De Kerels van Vlaanderen - 13

Total number of words is 4442
Total number of unique words is 1396
48.3 of words are in the 2000 most common words
66.2 of words are in the 5000 most common words
74.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
voorwerp in de hand, keerde het om, bezag het langs alle zijden en hief
dan, als aangedreven door een gevoel van dankbaarheid, den blik tot God.
Het gerucht van stappen in den gang stoorde haar eindelijk in zulk
dankgebed. Een blijde kreet ontsnapte haar; met de handen uitgestrekt,
keerde zij zich naar de deur en murmelde:
"Ha, hij is daar ... mijn verloofde!"
Robrecht en zijne zuster vertoonden zich bij den ingang der kamer. Zij
waren gevolgd door eenen schalk die een zwaar kunstvoorwerp op den arm
droeg. Het geleek aan eene kerk, met vensters en torens, gansch van
glinsterend goud, en hier en daar opgeluisterd met een fonkelend
gesteente.
De schalk zette, naar aanwijzing zijns meesters, het gulden kerkje op de
tafel en verliet de kamer.
Dan eerst greep Dakerlia ontroerd den jongeling de beide handen en riep:
"Ach, Robrecht, wilt gij mij dan zinneloos maken van geluk en fierheid?
Is die wonderschoone kapelle voor mij?"
"Alweder een geschenk voor u, lieve Dakerlia,", antwoordde mher
Sneloghe.
"Hoe zal ik ooit uwe goedheid, uwe liefde kunnen erkennen?"
"Uwe tevredenheid, uwe blijdschap alleen, Dakerlia, is mij eene
voldoende belooning ... Maar ken mij toch "de verdienste van dit echt
vorstelijk geschenk niet toe. Het is eene gift van mijnen oom, den
proost. Zie, Dakerlia, de dubbele poort van het kerkje kan men openen.
Hierbinnen, op eene soort van altaar, staat een zilveren doosje. Wist
gij, lieve, wat het bevat, het geschenk zou honderdmaal meer prijs nog
in uwe oogen hebben...."
"Welnu? Een heiligdom?"
"Ja, een vingerbeen van den grooten heiligen Donaas, patroon van
Brugge."
"Dank, dank zij den heer proost! St-Donaas zal ons beschermen!"
"Gij moet de kostbare reliquiekas in uwe slaapkamer zetten", bemerkte
Witta, "dan zal de booze geest onmachtig zijn ooit uwen slaap te
storen."
"En wij zullen te zamen er voor knielen en God en zijnen dienaar
St-Donaas dagelijks loven en danken, niet waar, Robrecht?"
"Zonder twijfel, Dakerlia. In onze slaapkamer, op Ravenschoot, is eene
breede schoorsteentafel. Daarop zullen wij het zetten, nevens dit
schoone kruisbeeld, tusschen gene twee albasten vaten, die ik zal doen
vullen met geurige bloemen. Het zal zijn als een autaar, Dakerlia,
waarvan het gezicht uw godvruchtig hart immer zal verblijden."
Nadat zij dus nog eene korte wijl hunne bewondering voor het kostbaar
geschenk en hunne innige vreugde hadden uitgestort, greep de jonge
ridder zijne verloofde de hand en leidde haar tot eenen leunstoel; hij
zette zich nevens haar, schouwde haar diep in hare oogen en zuchtte met
het licht der zielsvreugde op het gelaat:
"Ha, Dakerlia, nog acht dagen, en de hemel opent zich voor ons!"
"Nog acht dagen!" herhaalde jonkver Wulf, blozend van maagdelijke
schuchterheid.
Witta, die aan hare andere zijde was gezeten, legde den arm over haren
hals, trok haar tegen haar hart en riep tusschen een zoeten kus:
"Ja, ja, nog acht dagen, dan wordt gij mij een onafscheidbare zuster!"
Toen jonkver Sneloghe haren arm van den hals harer vriendin terugtrok,
rolden twee dikke tranen, als glinsterende parelen, op Dakerlia's
wangen.
"Welk kommervol gepeins schiet u dus eensklaps door den geest?" vroeg
Robrecht verwonderd.
"Welk kommervol gepeins?" herhaalde de maagd met eenen blik, die
straalde van blijdschap. "Neen, neen, het zijn tranen van dankbaarheid.
Robrecht, ik herdenk dat ik veroordeeld was tot eeuwige treurnis; dat
ik, tot bij het graf, eene andere vrouw haar geluk moest benijden ... en
nu, zoo onverwachts zal ik uwe bruid worden; geenen enkelen dag zonder u
te zien, u te hooren ... leven in uwe zoete liefde!...Soms nog beef ik.
Ach, zooveel geluk in eens, het verschrikt mij! Indien eens, even
onverwachts, eene wolk onzen helderen hemel kwam verduisteren!"
"Neen, vrees dit niet meer, mijne lieve", zeide Robrecht, haar opnieuw
de hand nemende. "Ik weet wel wat u bekommert, maar gij hebt ongelijk.
Sedert de graaf nu weder in Brugge is, ondervinden mijne ooms dat zijn
toorn geheel is bedaard. Burchard Knap is gestraft geworden,
onrechtvaardig gestraft, zeker; maar hij heeft zich onderworpen, en deze
gehoorzaamheid van den ontembaren Kerel schijnt onzen heer graaf te
hebben verzoend. Hoe het zij, acht dagen zijn zoo ras verloopen; en,
moest er nog iets gebeuren, ons huwelijk zal gevierd zijn, voordat eenig
nieuw gevaar de Kerels kome bedreigen. Aldus, lever u gansch over aan
het geluk en laat ..."
Hij werd onderbroken door de komst van mher Segher Wulf, die, in
plechtgewaad, met het zwaard aan de zijde in de zaal verscheen.
Hij lachte de jongelieden toe en deed hun teeken dat zij zouden blijven
zitten; maar Dakerlia liep tot hem, leidde hem bij de tafel en toonde
hem met blijden hoogmoed de gulden reliquiekas, de nieuwe prachtige gift
van den proost van St-Donaas.
Na het schoone kunstwerk te hebben bewonderd, zeide mher Wulf:
"De heer graaf houdt heden open hof. Het is onze plicht hem door onze
tegenwoordigheid hulde te brengen. Zult gij niet naar den burg gaan,
Robrecht? Gij schudt het hoofd?"
"Maar, vader", bemerkte Dakerlia met eenige spijt, "Robrecht is daar
even eerst gekomen. De groote dag nadert zoo snel! Wij hebben nog van
honderden dingen te spreken en voor honderden dingen te zorgen."
"Ja, Dakerlia", morde haar vader met eenen glimlach, "gij zorgt maar al
te wel. Ik heb uw huwelijkskleed gezien bij Janne Elshout, en uw kanten
hulsel bij Aleide Stierzeel. Ik ben de rijkste man van Vlaanderen niet
en gij geene vorstin, mijn kind."
"Ik wil schoon zijn, vader!" antwoordde de maagd.
"Maar zijt gij niet schoon genoeg, mijne zoete Dakerlia?" vroeg
Robrecht. "Heeft de blanke lelie, heeft de frissche lenteroos vreemde
praal te ontleenen om bewonderd te worden en elkeen te bekoren?"
"Vleitaal spreekt gij. Ik wil schoon zijn", herhaalde de jonkvrouw.
"Schoon en prachtig opdat mijn bruidegom trotsch weze over mij! Niets is
mij kostbaar genoeg."
"Het zij zoo: vrouwenwil, Gods wil!" zeide Segher Wulf, de schouders
ophalende. "En toch, ik heb maar één kind en moet mij al eene groote
opoffering getroosten. Doe dus naar uwen lust, Dakerlia; gij zult er
mij, hoop ik, des te meer en te langer blijven om beminnen."
"Altijd, altijd even vurig, vader lief!" riep zij uit, terwijl zij hem
aan den hals vloog en hem teederlijk omhelsde.
"Alzoo, gij gaat niet mede naar den burg?" vroeg mher Wulf, zich tot
Robrecht wendende.
"Men zal mijne afwezigheid tusschen zoovele heeren niet opmerken",
antwoordde de jonge ridder. "Daarbij, de gemoederen zijn nu weder
gestild, en voor het oogenblik, ten minste, moeten wij voor niets
bezorgd zijn."
"Dit is te zeggen", wedersprak hem Segher Wulf, "dat wij daarvan niet
gansch zeker zijn. Sedert Burchard Knap werd gebannen, sedert zijn huis
te Bethferkerke werd afgebrand, verspreid men zonderlinge geruchten. Er
zijn er die beweren dat Burchard des nachts bedektelijk in de bosschen
rondreist en de Houtkerels tot eenen opstand aanvuurt. Een van 's graven
laten, die buiten Yperen woont, meent Burchard omtrent Loo in de
duisternis op een reusachtig paard te hebben ontmoet en herkend.
Burchard zou dus in geheime betrekkingen staan met Willem Van Loo? Wat
beramen zij? Onze heer graaf, wien deze samenkomsten van Willem Van Loo
met Burchard moeten bekend zijn, zal in woede ontvlammen; want Willem,
alhoewel hij zich in schijn heeft onderworpen, is hem een bloedvijand,
en de graaf weet het wel. Ach, het is eene ongelukkige verwikkeling! Men
zal aan het hof de Kerels voor het gedrag van Burchard verantwoordelijk
maken; en wie kan voorzien welke nieuwe vervolgingen er voor ons zullen
uit ontstaan?"
"Maar, mher Wulf, mijn oom, de proost, zeide mij, dat hij de vaste hoop
heeft van onzen vorst genade voor Burchard te bekomen. Hij en de
kastelein zullen dan het huis te Bethferkerke op hunne kosten doen
herbouwen. Zoo zal alles bijgelegd zijn, en Burchard zal in vrede naar
Bethferkerke wederkeeren."
"Neen, neen, mijn vriend, de toekomst is zoo helder niet als gij het
schijnt te gelooven. Wat zal de Hoop der Ambachten, die binnen veertien
dagen te Veurne vergadert, over onze zaken beslissen?... Dankt God,
mijne kinderen, dat gij dan reeds zult getrouwd zijn, anders mocht nog
wel eenig toeval uw geluk komen vertragen. Blijf dus, Robrecht; desnoods
zal ik u over uwe afwezigheid verontschuldigen. Vaarwel, tot straks!"
Segher Wulf drukte den jongelieden nog de hand, verliet zijnen Steen en
begaf zich naar den burg.
Toen hij het paleis binnentrad, vond hij in de groote plechtzaal wel een
honderdtal ridders die, bij groepen verdeeld, stonden te kouten, in
afwachting van des graven verschijning.
Hij ging eenigen tijd van den eenen hoop tot den anderen, drukte hier en
daar eenen vriend de hand, en bleef eindelijk met den proost en den
kastelein in gesprek, totdat een luidere woordenstrijd, die uit den hoek
der zaal opsteeg, zijne aandacht vestigde.
De hofraadsheer Tancmar was met zijnen oudsten zoon Ghyselbrecht uit
eene binnendeur in de zaal getreden en deze laatste had onmiddellijk tot
de nastaande ridders iets gezegd dat niet allen even goed beviel, want
Eustaas Van Steenvoorde, een Kerel en een vriend der Erembalds, had met
zekere driftigheid op zijne gezegden geantwoord.
Segher Wulf en andere ridders naderden tot de plaats waar Tancmar stond,
om de reden van dien twist te vernemen. Hier hoorde mher Wulf met
verontwaardiging dat de zoon van den hofraadsheer driftig zeide:
"Zij zullen den balfaart betalen: elk jaar eenen denier, vier deniers
bij hun huwelijk, en vier deniers bij hunnen dood of het beste hoofd ten
voordeele des graven!"
"Van wie spreekt men?" vroeg Segher Wulf zeer stil aan Eustaas Van
Steenvoorde.
Maar Ghyselbrecht, die het had gehoord, antwoordde op tergenden toon:
"Vraag niet naar bekende dingen, mher Wulf. Van de Kerels spreek ik, en
gij weet het wel."
"De Kerels zijn vrij geborene lieden; men heeft het recht niet om hun
den tol der dienstbaarheid op te leggen!" wedervoer Segher Wulf.
"Vrijgeborene lieden? De Kerels, ha, ha!" schertste Ghyselbrecht, als
hadde hij het vast inzicht om hier eenig gerucht te doen ontstaan, dat
de Erembalds bij den graaf mocht benadeelen. "Hoe zullen de Kerels hunne
vrije geboorte bewijzen?"
"Bewijst men den oorsprong van dingen die altijd hebben bestaan?"
wedervoer Segher Wulf. "De Kerels zijn de eerste bewoners dezer landen
geweest. Hunne vaderen waren trotsch op hunne nooit geschondene
vrijheid, en deze vrijheid hebben hunne zonen tot nu toe even
ongeschonden behouden."
"Men levere onzen heer graaf de oorkonden, de bewijzen daarvan!" zeide
Ghyselbrecht zegevierend. "Men kan het niet. Voordat onze vorsten, ter
verlossing van Jeruzalem, naar Palestina togen, betaalden de Kerels den
balfaart ..."
"Valsch, het is valsch!" riepen eenige stemmen.
"En gedurende de afwezigheid onzer graven en hunner leenhouders hebben
de Kerels zich eene vrijheid aangematigd die zij nooit te voren hadden
genoten."
In het hart van Segher Wulf gloeide verontwaardiging en toorn; maar hij
bedwong zijne ontsteltenis met geweld en sprak op treurigen toon:
"O, heeren, die hier tegenwoordig zijt, getuigt ten minste dat ik heb
voorspeld welke beklaaglijke onheilen zij ons arm Vlaanderen bereiden,
zij, die onzen vorst aldus het geweld en het onrecht aanraden. De
Tancmars misleiden u. Ik bezweer u, leent hun de hand niet; laadt niet
op u de schuld van Vlaanderens ondergang! De Kerels vragen van u niets
dan vrede; zij willen ongestoord werken en rijkdom scheppen voor vorst
en land. Waarom ze onrechtvaardig dwingen tot het vergieten van stroomen
bloeds voor het behoud hunner oude vrijheid?"
Eenige andere Erembalds en tevens een tiental ridders traden er
tusschen, hetzij om de bedaardheid aan te raden, hetzij om door even
driftige woorden den twist nog aan te vuren.
Het was zichtbaar dat de hofraadsheer en zijn zoon een beraamd ontwerp
uitvoerden; want Walter Van Lokeren en Raes Van Gaveren, hunne
bijzonderste vrienden, stonden lachend nevens hen en fluisterden soms
stille woorden aan hun oor, als om hen aan te moedigen, terwijl vele
ridders waakzaam hen omringden, gereed tot hunne verdediging, indien de
gehoonde Erembalds tot geweld mochten overslaan.
Segher Wulf behoefde al zijne gemoedskracht om niet in woede los te
barsten; de gedachte dat de graaf alle oogenblikken kon verschijnen,
weerhield hem evenwel.
"De Kerels zijn altijd dienstbare lieden geweest!" riep Ghyselbrecht,
"onvrijen, dorpers, slaven, en zij zijn het nog! Het moge den Erembalds
niet behagen, dat deze waarheid worde verkondigd. Het is te begrijpen,
zij zijn zelven van Kerlenbloede. En gij, mher Wulf, waarom trekt gij
hunne zaak u zoo vurig aan? Is het misschien omdat gij vreest dat men
later ook u de bewijzen uwer vrije geboorte zou kunnen vragen?"
"Het is te veel!" schreeuwde Segher Wulf boven al de kreten zijner
vrienden uit. "Mher Ghyselbrecht, gij zijt een valschaard, een
lasteraar, gij liegt! Ik daag u uit tot eenen kamp op leven of dood. De
God des hemels beslisse tusschen de Kerels en hunne vervolgers! Daar
ligt mijn handschoen: zijt gij niet zoo laf als boos, raap hem op!"
Maar Ghyselbrecht, die nu waarschijnlijk zijn verborgen doel had
bereikt, aanschouwde spotlachend zijnen getergden vijand en schudde
ontkennend het hoofd.
"Gij weigert? Gij bekent dus dat gij een lafaard zijt?" gromde Segher
Wulf.
"Deze heeren zullen oordeelen", wedervoer Ghyselbrecht zeer koel. "Het
is een ridder op schande verboden in eenen gesloten kamp te treden met
iemand die niet vrijgeboren is. De vrije geboorte van mher Segher Wulf
is mij niet bewezen, ja, ik loochen ze. Het is mij dus een onmiskenbare
plicht de uitdaging af te wijzen[46]."
Segher Wulf wrong zijne vuisten van woede, en verweet Ghyselbrecht zijne
bloohartigheid in diep kwetsende woorden, met de hoop dat hij hem dus
tot ongeduld zou drijven. Hij noemde hem schijnheilige lasteraar,
onverzadelijk van heerschzucht, vol boosheid en venijn, laf en kruipend
als eene slang.
Dit alles vermocht niets op het gemoed van Ghyselbrecht, die meer dan
eens herhaalde dat hij tegen geen onvrij man wilde kampen.
Er ontstond een groot gerucht, doordien de andere Erembalds zich bij
Segher Wulf voegden en men mocht vreezen dat eindelijk deze woordentwist
in een bloedig tooneel zou veranderen, des te meer daar de aanjagende
woorden Isegrim en Blauwvoet nu insgelijks werden uitgesproken.
Er naderde een ridder, gebouwd als een reus, die tot dan, van in eenen
hoek der zaal, alles onbewogen had aangehoord. Hij drong door den
vlottenden hoop, raapte den handschoen van den grond en sprak:
"Ik, Jakob Van Waesten, bijgenaamd de Leeuw, van edele geboorte en
ridder, ik aanvaard den handschoen en den kamp totterdood! Ik verdedig
de eer van hen die men hier Isegrims durft noemen."
Tancmar en zijne vrienden poogden Jacob de Leeuw het aanvaarden van den
kamp af te raden. Hun doel was geweest den strijd door allen edelgeboren
man te doen weigeren en dus voor het land te doen verkondigen dat men de
Erembalds als onvrije lieden aanzag. Jacob Van Waesten wilde evenwel
hunne spitsvondige redenen niet aanhooren, en behield den handschoen.
Hij meende juist met kalme woorden Segher Wulf aan te spreken om met hem
tijd en plaats voor den kamp te bepalen,--maar nu werd eene dubbele deur
opengeworpen, en de graaf verscheen in de zaal.
Al de ridders schikten zich van wederzijde langs de wanden en boden met
gebukten hoofde eenen doorgang aan den vorst, die langzaam tusschen hen
voorbij stapte en eene hoogte in het diepe der zaal beklom. Hier zette
hij zich neder onder een kostbaar verhemelte en sprak op spijtigen toon:
"Heeren, zal ik dan nimmer den voet in Brugge kunnen zetten zonder in
mijnen persoon den eerbied miskent te zien welken men den vorst
verschuldigd is? Dat grove dorpers, onbeschaafde lieden zich aan zulk
verbreken plichtig maken, dit laat zich eenigszins begrijpen; maar
ridders, mannen van edelen bloede!... Nu, welke is de reden van den
twist die tot in het diepste van ons paleis onze ooren heeft getroffen?"
"Gelieft onze genadige heer graaf mij het woord te verleenen?" vroeg
Tancmar.
"Dat onze hofraadsheer spreke!" zeide de vorst.
De listige Tancmar begon het voorgevallene te verklaren, in schijn met
rechtzinnigheid; maar hij drukte met zulke welberekende kracht op de
ontkenning van der Kerlen vrijheid en op de redenen van de weigering
zijns zoons, dat de Erembalds hem knarsetandend aanhoorden. Door de
tegenwoordigheid van den graaf bedwongen, verkropten zij echter in
stilte den hoon en de schande die hun hier werden aangedaan.
Insgelijks bekwam Segher Wulf het woord om zijne uitdaging te
verechtvaardigen, en na hem sprak Jacob de Leeuw, om den graaf te
verzoeken den kamp te willen goedkeuren en zelf tijd en plaats te
bepalen opdat het ingeroepen oordeel Gods in de tegenwoordigheid des
vorsten en der ridderen zich mocht verklaren.
Wel wilde Tancmar, immer om dezelfde reden, den graaf overhalen tot het
afwijzen en verbieden van den kamp; maar Jakob de Leeuw wedersprak hem
met veel vuur en eischte des vorsten goedkeuring, als eene genade en als
en recht.
Onderwijl staken de voornaamste Isegrims de hoofden te zamen en
fluisterden elkander geheime woorden in de ooren.
Dan veranderde Tancmar geheel van taal. Wel wilden de ridders niet als
bewezen aanvaarden dat de Erembalds vrijgeborene lieden waren; maar
dewijl Segher Wulf in hunnen naam het oordeel Gods inriep en een ridder
den handschoen had opgeraapt raadde hij den vorst dezen beslissenden
kamp toe te staan, in de hoop dat de hemel zelf, met de overwinning aan
den kampioen der waarheid te gunnen, voor altijd over het hangend
geschil zou uitspraak doen.
De Isegrims steunden zijnen raad en keurden zijne redenen goed. Zij
achtten zich verzekerd dat de reusachtige Jakob Van Waesten zijnen min
sterken tegenkamper wel ras zou dooden.
Graaf Karel had tot dan in stilte op deze woordenwisseling geluisterd.
Nu stond hij op en sprak met luider stem:
"Wij keuren goed en veroorloven dat onze leenhouder, mher Jakob Van
Waesten in het strijdperk trede tegen mher Segher Wulf Van Lampernisse,
en stellen den kamp vast op heden, te twee uren namiddag, in den _Krijt_
binnen onzen burg van Brugge. Wij gelasten den kastelein en onze overige
ambtenaars de krijtwaarders[47] te verwittigen en te zorgen voor al wat
er, volgens de gewoonten der ridderschap, tot dezen kamp behoeft.
Daarenboven, omdat wij met u in de kalmte des gemoeds over ernstige
zaken hebben te kouten, verzoeken en bevelen wij de twee kampers zich
uit ons paleis te verwijderen totdat het bepaalde uur hen ten strijde
roepe."
Segher Wulf en Jakob de Leeuw, door weinige vrienden gevolgd, verlieten
de zaal.
Bij de poort onder de Loove, drukten de proost en de kastelein hunnen
vriend mistroostig de handen; zij klaagden over de booze listigheid
hunner vijanden, die dezen twist hadden doen ontstaan om het gemoed des
graven opnieuw tegen de Kerels te ontsteken en gelegenheid te vinden om
zelfs de vrije geboorte der Erembalds te loochenen. Had Ghyselbrecht
Tancmar het gevoelen des vorsten uitgedrukt? Hadden de Erembalds zich
bedrogen over de schijnbare bevrediging des graven? Ging het
langgevreesde onweder losbreken? Zou nu hun trouwe, goede vriend Segher
Wulf niet bezwijken in zijnen vermetelen kamp tegen Jakob de Leeuw, die
om zijne reuzensterkte gansch Vlaanderen door was beroemd?
De tranen stonden den ouden Bertulf bij al deze erge vooruitzichten in
de oogen; maar Segher Wulf deed hun begrijpen dat zij binnen de zaal
zich moesten begeven om te weten wat men daar tegen de Kerels kon
zeggen. Hij zelf had rust noodig en wilde naar huis gaan, om zich tot
den kamp te bereiden.
Toen Segher Wulf den burg had verlaten en de Hoogstraat instapte,
vertraagde hij zijnen gang, als vreesde hij zijne woning te naderen; hij
bleef zelf een oogenblik staan om na te denken.
Hoe zou zijne arme Dakerlia verschrikken bij de aankondiging van eenen
strijd die haar eenen beminden vader kon ontrooven! Dit huwelijk, zoo
vurig gewenscht, zou het niet uitgesteld moeten worden, zelfs al wierd
hij slechts ernstig gekwetst? En indien dan intusschen het geduchte
onweder losbrak en de Kerels ten koste van stroomen bloeds hunne
vrijheid hadden te verdedigen, zou dan niet dit noodlottig toeval het
geluk van zijn kind voor altijd kunnen vernietigen?
Onder den druk zulker bedroevende overwegingen stapte hij langzaam
voort, zich op voorhand geweld aandoende om zijne treurigheid voor
Dakerlia te kunnen verbergen.
Ook, toen hij zijne woning had bereikt en in de zaal trad waar zijne
dochter met Robrecht en zijne zuster zich nog bevonden, speelde hem een
glimlach op de lippen, en hij beantwoordde hunnen blijden groet, alsof
niets hem bekommerde.
Maar Dakerlia staarde hem aan en zeide:
"Heer vader, gij zijt ontsteld; u is iets onaangenaams geschied."
"Iets onaangenaams? Wie heeft u dit gezegd?" mompelde Segher Wulf
verwonderd.
"Mijn hart beeft; ik zie het in den grond uwer oogen, vader."
"Welnu, ja, mijne lieve Dakerlia. Mher Tancmars zoon, de arglistige
Ghyselbrecht, durfde in tegenwoordigheid der ridderen beweren dat de
Kerels niet vrij geboren zijn en altijd slaven zijn geweest."
"Onmogelijk!" kreet Dakerlia met eene vonk van verontwaardiging in den
blik.
"Ja, het is zoo, mijn kind; en hij ging zooverre in zijnen
onbeschaamden overmoed dat hij ook den Erembalds en zelfs uwen vader
hunne vrije geboorte durfde ontloochenen."
"De booze valschaard! Was er dan geen ridder, geen Erembald daar om hem
den lasterenden mond te sluiten?"
"Gij wilt zeggen, mijn kind, dat ik onmiddellijk de eer van ons had
moeten wreken?"
"Neen, gij niet, vader", antwoordde Dakerlia, eensklaps bedarende, "gij
zijt te oud; maar hebben onze jonge ridders dan geen Kerlenbloed meer in
de aderen?"
"Ah, Dakerlia", riep Bobrecht, "wees zeker, ware ik heden ten hove
geweest, ik hadde den onbeschaamden Isegrim mijnen handschoen in het
aangezicht gesmeten!"
"Het is juist wat ik heb gedaan", zeide Segher Wulf ... "Nu, Dakerlia,
waarom verbleekt gij dus? Indien een ander ridder, zonder wraak te
eischen, ons geslacht zoo diep had laten hoonen, gij zoudt hem lafaard
noemen en hem minachten. Wees dus rechtvaardig voor uwen vader en prijs
hem, omdat hij zijnen plicht getrouw bleef."
"O, God, de wolk, de duistere wolk aan onzen schoonen hemel!" klaagde
Dakerlia met de handen opgeheven.
"En heeft Ghyselbrecht uwen handschoen opgeraapt?" vroeg Robrecht.
"Neen, de lafaard zocht een uitvlucht in de bewering dat ik, als Kerel,
geen vrij man zou zijn en hij, edel geboren, dus dezen kamp niet mag
aanvaarden."
"Ach, vader, hoe hebt gij mij doodelijk verschrikt!" zuchtte Dakerlia,
met oogen die van plotselijke blijdschap straalden. "Ghyselbrecht heeft
geweigerd? Ik voel mij genijgd om onzen boozen vijand daarvoor te
zegenen."
"Gij vreest dus uitermate mij ten kamp te zien gaan, Dakerlia? Hoe
dikwijls nochtans heb ik in mijn leven de eer van mijnen eigen naam of
de eer van ons geslacht te verdedigen gehad? God heeft mij tot nu toe
het leven laten behouden. Waarom zou Hij heden mij Zijne bescherming
onttrekken?"
Dakerlia wierp hare armen om zijnen hals en zeide, hem teederlijk
zoenende:
"Ja, ja, vader lief, gij hebt gelijk: de hemel zou, evenals vroeger,
dengenen bijstaan die het recht verdedigt. Gij hebt wel gedaan en uwen
plicht vervuld, met de lasteraars der Kerels tot zwijgen te brengen,
maar ik ben toch zoo gelukkig dat Ghyselbrecht den kamp heeft geweigerd!
Mijnen vader, mijnen goeden vader blootgesteld weten aan gevaar, aan
doodsgevaar, ach, de gedachte alleen doet mij sidderen als een riet!"
"En toch moet ik vechten, mijn kind."
"Hemel, gij moet vechten?"
"Dezen namiddag, te twee uren."
"Neen, o neen, Ghyselbrecht heeft geweigerd!"
"Ja, maar een ander ridder heeft mijnen handschoen opgeraapt en den kamp
aanvaard."
Dakerlia sloeg zich de handen voor de oogen en begon te weenen.
"Maar, mijne lieve Dakerlia, waarom zulke bittere tranen te storten?"
zeide Robrecht. "Uw heer vader zal niet strijden. Ik neem zijne plaats
in en zal kampen tegen zijnen vijand. Ik ben jong en sterk."
"Gij, Robrecht, gij vechten in den krijt!" riep Dakerlia met nog
meerdere verschriktheid.
"Ik of uw vader; een onzer moet toch den geworpen handschoen lossen."
"Zwijgt, zwijgt beiden; gij doet mij sterven van angst!"
"Wat gij mij voorstelt is onmogelijk, mher Sneloghe", zeide Segher Wulf.
Dakerlia slaakte eenen luiden gil. Haar vader vatte hare hand en sprak
troostend:
"Nu, mijn kind, ontstel u niet zoozeer over een voorval dat een ridder
elk oogenblik in zijn leven kan ontmoeten. Gij, zoo moedig en zoo fier,
zoud nu misschien gaan wenchen dat ik laffelijk den wreedsten hoon
verdrage? Ik begrijp: het geluk dat u zoo mild toelachte is bedreigd,
niet waar? Uw huwelijk ..."
De maagd legde, met eenen pijnlijken kreet, de hand op den mond haars
vaders en versmachtte dus het woord dat haar kwetste.
"Mijn huwelijk, mijn huwelijk?" morde zij. "Zie, ja, mijn geluk was te
groot, het moest gestoord worden; ik heb het voorgevoeld, ik heb het
gedroomd ... maar indien mijne smart en mijn schrik eene andere bron
hebben dan de liefde tot u, mijnen vader, dat de alziende God mij
terugwerpe voor altijd in het ijselijk verdriet dat mijnen boezem heeft
verknaagd!"
"Ik bid u, mher Wulf, laat mij voor u in het strijdperk treden", zeide
Robrecht. "Niemand kan twijfelen aan uwen moed. Gij hebt zoovele
schitterende bewijzen uwer onversaagdheid gegeven. Nu zijt gij reeds
oud. Ik ben behendig en sterk. Stem toe; laat mij de eer van Dakerlia's
vader wreken!"
"Ik dank u om uwe dienstvaardigheid, mijn vriend Sneloghe", sprak mher
Wulf. "Al wilde ik u mijne plaats overlaten, het ware onmogelijk: de
graaf zelf heeft de beide kampers bij name aangewezen. Wat zou men
denken, indien ik terugtrad, ik, die den handschoen heb geworpen? Mij
ontbreekt de mannelijke kracht nog niet, en ik zal toonen dat de oude
Wulf Van Lampernisse nog de sterkte, de behendige kamper is van vroeger
dagen. Dakerlia heeft ongelijk zich zoo diep te ontstellen. God zal mij
helpen; Hij zal in mij het recht laten overwinnen ... Wees toch
redelijk, jonkver Witta; gij insgelijks, gij weent en snikt? Wilt gij
beiden mij allen moed ontrooven?"
"Maar wie is dan uw tegenkamper?" vroeg Robrecht.
"Gij kent hem waarschijnlijk niet", antwoordde Segher Wulf aarzelende.
"Zijn naam is?..."
"Jakob ... van Waesten, meen ik."
"Jakob? De Leeuw van Waesten! O, hemel!"
"De Leeuw, de reusachtige ridder, voor wiens blik elkeen beeft? Hij, uw
tegenkamper?" kreet Dakerlia op den toon der diepste wanhoop, "o, mijn
arme vader! Wee mij, wee mij!"
En zij verborg haar aangezicht op haars vaders hart, legde haren arm om
zijnen hals, stortte tranen op zijne borst en bleef zoo ontroosbaar
weenen en snikken, welke pogingen men ook aanwendde om eenige
verlichting in haren verschrikten geest te brengen.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 46: Zulke weigering van een tweegevecht door eenen ridder
jegens eenen Kerel, om dezelfde reden, vindt men aangeteekend bij
GALBERTUS, _Mém. rel. à l'hist. de Fr._, t. VIII, 252.]
[Voetnoot 47: Het strijdperk noemde men _Krijt_ (Krettz).

"Doe gingen sie uten _Crite_ keren
Metten Crytwaerders totden Coninc."
_Reinaert de Vos_, vers 7450 en 7451.

]


IX

De tijding, dat er dien namiddag tusschen twee ridders een kamp om leven
en dood zou worden gestreden, had zich wondersnel tot in de uiterste
hoeken der stad verspreid.
Ook reeds lang voor het gestelde uur verdrong zich de menigte niet
alleen op den burg, maar zelfs in de aanpalende straten.
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 14
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.