De Kerels van Vlaanderen - 14

Total number of words is 4494
Total number of unique words is 1399
48.2 of words are in the 2000 most common words
66.0 of words are in the 5000 most common words
74.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
Volgens het bevel des graven, had men op het binnenplein van den burg
den _krijt_ gesteld, dit is eene vierkante omheining van houten palen
met dikke koorden, die niemand mocht overschrijden en waarbinnen de kamp
moest geschieden.
Aan elk der beide uiteinden van het vierkant, langswaar de strijders
binnen het perk zouden treden, stonden vier krijtwaarders en twee
trompers of bazuinblazers.
Achter hen, binnen een insgelijks voorbehouden omtrek, hielden zich de
twee kampers nevens hun strijdpaard, in afwachting dat het sein tot den
aanval wierd gegeven.
Jakob de Leeuw stond aan den kant die naar 's graven hof zich verlengde;
Segher Wulf naar de zijde van St-Donaas.
Beiden waren omring van eenige vrienden en van schalken, om hun paard te
bedwingen en hunne wapens te dragen.
Rondom den krijt en drukkend op de koorden, ondanks de pogingen der
schildwachten, stond de volksschaar zoo dicht opeengepakt, dat men niets
zag dan eene zee van hoofden, zich nu en dan golvend bewegende onder het
machtig gedrang van andere nieuwsgierigen, die bij de poorten van den
burg vooruitwoelden om nog plaats te vinden.
Alle gebouwen, die uitzicht hadden op het strijdperk, krielden van
menschen; de vensters waren vervuld met vrouwen; het mindere volk, de
schalken en onvrijen zaten op daken en torens.
Alleen de breede gaanderij, boven de Loove van het paleis, was nog
geheel ledig. Wel stonden daar, rondom eene soort van troongestoelte,
eenige zetels voor de kamprechters; maar dezen zouden slechts
verschijnen op het bepaalde uur.
In afwachting waren de beide kampers bezig met de laatste stukken
hunner wapenrusting zich aan de leden te bevestigen.
Segher Wulf werd hierin geholpen door Robrecht Sneloghe en door Eustaas
Van Steenvoorde. Allereerst gespte men hem het harnas voor de borst,
boven zijn maliehemd van ijzeren ringen; dan den halsberg, de arm- en
bilplaten, de knieschijven en eindelijk den vergulden helm met het
neergelaten vizier, waardoor men niets kon zien dan de oogen van den
kamper.
Zoo stond hij daar nu, van hoofd tot voeten overdekt met ijzer en staal,
nevens zijn reusachtig paard, dat insgelijks op hoofd, borst en rug door
metalen platen was beschut.
Zijne strijdwapens, die een paar schildknapen achter hem gereed hielden,
bestonden in eene lange speer of lans, in een breed zwaard en in een
vierkant schild.
Volgens de wetten van den krijt moesten de kampers eerst elkander te
paard en met de speer aanvallen. Leverde deze proeve geenen beslissenden
uitslag op of werd een van beiden uit den zadel gelicht zonder doodelijk
te zijn gewond, dan zou men den kamp te voet en met het zwaard
voortzetten, totdat een hunner om genade smeekte of den geest gaf.
Reeds alsdan lag in de menschelijke natuur de onuitlegbare lust, de
hatelijke nieuwsgierigheid om bloedige, om zielverschrikkende tooneelen
bij te wonen. Men wist nu dat de strijd om leven of dood zou zijn en dat
dus een dezer moedige ridders onder de oogen der menigte ging sterven;
en evenwel heerschte er tusschen de saamgedrongene volksschaar een luid
geschater, een bruisend gemor, dat slechts van het vroolijk ongeduld der
toeschouwers getuigde.
Eensklaps veranderde dit verward gerucht in een lang gejuich, in eenen
galmenden zegekreet, waarboven de roep: "Leve de graaf! Heil graaf
Karel!" met meer kracht zich verhief.
De vorst was boven de Love van zijn paleis verschenen en had plaats
genomen onder het verhemelte van rood brocade, dat daar was opgericht.
Nevens hem stonden twee wapenboden met gevlagde bazuinen; van wederzijde
zaten de kamprechters; en verder op deze verhevene gaanderij hielden
zich de ridders van 's graven hof.
Het sein zou welhaast worden gegeven.
Segher Wulf moest dan een oogenblik van mismoed of van angst ondergaan;
want hij sloot mher Sneloghe in zijne armen en zeide hem met ontroerde
stem:
"Robrecht, mijn zoon, niemand weet wat God zal beslissen. Heden kan mijn
laatste dag zijn. Een oud krijgsman als ik vreest den dood niet; maar ik
ben vader, mij beeft het hart bij de gedachte dat mijne lieve Dakerlia
alleen op de wereld zou blijven. Ach, ik smeek u, doe mij de belofte dat
gij haar, indien ik bezwijk, uw leven lang zult blijven beminnen; dat
gij haar een trouwe echtgenoot zult zijn, een goede broeder, een
liefderijke beschermer!"
"De hemel zal het recht de overwinning gunnen", antwoordde Robrecht,
"maar, hoe het zij, mher Wulf, elke klop van mijn hart zal toegwijd
blijven aan het geluk van uw kind."
"Dit is mij genoeg: ik heb vertrouwen in uwe oprechtheid, mijn zoon.
Vergeten wij nu dat wij vader zijn om nog eens de onverschrokken
krijgsman te worden dien men vroeger roemde om zijne behendigheid. Keert
het lot der wapens tegen mij, ik sterf voor de eer van mijn geslacht en
voor de vrijheid van mijn land!"
Een eerste bazuingeschal verwittigde de kampers dat zij zich tot den
aanval moesten bereiden.
Men hield hen te paard en gaf hun de lange speer in de hand. Zij
naderden tot de koorden van den krijt.
Eene doodsche stilte heerschte tusschen de menigte.
Nu de toeschouwers de kampers op hunne paarden konden zien zitten, drong
een gevoel van medelijden in veler harten voor Segher Wulf. Hij scheen
wel sterk gebouwd; maar zijn tegenstrever geleek een reus en was een
gansch hoofd grooter dan hij.
"Heb betrouwen in Gods bescherming!" zeide Robrecht, die nevens het
paard van Segher Wulf stond. "Heb goede hoop: Dakerlia zit geknield voor
het kruisbeeld en bidt voor u."
"Ach, spreek mij niet van Dakerlia!" zuchtte mher Wulf.
"Denk veeleer aan uw kind; houd uwe welbeminde Dakerlia voor oogen",
sprak Robrecht met geestdrift. "Het zal u sterk maken en uwen moed
verdubbelen."
"Inderdaad", kreet de oude krijgsman, "voor haar moet ik overwinnen,
voor haar moet ik leven!"
De bazuinen op de Loove hergalmden eenmaal; dan nog eens ... Bij het
derde sein wierpen de krijtwaarders de koorden der twee ingangen ter
aarde ... en geen hinderpaal belette nog den aanval.
De kampers staken de lans aan hunnen zadel, dreven de spoor in de lenden
hunner dravers en renden met speer en schild vooruit, naar elkander toe.
Deze eerste schok had geen merkbaar gevolg; de beide lansen waren
afgeschampt op de schilden.
Weder hernamen de moedige ridders hunnen loop en vernieuwden zulke
pogingen nog meermaals.
De speren bonsden als hamerslagen op de schilden, het staal krijschte op
het ijzer der harnassen, de paarden huilden onder den slag der spoor,
die het bloed hun uit de zijde drukte. De menigte liet nu en dan een
goedkeurend gejuich hooren, of getuigde door een hol gemor het ongeduld,
wanneer een steek, die een der strijders scheen te moeten doorboren,
zijn doel miste.
Robrecht en de overige Erembalds begonnen meer vertrouwen in den uitslag
van het gevecht te krijgen; want het was zichtbaar dat Segher Wulf,
indien hij min sterk dan zijn vijand was, dit gebrek aan lichaamskracht
door zijne behendigheid ruimschoots vergoedde. Inderdaad, hij had al de
steken, die hem waren toegebracht geworden, afgeweerd, terwijl hij meer
dan eens zijnen tegenhanger zoo hard op het volle harnas had getroffen,
dat deze reeds tweemaal in den zadel had gewankeld.
Maar dit vertrouwen begaf hen bij den zesden loop. Het paard van Segher
Wulf viel op de knieรซn, en scheen ijdele pogingen in te spannen om weder
op te staan.
De toejuichingen der Isegrims weergalmden boven de Love.
Gelukkig dat Jakob de Leeuw, door den begonnen loop voortgerukt zich
niet kon omkeeren, vooraleer het paard van Segher Wulf zich had
opgericht, en deze tot het andere einde van den krijt was gereden, om
afstand voor eenen nieuwen en felleren aanval te nemen.
Weder stormden zij op elkander los. Segher Wulf trof Jakob de Leeuw zoo
geweldig voor de borst op den halsberg, dat zijne speer plooide en aan
twee stuken brak; maar mher Jakob boog zich als uitgeput over het hoofd
van zijn paard, terwijl, van den harden schok, het bloed hem uit neus en
mond vloeide.
Een bazuingeschal hergalmde. Volgens de wetten van den krijt mocht men
nu het gevecht te paard niet meer voortzetten. Men zou den kampers
eenige rust gunnen en dan het sein geven tot de beslissende worsteling
te voet en met het zwaard.
Jakob de Leeuw ging buiten het perk bij zijne vrienden, die hem den helm
afnamen, hem te drinken gaven en zijn aangezicht met frisch water van
zweet en bloed reinigden.
Deze hulp en lafenis boden de Erembalds insgelijks hunnen moedigen
vriend Segher Wulf. Zij juichten reeds over zijne waarschijnlijke
overwinning, want tot nu toe waren al de kansen hem voordeelig geweest.
Robrecht omhelsde hem met blijdschap en murmelde nog den naam van
Dakerlia aan zijn oor, in de overtuiging dat het denken aan zijn kind
hem dus behendig en machtig had gemaakt.
De oude kampioen had evenwel geene aanmoediging noodig; de strijd zelf
had hem aangevuurd en hem weder jong gemaakt. Hij scheen nu met ongeduld
naar het hervatten der worsteling te snakken, en sprak woorden die van
zijn eindeloos vertrouwen in eene beslissende zegepraal getuigden.
Ook toen het sein zich liet hooren, greep hij zijn breed zwaard in de
beide banden en sprong juichend in den krijt.
Nu begon er een akelig gevecht. De zwaarden draaiden onverpoosd door de
lucht en vormden bliksemende kringen boven de hoofden der strijders, nu
en dan als hamers nederbonzend op schild of helm of schouderplaat, met
zulke reuzenkracht, dat zij niet alleen de kampers van pijn en woede
deden huilen, maar zelfs meer dan eens het krijschend staal vurige
vonken ontlokten.
Het was hier eveneens zooveel om behendigheid als om lichaamsmacht te
doen; hij, die door eene vlugge beweging zijnen tegenstrever kon
verrassen, om hem tusschen de voegen zijner wapenrusting te treffen, zou
waarschijnlijk overwinnen.
Ook liepen de kampers rondom elkander, bleven staan, sloegen toe, weken
terzijde, weerden het vijandelijk zwaard af, bukten zich, mikten,
sprongen vooruit, staken en hakten zonder eenige verpoozing, zoodat de
toeschouwers zelven het hoofd draaide bij het gezicht zulker snelle
bewegingen en zulker reusachtige inspanning van krachten.
Het zweet moest onder den geblutsten helm van der strijders voorhoofd
stroomen; want een heete damp steeg zichtbaar uit al de voegen hunner
wapenrusting op. Menige slag had wellicht hun het vleesch onder de
ijzeren platen verpletterd of erg gekneusd. Zeker hadden zij reeds door
de ringen van hun maliehemd opene wonden ontvangen, want het bloed droop
Segher Wulf op den halsberg, en bloed vloeide mher Jakob van de vingeren
zijner ijzeren handschoen.
En evenwel gingen zij voort met immer even woedend te kampen; men hoorde
ze schelden en elkander hoonen, men hoorde ze juichen en
vermaledijden....
Er kwam echter een oogenblik dat de adem hun ontbrak en de borst hun
gloeide, als wierde zij door een vlammend vuur verteerd.
"Rust! een weinig rust!" morde Jakob de Leeuw.
"Ja, rust, een oogenblik", antwoordde mher Wulf.
En de kampers, bij gemeene overeenkomst, traden eenige stappen terug en
bleven, met opgeheven zwaard en tot onmiddellijke verdediging gereed,
daar staan hijgen, zoo geweldig en zoo snel dat men de borstplaat van
hun harnas als de tafel van een blaasbalg zag op- en neergaan.
Dit lang en wreed gevecht had de menigte met ontzag en bewondering
getroffen. Er heerschte een diepe stilte; want elkeen gevoelde dat het
einde dezer bloedige worsteilng naderde en het lot der wapenen over het
leven van een der heldhaftige strijders ging beslissen? De onzekerheid,
de twijfel deed het hart der toeschouwers angstig kloppen; de meesten
nog wenschten de zege toe aan den behendigen ridder die, ondanks zijne
mindere gestalte, tot dan met ongeloofelijke kunde en sterkmoedigheid
weerstand had kunnen bieden aan zijnen reusachtigen tegenkamper.
"Het moet eindigen tusschen ons, vermaledijde Blauwvoet!" riep Jakob de
Leeuw zijnen vijand toe.
"Welnu, dat het eindige, valsche Isegrim! Geene schilden meer!"
antwoordde hem Segher Wulf.
"Het zij zoo, geene schilden meer; elke slag bijte in het vleesch!"
kreet de Leeuw, terwijl hij, door mher Wulf hierin nagevolgd, zijnen
beukelaar verre in den krijt wegsmeet. "Zijt gij bereid, Blauwvoet?"
"Ik heb dorst naar uw bloed, Isegrim! Achteruit, tot bij de
krijtkoorde!"
"Welaan!"

[Illustratie: "Mijn vader, mijn arme vader!" kreet zij. (Bladz. 196)]

Zij weken elk tot bij den tegenovergestelden kant van het perk, hieven
hun zwaard op, mikten op hunnen vijand met vlammende oogen, berekenden
hunnen slag en riepen:
"Totterdood!"
"Totterdood!"
En zij stormden razend en huilend op elkander los. De zwaarden
bliksemden door de lucht en vielen neder met zulke ontzettende kracht,
dat de dubbele slag, hol en scherp tevens, tegen de omstaande gebouwen
hergalmde.
Een schreeuw van angst, een gehuil van afgrijzen doorliep de menigte.
Daar lagen de beide kampers doodelijk getroffen ten gronde; mher Jakobs
helm was gekloofd; zijne hersens moesten hem onder het bekkeneel zijn
verpletterd. Segher Wulf had eene breede wonde over hals en schouder;
het bloed stroomde onder zijn hoofd tot eenen rooden plas te zamen.
Een bazuingeschal verkondigde dat de kamp was gesloten.
Op dit sein liepen de magen en bekenden der kampers met de heelmeesters
binnen den krijt om hulp te brengen of om het lijk van hunnen
ongelukkigen vriend voor schennis te behoeden en het met de
verschuldigde eer van daar te doen wegvoeren. Reeds kwamen de
krijtdienaars met twee draagbaren toegeloopen.
Wat Jakob de Leeuw betreft, die had wel waarlijk den geest gegeven; want
men bespeurde zijne bloote hersens door de klove van zijnen helm.
Segher Wulf leefde nog; alhoewel zijne oogen gesloten waren en zijn
gelaat met de lijkachtige loodverf des doods was overtogen, verroerde
hij nu en dan nog krampachtig handen en voeten.
De Erembalds stonden stom en verpletterd rondom hem; eenigen hielpen den
heelmeester in het ontgespen der wapenrusting. Allen echter zagen in
deze sidderende beweging der leden van hunnen gewonden vriend niets dan
de laatste kramp der zieltoging.
Robrecht Sneloghe zat geknield bij het hoofd van Segher Wulf, den hemel
het schrikkelijk onheil klagende en zijne tranen mengende met het bloed
van den armen ridder. Ach, wat zou de liefderijke Dakerlia gebeuren? Zou
haar hart niet breken, zou zij niet sterven van rouw en smart?
Dit schromelijk gepeins ontrukte telkens den jongeling eenen nieuwen
angstschreeuw, en hij sloeg zich de handen voor de oogen als om het
spookgezicht te verjagen dat hem de ijskoude des doods door de aderen
deed vlieten.
Intusschentijd had de heelmeester, door zijne dienaars en door eenige
Erembalds geholpen, Segher Wulf van al de stukken zijner wapenrusting
ontdaan, en door een eerste verband zijne wonde zoo goed mogelijk
gesloten. Hij scheen zeer voldaan over zijnen arbeid en toonde den
omstanders met zekere fierheid dat het bloed nog slechts bij druppels
tusschen de opgelegde pleisters en doeken doorsijpelde.
Men had, op zijn bevel, een pluimenbed aangebracht en het met eenige
kussens op de draagbaar uitgespreid.
"Heeren", zeide hij tot de omstaande vrienden van Segher Wulf, "de wonde
is verschrikkelijk, inderdaad; maar alle hoop is niet volstrekt
verloren. In mijne meening is geen edel lichaamsdeel gekwetst. Wel is
het sleutelbeen verbrijzeld, maar dit kan genezen. Indien hij geen bloed
meer verliest en het vuur zich niet in de wonde zet, zouden wij hem nog
het leven kunnen behouden. Hebt aldus goeden moed, gij vooral, mher
Sneloghe, die van schrik en treurnis schijnt te willen bezwijken. Helpt
ons nu, heeren, den armen ridder zachtjes, voorzichtig, zeer voorzichtig
op de baar te leggen. De minste beweging kan zijne wonde weder openen,
het ware hem een onherroepelijk doodvonnis. Wij zullen hem naar zijnen
Steen dragen; de opene lucht doet hem kwaad."
Men gelukte er in het beweeglooze lichaam van Segher Wulf op de baar te
leggen, zonder het verband zijner wonde te hebben ontschikt; en zoo
begaf men zich, stap voor stap, naar den kant der Hoogpoort.
De Erembalds volgden treurig en met vochtige oogen, als vergezelden zij
eene lijkbaar naar het kerkhof. Robrecht Sneloghe weende, maar scheen
anders alle bewustheid te hebben verloren; want hij hield den blik ten
gronde en stapte wankelend voort, als een dronken mensch. In zijne
overtuiging was Segher Wulf dood, of de laatste levensvonk zou in hem
uitgedoofd zijn vooraleer men den Steen zou bereiken. Dakerlia! Welk
akelig oogenblik! En hoe de gedachte aan dit zielscheurend tooneel hem
ook deed terugijzen, hij mocht het niet ontwijken; hij had eenen
heiligen plicht te vervullen: Dakerlia steunen, troosten en haar sterk
maken, om zonder sterven den vervaarlijken slag te doorstaan.
Terwijl hij eenige klaarte in zijnen geest poogde op te roepen en zijne
krachten tot het vervullen der pijnlijke taak verzamelde, was de
treurige stoet dwars door de menigte in de Hoogstraat geraakt.
Reeds zag men in de verte den toren van sher Wulfs Steen, toen voor het
hoofd van den stoet de volksschaar eensklaps vlottend bewoog, als week
zij terug voor eenen onverwachten drang.
Daar sprong eene kermende jonkvrouw met de armen in de hoogte van
tusschen de menigte ... Waarlijk had iemand de arme Dakerlia verwittigd
van het schromelijk onheil dat haar dien dag had getroffen.
Zij liep tot de draagbaar, staarde bleek en bevend op het levenloos
gelaat haars vaders, slaakte eenen grievenden noodkreet en viel zonder
gevoel achterover in de armen van Robrecht en van den proost van
St-Donaas.
Het was een oogenblik van onuitsprekelijken angst ... Het hoofd van het
arme meisje hing ontzenuwd op haren schouder; hare oogen waren gesloten,
de bleekheid des doods ontverfde haar gelaat.
Op de wangen aller omstanders vloeiden tranen van deernis.
Robrecht, door smart en medelijden weggerukt, legde zijne lippen op het
bleeke voorhoofd zijner verloofde. Hem bleef slechts de kracht om in
onduidelijke woorden den hemel de wreedheid van het lot te klagen.
"Dakerlia, arme Dakerlia!" murmelde hij. "God, o God! Wee, wee!"
Op raad van den heelmeester, had de stoet zich vooruitbegeven, ten einde
aan Dakerlia, als zij tot bewustzijn zou komen, het gezicht van haren
gekwetsten vader te onttrekken.
Reeds moest de draagbaar sher Wulfs Steen bereikt hebben, vooraleer de
lieden, die men uitgezonden had, met koud water en edik terugkeerden.
Nauwelijks had men Dakerlia's voorhoofd en wangen bevochtigd, of zij
opende de oogen, staarde eene wijl als zinneloos op degenen die haar
omringden, sprong dan recht en zocht de draagbaar met den blik.
"Mijn vader, mijn arme vader!" kreet zij. "Dood, o God! En ik leef
nog!... Ik wil niet leven, ik wil hem volgen in het graf!"
En zij begon zich de borst met hare nagels te verscheuren, als hadde de
wanhoop haar waarlijk met zinsverbijstering geslagen. Intusschen
worstelde zij om los te raken uit de vriendenhanden die haar poogden te
wederhouden: naar huis wilde zij loopen om daar, op het lijk haars
vaders, te sterven, ten einde hunne zielen te zamen de reis naar de
eeuwigheid mochten aanvaarden.
Robrecht poogde haar te bedaren en sprak allerlei zoete, troostende
woorden tot haar; maar zij hoorde hem in het eerst niet.
Eindelijk scheen zij, door uitputting van krachten, zelve tot eenige
aandacht bekwaam geworden, want zij riep eensklaps uit:
"Robrecht, wat zegt gij? O, bedrieg mij niet! Mijn vader is niet dood?
Wiens lijk was het dan dat voor mijne oogen heeft gespookt? Ben ik
zinneloos? Heb ik gedroomd? Waarom liegen bij een graf?"
"Ach, uit medelijden met mij, Dakerlia lief, hoor mij aan! Uw vader
leeft; hij is wel erg gewond, maar er is nog hoop. De heelmeester zegt
dat hij kan genezen. Waarom dus vertwijfelen, alsof gij geen geloof meer
hadt in Gods goedheid?"
"Gij bedriegt mij niet, Robrecht?"
"Neen, Dakerlia. Kom nu stil aan, naar huis, en houd u sterk. Wees
zeker, uw vader kan genezen; mijne bedrukte ziel roept mij toe dat hij
zal genezen."
"Eilaas, eilaas! Kom; ik wil hem zien, hem troosten of bidden nevens
zijn doodbed!" zuchtte Dakerlia, die voelde dat hare krachten haar weder
dreigden te begeven.
Zij leunde zwaar op den arm van Robrecht en op den arm van den ouden
Bertulf. Hare stappen waren wankelend en zij liet het hoofd op de borst
hangen. Dan eerst ontstroomde haar een tranenvloed, en hijgde en snikte
zij met krampachtige bewegingen der borst.
Zonder nog een woord te spreken, zonder in schijn acht te geven op de
vertroostingen van Robrecht, liet zij zich tot in de groote zaal harer
woning leiden.
Hier drukte zij den wensch uit om haren vader te zien, maar men deed
haar begrijpen dat de heelmeesters bezig waren met hem te ontkleeden, en
daarna een nieuw vast verband op zijne wonden zouden leggen. Zij moest
geduld hebben; de kastelein Hacket zou zich naar haars vaders kamer
begeven en haar komen verwittigen zoohaast het haar zou toegelaten
worden bij hem te gaan.
Door dit beletsel in hare smart getergd, borst Dakerlia in nieuwe tranen
los. Zij zakte neder in eenen leunstoel en weende en snikte sprakeloos,
zonder acht te slaan op de troostende woorden van Robrecht die, aan hare
zijde zittende, een harer handen in de zijne hield gedrukt.
Zoo, in eene doodsche smart verslonden, bleef zij wel een half uur
beweegloos zitten, totdat eindelijk de kastelein Hacket in de zaal trad
en haar zeide:
"Jonkver Wulf, gij moogt nu tot uwen vader gaan. Voor een oogenblik
slechts. Hij is nog buiten bewustheid, maar hij geeft nu en dan
zichtbare teekens van leven. De geneesheer heeft veel hoop."
"Kom, kom, ik vlieg", kreet Dakerlia, rechtspringende.
"Zoo niet, jonkvrouw", bemerkte de kastelein, haar wederhoudende. "Ik
bid u, wees redelijk en hoor wat ik u zeg. Gij moogt bij het bed uwe
vaders niet spreken, geen enkel woord; ook niet zuchten of klagen. Het
minste gerucht kan den armen zieke schadelijk, ja, doodelijk worden."
"Ik zal stil zijn, mijnen schrik, mijn verdriet met geweld bedwingen",
murmelde het meisje.
"Welaan dan, volg mij."
Allen verlieten de zaal en traden ten einde van den gang in eene kamer
welker beide vensters op de straat uitzagen.
Hier lag Segher Wulf nog met geslotene oogen en paarse wangen op een bed
uitgestrekt.
Dakerlia, door den proost en door Robrecht bewaakt, ging bij het
hoofdeneinde van het bed en staarde in stilte op het levensloos gelaat
haars vaders. Hare lippen beefden; haar strakke blik scheen door ijzing
en door angst met beweegloosheid geslagen.
Gevoelde het hart des vaders de nabijheid van zijn kind, of was het een
bloot toeval? Althans, hij ontwaakte uit de diepe bewusteloosheid, zijne
wimpers hieven zich op, en hij keek zijne bevende dochter eerst verbaasd
en dan met eenen klaren blik van teederheid aan. Ten minste zoo dacht
Dakerlia; het scheen haar zelfs dat zijne lippen eene beweging deden,
als poogde hij haar toe te lachen.
Alhoewel Dakerlia vast besloten had het bevel der geneesheeren te
gehoorzamen, kon zij de uitzinnige blijdschap, die haar bij het gezicht
dezer onverhoopte verrijzing kwam treffen, niet wederstaan. Onder hare
ontsteltenis bezwijkende, boog zij zich over haren vader, zoende hem de
wangen, stortte eenige heete tranen op zijn voorhoofd en murmelde aan
zijn oor:
"Vader lief, vader lief, heb moed: gij zult genezen!"
Maar de heelmeester en de geneesheer grepen haar bij de armen en
trokken haar, hoe zij ook stilzwijgend worstelde, met vereende kracht
tot in de gang.
"Ongelukkige jonkvrouw", sprak de oude geneesheer verwijtend, "zoo zoudt
gij in eens uwen armen vader kunnen dooden! Zijn bloed mag niet
aangejaagd worden; het moet traag en rustig in de aderen rondvloeien,
anders zou het zijne wonde openen of ontsteken."
"Ach, laat mij tot hem wederkeeren!" zuchtte Dakerlia met saamgevoegde
handen.
"Neen, neen, gij moet in eene andere kamer gaan, achter in het gebouw,
verre van den zieke", zeide de geneesheer op strengen toon.
Maar Dakerlia, die bij dit bevel als bij een doodvonnis verschrikte,
liet zich geknield voor de voeten van den geneesheer vallen, hief de
armen tot hem op en riep:
"O, wees medelijdend met mijne smart! Vergiffenis! vergiffenis!
Verwijder mij niet van mijnen vader! Ik wil hem bewaken, hem verplegen,
nacht en dag. Ik zal zwijgen als eene stomme, mij stilhouden als eene
slapende, geenen zucht over mijne lippen laten stijgen. Zie, ik kruip
voor uw aanschijn, ik zaai mijne tranen voor uwe voeten!"
"Om Gods wil, laat zulke ijselijke smart u vermurwen, heer!" smeekte
Robrecht, die achter Dakerlia uit de kamer was gegaan. "Verstoot toch
hare bede niet!"
Door deernis getroffen, hief de geneesheer de maagd van den grond en
sprak:
"Welaan, jonkvrouw, beproeven wij het nog eens! Maar weet wel dat,
indien gij nog, al ware het slechts door een teeken, in gevaar komt van
uwen zieken vader te ontroeren, ik u onverbiddelijk uit zijne kamer zal
verwijderen, al moest men daartoe geweld gebruiken. Ik ben
verantwoordelijk en ik zal mijnen plicht vervullen."
Dakerlia ging op de punten harer voeten binnen; zij sloeg nog eenen blik
op haren vader, wiens oogen weder gesloten waren ...
Dan vatte zij Robrecht de hand, leidde hem tot in het diepe der kamer,
toonde hem sprakeloos de knielbank voor het groote kruisbeeld dat aan
den muur hing en liet zich er op nedergaan.
De jongeling zette zich nevens haar; beiden bogen het hoofd in een vurig
gebed.
Eene stilte, zoo diep en zoo volledig als de sombere ledigheid van een
gesloten graf, bleef uren en uren lang in de kamer heerschen.


X

Het weder was sedert eenige dagen regenachtig en koud geweest; maar
dezen morgen had de zon zich aan eenen zuiver-blauwen hemel verheven en
de lucht was voor het jaargetijde uitnemend zoel en verkwikkend.
In de Zuidzandstraat, omtrent St-Salvators kerk, wandelde een ridder met
langzame stappen over en weder. Hij scheen in diepe overwegingen
verslonden, want alhoewel hij meesttijds met eenen somberen, strakken
blik de oogen ten gronde hield gericht, hief hij nu en dan het hoofd op
en glimlachte, alsof eene verblijdende gedachte hem door den geest
schoot.
Van uit de Steenstraat kwam, zonder dat hij het bemerkte, een ander
ridder hem te gemoet. Deze, hem bereikt hebbende, klopte hem gemeenzaam
op den schouder en zeide:
"Nu, mijn vriend Disdir, wat benevelt toch uw gemoed zoo uitermate, dat
gij bij dage dwaalt en droomt als een slaapwandelaar?"
"Ha, wees gegroet, mher Willem Van Wervick", antwoordde Disdir. "Ik ben
ziek geweest en kom mij nu een weinig in den zonneschijn verwarmen."
"Ziek geweest, mher Vos? Daarvan zijt gij nog bleek? Men heeft u sinds
weken niet meer gezien. De koude koorts?"
"Neen pijn in het hoofd, steken aan het hart."
"Gij hebt evenwel vernomen wat er is geschied en hoe Segher Wulf in den
krijt Jakob de Leeuw het hoofd heeft gekloofd?"
"Ja, Willem, en tevens hoe Segher Wulf, doodelijk gewond, uit den kamp
werd gedragen. Hoe gaat het nu met mher Wulf, weet gij het?"
"Gisterennammiddag nog ben ik hem gaan bezoeken. Hij is zes dagen
blijven liggen zonder spreken, en schier zonder bewustheid. Nu houdt hij
veeltijds de oogen geopend en zou wel eenige stille woorden met de
bezoekers wisselen, maar de geneesheeren, die immer bij zijn bed staan,
verbieden hem alle beweging en zelfs de minste spanning des geestes."
"Arme Dakerlia, wat moet zij verdriet hebben!" zuchtte Disdir. "Zij die
haren vader zoo teederlijk bemint."
"Gij kunt het denken, mher Vos. Zij is schrikkelijk vermagerd en
vervallen. Het mag niet lang zoo voortduren, of de gevoelige jonkvrouw
wordt zelve erg ziek."
Eene lichte spotgrijns trok Disdirs lippen te zamen.
"Robrecht Sneloghe was zeker in sher Wulfs Steen, toen gij er kwaamt?"
vroeg hij.
"Inderdaad, het is niet verwonderlijk."
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 15
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.