De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22

Total number of words is 4680
Total number of unique words is 1469
40.7 of words are in the 2000 most common words
54.6 of words are in the 5000 most common words
63.2 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
goed als de ander, vindje niet, Stoffel?
--Ja moeder.
--'t Is om 'r griezelig van te worden, als ik bedenk dat zoo'n kerel nu
in Amerika van myn geldje den prins speelt. Maar, Wouter, jy hebt ook
schuld. Jy had me moeten waarschuwen dat de man niet deugde. Kon _ik_
't weten, ik arme weduw die hier in m'n huiswerk zit?
--Moeder, ik wist het ook niet.
--Je had dan maar beter moeten opletten. Maar je geeft er niet om of
je moeder aan 't bedelen raakt. En, Stoffel, wat zullen we nu met
'm beginnen? Naar zee gaat-i _niet_, dat zeg _ik_! Ik kan 't voor
God niet verantwoorden dat-i aan boord van zoo'n schip onder allerlei
soort van volk komt, niet waar, Stoffel?
--Ja, moeder.
--En dat-i daar vloeken leert...
--Zeker, moeder.
--En z'n geloof kwyt raakt! Want, dit zeg ik maar, wie niet by z'n
geloof blyft ...wat zeg jy, Stoffel?
--Ja, moeder, 'n mensch moet altyd by z'n geloof blyven.
--Honderd gulden! 't Waren zeeuwen ... ik zie ze nog! Wat heeft zoo'n
gemeene kerel 'n protestantsch jongetje te vragen?
"Wel," veroorloofde zich Wouter te denken, de man bleef by z'n
"geloof."
Maar aan de ontleding van den zotteklap zyner moeder besteedde hy
minder moeite dan aan byna alles wat tot hem kwam van buitens'huis. De
_blunders_ in redeneering waaraan z'n verwanten zich schuldig
maakten, waren zoo menigvuldig dat-i er aan gewoon was geraakt en uit
vermoeienis de taak had opgegeven daaruit wys te worden. Eén woord van
Holsma of oom Sybrand strekte hem tot tekst van lange overpeinzingen,
maar de _bitjara kossoeng_ van z'n familie maakte niet veel meer
indruk op hem dan 't gegons van 'n byenzwerm.
Iets minder gewoon was-i nog altyd aan onzin die door anderen geuit
werd, al stonden ze dan niet hooger dan z'n huisgenooten. Juffrouw
Laps, byv. was hem 'n wel onbehagelyk, maar toch de nieuwsgierigheid
prikkelend, studie-exemplaar. En z'n belangstelling in 't oplossen
van de raadseltjes die ze opgaf, werd te grooter naarmate hy meer
acht-sloeg op 't gebrek aan samenhang of overeenstemming in haar
manieren.
Sedert eenigen tyd bezocht zy de Pietersens drukker dan ooit, en
telkens onderging Wouter by die gelegenheden 'n reeks van tegenstrydige
indrukken. Ze was bar, nydig, en te-gelyker-tyd weer op-eens ... och,
er was niet uit het schepsel wys te worden.
Het heldenfeit met de tabak was gedeeltelyk bekend geraakt. Wouter
had eerlyk de vyf stuivers verantwoord, die hem van den providentieel
gespaarden schelling waren overgebleven...
Twee jaren geleden zoud-i dit niet gedaan hebben. Doch sedert dien
tyd had zich 't besef van ridderlykheid in hem ontwikkeld. Tegen 'n
flinken roover zag-i nog altyd eerbiedig op, maar 't weg-grissen van
'n paar stuivers ... hy vond dat-i daartoe nu te groot was geworden. De
helden uit z'n boeken zouden zich over hem geschaamd hebben.
Hoe dit zy, 't uitgeven van den eenen stuiver waarmee de veteraan moest
getroost worden over 't gemis van de verteerbare Landen en Steden die
anders z'n gewoon voedsel uitmaakten, drong Wouter tot het aanroeren
van 't gebeurde. Hy sloeg in z'n relaas van de zaak, 't gevaar dat-i
geloopen had, over. En ... niet uit bescheidenheid. Hy had gaarne
wat gestoft op z'n moed, maar voelde dat de kans op afkeuring van z'n
verkwisting, grooter was dan die op lof over z'n ... ja, hoe moet ik
't noemen?
De door hem begane afwyking van spaarzaamheid werd dan ook zeer kwalyk
genomen, en 't was wel gelukkig voor hem dat-i de by-omstandigheden
niet had aangeroerd, waardoor z'n onpartydige mildheid was bestempeld
geworden tot uittarting.
--Denk je dat de stuivers my op den rug groeien? vroeg z'n moeder. Jy
verdient immers geen duit! Mag jy tabak koopen voor ouwe soldaten? Moet
ik nog meer ten-onder, na de honderd gulden die je me weer gekost hebt?
By zulke toespraakjes viel 't Wouter zeer moeielyk, de toonhoogte van
z'n ziel behoorlyk gestemd te houden. En dit lukte dan ook niet. Hy
antwoordde weinig of niets. Wat het ergste was, hy vond in zichzelf
geen steun, want ... z'n moeder had niet geheel-en-al ongelyk!
Edelmoedigheid is 'n versnapering waarvan men zoo min mag snoepen
als van andere lekkerbeetjes. Al zag nu Wouter dit nog niet in,
toch voelde hy z'n onvermogen zich grondig te verdedigen tegen de
beschuldigingen die z'n moeder tegen hem inbracht.
Dat zy niet in-staat zou geweest zyn de oorzaken te begrypen die
hem tot handelen opwekten, deed minder terzake. Maar hyzelf gaf
zich daarvan geen rekenschap, en hy stond dus weerloos tegenover de
bewering dat-i gehandeld had als 'n gek. Dit werd te erger toen men
de aanklacht overbracht op 't laagste terrein dat men kiezen kon,
op kinderachtigheid.
De moeder had het woord: "verkwisting" uitgesproken, maar Stoffel
zette haar te-recht:
--Né, moeder, dàt is het niet. De zaak is dat-i zoo achterlyk blyft
in alles. Hy weet nog niet met geld omtegaan, dàt is het!
--Precies! Hy weet nog niet met geld om te gaan. Alle andere kinderen
van zyn jaren ... als ze-n-'n stuiver hebben, wat doen ze? Ze bewaren
hem. Of ... ze koopen er wat voor. En hy? Wat doet-i? Hy geeft hem
weg! Zal je dan nooit verstandig worden, jongen?
Misschien was Stoffel's opmerking niet kwaad gemeend, maar ze
wondde Wouter diep. Een "verkwister" is dan toch altyd 'n persoon,
'n man. Was men maar zoo goed geweest, hem dáárvoor uittemaken!
"_Prodigue, prodigue_... asjeblieft _prodigue_!" mompelde hy
treurig. Want--tot verbazing van den lezer misschien--hy kende
dit woord.
In een der omnibus-slaapkamers hing 'n stelletje grof gekleurde platen
die de parabel van den verloren zoon voorstelden. 't Was 'n fransche
uitgaaf, en door vergelyking met de Schrift, verkeerde de heele familie
langen tyd in de vaste meening, dat de daarop voorkomende uitdrukking:
_prodigue_ niet anders kon beteekenen dan "verloren." Dit had dan ook
Stoffel tegen een van z'n kollegaas beweerd, die hem met behulp eener
dictionnaire beter inlichtte. Na veel gekibbel over de goddelooze
fransche drukfout ...
--Want: "verloren" stáát er, zei juffrouw Pieterse. En wat in de
Schrift zelf staat, zal toch wel waar zyn.
...na eenig tegenstribbelen dan, wilde men wel aannemen dat de
beteekenis van 't woord _prodigue_: "verkwister" wezen kon. En in
die benaming had Wouter veel zin.
_Eerste tafereel._ De zoon die bezig was met... verkwisten en
verloren-gaan, neemt afscheid van z'n vader. De oudeheer had 'n
purperen tabbert aan. Mooi genoeg. Maar de verkwister zelf ... o hé! Er
fladderde hem 'n mantel om de schouders--'t scheen erg te waaien in
dien zuilengang!--'n mantel ... prinselyk! En z'n turksche broek was
van puur goud! De jongen had 'n krommen sabel op-zy, en op z'n hoofd
'n tulband met aigrette ... zeker 'n onix, of sardonix, of paarl,
of ... edelsteen! Men kan er den geleerden Schrant op nalezen. Zulke
zaken kosten niets op 'n prent.
De oudeheer keek verdrietig--en daarin had de man geen ongelyk--maar
... al die beladen kameelen! En die slaven! En al die toestel voor 'n
verre, verre reis! 'n Pikzwarte knecht hield 'n paard by den toom. 'n
Ander den stygbeugel, en scheen te manen: "komaan, verloren-gaande
zoon, styg op! We worden gewacht op de tweede prent!"
Welk jongetje zou niet graag zoo'n verloren zoon willen zyn? Die
kromme sabel alleen was de zonde waard.
_Tweede tafereel._ Hm ... _scabreus!_ Nu ja, maar niet voor Wouter,
die in z'n onnoozelheid geen gewicht hechtte aan al de zonderling
opgesierde juffrouwen op de plaat. Hoofdzaak was dat er dapper gegeten
en gedronken werd, en 't gezelschap scheen eensgezind, want dat eene
meisje in glimmend satyn, hing allervriendelykst over den schouder
van den verlorene. "Liever zóó verloren, dan anders gevonden" moest
de indruk zyn dien 't feest maakte op de verbeelding van 'n kind. De
ware beteekenis van het tafereel dat zich inspande om afschrik van
liederlykheid inteboezemen, ontsnapte aan Wouter's opmerking. Of
liever, hy _wist_ wel wat het beduidde, maar ... _voelde_ anders. En
alweer was z'n hoofdindruk dat-i met genoegen de betrekking van
verloren jongetjen aanvaarden zou. Wat hem 't meest aantrok was noch
de spys en drank waarmee de tafel overladen scheen, noch vooral de
zondig-gekleurde wangen van de dames die zich bezig-hielden met doen
verloren-gaan. Neen, hy was nayverig op de onburgerlyke losheid van
't gezelschap. Om ten-overvloede den aanschouwer te doordringen van
't begrip: _verkwisting_, had de teekenaar 'n wynvaas doen omwerpen
door 'n paar jachthonden...
Jachthonden ook! Dus: jacht! O, goden, 't is te veel!
...de wyn stroomde, en ging verloren alsof-i zelf 'n wegloopende zoon
was. Dit beviel Wouter byzonder. Niemand van de gasten bemoeide zich
met zoo'n kleinigheid, zelfs de schenkers niet. 't Had eens moeten
gebeuren in den huize Pieterse, al was 't maar met 'n dubbeltjes-kruik
scharrebier geweest!
_De teekenaar spreekt:_ "meent ge dat ik den verleidelyken indruk
van zulke schetsen niet voorzag? Wordt ze niet uitgewischt door wat
er volgt?"
Volstrekt niet! Zie maar:
_Derde tafereel. Heerlyk!_ Hoe romantisch is die wildernis! O, wie
daar zoo mocht zitten op 'n rots, starende in de onpeilbare diepte van
't verschiet, en ... alléén!
Denken, denken, denken!
Geen meester of moeder, geen broêr of patroon schryft daar voor
wat men te doen hebbe met z'n hart, z'n tyd, z'n elbogen, en z'n
broek! De jonge man op 't plaatje had er geen aan, en men kon duidelyk
bespeuren dat-i zich niet geneeren zou straks met uitgestrekte armen
en beenen zich op z'n rug te leggen, om zon, maan en sterren te laten
voortdryven voorby z'n wydgeopende oogen! Men kon wis 'n dubbel stel
longen gebruiken in zoo'n ruimte, en ook de ziel zou onbelemmerd in
zich opzuigen wat ze verkoos. Wouter vroeg zich af waaraan hyzelf
denken zou, als-i 't eens mocht gebracht hebben tot zoo'n verheven
keizerschap over 't onmetelyk Ryk: eenzaamheid!
Hm! Op dat rotsblok daar naast hem kon z'n Femke zitten! O, goddelyk
verloren-zyn ... met haar! Het begon hem te verwonderen dat er maar
één verloren zoon in de Schrift voorkwam. Van alle zonden kwam hem
'n wèl-gekonditioneerde verkwisting de aanlokkelykste voor.
En de woestyn was zoo... dragelyk. Er stonden boomen in. Die zou men
beklimmen als men terdeeg verloren was, en van de takken bouwde men
dan handig 'n hut ... voor Femke, natuurlyk.
De verkwister op de prent scheen hieraan nog niet gedacht te
hebben. 't Is waar ook, waarom was de groen-satynen juffer niet by
hem? Er zal afgesproken zyn dat ze hem straks komt opzoeken, dacht
Wouter. Ze zal nog niet geheel gereed wezen met 'r verkwisting. Och,
dat ze zich haasten mocht! Hy wacht haar met smart. Maar dit is ook
't eenige verdriet dat 'n rechtgeaarde verkwister uit de profane
wereld meeneemt in de prettige woestyn.
Toch moet ik erkennen dat de varkens waarmee de prent gestoffeerd was,
er leelyk uitzagen. De moralizeerende teekenaar had de arme dieren
gekozen tot schildhouders van de zonde, en dus hun physionomien bedeeld
met waarschuwende trekken. En ook de trog had 'n onsmakelyk voorkomen.
--Als 't my gebeurt, neem ik schapen mee, zei Wouter, en Femke zal
ze kammen!
De teekenaar moet alzoo toestemmen dat zelfs het derde tafereel
niet toereikt om behoorlyken afschuw inteboezemen van verkwisten
en verloren-gaan.
Maar ... 't _vierde_? Evenmin! Minder nog!
Die oudeheer is allervriendelykst, en we zyn weer in de zuilengang,
waar zoo-even die kameelen zoo geduldig stonden te wachten. Een van de
thuisgebleven slaven klapt in de handen, en slaat de oogen ten-hemel
... uit blydschap zeker dat het Woutertje van de prent terug is.
Maar... _hy?_ De wezenlyke Wouter? Teruggekeerd? Vriendelyk ontvangen
in z'n allerprettigsten rang van gewezen en genezen verkwister? Niets
van dit alles!
Kameelen? Neen! Schapen in de woestyn? Neen! Ach, neen, geen onkambare
zwynen zelfs!
En dan dat geslachte kalf! Dáárin lag de snydende tegenstelling met de
burgerlykheid die Wouter beknelde. Juffrouw Pietersen slachtte nooit
iets, en nam by Keesje's vader osselappen op 't weekboekje. Slechts
nu-en-dan by hooge uitzondering 'n ribstuk.
Op 'n heel kalf was geen kans, of men verloren was geweest of
niet. Maar dit belette toch niet dat de rang van verkwister hooger
stond dan die van kleinen dommen jongen die nog niet weet omtegaan
met geld!
En zie, ditmaal had-i aan z'n vriendelyke vyandin Laps iets te danken,
dat hem weer 'n beetje bemoedigde. Zy namelyk haalde inderdaad
de Schrift by de zaak, toen deze haar--op z'n pietersens!--werd
medegedeeld. _Zy_ sprak wel degelyk van varkenshoeden. Wouter had
graag geantwoord:
--Goed, wèl, best, juffrouw Laps, asjeblieft! Maar ... och, mogen
't deze keer geen schapen zyn?
Hy begreep heel goed dat ze niet gevoelig zou wezen voor 't beoogde
kammen, en dus ook niet voor 't blauwzyden halsdasje dat Femke's
lievelingslam zoo snoepig staan zou.
Maar ... 'n verkwister wàs-i, verzekerde 't mensch.
Goddank!


_Toulon est là_! Woedende uitval van den auteur tegen
monologen, met 'n afschrikkend voorbeeld ter adstructie. (_De
uitval is gesupprimeerd, en de lezer krygt vandaag alleen
't voorbeeld._) Gesprekken op den _Olymp_, waarby _Jupiter_
't wel eens zou kunnen te-kwaad krygen als-i zich waagde aan
'n antwoord. Boterammen, onderbroeken, yverzucht en 'n pastoor,
alles opgeluisterd door volslagen absentie van godzaligheid.

--Ja juist, dat zeg ik ook altyd, antwoordde juffrouw Pieterse. Want,
wat doet-i? Hy verkwist z'n moeders goed. Als die man pruimen wil,
laat 'm zelf tabak koopen. Daarvoor wordt-i door den koning betaald. Ik
heb altyd zuur moeten werken voor m'n boeltje, niet waar, Stoffel?
--Zeker, moeder! Maar ik blyf er by dat het 'n kinderachtigheid van
Wouter is.
--Net wat ik zeg, 'n kinderachtigheid!
--Mensch, je bent er niet! riep de oefenaarster. Ik zeg je dat-i
recht-toe loopt op den trog van Lukas 15. Draf zal-i eten! Meenje dat
de Heer z'n gelykenissen verkeerd maken zou? Stuur 'm 'ns by me. De
fout ligt aan de dominees, geloof me, heel alleen aan de dominees. Ze
verklaren de Schrift niet. Dàt is het! Zend 'm 'ns by me.
--Als ik in-gods-heeren-naam maar wist waaròm hy zulke dingen doet!
--Waarom? Wel, weet je dàt niet? Uit hoogmoed...
Ze sprak de waarheid!
... uit puren klinkklaren hoogmoed! Precies Belsasar, of ... Sanherib,
of ... Nebukadnezar, of ...
Och, hoe dankbaar was Wouter voor al die koninklyke vergelykingen! Wat
was de artseny zoet, die juffrouw Laps hem toediende! Als-i op dat
oogenblik 'n briefje te schryven had gehad--aan Femke liefst!--zoud-i
zeker geroemd hebben: "begryp eens hoe ik gegroeid ben! Ik ben zoo
slecht als drie oude koningen met hun allen!"
En dan te worden uitgescholden voor kinderachtig!
--Hoogmoed! zei juffrouw Laps. Hy is goud van boven, yzer in het
midden, en z'n voeten zyn van klei. De Heer zal 'm wis en zeker
omgooien! Stuur 'm 'ns by me.
De uitnoodiging om den modernen koninklyken booswicht by haar in
de leer te doen, werd zoo dikwyls herhaald, dat men tenlaatste wel
genoodzaakt was, daarop iets te antwoorden. Noch de moeder, noch
Stoffel hadden den moed, Wouter's wegblyven voor hun eigen rekening
te nemen. De grief van de weigering moest neerkomen op hèm.
--Maar, m'n lieve juffrouw Laps, de jongen wil niet! Koppig is-i
... o! Wat moet ik doen met zoo'n kind?
Wouter was te zacht om z'n moeder openlyk aanteklagen van valsheid. By
elke gelegenheid immers bleek hem dat zy even afkeerig was van
lapsisch-theologischen invloed als hy-zelf. En nu? Ze hield zich
alsof ze...
Maar dit was weer een van de inkonsekwentien die by karakterlooze
menschen elk oogenblik voorkomen, en waaraan-i dus gewoon was
geraakt. Hy wist zeer goed wat er zou geschied zyn indien hy 't gewaagd
had zich in dit geval te beroepen op 't oordeel van z'n moeder. In
tegenwoordigheid van Laps zou men z'n opmerking bedolven hebben
onder 'n stortvloed van verwytingen over z'n "brutaligheid." En na
't vertrek van 't schepsel, had men hem gezegd:
--Je bent toch 'n dom kind! Begryp je dan niet dat ik 't mensch toch
niet in 'r gezicht zeggen kan dat ik 'n hekel heb aan haar geoefen?
Hy zweeg dus. Doch zie, gedwongen om weer en weer en nogeens
optehalen van z'n vergryp, ontsnapte hem 'n eenvoudig woord waaruit
z'n belaagster 'n vroolyk [Greek: heurêka] wist te putten.
--De man wou tabak hebben, zeid-i, en niemand durfde hem iets geven,
en toen ...
Juffrouw Laps wist genoeg. Wouter was háár! Of althans, ze wist nu
waar _Toulon_ lag, en van welken kant de vesting kòn genomen worden
... als ze neembaar was!
--Nu, als-i dan geen pleizier heeft om by me te komen moet je 'm niet
dwingen, zei ze op allerzachtmoedigsten toon, by 't weggaan. Ferseeren
helpt niet. Men moet ieder z'n eigen sinnigheid laten. Ik geloof
werachtig dat jelui 't kind te veel besikkeneert. Lieve god, wie zal
nu zoo'n bereddering maken om 'n stuiver!
--Dat zeg ik ook, antwoordde de moeder. 't Zou waarachtig wel lyken
of 't me daarom te doen was! Zoo nauw komt het er, goddank, niet op
aan! We kunnen altyd nog wel 'n stuiver missen, wat zeg jy, Stoffel?
--Ja, moeder, maar 't wordt toch tyd dat Wouter...
--Komaan, wat 'n geseur om 'n pruimpie tabak! De Heer zal 't
zeventigmaal-zeventigmaal weerom geven! "Zoo wat ge den minsten myner
broederen gedaan hebt...
Met deze veelbelovende teksten op de lippen, verliet juffrouw Laps
't verbaasde gezin. Men rekende haar den voorspelden hemelwoeker niet
hooger aan dan onder Christenen gebruikelyk is, maar vond het vreemd
dat ze op-eens zoo inschikkelyk was geworden.
Ja, ja, 't is zoo makkelyk niet, juffrouw Laps te doorgronden, en
... sommige anderen!
De moeite die zich de Pietersens getroostten om 't raadseltjen
optelossen dat juffrouw Laps scheen optegeven, was niet zeer groot. Ze
waren aan niet-begrypen te gewoon om zich intespannen tot de verklaring
van dat zonderling laveeren. En ook Wouter bekommerde zich minder over
de oplossing, dan schynbaar van z'n lust in stiptheid en z'n begeerte
om te _weten_, had kunnen verwacht worden. De oorzaak hiervan lag in
zekere overstelping van indrukken, die hem belette zich met 'n bepaald
vraagstuk bezig te houden. Z'n gemoed zag er uit als 't naaikistje van
'n goedige moeder, waarin de kinderen gegrabbeld hebben.
De zaden die in hem gestrooid werden, waren van onderscheiden
soort. Dit nu is by ieder en altyd het geval. Maar 't grootste gedeelte
paste niet by den grond waarop ze vielen, en onze kleine beginner in
't Mensch-worden was 'n te onbedreven hovenier, om uitterukken wat
niet deugde en te ordenen wat bruikbaar was.
Alleen met betrekking tot de eigenaardigheid van z'n gaven en
streven--_Trieb!_--lag in dit alles iets byzonders. Overhoop gehaalde
ziele-werkdoosjes vindt men overal, maar niet overal werkt zoodanige
verwarring even schadelyk.
De regeling der indrukken die Wouter's weinigje ondervinding had
te-weeg gebracht, zou niet moeielyk gevallen zyn, wanneer slechts die
indrukken niet waren vergezeld geweest van z'n voorbeschiktheid tot
zedelyk en verstandelyk zwaartillen. Hem kleefde een zeldzame fout
aan: hy was 't omgekeerde van lichtzinnig, en deze hoedanigheid had
nagenoeg hetzelfde gevolg als we gewoonlyk by het tegenovergestelde
waarnemen. Verward in de menigte der zaken die hy niet begreep, gaf-i
moedeloos de poging tot verklaring op, en scheen dus gelyk te staan
met de meeste anderen die aan opheldering geen behoefte voelen.
Maar deze gelykstelling ging niet in-àllen-deele door. Wouter
_berustte_ niet. Hy verwachtte licht, hy wachtte licht, en de spanning
die hem hierdoor veroorzaakt werd, was pynlyk.
Zonderling dat hy in zulke stemmingen altyd behoefte voelde z'n
onbegrepen leed te klagen aan Femke.
Door allerlei toeval kreeg-i haar niet te zien. Wel twaalf keeren had
hy zich moeite gegeven haar te ontmoeten, door in den omtrek van haar
huisje heen-en-weer te loopen. Maar altyd te-vergeefs.
By deze gelegenheden wond-i zich op tot ... redenary. Hy maakte aan-
en toespraken gereed, waarmed-i zich tot het meisje wenden zou, en
wanneer ik daarvan den _juisten_ tekst geven kon, zou ik 'n heerlyk
hoofdstuk geleverd hebben van menschenstudie. Maar dit kan ik niet.
Toch wil ik het by benadering beproeven.
Nogeens op volkomen juistheid maakt m'n schildering geen aanspraak.
--Och, Femke, ik ben zoo bedroefd. Denk je dat ik weer ziek worden
zal? Zou je dan by me komen? Doe het niet! M'n moeder houdt niet van
je ... doe 't niet, Femke! Laat me sterven, en vraag maar aan de buren
waar ik begraven ben. Wil je dan 's avends op m'n graf komen? Eens
maar, ééns! Want ik begryp wel dat je niet dikwyls komen kunt, om de
bleek, en om al je werk, en om je moeder, en om de menschen, die 't
gek zullen vinden als je komt kyken naar 't graf van 'n kleine jongen.
Maar, Femke, zoo heel klein ben ik niet meer! Ik word gauw zestien,
en heb 'n deenschen matroos gezien, die 'n zwaren baard had, en
kleiner was dan ik ... wezenlyk!
Als ik ziek word, wou ik zoo graag dat ze 't behangsel veranderden. Die
bloemen en strepen hinderen me zoo! En er is een bloem die gescheurd
is, en ze lykt ... nu eens op 'n gebroken toren, dan weer op twee
vechtende mannen. En ik wou dat ze op jou geleek, maar 't gáát niet! En
dan maak ik me driftig dat die bloem niet veranderen wil van vorm. En
dan voel ik dat ik dom ben, want ... ze kàn niet! En dan word ik nog
driftiger ... over m'n eigen domheid, begrypje?
Och, Femke, ik geloof zeker dat ik weer ziek wordt! Het sterven is
niet treurig, dunkt me, maar dat ziek-zyn is zoo vermoeiend!
Zeg, waarom zou God de menschen niet tot zich roepen in volle
gezondheid? Waarom komt men met allerlei kwalen in den hemel? Ik wou
juist zoo graag heel flink wezen als ik God zag voor 't eerst!
Ik kan niet gelooven dat ik de oogen zou neerslaan, zooals in den
bybel staat! Waarom zou hy 't áánzien zoo moeielyk maken! 't Is
onvriendelyk! Eerst verlang ik naar hem--om allerlei vragen te doen,
weetje?--en als ik hem dan eindelyk te zien kryg, zoud-i me terstond
blind schitteren? Femke, ik geloof het niet!
En als het tòch waar is ... weetje wat ik dan zeggen zal? Dan zal ik
zeggen: God, dáártoe ben ik niet gestorven! Niet dààrvoor kwam ik
in den hemel! 't Was donker in de bedstee waar ik ziek lag, en die
bloemen plaagden me zoo, en ik begreep zoo weinig, en nu ik eindelyk
goed en wel hier ben--in den hemel, weetje, Femke--nu kryg ik niets te
weten, en alles blyft even verward, en niets gehoorzaamt m'n wil, en
in-plaats van licht dat helderheid geeft, zou ik hier m'n oogen moeten
sluiten voor 'n licht dat alles even donker maakt als in m'n bedstee...
Ik doe het niet, Femke. Ik doe het _niet_! Ik sla m'n oogen _niet_
neer!
En al zou God zeggen dat ik brutaal was, en dat ik daarom niet blyven
mocht in den hemel, ik doe het _niet_!
Want, zieje, waarom wou ik altyd zoo graag by God wezen? Wèl, juist
om alles te _weten_.
En als dàt niet kan...
Ieder moet handelen naar z'n overtuiging. Dàt zal ik ook aan God
zeggen. Dat zal ik hem heel goed zeggen!
Ik wil hem vragen waarom-i de Grieken niet helpt? Gut, Femke, ze
vechten zoo! En ik wou er zoo erg graag by wezen. Maar ik moet eerst
nogeens in den handel.
Ik heb je nooit zien voorbykomen op den _Zeedyk_, en ik was er bly
om. Als ik je gezien had...
Ja, dat zou wel prettig geweest zyn, als ik maar niet juist m'n
kerfbuis had aangehad...
Maar toch, ik zou je verzocht hebben nooit weer in die buurt te
komen. Want... daar loopen veel matrozen die soms... onfatsoenlyk
zyn. Voor my was 't niets, weetje--gut, ik kan zelf al vloeken, en
gemeene woorden weet ik ook!--neen, voor _my_ was 't niets! Ik heb eens
"godverdomme" gezegd tegen 'n Rus die me slaan wou. 't Is heusch waar
dat ik zestien word in September, en ik zou best naar Griekenland
durven gaan, vooral by 't paardenvolk, omdat men dan gauwer by de
Turken is. Op den _Zeedyk_ heb ik met één hand den winkeltrap over
de toonbank gezet, en m'nheer Motto zelf zei dat ik veel sterker was
dan-i gedacht had.
En vind jy 't ook zoo erg slecht van me, dat ik aan dien ouden
soldaat...
Nu, ook dàt wil ik aan God vragen! 't Zal me benieuwen wat-i zegt. Ik
kon al die menschen te-gelyk niet verstandig maken...
De "massa" is niet dom, Femke, maar ze is...
Hoe zal ik je dat nu uitleggen? Als de jongens steenen op je
bleek gooien, zyn dan die steenen verstandig? Wel neen! Zyn
ze dom? Ook niet! 't Zyn maar gegooide steenen. Begryp je 't
onderscheid wel, tusschen dom of verstandig, en... niet-dom of
niet-verstandig... niemendal?
O, en hoe 't afgeloopen is met Jakob Claesz! Dat zal ik vragen. En
waarom God hem niet geholpen heeft? Als-i maar z'n been had
gebroken, even voor 't uitzeilen. 't Had God maar één woord hoeven te
kosten! Neen ... niet eens 'n woord. Hy heeft maar te willen! Och,
men kan zoo gemakkelyk voor alles zorgen, als men almachtig is! En
daarom wou ik zoo graag ... wat grooter zyn.
En jy zou prinses wezen. Niet omdat ik grootsch ben, maar... dan
kon je my beter helpen in alles. We zouden samen alles uitroeien wat
verkeerd is, en de menschen dwingen om goed te zyn, en ... nooit iets
te zeggen wat niet precies waar is.
Waarom zorgt God er niet voor, dat ze de waarheid zeggen? Vraag 't eens
aan pater Jansen. Maar myn ... dominee--onze paters heeten dominee,
weetje!--myn dominee gaf me nooit 'n antwoord dat ik begrypen kon.
Weetje wat-i zei? Hy zei dat God groot was, maar ... we begrypen hem
niet! Waartoe dient dan de katechizatie? En wat hebben we aan z'n
grootheid, als ze onbegrypelyk is? Daar zit juist de zaak... ik wou
hem wèl begrypen! En jy zeker ook?
Vind jy 't mooi van God, dat-i zoo onbegrypelyk is? Je moet denken:
hy is almachtig, en kon dus heel eenvoudig...
Kyk, de zaak is zoo, Femke. Hy kan zeggen: daar _zy_ begrip, en er
_is_ begrip!
Want ... begrip en licht is 'tzelfde, weetje!
En, Femke, denk eens, als ieder altyd alles begreep, zouden er geen
slechte menschen meer zyn. En dan kon de koning wat rust nemen, want
ieder zou zonder bevel of verbod, precies weten wat-i te doen en te
laten had! Zou je dat niet mooi vinden?
't Is waar, dan hoefde ik niet naar Griekenland! Want alle Turken
zouden dan op-eens ... christenen worden, en aan niemand kwaad doen...
Maar ... christenen doen ook wel eens kwaad. Hoe komt dit toch,
als hun geloof zoo goed is als ze zeggen? ik kan je wel twintig
oorlogen noemen--met de jaartallen er by, Femke!--van christenen
tegen christenen. Hoe vind je dàt?
En by elken oorlog bidden ze aan beide kanten.
Hoe redt God zich uit al die gebeden? Hy mag niemand in nood laten,
die gedoopt is en hem wat bidt om Jezus' wil. Ik zal 't hem vragen.
Als ik er ben--in den hemel, meen ik--en ze bidden dan weer zoo
tegen elkaar in ... weetje wat ik zeggen zal? Ik zal zeggen: houd
eerst op met vechten! Dan zal _ik_ zien wie gelyk heeft, en ieder
't zyne geven naar behooren.
Want dat eeuwige vechten is te ruw. 't Is Turkenwerk. Menschen van
goed geloof kunnen op beter manier te weten komen wat recht is.
Maar God schynt er niet op te letten. En dit zal ik hem flink zeggen
... als ik ziek word van verdriet, en sterf, en in den hemel kom.
Hy wéét niet hoe raar 't hier op aarde soms toegaat, en denkt misschien
dat alle menschen precies leven naar de Schrift. Dat is niet waar! Ik
zal 't hem zeggen.
En ook ... dat er 'n nieuwe Schrift noodig is. Een beetje duidelyker,
weetje? En al die koningen Israels hoeven er niet in. Dat geeft
niemendal! Zou jy 'r beter om bleeken, Femke, als je de namen wist van
al de bleekmeisjes uit den ouden tyd? Gut, dat doet er zoo weinig toe!
Maar wèl zou 't goed zyn als je wat beter zeep had--ze ruikt zoo!--en
als de jongens niet met steenen gooiden. God moest maken dat ze geen
pleizier hadden in kwaaddoen, en dat de zeep...
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.