De Kerels van Vlaanderen - 15

Total number of words is 4418
Total number of unique words is 1334
50.2 of words are in the 2000 most common words
68.9 of words are in the 5000 most common words
78.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
"En hij houdt zich veel meer bezig met Dakerlia dan met haren
ongelukkigen vader? Hij troost haar?"
"Zooals gij zegt, Disdir; toen ik in de ziekenkamer trad, hield Robrecht
eene van Dakerlia's handen en ik zag dat hem van medelijden de tranen in
de oogen stonden."
"De lafaard! Een man weenen als een meisje!" gromde Disdir Vos op
zonderling nijdigen toon.
"Lafaard? Robrecht Sneloghe een lafaard?" herhaalde Willem Van Wervick
verbaasd. "Omdat hij deernis heeft met ...?"
Maar hij werd onderbroken door het voorbijrijden van eenen grooten
wagen, die hem dwong terzijde te gaan.
Toen zij wat verder bij den kerkhofmuur stonden, zeide Disdir, die zich
intusschen had bedwongen:
"Mij vloog de overweging door den geest dat het eenen man, eenen ridder,
niet betaamt zoo weemoedig en zoo flauwhartig te zijn ... Nu zal toch
Robrechts huwelijk voor langen tijd uitgesteld moeten blijven?"
"Zeker; geneest Segher Wulf, hij zal slechts na verloop van vele
maanden het ziekbed kunnen verlaten."
"En sterft hij, dan volgt er een gansch rouwjaar."
"Dit schijnt u te verblijden?" vroeg mher Willem, hem scherp in de oogen
ziende.
Disdir Vos trok zwijgend de schouders op.
"Ik begrijp", morde zijn gezel, "gij insgelijks hebt Dakerlia bemind en
naar hare hand gestaan? Gij moet u het lot getroosten. Dakerlia zal wel
zeker Robrechts echtgenoote worden."
"Dit huwelijk is nog niet voltrokken!" gromde Disdir Vos met eene vonk
van zegevierende blijdschap in de oogen.
"Maar zijt gij zinneloos, mijn goede Disdir?" schertste Willem Van
Wervick. "Alzoo, gij meent het nog mogelijk dat Dakerlia Wulf uwe vrouw
worde?"
"Wie weet? Er loopt op een jaar zooveel water door de Reije. Laat het
oorlog worden in Vlaanderen, laat de Kerels te wapen loopen tegen den
graaf en de Isegrims ... Bij den vrede kunnen zaken en menschen groote
veranderingen ondergaan hebben."
"Ongetwijfeld, Disdir, indien het oorlog werd, maar dit is nu niet meer
waarschijnlijk. De graaf heeft het oordeel Gods aanvaard. Segher Wulf
heeft dus, door zijne overwinning, Kerlingaland voor groote
bloedstorting behoed."
"Gij meent het, mher Willem?" wedervoer Disdir Vos. "Alhoewel ik ziek
ben geweest, weet ik misschien beter dan gij wat er omgaat. Is het niet
waar dat de Isegrims van 's graven hof sedert den kamp stilzwijgend en
achterhoudend zijn geworden, en elkander geheimzinniglijk de woorden in
de ooren fluisteren, uit vrees dat een Erembald of een andere Kerel iets
verrasse van hetgeen er in 's vorsten raad gebrouwen wordt?"
Willem Van Wervick knikte bevestigend.
"Welnu, het kwaad dat men daar in het verborgen tegen de Kerels smeedt
zal onverwachts uitbreken. De proost van St-Donaas, de kastelein,
Robrecht Sneloghe en wie hunnen raad of hunne zienswijze volgen, zijn
blind. Zij willen niet zien wat er geschiedt; zij zenden boden uit om de
Kerels te doen stil blijven; al wat zij zeggen is: geduld, geduld. De
bloodaards! Zij zullen ontwaken als Kerlingaland zal verloren zijn.
Burchard Knap, ziedaar de man, die alleen misschien nog onze vrijheid
kon redden ... En zij hebben hem onrechtvaardig laten veroordeelen,
zonder iets te hebben gepoogd tot zijne verdediging of zijne wraak!"
"Gij hebt wel gelijk", bevestigde Willem, "de proost van St-Donaas is
lijdzamer dan eene vrouw. Men noemt hem wijs; maar met zulke wijsheid
loopt men recht in de slavernij. Laat ons echter niet denken dat de
Kerels ondadig zullen blijven. Nog zes dagen en de Hoop der Ambachten
vergadert te Veurne. Daar zal men over het lot van Kerlingaland
beslissen en de Erembalds zullen er niet alleen meester zijn. Ik zal er
mij bevinden als afgevaardigde van Proven, waar ik vele goederen heb."
"En ik insgelijks zal er tegenwoordig zijn, als gekozen om
Bekeghem-Ambacht te vertegenwoordigen ..."
"Zie, wie daar uit de Zuidzandstraat tot ons komt!" riep Willem. "Als
men van Loki spreekt ..."
"Robrecht Sneloghe!" mompelde Disdir Vos, met somberen haat in de stem.
Maar dewijl hij bemerkte dat Robrecht naderde om hen te groeten, bedwong
hij zijne ontsteltenis en zag mher Sneloghe stil glimlachende te gemoet.
Nadat zij eenige woorden hadden gewisseld over het zoele weder en over
den toestand van Segher Wulf, zeide Disdir Vos:
"Mag ik mher Snelogde vragen, hoe het met zijne verloofde gaat? Wat moet
toch die arme Dakerlia lijden!"
"Het is onbeschrijfelijk!" antwoordde Robrecht diep ontroerd. "Sedert
acht dagen heeft zij de kamer haars vaders nog niet willen verlaten: zij
rust des nachts bij zijn bed, met het hoofd op eene tafel; maar slapen
doet zij toch niet, want bij den minsten zucht, bij de minste beweging
haars vaders springt zij recht. Hoe een meisje de krachten kan hebben om
bij zulk leven niet van uitgeputheid te bezwijken is onbegrijpelijk. Ook
is zij, och arme, zoo bleek en zoo mager geworden van dit lange waken en
van het overvloedig weenen, dat men ze niet meer zal herkennen, de
eerste maal dat zij zal uitgaan."
"En nu is uw huwelijk onbepaald verschoven?" vroeg Disdir.
"Eilaas, daaraan denken wij niet meer", zuchtte Robrecht. "Late de goede
God Dakerlia's vader genezen! Andere wenschen voeden wij niet; anders
vragen wij niet in onze gebeden."
Er lichtte eene vonk van blijdschap in Disdirs oogen; want de treurige
woorden van Robrecht bevestigden de verborgene hoop zijns harten.
"Ik twijfel niet, of wij zullen u binnen acht dagen te Veurne zien",
zeide hij. "Houthem kiest u gewoonlijk tot zijnen vertegenwoordiger."
"Waarschijnlijk zal ik de vergadering van den Hoop niet kunnen
bijwonen", antwoordde mher Sneloghe. "Het spijt mij grootelijks; maar
gij begrijpt, vrienden, de erge toestand van Segher Wulf? De arme
Dakerlia....?"
"En indien men daar tot den oorlog besluit?"
"Dan zullen wij onzen plicht doen, en goed en bloed ten beste geven voor
de vrijheid van Kerlingaland", antwoordde Robrecht. "Hopen wij evenwel
dat de wijsheid van onzen graaf dit ongeluk zal voorkomen."
"Is het waar", vroeg Willem Van Wervick, "dat gij Ghyselbrecht Tancmar
ten hove uwen handschoen in het aangezicht hebt gesmeten?"
"Het is waar", antwoordde Robrecht.
"En hij heeft den kamp tegen u geweigerd?"
"Ja, onder voorwendsel dat hij, edelgeboren man, niet mag strijden tegen
eenen Kerel, wiens vrije geboorte hem niet is bewezen."
"Welke lafheid!" gromde mher Willem.
"Lafheid niet, huichelarij en boosheid. Het is om ons tot
gewelddadigheid aan te drijven en den graaf tegen ons te verbitteren."
"En gij hebt hem uw zwaard niet in de borst gestooten?" kreet Disdir
Vos.
"De heer graaf kwam in de zaal, waar de twist gebeurde. Hij bande den
vrede tusschen ons. Ik moest gehoorzamen; maar, wat zeker is, ik zal
vroeg of laat het verdriet van Dakerlia Wulf op Ghyselbrecht wreken!"
"Ware mij den kamp geweigerd, ik sloege den valschaard dood, ondanks den
vrede!" morde Disdir Vos.
"Neen, neen, zoo niet", wedervoer Robrecht met zeker misprijzen in de
stem. "Ik zal Ghyselbrecht wel tot een kamp weten te dwingen; een
eerlijk ridder wreekt zich niet door eenen moord ... Nu, heeren,
verontschuldigt mij, dat ik uwe samenspraak heb gestoord. Vaartwel."
Mher Sneloghe vervorderde zijnen weg door de Steenstraat tot op de
Markt, waar hij vele lieden bemerkte die, om het fraaie weder te
genieten, op dit breede plein rondwandelden.
Hij meende, zonder stil te houden, naar de Hofstraat zich te richten en
door den burg te gaan om zijne woning te bereiken; maar nu ontsnapte hem
eensklaps een kreet van blijde verrassing en hij stapte haastig naar het
midden der Markt, terwijl hij in zich zelven murmelde:
"Dakerlia met mijne zuster! Wat wil dit zeggen? Zij schijnen wel te
moede!"
"Jonkvrouwen, zal ik mijne oogen gelooven?" riep hij glimlachend uit.
"Is onze heer vader genezen?"
"Ter goeder ure dat wij u ontmoeten!" zeide Dakerlia. "Nu hebben wij
eenen ridder om ons op de wandeling te geleiden. Verliezen wij geenen
tijd; stel u tusschen ons beiden en laat ons voortstappen; wij zullen al
gaande kouten. O, Robrecht, ik ben zoo gelukkig!"
"Mij dunkt het, de blijdschap straalt uit uwe oogen. Vertel mij toch wat
u dus verheugt."
"Gij zijt dezen morgen vroeg gekomen", antwoordde Dakerlia. "Mijn vader
was dan nog bezwaard van den nacht en hij scheen niet veel beter dan
gisteren; maar sedert dan is hij ontwaakt. Zijne oogen waren helder; hij
vroeg eten, voor de eerste maal zijner erge ziekte. De geneesheeren
hebben hem, alhoewel met vrees, eenige lepels hoendersoep doen
toedienen. Het deed hem zoo goed! Hij keerde als het ware tot het leven
weder en begon te spreken, wel zeer stil, maar met eene klaarheid des
geestes die, ons allen verbaasde. Hij sprak van u, Robrecht."
"Van mij, Dakerlia?"
"Ja, het is onbegrijpelijk. Hij moet gedurende al den tijd, dat hij daar
beweegloos heeft gelegen, gehoord en opgemerkt hebben wat rondom hem
geschiedde; want hij weet alles. Ach, Robrecht, haddet gij kunnen hooren
hoe hij u bemint en u dankbaar is voor uwe goede zorgen!"
"En u Dakerlia, heeft hij u niet gedankt? Gij toch hebt meer gedaan dan
men van de menschelijke krachten kan eischen."
"Ik durf het bijna niet zeggen", stamelde Dakerlia ontroerd, "Hij heeft
mij de hand op het hoofd gelegd, en zoo, met den blik ten hemel, mij
gezegend ... Spreken wij daar niet van; ik was zoodanig ontroerd dat nu,
bij herdenken zijner liefderijke woorden mij nog de tranen in de oogen
schieten."
Zij vervorderden eene wijl in stilte hunne wandeling.
"Geen wonder", zeide Witta, "dat wij zoo blijde zijn. De geneesheeren,
die tot nu toe achterhoudend bleven en ons geene hoop durfden geven,
hebben dezen morgen verklaard dat zij niet twijfelen of mher Wulf zal
genezen. Zijne wonde, die nog altijd was ontstoken, is nu gesloten."
"God zij geloofd!" riep de jonge ridder, "dit is eene gelukkige
tijding."
"De proost en de kastelein zijn gekomen; zij hebben met mher Wulf
gesproken en zij, insgelijks, zeiden ons dat wij niet meer mogen
vreezen."
"Ja, Robrecht", bevestigde Dakerlia, "en uw oom de proost heeft mijnen
vader doen begrijpen dat hij waarschijnlijk, door het vergieten van zijn
bloed, de vrijheid van Kerlingaland heeft gered, of ten minste
Vlaanderen heeft behoed voor een rampspoedigen oorlog. Dit heeft mijnen
armen vader zoo gelukkig gemaakt, dat zijne oogen van trotschheid
glinsterden."
"Maar dit alles verklaart mij niet hoe het komt dat ik u hier ontmoet",
bemerkte de jonge ridder.
"Uwe ooms zijn daar de oorzaak van", antwoordde Dakerlia. "Zij beweerden
dat ik zeker ziek zou worden, indien ik langer zoo in eene altijd
geslotene kamer bleef zitten. Het was zulk zoet weder; ik moest uitgaan
en wandelen. De geneesheeren hielpen hen. Om mijnen tegenstand te
overwinnen, zeiden uwe ooms dat zij een paar uren in mijne plaats bij
het bed mijns vaders zouden waken. Ik heb toegestemd voor een enkel uur.
Zij hadden gelijk, uwe goede ooms: de zonneschijn, nog meer dan de
blijdschap, doet mij herleven; de zoete lucht vloeit mij als een
verkwikkende balsem door de longen."
Zoo vroolijk koutende en dankbaar juichende over de onverwachte
verbetering van den toestand des zieken ridders, wandelden zij eenige
malen rondom de Markt, totdat Dakerlia, ondanks het aandringen van
Robrecht, huiswaarts wilde keeren.
Zij richtten zich dus naar de Hofstraat, maar werden eensklaps
teruggehouden door eenen hoop volks, die achter twee bazuinblazers van
den burg op de Markt kwam gestroomd.
Van alle kanten liepen nog vele menschen toe; want men herkende de
bazuinblazers als gewone wapenboden des graven, en men voorzag dat zij
een vorstelijk besluit gingen afkondigen.
Even nieuwsgierig als de anderen om te weten wat men hier ten poorters
van Brugge ging bekend maken, bleef Robrecht met zijne gezellinnen
omtrent de wapenboden staan.
De bazuinblazers hieven eenige tonen aan, en zoohaast het volk genoeg
rondom hen was verzameld, trad een klerk vooruit met een vel perkament
in de hand. Hij ontrolde het blad op zulke wijze, dat men de groote
groene zegels er van kon zien nederhangen en begon dan met luide, klare
stem aldus zijne afkondiging:
"Wij Karel, graaf van Vlaanderen, al degenen die deze letteren
lezen of hooren lezen, heil in Gode!
Alzoo er in zekere gewesten van onzen lande van Vlaanderen een slag
van lieden wonen, zich noemende Kerels, die, zonder gezeten te zijn
op vrije erven, gezegd _Allodii_, beweren vrij te zijn in hunnen
persoon en hunne goederen, en tot groote inbreuk op den openbaren
vrede zich vermeten wapens te dragen, niettegenstaande het herhaald
verbod, door onze voorgangers en door ons uitgevaardigd;
Aangezien deze lieden, zich noemende Kerels, tot geene erkende
leenen behooren en onder zulke zich weigeren te schikken;
Overwegende dat dergelijke toestand slechts het gevolg eener
onwettige aanmatiging kan zijn, strijdig met de rechten onzer kroon
en met den vrede des graafschaps;
Maken kond, dat wij, na rijp beraad en onderzoek van elks recht,
hebben besloten en besluiten wat volgt:
Ten eerste. Elk ingezetene dezer landen van Vlaanderen, die niet
toebehoort tot een onzer leenen of tot eene abdij, of niet
eigenaar is eener erkende vrije erve, gezegd _Allodium_, anders
_Boekland_[48], of niet het poortersrecht in eene onzer goede
steden geniet, zal voortaan een man onzer kroon zijn."
Tot dan had de menigte, waaronder waarschijnlijk zich geene of weinige
Kerels bevonden, stom en gapend den klerk de woorden uit den mond
geluisterd; maar nu ontstond er zulk luid gemor van verbaasdheid, dat
men de stem van den afkondiger niet meer kon hooren.
"Stil! stil!" riepen vele der omstanders, die zich misschien de zaak der
Kerels weinig aantrokken.
De klerk zette zijne lezing voort.
"Ten tweede. Al zulke mannen der kroon zullen in handen der
ontvangers onzer burgen en kasteleinen den tol, gezegd _balfaart_,
betalen, dit is een denier jaarlijks, vier deniers op den dag van
hun huwelijk en vier deniers bij hun afsterven, of anders het
beste hoofd ter keuze des heeren.
Ten derde. Het blijft allen dienstbaren lieden verboden, wapens te
dragen, als daar zijn schermzeisen, zwaarden, staven, knijven,
kolven, op lijf straffe of op boete, zooals bepaald is bij de
besluiten der graven, onze voorgangers, en der onze."
Het overige der afkondiging bestond slechts in eenige voorschriften tot
de uitvoering van het zwaarwichtig besluit.
Met groot geschater van stemmen begonnen de poorters elkander hun
gevoelen over dit edict tegen de Kerels mede te deelen; maar dewijl de
bazuinblazers de plaats verlieten en naar de Steenstraat opgingen, om
daar en elders hunne zending te vervullen, volgden hen de meeste
aanhoorders. Andere liepen in allerijl over de Markt, om het verrassende
nieuws aan vrienden of bekenden te gaan mededeelen.
Robrecht en Dakerlia, getroffen met eenen diepen schrik, aanschouwden
elkander eene wijl zonder spreken.
"Eilaas", zuchtte Dakerlia, "daar breekt het langgevreesde onweder over
Vlaanderen los! Het bloed mijns vaders heeft nutteloos gevloeid. Arm
Kerlingaland!"
"Arm Kerlingaland?" herhaalde Robrecht. "Neen, neen, het recht zal
zegepralen! Men heeft met ons gehuicheld. Wij zijn verraden, snood
verraden. Ha, nu is alle geduld lafheid, alle toegevendheid misdaad!
Wanhoop niet van onze zaak. Meent gij dan dat de Kerels zich zullen
laten binden als kalveren op de markt? De nootkreet gaat hergalmen over
Kerlingaland. Wie overwinnen zal, dit weet God alleen; maar wij zullen
den strijd niet opgeven, al eischte de verdediging der vrijheid onzen
laatsten druppel bloed!"
"Ramp, ramp!" klaagde Witta, "wie er ook overwinne, Vlaanderen zal
overdekt worden met lijken ..."
"O, mijn God!" kreet eensklaps Dakerlia verbleekend.
"Wat geschiedt u? Wat ziet gij?" vroegen Robrecht en zijne zuster
verbaasd.
Maar Dakerlia greep haren verloofde de hand, trok hem naar de Hofstraat
en antwoordde haastig:
"Kom, kom, loopen wij naar huis. Mijn arme vader! Indien iemand hem deze
tijding bracht, het zou hem zoo diep bedroeven, hem eenen noodlottigen
slag toebrengen misschien! Kom, wij zullen verbieden dat iemand van
buiten hem nadere, wie het ook weze!"
"Maar bedwing toch uwe ontsteltenis, Dakerlia", zeide Robrecht "Uw vader
zou bemerken dat gij hem iets verbergt ..."
"Neen, neen, hij zal het niet zien; ik ben sterk, ik zal welgemoedheid
veinzen."
Inderdaad, toen zij het bed haars vaders naderde, zweefde er een stille
glimlach op haar gelaat; maar dewijl hij met de oogen gesloten lag, en
de geneesheeren haar teeken deden dat hij rustte, hield zij zich stil en
zette zich bij het hoofdeneinde op eenen stoel.
Robrecht murmelde iets aan het oor van den proost, wenkte den kastelein
met den vinger en verliet de kamer met zijne beide ooms, die,
nieuwsgierig geworden door zijne geheimzinnigheid, hem vragend aanzagen.
Hij bracht hen in eene zaal en zeide hun met de handen opgeheven:
"Schrikkelijk nieuws! Er loopt een klerk in de stad rond, die een
besluit van onsen graaf tegen de Kerels afkondigt. De Kerels zijn
voortaan dienstbaar aan de kroon, evenals waren zij in slavernij
geboren!"
De proost verbleekte; eene siddering doorliep de leden des kasteleins;
beiden bleven stom, als konden zij de onverwachte tijding niet gelooven.
"Zijt gij zeker van hetgeen gij zegt?" vroeg de oude Bertulf.
"Gansch zeker; ik heb het besluit hooren afkondigen."
"Waar?"
"Op de Markt, in tegenwoordigheid van eenen grooten hoop volks."
"En hoe luidde dit besluit?"
"Het verklaarde dat de Kerels ten onrechte zich vrij wanen; het legt hun
den balfaart der dienstbaarheid op en verbiedt hun, op lijfstraf en op
boete, eenige hoegenaamde wapens te dragen."
"Eilaas, welke onheilen dreigen Vlaanderen!" zuchtte de kastelein
Hacket. "De valsche Isegrims zegevieren!"
"Bekent het nu, mijne ooms", bemerkte Robrecht, "al ons geduld, al onze
toegevendheid heeft tot niets gediend dan om den hoogmoed onzer vijanden
aan te vuren. Het is misschien nog tijd. Geef een teeken, heer proost;
help gij er toe, heer kastelein, en morgen staat geheel Kerlingaland
onder de wapens!"
"Met zulk voorbarig besluit ware alles verloren", antwoordde Bertulf,
zich op het voorhoofd wrijvend om een klaar en diep besef van den
toestand in zijne hersens op te wekken. "Onze vijanden moeten hetzelfde
wenschen als gij, Robrecht. Zulke onvoorbereide opstand kan slechts
gedeeltelijk zijn. Vergeet het leger niet dat te Atrecht ons bewaakt. De
opstand der Kerels, indien men verplicht wordt tot zulk uiterst middel
zijne toevlucht te nemen, mag slechts algemeen zijn, en onze
heirkrachten moeten tot eenen langen oorlog worden ingericht."
"Maar, oom lief, is de maat niet vol genoeg?" wedervoer Robrecht, met
eene verontwaardiging die hij uit ontzag voor den ouden proost poogde te
bedwingen. "De tijding van dit hoonend besluit zal de Kerels, de
Houtkerels vooral, verwoed maken."
"Inderdaad", bemerkte de kastelein, "mij zou het niet verwonderen dat
zij onmiddellijk de wapens opnamen en de burchten der leenheeren
begonnen te bestormen en af te branden."
"En ware het niet beter het sein tot den algemeenen opstand te geven?"
vroeg Robrecht. "Wees zeker, oom, uw lankmoedigheid zal het ongeluk van
Kerlingaland zijn!"
"Bedwing uwe jonge drift, mijn neef", sprak Bertulf op strengen toon.
"Met zulke overijling verderft men de beste zaak. Hebt gij dan geen
vertrouwen meer in mijne oude ondervinding?"
"Zeker, oom; maar, met uw oorlof, mij dunkt, dat krachtdadigheid en
moed, in dringende omstandigheden, meer zijn dan wijsheid."
"Ik geloof dat gij gelijk hebt, broeder", zeide de kastelein, "maar
werkeloos kunnen wij niet blijven. Wat gaan wij doen?"
"Wij moeten alle beweging in de Ambachten voorkomen", antwoordde de
proost. "De Kerels doen stil blijven totdat de Hoop over de erge zaak
beslist hebbe. Wat is zes dagen? Wil de Hoop het lot der wapens
beproeven, men zal daar de afgevaardigden van al de Ambachten onder de
hand hebben en dus, moet het zijn, met een enkel woord gansch
Kerlingaland als één man doen opstaan."
"Maar, heer oom", bemerkte Robrecht, "gij vergeet Burchard Knap, uwen
neef. Als die de mare zal vernemen!"
"Ik weet waar hij zich ophoudt: hij zal een bijzonderen brief van mij
ontvangen en in vrede blijven, ten minste tot den dag van den Hoop. Hij
heeft mij dit reeds plechtig beloofd."
"Alzoo, wij hoeven ons te bereiden tot den oorlog?" vroeg de kastelein.
"Bereiden, voorzeker", antwoordde hem zijn broeder de proost, "maar die
noodlottige worsteling is nog niet volstrekt onvermijdelijk. Wie zegt
ons dat, indien onze graaf het oor aan den raad onzer vijanden heeft
geleend, het niet alleenlijk is, omdat de oorlog in Aquitanië, en nu op
de grenzen van Normandië, hem dwingt naar middelen uit te zien om zich
eene groote hoeveelheid gelds te bezorgen? Indien de Kerels hem eene
bede toestonden van eenige duizende marken zilvers?"
"Alweder toegevendheid en gebeden?" morde Robrecht; "kunnen wij dan
niets meer dan smeeken? Gij weet, oom, hoe ik onzen graaf verkleefd
was, ondanks het onrecht dat ons werd aangedaan. Vorst Karel had mijnen
vader zaliger vereerd en bemind. Ik was hem daarvoor dankbaar. Nu moet
ik die dankbaarheid in mijn hart versmachten. Ik heb te kiezen tusschen
den oorlog tegen den graaf en de vernedering van mijn vaderland, het
verlies onzer vrijheid. De overtuiging dat onze vorst door de booze
Isegrims is misleid maakte mij die keus nog pijnlijk, ik beken het; maar
de stem van mijn geweten ..."
"Zwijg toch", onderbrak hem de proost, "Gij wordt even voorbarig en
oploopend als de woeste Burchard. Luister toch eerst naar de kalme rede.
Indien wij door zulke geldelijke opoffering het edict en de
schrikkelijke rampen afweren, die ons geslacht en ons vaderland
bedreigen, zoudt gij mij laken den raad daartoe te hebben gegeven?"
"Neen, neen, oom; maar alle hoop op rechtvaardigheid, alle hoop op vrede
is dood in mij!"
"Welnu, ik zal pogen te weten wat zulk aanbod bij den graaf vermag. In
alle geval, de Hoop te Veurne zal over de zaak beraadslagen; en wij
allen, onzen Gilden-eed getrouw, zullen ons aan zijne beslissing
onderwerpen. Laat ons nu naar de proostdij gaan, Hacket; de tijd is ons
kostelijk; wij moeten met spoed onze voorzorgen nemen om, tot de
beslissing van den Hoop, alle beroerte in de Ambachten te beletten."
In den gang zeide de proost nog:
"Wij zullen terloops Segher Wulf vaarwel wenschen; hij zal misschien
ontwaakt zijn."
Robrecht hield hen terug en deed hun begrijpen dat zij in
tegenwoordigheid des zieken van het afgekondigde besluit niet mochten
gewagen. Segher Wulf, die zich gelukkig achtte, zijn leven te hebben
gewaagd, in de gedachte dat hij door het storten van zijn bloed de
vrijheid der Kerels tegen allen nieuwen aanval had behoed, kon een
noodlottigen slag ontvangen, indien hij nu vernam dat de Isegrims zelfs
het oordeel Gods niet hadden geëerbiedigd.
Zijne ooms erkenden de gegrondheid dezer bemerkingen en beloofden den
zieke van niets te spreken.
Alzoo zij nu door de gang traden, hoorden zij eensklaps op eenigen
afstand bazuintonen hergalmen.
"O! mijn God!" kreet Robrecht verschrikt, "daar komt men nu in deze
straat het noodlottig besluit afkondigen. Mher Wulf zal het hooren. Wat
schromelijke slag!"
"De snoodaards!" morde de kastelein. "Wie weet, hebben zij de wapenboden
daartoe geen bijzonder bevel gegeven? Onverbiddelijk zijn de Tancmars in
hunnen haat."
"Maar neen, de wapenboden zijn nog verre; mher Wulf kan niets van de
afkondiging verstaan", bemerkte de proost.
"Ach, hij hoort zoo verwonderlijk scherp, en hij ligt onder het venster
bij de straat", klaagde Robrecht.
"Kom, kom, gij bekommert u ten onrechte", zeide de proost, terwijl hij
de deur der ziekenkamer opende.
Segher Wulf lag nog met geslotene oogen, en nevens hem stond Dakerlia
met angst en vervaardheid op het gelaat; want zij insgelijks had de
bazuintonen gehoord.
"Ontstel u niet zoozeer, jonkvrouw; uw vader slaapt en de bazuinblazers
zijn weg", fluisterde de proost aan haar oor.
Maar nauwelijks waren deze stille woorden zijnen mond ontglipt of de
stem van den afkondiger verhief zich onder het venster zelf.
Een pijnlijke kreet ontsnapte Dakerlia, terwijl zij de bevende handen
over haren vader uitstrekte, als poogde zij de noodlottige klanken te
onderscheppen.
De zieke opende de oogen wijd en luisterde. Hij bleef rustig; geene
plooi op zijn gelaat duidde aan dat hij verstond wat men daarbuiten zoo
luid afriep.
Reeds was de klerk zeer verre in het lezen van het besluit gevorderd, en
nog had Segher Wulf geen teeken van ontroering gegeven. De omstanders
meenden te mogen hopen, dat hij niets van het besluit zou verstaan.
Maar toen de afkondiger het tweede punt van het noodlottig edict
bereikte, werd de zieke eensklaps als door eenen geweldigen slag
getroffen: al zijne leden trokken zich krampachtig te zamen en, ofschoon
de klagende Dakerlia en de verschrikte geneesheeren hem poogden te
bedwingen, duwde hij zijne twee armen op het bed, spande al zijne
zenuwen en riep uit, terwijl hij zich met verwonderlijke kracht in de
hoogte hief:
"Slaven! De Kerels slaven! Wraak, wraak, o, mijn God!"
Eilaas! Zijn slecht geheeld sleutelbeen brak opnieuw, zijne wond
scheurde open, het bloed golfde hem over de borst en hij viel met eenen
akeligen noodkreet achterover ...
"Het is niets, geen gejammer, geen gekerm!" riep een der geneesheeren,
den proost haastige teekens doende, dat men de jonkvrouw zou
verwijderen.
Allen verstonden hem. Robrecht en zijne ooms grepen Dakerlia bij de
armen en schouders, en hoe zij ook als zinneloos worstelde, zij leidden
ze met geweld in eene ver afgelegene kamer. Daar poogde men haar te doen
gelooven dat het ongeval geene erge gevolgen zou hebben. De geneesheer
had immers zelf gezegd dat men niet mocht bekommerd zijn? Een nieuw
verband zou alles weer herstellen.
Maar Dakerlia, door eenen doodelijken schrik aangejaagd, was niet te
bedaren.
"De wreedaards, de Isegrims!" riep zij uit, terwijl men haar poogde van
de deur terug te houden. "Zij hebben hem in den kamp niet kunnen
overwinnen. Vermoorden moesten zij hem, met valschheid, met
lafhartigheid! O, mijn vader, mijn arme vader, wie zal u wreken? Wie zal
het edel bloed herkoopen, dat gij voor de vrijheid van Kerlingaland hebt
vergoten?"
"Wees gerust, Dakerlia", antwoordde Robrecht Sneloghe. "De noodhoorns
gaan galmen over Kerlingaland. Het is een oorlog om leven en dood. Ik
zal te midden des gevechts de vijanden uws vaders opzoeken en ze
treffen, zoolang mijn arm de macht heeft tot het verheffen van een
zwaard."
De maagd slaakte eenen angstkreet, legde zich de handen voor de oogen en
begon overvloedig te weenen; maar zij was zoo aangejaagd dat zij bijna
onmiddellijk weder naar den ingang der kamer sprong en zich de handen
ten bloede werkte om de geslotene deur open te rukken.
Zij viel op de knieën voor den proost en kermde en bad met saamgevoegde
handen, om tot haren vader te mogen gaan. Hij kon sterven, haar
verkrampend hart riep het luid. Mocht zij hem dan niet een laatst
vaarwel wenschen en hem de oogen sluiten? Zou hij ten hemel varen zonder
zijn kind aan zijne zijde te zien?
Eindelijk door medelijden overwonnen, zeide de proost tot haar, dat hij
den kastelein zou verzoeken naar de ziekenkamer te gaan om het oorlof
der geneesheeren af te smeeken, indien Dakerlia toestemde bedaard te
wachten op de tijding welke hij hun zou brengen.
Men opende met voorzorg de deur en Hacket begaf zich naar de kamer aan
de straat.
Hier ontvloog hem een kreet van schrik, ofschoon de geneesheer door zich
den vinger aan den mond te leggen, hem tot stilte aanmaande.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 16
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.