De Kerels van Vlaanderen - 02

Total number of words is 4457
Total number of unique words is 1527
48.9 of words are in the 2000 most common words
65.2 of words are in the 5000 most common words
72.0 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
toonde mij in de verte de havens en dorpen welke hij herkende. Zoo
voeren wij voorbij eene stad die mijn vader Rembrechtsgat noemde en de
priester mij met den naam van Calaisiacum of Kales aanwees. Daar viel,
nevens ons schip, een groote vogel uit de lucht, die duikelde en met
eenen visch in den snavel opwaarts steeg. Deze vogel was een zee-arend
en had blauwe beenen. Mijn vader zeide mij ter dier gelegenheid dat de
Kerels van de zeekust, om te betuigen dat zij stoute en behendige
stuurlieden zijn, zich zelven Blauwvoeten noemen, dit wil zeggen:
arenden der zee. Daarvan komt het, Witta, dat onze vijanden alle Kerels
dien naam als een spotwoord toewerpen[11]."
"Ja, maar de Kerels noemen de Leenheeren Isegrims, dat is wolven. Het
is niet schooner...."
"Later op den dag zagen wij Mardyck en de nieuwe kerk in de duinen, die
de priester Dino-Clesia heette, dat is Duinkerke. Schoon en zacht was
het weder tot dan gebleven; ik had den ganschen dag op het dek gestaan,
uitkijkend naar de duinen, of mijnen blik badend in het kolkachtig en
onbestemd verschiet der groene zee, toen eene grauwe wolk zich aan den
gezichteinder vertoonde. Alhoewel nu en dan een zwakke weerlicht uit den
schoot der donkere streep opwalmde, begreep ik niet waarom de schipper
onmiddellijk ongerust werd en met stille stem geheimzinnige bevelen aan
zijne bootsgezellen gaf. Maar de wolk groeide al spoedig tot eenen
zwarten berg aan, schoot als een loodvervige muur voor de zon,
ontplooide zich over den ganschen hemel en dompelde ons in eene
angstwekkende duisternis. Onder voorwendsel dat het sterk zou regenen,
had men mijnen vader en mij naar beneden in de kamer van het schip doen
gaan. Daar hoorden wij weldra doffe, doch akelige donderslagen. Het
bliksemlicht was zoo hevig dat het ons scheen te willen verblinden. Tot
dan besefte ik niet dat eenig bijzonder gevaar ons bedreigde; want het
schip lag stil en rustig, dacht mij. Ik geloofde mijnen vader die poogde
mij te overtuigen dat hier geene reden bestond om ongerust te zijn, en
ik toonde mij zelfs zeer tevreden, omdat iets nieuws de eentonigheid
onzer reis ging onderbreken.... Maar, Witta lief, eenige oogenblikken
daarna zat ik nevens mijnen vader geknield, hem met de eene hand
vasthoudend om niet te vallen, en de andere in de hoogte heffende om 's
hemels bijstand af te smeeken. Een woedend orkaan was over de zee
gerezen en hief nu de golven tot bergen in de hoogte. Het schip
slingerde heen en weer, het draaide, het wentelde, het kraakte! Tweemaal
werd ik met mijnen vader tegen den wand geslagen; doch wij stonden
telkens op om nog inniger te bidden. Donder, hagel, wind huilden
daarbuiten, als ware het einde der wereld verschenen...."
"O, mijn God!" zuchtte Robrechts zuster, "ik beef! Het koude zweet staat
mij op het voorhoofd! En gij zijt niet van schrik gestorven, Dakerlia?"
"Het is dan, Witta, dat ik Onze-Lieve-Vrouwe van Brugge mijn gouden
kruis met de groene smaragden heb beloofd op te dragen, indien zij
mijnen vader en mij geliefde tegen dezen akeligen dood te beschermen.
Zij heeft mijn gebed verhoord. En ik, zoohaast dezen morgen de zon was
opgerezen, ben met mijnen vader ter kerke gegaan om er de gedane gelofte
te vervullen. Wij zijn zeer lang blijven bidden en danken ... en dit is
de reden waarom ik zoo laat tot u ben gekomen."
"Maar Dakerlia", murmelde Witta, "dit is een verbazend mirakel! Viel het
schrikkelijk onweer zoo eensklaps door de voorspraak van
Onze-Lieve-Vrouw?"
"Neen, het duurde nog lang voort; maar het verminderde allengs. Ik werd
ziek van de zeekwaal en bleef dien geheelen nacht te bedde, schrikkelijk
lijdend, doch bijna bewusteloos. Des anderen daags rees de zon weder aan
eenen blauwen hemel op, en ik was geheel genezen. De stuurman liep de
haven van Sandeshove binnen en zette ons daar aan wal. Wij, uiterst
welgemoed over onze behoudenis, trokken langs Veurne naar
Lampernisse...."
Hier werd Dakerlia's stem eensklaps dof en zij onderbrak haar verhaal.
"Welnu?" vroeg Robrechts zuster. "Wat geschiedt u? Tranen in uwe oogen?"
"Ja, Witta; wij meenden mijne goede moei gansch hersteld te vinden ...
en oordeel over onze droefheid: toen wij de hofstede binnentraden en de
armen reeds uitstaken om haar te omhelzen, toonde men ons...."
"Hemel, wat toch?"
"Haar lijk, Witta!"
Een kreet van medelijden klonk door de zaal, en de beide jonkvrouwen
bleven eene poos zwijgend. Dan zeide Witta:
"Kom, Dakerlia, troost u in de gedachte dat de Heer haar eene plaats in
zijnen schoonen hemel heeft gegund. Zij was reeds oud, ongetwijfeld, en
wij zijn allen sterfelijk."
"Het is waar, mijne goede Witta; genoeg reeds heb ik ginder geweend;
want gij zoudt niet gelooven, vriendinne, hoe treffend en hoe roerend de
lijkplechtigheden zijn onder onze Kerels der Ambachten!"
"De Kerels zijn immers Christenen als wij?" bemerkte Robrechts zuster,
"Het moet te Veurne bijna toegaan gelijk hier te Brugge."
"Neen, toch niet. Wel zijn zij Christenen; maar zij hebben nog vele
voorvaderlijke gewoonten behouden, welke wij, Kerels in de steden,
sedert lang hebben vergeten. Van den kerkelijken dienst moet ik u niet
spreken, die is inderdaad overal dezelfde. Het lijk mijner moei lag in
hare schoonste zondagskleederen uitgestrekt op eene breede tafel, met
een spinrok in den arm, even alsof zij nog leefde. Iemand zeide mij
sedert, dat men nevens het doode lichaam van eenen man een naakt zwaard
legt en de afgestorvene kinderen met speelgoed omringt....[12] Aan het
voeteneinde mijner moei stonden drie schotels, de eene met gebraden
vleesch, de andere met gortebrij, de derde met kleine koeken van
weitebloem, en daarnevens eene groote kruik met hoppebier. Met welk
inzicht zulks geschiedde, kon men mij niet goed verklaren. Oude vrouwen
schenen te gelooven dat 's menschen ziel, wanneer zij eens van het
lichaam is gescheiden, nog kan eten, en men daarom voedsel bij het lijk
moet zetten. Vindt gij die gedachte niet zonderling, Witta?"
"Het is bijgeloof, zondig bijgeloof, Dakerlia."
"Het scheen mij insgelijks zoo. Maar het is niet alles. Gedurende de
drie dagen dat mijne moei boven de aarde bleef liggen, zaten immer
twaalf vrouwen rondom het lijk te krijschen en te huilen, dat men het
wel op honderd stappen buiten de hofstede kon hooren. Deze vrouwen
woonden in de gebuurte of waren bloedverwanten of bekenden, en alle drie
uren wisselden zij elkander af. Mij kwetste dit overdreven misbaar; maar
men deed mij begrijpen dat, hoe meer en hoe heviger er werd geweend en
geklaagd, hoe grooter eere der afgestorvene werd bewezen.--Den avond
voor de begrafenis had men mij uit de doodenkamer doen gaan; maar men
riep mij een half uur daarna terug. Daar vond ik al onze bloedverwanten,
vrouwen en mannen, in grooten ernst en plechtigheid rondom de lijktafel.
Een stokoud man, met eenen langen witten baard, deed eenige zonderlinge
teekens over mijne moei en scheen iets in haar oor te prevelen; dan nam
hij de weitekoekjes, brak ze aan twee en gaf den omstanders elk een
stuk. Iedereen begon er van te eten. Mijn vader, die mijne aarzeling
bemerkte, deed mij de anderen navolgen. Ik mocht niet weigeren deel te
nemen aan deze plechtigheid, die men _het doodenmaal_ noemde. Daarna
schonk men bier uit de kanne in eenen grooten hoorn en men dronk _de
doodenminne_ in het ronde, terwijl de oude man met den witten baard
eenige druppels uit de kan rondom het lijk stortte en vreemdklinkende
woorden mompelde. Voor het laatste moesten wij tot vaarwel het lijk
eenen kus op voorhoofd en lippen drukken, en dit heet men daar de
_doodenzoene_, die alle reden tot wrok, haat of vijandschap vernietigt
welke er tusschen de afgestorvene en iemand der aanwezigen zou kunnen
bestaan."
"Maar, lieve hemel!" zuchtte Robrechts zuster, "men zou zeggen dat gij
van Heidenen spreekt! En gij hebt aan deze onchristelijke plechtigheden
deelgenomen, Dakerlia?"
"Ik moest wel, mijn vader gebood het mij. En toch, wat kwaad bestaat
daarin, Witta? Het zijn onze voorouderlijke gewoonten."
Robrechts zuster schudde afkeurend het hoofd.
"Kom, laat ons nu daarover niet twisten", hernam Dakerlia "Waren wij in
de Ambachten geboren en opgevoed, wij zouden deze gewoonten noch vreemd
noch laakbaar vinden."
"Maar, Dakerlia, een kanunnik van Poperinghem zeide mij eens dat de
Houtkerels, die in de bosschen wonen, den boozen geest aanbidden."
"Deze kanunnik heeft men bedrogen. De Kerels hebben vele vijanden die
kwaad van hen spreken; maar geloof mij, Witta, de lieden van
Kerlingaland[13] denken aan God bij al wat zij doen."
"Welnu, ga voort, Dakerlia. Was de begrafenis uwer moei prachtig?"
"Prachtig, zooals wij het verstaan, neen; maar er was groote toeloop
van volk. Het lijk, door vrouwen gedragen, was opgevolgd door wel
vijfhonderd menschen, allen met bukstwijgen of wijpalmtakken in de hand.
De wijpalm is in Kerlingaland de boom der dooden. Al de mannen hadden
lange baarden, die afhingen tot verre op de borst, en aan hunne zijde
een krom zwaard, dat zij eene schermzeis noemen[14]. Elk gehuwde Kerel
was vergezeld van zijne vrouw en kinderen. Ik zag er die er wel zeven of
acht rondom zich hadden."
"En gingen die kinderen ter begrafenis, Dakerlia?"
"Het is eene wonderlijke gewoonte, ginder, Witta. Waar het niet
volstrekt onmogelijk is, heeft de Kerel altijd zijne vrouw bij zich, en
zijne kinderen zelven verlaten hem zelden. Wat eerbied en wat
genegenheid een Kerel zijne vrouw betuigt, is bijna niet begrijpelijk.
Ook, wie ginder, buiten zake van oorlog of veete, eene vrouw durft
hinderen of hoonen, wordt, het geheele Ambacht door, als een eerlooze
veracht en gehaat. Van de begrafenis zelve zal ik u niet veel zeggen;
zij geschiedde op geheel christelijke en stichtende wijze. Maar toen wij
op de hofstede terugkeerden, begon daar een feest dat mij eerst zeer
verbaasde, doch eindelijk mij, als een vreemd schouwspel, met groote
belangstelling de oogen uit het hoofd deed kijken. Men had de groote
schuur geledigd en vele banken en tafels er in gesteld. Daar werden nu
groote ketels brij, een kalf en twee schapen gebraden en gezoden
opgediend. Al deze lieden, mannen, vrouwen, kinderen, begonnen te eten
met zulken lust dat het zonderling was om te zien. Een paar vaten lagen
in eenen hoek der schuur, en men dronk mee en bier bij herhaalde teugen,
telkens daarvan eenige druppels ten gronde stortende. Eene vrouw, die ik
naar de reden dezer vreemde gewoonte vroeg zeide mij dat men dus van den
drank een weinig ter aarde werpt voor de ziel van den afgestorvene,
welke onzichtbaar het doodenfeest bijwoont. Eene andere, integendeel,
beweerde dat men het doet als een offer om de Drollen te bevredigen."
"De Drollen, wat is dit?" mompelde Witta verrast.
"Ja, dit weet ik reeds sedert jaren", antwoordde Dakerlia. "Mijn vader
heeft mij er meer dan eens van gesproken. Vroeger tijd, toen de Kerels
nog geheel Heidenen waren, had elk zijn huisgod, wiens beeld nevens den
haard in een klein kapelleken stond; en, wat men at of dronk, men smeet
er een weinig van ten gronde om hem te vereeren. Deze huisgoden noemde
men de Drollen, en onze Kerels gelooven nu, dat deze Drollen kwade
geesten geworden zijn.--Daarvan, Witta, dat wij nog, in al onze
schoorsteenen, zulk kapelleken hebben, alhoewel wij er nu een beeldje
der heilige maagd Maria inzetten ...[15] maar ik ga voort met u te
vertellen van het feest. Eindelijk, als dit groote doodenmaal ten einde
was, haalde men een paar doedelzakken voor den dag, en al deze mannen
met hunne lange baarden, en de vrouwen en de kinderen begonnen te dansen
en te zingen, op de maat der speeltuigen, dat ik er schier blind en doof
van werd. Dit duurde zeer laat op den dag, totdat twee Kerels, door de
mee en den dans verdwaasd, "kamp! kamp!" riepen, hunne zwaarden trokken
en elkander het hoofd wilden klooven. De twist werd door vrienden
bijgelegd, en men besliste daarop dat het tijd was om huiswaarts te
keeren. Zingende en springende door veld en bosch, ging elke Kerel met
vrouw en kinderen zijnen weg; en een vierendeel uur later was het zoo
stil op de hofstede alsof er niets was geschied."
"Mij schijnt", bemerkte Witta, "dat de Kerels in de Ambachten grof en
woest moeten zijn."
"Toch niet; zij zijn zeer goed, vroolijk, trouw, dienstvaardig en
arbeidszaam; maar hunne trotschheid is iets opmerkelijks. Bij den
minsten hoon grijpen zij naar hunne schermzeis...."
De huisknecht opende de deur en meldde zijne meesteresse dat er een
schildknaap was gekomen met eene boodschap voor mher Robrecht, welke hij
slechts aan haar wilde afgeven.
Jonkver Sneloghe ging daarop ter zaal uit en liet hare vriendin alleen.
Korten tijd daarna keerde zij echter terug en zeide tot Dakerlia:
"Dit is een schildknaap van mehr Rijkaard Van Woumen, die mijnen broeder
laat weten dat hij hem heden voor den middag ten zijnent zal verwachten.
Ik denk er nu eerst aan, Dakerlia: gij hebt mij nog niet eens gevraagd
hoe het met mijnen broeder gaat."
Jonkver Wulf, door dezen onverwachten oproep verrast, murmelde eene
onduidelijke verschooning.
"Inderdaad", bevestigde Witta, "al die vervaarlijke geschiedenissen van
den storm op zee en de akelige lijkplechtigheden der Kerels beletteden u
aan Robrecht te denken."
"Neen, neen, ik wist van uwen huisschalk dat zijn meester welvarend is
en reeds dezen morgen, zeer vroeg en opgeruimd van geest, is uitgegaan."
"Opgeruimd van geest? Heeft de schalk zulks gezegd, Dakerlia?"
"Ik meen het zoo te hebben verstaan."
"Hij zal niet wel gezien hebben: mijn broeder is integendeel, sedert
meer dan drie weken, zwaarmoedig en diep treurig zelfs."
"Hij heeft verdriet? Waarom?"
"Ik weet het niet; hij verbergt het mij. Het moet een geheim, een
pijnlijk geheim zijn; want hij is ontevreden en verlegen als ik hem naar
de reden zijner afgetrokkenheid vraag.--Wel poogt hij dan mij te doen
gelooven dat niets hem bekommerd, en veinst hij opgeruimdheid; maar
evenras vervalt hij in stille mijmerij en murmelt treurige woorden in
zich zelven. Nauwelijks waart gij vertrokken, Dakerlia, of mijn broeder
werd dus droefgeestig en zwijgend; nu, sedert eenige dagen is zijn
verdriet nog aangegroeid. De reden daarvan meen ik te kunnen raden.
Verbeeld u, Dakerlia, dat onze oom, de proost van St-Donaas, en Hacket,
de kastelein, zich in het hoofd gestoken hebben mijnen broeder met
Placida Van Woumen te doen trouwen...."
"Mijn God ... trouwen ... wat zegt gij, Witta?" stamelde jonkver Wulf,
sidderend van het geweld dat zij deed om den diepen indruk dezer tijding
op haar te verbergen.
"Het zou voorwaar een eervol huwelijk zijn, Dakerlia. Mher Rijkaard Van
Woumen is een zeer geacht ridder en uiterst machtig bij den graaf."
"Maar die Placida, kent gij haar, Witta?"
"Zeker. Men roemt hare schoonheid. Wel zegt men dat zij trotsch is, doch
dat misstaat eene edelgeborene jonkvrouw niet. Daarbij, zij is eene der
rijkste erfgenamen van Vlaanderen."
"Maar, Witta, haar vader is een Isegrim; een dergenen die samenspannen
met de Tancmars, onze vijanden, en met de Leenheeren, die de Kerels der
Ambachten van hunne vrijheid hebben willen berooven."
"Mijn oom, de proost van St-Donaas, zegt, dat men hem ten onrechte zulks
ten laste legt. Hij heeft integendeel de Kerels bij den graaf
verdedigd."
"Maar, Witta, jonkver Van Woumen moest trouwen met Ghijselbrecht
Tancmar, den rusteloozen vijand der Erembalds?"
"Van dit huwelijk is er geen spraak meer."
"Het is gelijk: Placida is geene Kerlinne; het bloed der verdrukkers
vloeit in hare aderen."
Robrechts zuster, verwonderd over den scherpen toon van Dakerlia's
stemme, aanschouwde haar twijfelend.
"Gij verwondert mij", zeide zij. "Hoe zijt gij nu eensklaps zulke
onverzoenbare Kerlinne geworden? Men zou gaan vermoeden dat gij die
schuldelooze Placida eenen bijzonderen haat toedraagt."
Jonkver Wulf antwoordde niet; zij scheen vertoornd, alhoewel hare
glinsterende oogen vochtig waren en zij zichtbaar geweld deed om
opwellende tranen te bedwingen.
Zij stond op en zeide:
"Ik gevoel mij niet al te wel; ik heb pijn in het hoofd en moet rusten.
Naar huis wil ik gaan."
Witta greep haar de hand en sprak lachende:
"Kom, kom, blijf met mij. Gij veinst! Maar hoe kan toch zulk onbeduidend
nieuws u dermate ontstellen?"
"Robrecht zal ongelukkig zijn."
"Indien hij met jonkver Van Woumen trouwt?"
"Ja, zeer ongelukkig."
"Waarom?"
"Ah, Witta, gij kent haren hoogmoed niet! Zij zal hem later de eer
verwijten die zij meent hem aan te doen door hare hand hem te schenken."
"Hoe toch? mijn broeder is rijker dan zij."
"Ja, maar zij waant zich van edeler bloed dan een Kerel. Nu stemt zij
misschien toe het te vergeten; maar er zijn honderden Isegrims in haar
eigen maagschap, die later haar deze verbintenis met eenen Blauwvoet
zullen verwijten. Arme Robrecht, welk lot voor zijne fiere mannelijke
ziel!"
En bij het uiten dezer laatste woorden legde Dakerlia zich de handen
voor de oogen om de geweldige droefheid te verbergen die haar het hart
beklemde.
Witta misgreep zich over de reden dezer ontsteltenis en voelde zich
geneigd om de vrees harer vriendin te deelen. Zij sprak troostende:
"Nu, Dakerlia, dit huwelijk is nog niet gesloten. Mijn broeder heeft
niet veel lust om te trouwen."
"Heeft hij u dit gezegd?" kreet Dakerlia met eene vonk van blijdschap in
de oogen.
"Neen, duidelijk heeft hij het mij niet gezegd. Hij is ook voor deze
zaak zoo achterhoudend, zoo stilzwijgend met mij! Ik heb reeds eens
eenen geheelen nacht in stilte geweend, omdat ik meende zijn broederlijk
vertrouwen te hebben verloren. Maar, Dakerlia, indien hij verheugd was
over de pogingen die de proost van St-Donaas aanwendt om dit huwelijk
mogelijk te maken, zou dan mijn arme broeder sedert vijftien dagen in
eenzaamheid morren, het hoofd schudden en zijne vuisten wringen, als
drukte hem een pijnlijk gewicht op het hart?"
"Ach, ik begrijp het, Witta: men wil hem dwingen!"
"Gij weet, Dakerlia, dat hij niet licht te dwingen is."
"Maar indien zijn oom, de proost, het gebiedt?"
"Hij zal toch weigeren."
"Hoe weet gij dit?"
"Hij heeft het gezegd."
"U gezegd?"
"Neen, maar ik hoorde eens, op eenen laten avond dat ik voorbij mijns
broeders kamer ging, hoe hij met kracht uitriep: Nooit, nooit! Ik mag
niet, ik kan niet!... Maar hoort gij het kort en snel geblaf van onzen
wolfshond? Gij kent dit teeken: mijn broeder komt!"
Dakerlia beschouwde bevend rondom de kamer, als iemand die onbewust een
middel zoekt om aan eene gevreesde ontmoeting te ontsnappen. Zij stapte
zelfs naar de deur om heen te gaan; maar Witta hield haar terug en riep
lachend uit:
"Maar wat is dit nu, lieve hemel? Zijt gij vervaard van mijnen broeder
geworden? Hij is toch reeds in den gang; gij kunt hem niet beletten u
welkom te heeten."
Nauwelijks was Dakerlia in de zaal teruggeweken, of Robrecht Sneloghe
verscheen in de deur.
Hij was een jong ridder, rijzig van gestalte, sterk van leden, met
schoon gelaat, glinsterende donkere oogen en lange bruine haren. Zijn
degengevest was met gesteente afgezet, en zijn zwierig kleedsel met
kostbaar gouden stikwerk geboord. Konden deze teekenen van rijkdom den
eerbied der mindere lieden voor hem opwekken, zijn open doch mannelijk
aangezicht, iets in zijne uitdrukking, zacht en fier tevens, stemde
iedereen bij den eersten blik tot toeneiging voor hem.
Bij zijne intrede in de zaal onderbrak hij zijnen stap, als verraste de
tegenwoordigheid van Dakerlia hem pijnlijk. Hij schouwde haar zoo diep
in de oogen dat zij beefde onder zijnen blik; maar dan, zijne
ontsteltenis meester wordende, ging hij tot de jonkvrouw, reikte haar de
hand en zeide met eene stem, die eene uiterste moedeloosheid verried:
"Dakerlia, gij zijt terug van de reis? Wees welkom.... Ik hoopte evenwel
dat gij nog meer dan eene maand te Veurne zoudt gebleven zijn."
De jonkvrouw staarde hem verwonderd aan.
"Zulke wensch schijnt u onbegrijpelijk, niet waar, Dakerlia? Ach, er
gaat hier iets gebeuren dat mij verschrikt en doet lijden. Mijn verdriet
kan u slechts bedroeven. Ik ga trouwen, Dakerlia!"
Een smartkreet ontsnapte jonkver Wulf.
"Wat zoet en helder leven sleet ik hier tusschen eene teedere zuster en
eene zoete vriendinne!" zuchtte de jonge ridder, "Dit leven is ten einde
voor mij!"
"Maar, Robrecht, het is nog niet zeker. Gij kunt weigeren! riep Witta.
"Wie heeft het recht om u te dwingen?"
"Weigeren, zuster? Ik heb langen tijd geweigerd; er is niets aan te
doen. Wie kan mij dwingen? Menschen niet; maar mijn plicht jegens
Kerlingaland, jegens de vrijheid. Neen, neen. Mijn vonnis is geveld; en
ik zelf heb het aanvaard. Hoe dit mogelijk, hoe dit onvermijdelijk was,
zal ik u later verklaren, zuster lief. Nu heb ik geenen tijd; men wacht
op mij."
Hij hoorde hoe Dakerlia snikte; hij zag hoe glinsterende tranen van hare
vingeren ten gronde vielen. Het hart klopte hem fel bij het gezicht van
Dakerlia's medelijden mij zijne smart. Tot haar gaande, sprak hij op
diep ontroerden toon:
"Dakerlia, gij beklaagt mij, niet waar? Ik dank u, lieve vriendinne. Het
is een bitter lot zijn leven te moeten slijten met eene vrouw die men
niet bemint en vreest nimmer te zullen beminnen ... maar troost u,
waarschijnlijk bedrieg ik mij. Placida Van Woumen is schoon; er is
goedheid in haar hart. Wie weet? misschien zal ik haar de liefde kunnen
schenken die zij verdient...."
In Dakerlia's oogen, welke zij nu ontdekte, vlamde een vreemde blik. De
ridder begreep hem niet, doch deinsde er van terug en bleef vragend op
de maagd staren.
"Placida?" riep zij, "Placida zal u ongelukkig maken, arme Robrecht!"
"Hoe kunt gij het weten?"
"Mijn hart, mijn hart, dat niet kan liegen, roept het luid."
Mher Sneloghe worstelde in eene pijnlijke verlegenheid tegen zijn eigen
gemoed. Hij deed geweld op zich zelven om door woorden noch gebaren het
gevoel te verraden dat de bron was van zijn verdriet. Dakerlia zou het
in alle geval niet begrijpen, en zulke veropenbaring op dit oogenblik,
ware niet alleen nutteloos, maar zelfs voor allen schadelijk, ja,
misschien misdadig voor God!
Deze overweging deed hem besluiten de lastige, de droeve samenspraak af
te breken.
"Uw medelijden doet u dwalen, Dakerlia", zeide hij. "Jonkver Placida is
beminnenswaardig. Ik moet weder uitgaan en mij haasten. Ongetwijfeld
wacht men reeds met ongeduld op mij. Kom dezen namiddag ... of ik zal
met mijne zuster ten uwent gaan om u te verklaren wat mij tot dit
huwelijk dwingt."
Hij stapte tot eene kas, trok ze open en nam er eene dooze uit welker
deksel met gulden inlegwerk was versierd.
Dakerlia slaakte eenen angstschreeuw, sprong vooruit en rukte de doos
uit zijne handen ... maar, alsof zij besef had van de onbetamelijkheid
harer daad, gaf zij ze spoedig terug. Dan bezwijkende onder hare
geweldige ontsteltenis, liet zij zich op eenen stoel vallen en bleef
daar beschaamd en overvloedig weenend, met den blik neergeslagen zitten.
Eene hevige siddering had Robrecht aangegrepen en eene doffe angstkreet
was hem ontsnapt. Hij aanschouwde haar eene wijl verbaasd en zeide dan
op pijnlijken toon:
"Dakerlia, Dakerlia, indien gij een geheim in uw hart hebt gedragen, o,
verberg het voor eeuwig uit medelijden! Er zijn dingen die, wanneer men
ze weet, ons zoo rampzalig kunnen maken, dat wij elken verderen dag van
ons leven God om den dood zouden bidden als om de verlossing."
Jonkver Dakerlia stond op en, terwijl de tranen nog over hare wangen
rolden, sprak zij snikkend:
"Ik vertrek van hier; ik begrijp mijnen plicht, over den dorpel van
dezen Steen mag ik niet meer treden. Het geheim dat, eilaas, tegen
mijnen wil mij is ontsnapt, zal ik opsluiten in mijn lijdend hart. Wees
gelukkig, Robrecht.... O, mijn God, Placida Van Woumen uwe vrouw! Ik zou
ze zien aan uwe zijde, op de plaats die.... Zinnelooze droom die mij de
zinnen ontstelt! Vaarwel, mher Sneloghe; bekreun u niet om mij: laat mij
ziek worden, verkwijnen, sterven!"
Zij wierp zich aan den hals van Witta en riep tusschen haren koortsigen
zoen:
"Nog eens, nog eens voor de laatste maal!"
En zich uit de omhelzing losrukkende, meende zij haren stap tot de deur
te richten; maar Robrecht hield haar terug en zeide met aangejaagdheid:
"Blijf, Dakerlia, ik smeek u! Gij waant mij gevoelloos voor uwe smart?
Mijn verdriet is dieper dan het uwe. Ach, hadde ik het vroeger kunnen
gelooven! Maar alle hoop is nog niet verloren. Kerlingaland kan de
slachtoffering van ons beider geluk niet eischen. Wees getroost,
Dakerlia. Wij hebben in elkanders hart gelezen. Neen, neen, Placida Van
Woumen wordt mijne echtgenoote niet! Laat mij gaan; ons levensheil kan
afhangen van een enkel oogenblik."
Hij wierp de juweeldoos op de tafel en liep ter zaal uit.
Dakerlia staarde hem achterna; doch, alsof zij geen geloof had in zijne
voorspelling, legde zij welhaast de handen voor de oogen en begon
overvloediger nog te weenen.

VOETNOTEN:
[Voetnoot 1: De kerk van O.L.V. te Brugge was eerst eene kapel, ten jare
745 door St-Bonifacius gesticht.... Haar schoone toren, die voor baak
aan de zeevaarders dient, heeft eerst 442 voet hoogte gehad.
LANSSENS _aloude staat van Vl._, bl. 235]
[Voetnoot 2: Men noemde alsdan eene stad _eene poort_ en de burgers
_poorters_.]
[Voetnoot 3: Bij verkorting zeide men, tot aanzienlijke personen
sprekende, _mher_ voor mijnheer, _ver_ voor vrouw, _jonkver_ voor
jonkvrouw.]
[Voetnoot 4: De woningen van aanzienlijke lieden, meest uit zware
steenen gebouwd en met waaktorens voorzien, noemde men Steenen, welk
woord gelijkstaat met het Fransch _manoir, donjon, castel_.]
[Voetnoot 5: Niet verre van de Fransche stad Boulogne lag alsdan de
vermaarde zeehaven _Witsant_, dus genoemd naar het witte zand der
duinen, evenals nu het Vlaamsche zeestadje _Blankenberghe_.]
[Voetnoot 6: Dat de bevolking der kusten tot onder de muren van Boulogne
Vlaamsch sprak, bewijzen de namen der omliggende dorpen, zooals
Helbedinghem Leubringhem, Santingheveld, Pepelingen, enz.]
[Voetnoot 7: "In diebus illis fuerunt homines quidam clavati sive
clavigeri, quos vulgo _Colvekerlos_ nominatos audivimus, in terra
Ghisnensium habitantes, qui clavati sive vlavigeri a clava dicebantur
agnominati, eo quod non licebat eis aliquod genus armorum nisi clavas
tantum bajulare. Hii siquidem, quadam impropitiationis specie, ab
Hammensibus dominis quasi sub servilis conditionis jugo constricti
tenebantur."
LAMBERTI _Ardensis ecclesiae presbiteri chronicon_, uitgegeven door le
Mis Godefroy Menilglaise, Parijs. 1855, pag. 87.]
[Voetnoot 8: De wijde inham bij Sluis, vroeger de haven van Brugge,
heette men het _Swin_.]
[Voetnoot 9: Nu de haven van Nieuwpoort.]
[Voetnoot 10: Nu Ardenburg.]
[Voetnoot 11:

In deser wijs so hadden die aren,
Valken en de sperwaren,
_Blauwvoeten_ ende smerlen mede
Al vergadert daer ter stede.

Gedicht _van der Vledermuus_.
In het nabericht van den _Reinaert de Vos_, uitgegeven door J.F.
WILLEMS, pag. 384.
Bij JOHANNES LEUNIS, _Synopsis der drei Naturreiche,_ t. I, p. 81, wordt
deze vogel dus opgegeven: _Pandion Haliaetos_. L. Flussadler. Fischaar,
Entenstosser.... BLEINE BLAU.]
[Voetnoot 12: Zie over deze lijkplechtigheden: _Overblijfsels van den
Heidenschen godsdienst onzer voorvaderen_, J. HUYTENS, Messager des
sciences hist. de Gand, annรฉe 1860.]
[Voetnoot 13: "De zeekust van Vlaanderen, die de Noormannen
_Kerlingaland_ noemden." VICTOR DE RODE, _Annales du Comitรฉ flamand de
France_, t. VIII, pag. 51]
[Voetnoot 14: Scharmasax, scarmsax.]
[Voetnoot 15: Zie over de bijgeloovigheid aangaande deze _Drollen_ J.
HUYTTENS, _Messag. des sciences de gand_, 1860.
J.F. WILLEMS, in zijne uitgaaf van _Reinaert de Vos_, haalt de volgende
verzen aan uit _eene genouchelijke clute van nu noch_:
Ic wil u belesen ende besweren
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Kerels van Vlaanderen - 03
  • Parts
  • De Kerels van Vlaanderen - 01
    Total number of words is 4450
    Total number of unique words is 1528
    47.6 of words are in the 2000 most common words
    66.4 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 02
    Total number of words is 4457
    Total number of unique words is 1527
    48.9 of words are in the 2000 most common words
    65.2 of words are in the 5000 most common words
    72.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 03
    Total number of words is 4447
    Total number of unique words is 1387
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    73.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 04
    Total number of words is 4433
    Total number of unique words is 1461
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 05
    Total number of words is 4438
    Total number of unique words is 1311
    50.6 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 06
    Total number of words is 4426
    Total number of unique words is 1435
    49.0 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    74.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 07
    Total number of words is 4475
    Total number of unique words is 1394
    46.9 of words are in the 2000 most common words
    65.8 of words are in the 5000 most common words
    74.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 08
    Total number of words is 4493
    Total number of unique words is 1373
    50.0 of words are in the 2000 most common words
    67.3 of words are in the 5000 most common words
    76.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 09
    Total number of words is 4440
    Total number of unique words is 1282
    51.4 of words are in the 2000 most common words
    69.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 10
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1554
    44.1 of words are in the 2000 most common words
    62.3 of words are in the 5000 most common words
    70.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 11
    Total number of words is 4464
    Total number of unique words is 1476
    47.1 of words are in the 2000 most common words
    65.4 of words are in the 5000 most common words
    72.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 12
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1390
    48.1 of words are in the 2000 most common words
    64.4 of words are in the 5000 most common words
    73.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 13
    Total number of words is 4442
    Total number of unique words is 1396
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    66.2 of words are in the 5000 most common words
    74.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 14
    Total number of words is 4494
    Total number of unique words is 1399
    48.2 of words are in the 2000 most common words
    66.0 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 15
    Total number of words is 4418
    Total number of unique words is 1334
    50.2 of words are in the 2000 most common words
    68.9 of words are in the 5000 most common words
    78.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 16
    Total number of words is 4402
    Total number of unique words is 1493
    42.6 of words are in the 2000 most common words
    60.4 of words are in the 5000 most common words
    68.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 17
    Total number of words is 4459
    Total number of unique words is 1395
    50.3 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 18
    Total number of words is 4502
    Total number of unique words is 1311
    52.0 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 19
    Total number of words is 4524
    Total number of unique words is 1444
    47.3 of words are in the 2000 most common words
    67.1 of words are in the 5000 most common words
    73.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 20
    Total number of words is 4439
    Total number of unique words is 1378
    48.5 of words are in the 2000 most common words
    65.3 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 21
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1387
    48.3 of words are in the 2000 most common words
    65.6 of words are in the 5000 most common words
    74.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 22
    Total number of words is 4491
    Total number of unique words is 1349
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.7 of words are in the 5000 most common words
    75.7 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 23
    Total number of words is 4485
    Total number of unique words is 1427
    46.8 of words are in the 2000 most common words
    63.4 of words are in the 5000 most common words
    70.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 24
    Total number of words is 4477
    Total number of unique words is 1329
    49.7 of words are in the 2000 most common words
    67.7 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 25
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1372
    48.8 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 26
    Total number of words is 4463
    Total number of unique words is 1429
    48.6 of words are in the 2000 most common words
    66.3 of words are in the 5000 most common words
    75.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 27
    Total number of words is 4466
    Total number of unique words is 1448
    46.0 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 28
    Total number of words is 4445
    Total number of unique words is 1379
    47.4 of words are in the 2000 most common words
    66.1 of words are in the 5000 most common words
    74.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 29
    Total number of words is 4563
    Total number of unique words is 1320
    49.3 of words are in the 2000 most common words
    66.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 30
    Total number of words is 4490
    Total number of unique words is 1375
    49.6 of words are in the 2000 most common words
    68.3 of words are in the 5000 most common words
    76.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 31
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1440
    47.2 of words are in the 2000 most common words
    65.7 of words are in the 5000 most common words
    73.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 32
    Total number of words is 4492
    Total number of unique words is 1476
    46.2 of words are in the 2000 most common words
    64.1 of words are in the 5000 most common words
    72.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 33
    Total number of words is 4441
    Total number of unique words is 1413
    45.5 of words are in the 2000 most common words
    64.5 of words are in the 5000 most common words
    72.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 34
    Total number of words is 4476
    Total number of unique words is 1394
    47.5 of words are in the 2000 most common words
    67.8 of words are in the 5000 most common words
    75.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 35
    Total number of words is 4549
    Total number of unique words is 1370
    46.1 of words are in the 2000 most common words
    62.7 of words are in the 5000 most common words
    71.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 36
    Total number of words is 4452
    Total number of unique words is 1428
    48.0 of words are in the 2000 most common words
    67.6 of words are in the 5000 most common words
    75.3 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 37
    Total number of words is 4444
    Total number of unique words is 1319
    49.8 of words are in the 2000 most common words
    68.5 of words are in the 5000 most common words
    77.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Kerels van Vlaanderen - 38
    Total number of words is 3206
    Total number of unique words is 1273
    43.6 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    65.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.