."
"Het is waar, mher Vos; ik ben u dankbaar en zal mijne belofte jegens u
vervullen, wees des zeker."
"Ik kom u reeds iets vragen", zeide Disdir.
"Spreek stoutelijk."
"Mij zou het vermaak doen, veldheer, dat gij een twintigtal trouwe,
moedige wapenlieden onder mijn bevel steldet. De jonkvrouw, waarvan ik u
heb gesproken, Dakerlia Wulf, zou ik zoowel tegen mishandeling door uwe
wapenknechten als tegen ontvoering vanwege de Erembalds willen
behoeden."
"Doe naar uw goeddunken, mher Vos. De twintig wapenlieden zullen u
worden gegeven."
"Er is nog eene andere jonkvrouw, de eigen zuster van Robrecht Sneloghe.
Indien ik deze terzelfder tijd onder mijne bewaking nam, zou zij u
kunnen dienen als gijzelaresse. Ik zal de beide jonkvrouwen naar mijnen
Steen in de Moerstrate leiden. Zult gij gelieven bevelen te geven, opdat
iedereen dien Steen eerbiedige?"
"Onmiddellijk. Roep, bid ik u, mher Raas Van Gaveren, die in de kamer
aan de straat met eenigen zijner gezellen zich bevindt."
Toen Disdir Vos deze boodschap had vervuld en met den aangewezen ridder
was teruggekeerd, zeide de veldheer:
"Mher Van Gaveren, ik verzoek u onder uwe wapenlieden er twintig uit te
kiezen en dezen ter beschikking van onzen vriend Disdir Vos te stellen.
Zij zullen onder zijn bevel staan en hem gehoorzamen totdat zij door
anderen worden vervangen."
Disdir verliet het huis met mher Van Gaveren, die de twintig man onder
de wapens riep en hun het bevel van den veldheer mededeelde.
Zij volgden zonder spreken den nieuwen overste die hun was gegeven.
Disdir Vos leidde hen door de St-Jansstraat, om de nabijheid van den
burg te ontwijken, en bracht hen zoo voor sher Wulfs Steen.
Hier klopte hij op de poort en riep dat men zou openen. Daar hij na lang
wachten geen antwoord bekwam, klopte hij nog eens met dreigend geweld,
en meende juist terug te wijken om naar hamers of naar eenen balk uit te
zien, ten einde de poort te verbrijzelen; maar nu liet zich achter het
kijkgat eene verschrikte stem hooren, die vroeg:
"Wie zijt gij? Wat wilt gij? Er is niemand te huis."
"Ik ben Disdir Vos, en gij kent mij wel, Peter. Open onmiddellijk: ik
kom uwe jonkvrouw redden."
Een oude schalk ontsloot de poort.
"Ach, mher Disdir, wat akelige dingen gebeuren er toch? Vergaat de
wereld?" kermde hij. "God zegene u, mher Vos, die ons ter hulpe komt in
onzen nood.--Al de andere huisbedienden zijn gevlucht...."
"Zwijg. Waar is uwe meesteresse?"
"Achter, in de zaal. Zij bidt."
"Is zij alleen?"
"Jonkver Sneloghe is met haar."
"Houd u stil en blijf hier, totdat ik wederkeer."
Hij deed de twintig wapenlieden binnen de poort treden, koos er vier
uit, die hem zouden volgen, en ging met dezen over den neerhof naar de
aangewezene zaal, waar hij door het venster bemerkte dat er licht
brandde.
Bij zijne verschijning in de zaal zag hij de beide jonkvrouwen nog
geknield, maar met den angstigen blik naar de deur gekeerd.
Hem herkennende, sprongen zij met eenen noodkreet recht en vluchtten tot
in het diepe einde des vertreks.
Dit bewijs van afkeer en mistrouwen kwetste Disdir zeer diep; maar hij
bedwong zijne spijt en poogde zijn gelaat eene uitdrukking van droefheid
en tevens van vriendschap te geven.
Hij gebood den wapenlieden, die hem vergezeld hadden, op den neerhof
terug te keeren, sloot de deur der zaal, en dan tot de bevende
jonkvrouwen gaande, zeide hij:
"Hebt vertrouwen in mij, ik kom u het leven redden. Ach, de Kerels zijn
bezweken; onze vijanden, de Isegrims, hebben de stad Brugge verrast en
ingenomen. De Markt is overdekt met de lijken onzer ongelukkige
vrienden!"
"O, God, en mijn arme broeder?" kreet Witta.
"Wie kan het weten?" antwoordde Disdir op treurigen toon. "Een gedeelte
onzer mannen zijn op den burg gevlucht. Of Robrecht behouden is of dood,
dit is het geheim der duisternis."
Witta begon luid te kermen; Dakerlia stortte stille tranen.
"Gij moet mij volgen, jonkvrouwen; ik wil u in eene veilige schuilplaats
brengen."
Maar deze woorden ontrukten de wanhopige meisjes eenen nieuwen
angstkreet, en zij sprongen terzijde, als boezemde Disdir Vos hun eene
diepe vervaardheid in.
"Ik begrijp", zeide hij, "dat gij liever in dezen Steen zoudt blijven;
maar het is onmogelijk. Morgen, bij het eerste daglicht, zal men al de
woningen der Erembalds en hunner vrienden aan de plundering der woeste
wapenlieden overleveren. Wie er zich in bevindt, zal men vermoorden en
martelen. Hier blijven is u zelven veroordeelen tot den ijselijksten
dood. Beeft niet; ik zal u redden."
"O, dank, dank, mher Vos", riep Witta met opgehevene handen. "Dit zal
God u loonen in zijnen hemel!"
En zij meende tot Disdir te gaan; maar Dakerlia greep haren arm en hield
ze met koortsig geweld terug, terwijl zij haar zeide:
"Onnoozele! Het is een strik; hij komt hier met Isegrims!"
Disdir Vos trad nader en zeide, in schijn kalm en treurig:
"Dakerlia, gij zijt onrechtvaardig jegens mij; ik vergeef het u. Mijne
eenige belooning zal zijn u te hebben gered ondanks u zelve. Ja, ik kom
hier met Isegrims. Verwijt het mij niet; want daarin bestaat juist het
hoogste bewijs van opoffering dat ik u kan geven. Toen ik te midden van
het gevecht mij bevond en aan de zijde van mher Sneloghe den vijand
hopeloozen weerstand bood, bemerkte ik alras dat de Kerels zouden
bezwijken. Dan dacht ik aan u, Dakerlia; voor mijne oogen ontstond, als
een akelige droom, uwe marteling en uw vervaarlijke dood. God zelf
boezemde mij eene plotselijke gedachte in. Ik liep in de gelederen der
vijanden, huilde tegen de Kerels en veinsde hen te bevechten. Na den
slag vleide ik de Isegrims, spuwde venijn tegen onze arme broeders, en
won zoo het vertrouwen van mher Gervaas Van Praet, den veldheer. Wat zal
daarvan voor mij het gevolg zijn? Door de Kerels als een verrader
verfoeid, door de Isegrims als een lafaard veracht. Ik verlies aan dit
spel meer dan mijn leven; ik verlies er mijne faam en mijne eer aan.
Voor u alleen, Dakerlia, om u te redden, om u tegen de wreede
mishandelingen der wapenknechten en tegen eenen ijselijken dood te
behouden, heb ik deze eeuwige schande aanvaard. De veldheer, die meent
dat ik rechtzinnig mijn zwaard tegen mijn geslacht heb gekeerd, vroeg
mij welken prijs ik voor mijn verraad eischte. Weet gij wat ik hem met
saamgevoegde handen heb toegeroepen? "O, schenk mij het leven van
jonkver Wulf; anders wil ik niet, anders verlang ik niet!" Uwe oogen
vragen mij wat mij tot zulke slachtoffering van mij zelven aandrijft?
Gij weet het. Het is mijne schuld niet en ik spreek er niet van. In mijn
geweten en in mijn hart ligt mijne belooning."
Hij had deze reden op zulken toon van oprechtheid gesproken, er was
zooveel medelijden en treurnis in zijne stem, dat Dakerlia haar
mistrouwen geheel voelde vergaan. Ja, door eene plotselijke omkeering
haars gemoeds, bewonderde zij nu den man die haar tot dan eenen diepen
afkeer had ingeboezemd. Het was toch wel eene daad van ongehoorde
opoffering, zich dus der eeuwige oneer toe te wijden, om twee
ongelukkige meisjes te kunnen redden.
Dakerlia trad vooruit en reikte Disdir te hand.
"Heer, ik geloof in uwe edelmoedigheid", zeide zij. "Ik heb u miskend;
vergeef het mij. Beschik over ons lot: wij volgen u."
Disdir leidde de jonkvrouwen over den donkeren neerhof. Hier voelde
Dakerlia dat de hand van Disdir gloeide en hij hare hand koortsig
drukte. Zij poogde zachtjes zich los te rukken; maar hij hield haar vast
totdat hij de bende wapenknechten had bereikt.
"Ho, Dakerlia, Dakerlia, gij zijt ondankbaar en wreed!" gromde hij. "Ik
geef u meer dan mijn leven, en gij mistrouwt mij, als ware ik uw
vijand."
Dakerlia slaakte eenen zucht, doch antwoordde niet.
"Eerbiedigt en bewaakt deze jonkvrouwen", gebood Disdir Vos. "Men volge
mij!"
Allen verlieten den Steen en daalden door de duisternis naar de
Spiegelrei.
De oude schalk Peter, zonder er zelfs aan te denken de poort te sluiten,
ging naar de zaal, waar zijne jonge meesteresse daareven nog had
geknield. Hij liet zich op eenen stoel vallen en begon haar lot te
beklagen en overvloedige tranen te storten.
Reeds een half uur zat hij daar, schier bewusteloos in zijne droefheid
verslonden, toen hij, het gerucht van sluipende mannenstappen meenende
te hooren, het hoofd ophief.
Inderdaad, door de opene deur der zaal zag hij in de halve duisternis
menschenschaduwen bewegen en zwaarden glinsteren.
Hij liet zich op de knieรซn vallen en smeekte reeds om genade; maar toen
hij den ridder herkende, die tot teeken van geheim met den vinger op de
lippen tot hem kwam, sprong hij op en riep met verdoofde stem:
"Mher Sneloghe, gij hier, o, hemel! Vlucht, vlucht, de Isegrims hebben
de stad overrompeld. Zij zullen de Erembalds vermoorden. Wapenknechten
hebben het mij gezworen...."
Een tweede ridder, die met Robrecht in de zaal was getreden, legde hem
de hand op den mond en brak zijn gekerm af.
"Peter, waar is Dakerlia? Waar is mijne zuster?" vroeg Robrecht.
De schalk verhaalde hem hoe Disdir Vos met een bende Isegrims was
gekomen, en hoe dezen de beide jonkvrouwen hadden weggeleid.
Een sombere kreet van angst en afgrijzen bonsde op uit Robrechts borst.
"Waar? Waar naartoe?" riep hij.
"Ja, heer, ik weet het niet. Naar de Isegrims zeker, naar de gevangenis
misschien."
Mher Sneloghe wrong zich de vuisten en sloeg zich de borst met teekens
der diepste vertwijfeling.
"Te laat, te laat!" zuchtte hij. "Dakerlia, mijne zuster in handen van
Disdir Vos! O, mijn God, wat akelig lot hebt Gij die onnoozele
slachtoffers voorbewaard? Zij insgelijks moeten boeten voor den
gruwelijken moord? En niets, niets kunnen doen voor hunne verlossing!"
De andere ridder greep hem bij den arm en zeide:
"Robrecht, wij moeten met haast deze plaats verlaten. Het is een groot
ongeluk dat u treft; maar hier kunnen wij niets nuttigs meer
verrichten."
"Deze plaats verlaten zonder Dakerlia, zonder mijne zuster?" kermde mher
Sneloghe. "Ach, hadde de dood mij getroffen dezen nacht!"
"De vijanden kunnen komen; wij zouden bezwijken. Ons leven behoort toe
aan de verdediging van den burg; het hier langer nutteloos wagen, ware
verraad."
"Verraad, verraad?" mompelde Robrecht, terwijl hij zijnen gezel lijdzaam
volgde. "Ja, Eggard, verraad! Nu begrijp ik alles. Disdir Vos had de
wacht bij de Kathelijnepoort. Zoo had Burchard het gewild. Disdir heeft
ons verkocht en den Isegrims de poort geopend...."
"Zwijg, zwijg", mompelde zijn gezel, "stap zacht, buk neder en ga langs
de huizen."
Zij slopen met looze stappen door de duisternis, tot bij den hoek der
Hoogstraat.
Hier werden zij uit een nevensstaand huis door Isegrims bemerkt of
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 25
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.