De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20

Total number of words is 4525
Total number of unique words is 1611
36.0 of words are in the 2000 most common words
51.8 of words are in the 5000 most common words
58.6 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
was immers de vraag of ze wel behoorlyk protestantsch waren, en de
voorgeschreven lust in werken hadden? Juffrouw Pieterse was bereid
haar neus te-pand te geven op de zekerheid, dat er onder al die andere
kandidaten geen enkele zich zou kunnen beroepen op 't voorrecht dat
z'n vader schoenen verkocht die uit Parys kwamen.
--Dat kun je gerust aan die heeren zeggen, jongen! Je vader deed geen
steek. Hy kòn 't zelfs niet! 't Is maar, zieje, om te bewyzen, dat
we-n-ook 'n zaak hadden, 'n effektieve _zaak_! Gut, de man nam nooit
'n elst in z'n hand. Is 't waar of niet, Stoffel?
De Weledele Heeren Motto, Handel & Cie woonden ... ik weet niet waar
ze woonden, maar ze hadden 'n tabaks- en sigarenwinkeltje, gekombineerd
met 'n leesbibliotheek, gesticht op den _Zeedyk_, niet zeer ver van de
plek waarschynlyk, waar zes, acht eeuwen vroeger de "grootste koopstad
van Europa" werd opgezet door 'n paar visscherlui. Van parallel
tusschen 't succes dezer beide ondernemingen is nu geen spraak.
Wouter vond een van de Weledele Heeren kompagnons, in hemdsmouwen
achter de toonbank staan. De man was bezig met het afwegen van 'n paar
lood snuif, waarop 'n oud moedertje stond te wachten. Er werd dus wel
inderdaad handel gedreven in dat huis, en de heeren aanvragers hadden
de waarheid niet te kort gedaan, toen ze beweerden aan 't hoofd te
staan van 'n "gevestigde zaak."
Indien Wouter zich met eenig oordeel des onderscheids illuzien
gemaakt had over de beteekenis van 't woord: "handel" zoud-i by deze
gelegenheid zich zeer teleurgesteld gevoeld hebben. Maar dit had-i
niet gedaan, en wel verre van de meening dat die snuifman zich wat
hoog betiteld had, verweet hy met de eigenaardige weekheid van z'n
gemoed zichzelf dat-i de ware beteekenis van 't woord "handel" niet
vroeger had begrepen. _Nu_ wist-i 't! "Handel" beteekent zooveel
als in hemdsmouwen achter 'n toonbank snuif te wegen. En ... op den
_Zeedyk_ nogal!
Ik ben doordrongen van den voorgeschreven eerbied voor de beide
visschers--laat ons voor de gezelligheid hopen dat ze van tweërlei
geslacht waren!--die, zonder te weten wat ze deden, Amsterdam
"stichtten." Maar ook aan m'n lezers heb ik verplichtingen, en om
hunnentwil moet ik de treurige erkentenis afleggen dat het bedoeld
visscherspaar, evenmin als de Weledele Heeren Motto, Handel & Cie,
'n zeer fatsoenlyke buurt kozen voor de uitoefening van hun bedryf. By
stedenstichters is dit 'n allergewoonste, maar toch onverklaarbare,
fout. We mogen dan ook aannemen dat die visschers, als ze hun
belangryke onderneming eenige eeuwen later hadden aangevangen, hun
eerste hut zouden gebouwd hebben op de Keizersgracht, om 'n deftige
afkomst te bezorgen aan de patriciers die eenmaal de wel wat al te
bescheiden goedheid zouden hebben hun nazaten te worden.
Ook de heeren Motto, Handel & Cie hadden wel iets meer acht mogen
slaan op de keuze van 't plekje waaruit de adel van hun nageslacht
zou voortspruiten. Verwaarloosden ze dit uit nederigheid?
De tabaks- en sigarenhandel nam slechts de halve breedte van 't huis
in, en stond door 'n zydeur in gemeenschap met 'n leesbibliotheek, die
't vloerlokaal van de andere helft vulde. Boven de winkelraampjes,
rechts en links van den ingang, besloegen twee lankwerpige borden
de geheele breedte van 't perceel, en gaven door overeenstemming
van kleur, maaksel, symmetrische plaatsing en lettersoort der
opschriften, duidelyk te kennen dat ze, als de Mensch volgens den
bybel, bogen konden op eenheid van oorsprong, 't Moest 'n byzonder
domme voorbyganger wezen, die niet bemerkte dat de "zaak" van de heeren
Motto, Handel & Cie "gevestigd" was op twee industrien te-gelyk. Wie
niet rooken of snuiven wilde, kon zich hier van lektuur voorzien,
en omgekeerd.
Op het bord boven de tabak- en snuifhelft, werd verzekerd dat er
in die lokaliteit iets "gefabriceerd" werd. De ordonnateur van 't
opschrift scheen dus in de meening te verkeeren dat in dit byzonder
geval het vervaardigen van eenig voorwerp, of wel het toebereiden en
smakelyk maken daarvan, hooger stond in maatschappelyken rang, dan
't verkoopen. Juist andersom dus dan we 't genoegen hadden waartenemen
by de schoenenfabriek van de Pietersens. De geleerden zyn 't nog niet
eens, aan welken kant het grofst gedwaald werd. Eén ding is zeker: wie
't eene nalaat uit tegenzin, luiheid of onbekwaamheid, en 't andere
versmaadt uit welbegrepen eerbied voor z'n karakter, staat hooger
dan alle anderen. Uit de zoodanigen namelyk kiest men by-voorkeur de
voorgangers van de Volken die nog niet geheel ontaard zyn.
Of 't evenwel waar was dat er in de hier "gevestigde zaak" inderdaad
iets _gemaakt_ werd? Eigenlyk niet, wanneer we de papieren zakjes
uitzonderen, die geplakt zouden worden door den P. G.-jongeling
van allerbest zedelyk gedrag, die zoo'n byzonderen lust in werken
hebben zou.
De handelswaar waarmee 't winkeltje gestoffeerd was, bedroeg
ter-nauwernood de waarde van 'n jaar huur, en de booze wereld van den
_Zeedyk_ durfde zelfs beweren dat de twee blauw-porceleinen vazen,
waarop in ouwerwetsche krulletters de woorden: _rappee_ en _zinking_
te lezen stonden, voor drie stuivers in de week waren geleend van 'n
uitdrager in de buurt. Kwaadwilligen beweerden dat de man dagelyks
kwam kyken of z'n kostbare stukken nog wel behoorlyk schildwacht
hielden op de toonbank: [Greek: hypo Thêkê]
De winkel was zeer ondiep, en werd aan de achterzy begrensd door 'n
groen-saaien gordyn, die den binnentredenden kooper, mits-i niet scherp
zag, in den waan kon brengen dat er wat achter stak. En, zeer stipt
gesproken, was dit ook zoo. Er hing 'n verweerd scheerspiegeltjen in
die alkoof, ter opvroolyking van den eenzamen stoel--op dit oogenblik
getooid met de jas van den Weledelen heer Motto--en van 't halfrond
tafeltje dat tegen den wand leunde, waarop 'n pomadepot aan 'n kam
scheen te verwyten dat-i op zyn jaren zich bespottelyk maakte door
'n mislukte poging tot tandwisselen. De heer "patroon" Motto namelyk,
hield zich in de weinige oogenblikken die hy niet aan "handel" wydde,
niet ongaarne bezig met het verhoogen en verfynen van de hem door
Natuur verleende schoonheid, en was er in geslaagd rechts en links
van z'n gelaat 'n glimmende haarlok te ontwikkelen, waaraan-i veel
moeite en vet ten-koste leî, en die dan ook de bewondering opwekte
van al wat er vrouwelyks in den winkel kwam.
Dat overigens in dien winkel zelf 'n groote rol werd gespeeld
door leege sigarenkisten... zou niet begrepen worden door den
oudheidkundigen lezer, die Motto's lokken geen plaats geven kan
naast sigaren. De bloeityd namelyk van deze beide zaken staan niet in
synchronistisch verband, en juist om me te wapenen tegen aanmerkingen
op zulke fouten, voel ik me genoopt zoo onhebbelyk baas te spelen over
de geschiedkundige perioden van m'n verhaal. In Wouter's jeugd was 'n
sigaar nog altyd 'n zeldzaamheid, en ik maak me dus hier schuldig aan
'n gelyksoortige verkrachting van de waarheid, als Virgilius die Dido
laat hofmaken aan Aeneas, en als Florian die Zoroaster tot leermeester
van Numa Pompilius aanstelt.
--Zoo, wou jy hier in den handel komen? vroeg Motto, toen-i 't oude
vrouwtje geëxpedieerd had "met 'n snuifjen uit den pot _toe_." En
wat ken je-n-al zoo wat? Lezen, schryven, rekenen, fransch ... hè? En
wat doen je ouwers?
--In ... schoenen, m'nheer, uit Parys. Maar fransch ken ik
niet. Rekenen wèl ... den heelen Strabbe.
--Zoo? Ken jy rekenen? Hoeveel is dan anderhalf _pietje_? Wouter
stamelde dat-i 't niet wist, en gaf dus blyk van dezelfde domheid
als ik in de meesten van m'n lezers veronderstel, voor zoover ze
't geluk hebben minder dan 'n halve eeuw oud te zyn.
--Dàt moet toch iemand weten die rekenen kan! Je weet dus niet wat
'n _pietjen_ is? En ken je-n-'t verschil wel tusschen 'n _zest'half_
en 'n schelling? En tusschen _daalders_ en _acht-en-twintigen_? Kyk ...
De heer Motto trok de lade open, en scheen naar 'n "_daalder_"
te zoeken, doch om deze of gene oorzaak vergenoegde hy zich voor
deze keer met 'n "zest'half." Hy stelde Wouter's handelskennis op de
proef, door hem optedragen 'n "schelling'" daarnaast te leggen--in z'n
verbeelding--en zich dan met redenen bekleede rekenschap te geven van
't verschil. Dit alles moest men "in den handel" precies weten en
kennen, beweerde m'nheer Motto.
Laat ons rechtvaardig zyn, en iemand die de waarheid zegt, geen
geloof weigeren omdat-i vette lokken draagt, en in z'n hemdsmouwen
snuif verkoopt achter 'n toonbank. Het was zeer juist gezien van
den heer Motto, dat-i de kennis der geldsoorten onmisbaar achtte
voor iemand die "in den handel" gaat. De overlevering luidt dat-i er
grondbeginselig byvoegde:
--Dat's 't voornaamste!
--En fransch versta je-n-ook al niet? vroeg de heer Motto op niet
zeer bemoedigenden toon.
Helaas neen!
--En zouden je ouders genegen zyn om borgstelling voor je te storten?
Wouter gaf blyk dat-i deze vraag niet begreep.
--Borgstelling, weetje? Er gaat veel om in m'n zaak, en je begrypt
dat ik weten moet wien ik winkel en lâ toevertrouw. En ... versta
je deensch?
--N... e... e... n, m'nheer!
--Zoo! Deensch ook al niet? 't Is maar, weetje, omdat hier soms wel
'reis deensche matrozen komen om 'n onssie tabak te koopen. In 'n zaak
als deze moet je-n-alle talen kennen ... dat's 't voornaamste! Anders
ben je _fittu_! Grieken heb ik hier ook al gehad...
Wouter's gemoed sprong op. Hy had zoo gaarne willen vragen welke
heldendaden ze by zulke gelegenheden gewoon waren uitterichten?
--Ja, Grieken zelfs. Maar ze waren dronken, en wilden 'n pruim
negerhaar hebben voor niemendal. Daar doe-n-ik niet aan. Want op de
kleintjes passen is 't voornaamste! Anders ben je _fittu_, zieje? 't
Is maar om je te zeggen dat je-n-in den handel alle talen moet kennen,
om alle-man te-woord te staan. Dat's 't voornaamste! Maar dat's nou tot
daaraan toe, als je ouwelui maar behoorlyk borg kunnen stellen. Er is
soms wel tien gulden in de lâ, weetje, en in den handel moet 'n mensch
z'n zekerheid hebben. Dat's 't voornaamste! Anders ben je _fittu_,
dit begryp je zelf wel.
--M'n vader is dood, zei Wouter, alsof deze byzonderheid de
borgstelling minder noodzakelyk maakte, maar eigenlyk omdat-i niet
wist wat-i zeggen moest, en toch 'ns eindelyk wat zeggen wilde.
--Zoo? Dood? Ja, dat komt soms voor. Dood? Heel goed! Maar heb je
dan geen moeder die voor je storten kan?
--Ik... zal... 't... 'r... vragen, stotterde Wouter.
--Wel zeker! Ga jy 'r dat maar terstond vragen. Want, zieje, in den
handel komen geen praatjes te-pas. Zóó gezegd, zóó gedaan, dat's 't
voornaamste! Anders ben je _fittu_. Hier is nòg 'n winkel. Daarin heb
je ook te werken ... als je moeder storten kan. Dat's 't voornaamste!
De Weledele Heer Motto geleidde Woutertje in de leesbibliotheek. Langs
de drie wanden stonden eenige kasten met boeken die tot aan de niet
zeer hooge zoldering reikten. Overigens bevond zich in dat lokaal
niet veel anders dan 'n inslagtrapje dat dienen moest om de wat
hoog hangende vruchten der letterkunde te plukken, en 'n dik boek
waarin de protestantsche jongeling die lust in werken had, de namen
zou opschryven van de personen die zich aan dezen hengstebron kwamen
laven voor 'n dubbeltje per ingebonden teug in de week. In Wouter's
tyd namelyk, was de beschaving van deze soort duurder dan tegenwoordig,
en abonnement was uitzondering.
--Zieje, zei m'nheer Motto, daar is 't boek, of wat je zou kunnen
noemen: 't grootboek. Je verstaat toch 't boekhouden wel?
Wouter was genoodzaakt te erkennen dat ook dit alweer behoorde onder
de vele vakken die hy niet bestudeerd had.
--Ook al niet, jongen? Dat's toch in den handel 't voornaamste! Want,
zieje, wie dàt niet kan, is _fittu_. 't Is heel eenvoudig. Je moet
opschryven wie 'n boek haalt, met dag en datum er by, en 't huisnummer,
en de straat, en alles. En als ze-n-'t weerom brengen, dan haal je-n-'r
'n streep door. 't Zou er mooi uitzien als je dàt niet deed! En als
je de menschen niet kent, moet je...
--Pand vragen? riep Wouter snel, verheugd dat-i eens eindelyk wat wist.
--Ja, pand. Eén gulden voor elk deel van 't heele werk. Want, dit
begryp je, als er één deel weg is, is 't heele werk _fittu_. Van de
sigaren en de snuif zal ik je later alles precies uitleggen, maar ik
moet eerst weten of je moeder ... ga 't 'r maar 'ns gauw vragen! Ik
heb nu al zesmaal alles haarklein uitgelegd--want aan jongetjes die in
'n zaak willen, is waarachtig geen gebrek--maar als 't dan aankomt
op Mozes en de profeten--de borgstelling, weetje!--dan halen ze
bakzeil. En dat's toch 't voornaamste! Zeg dit aan je moeder. Anders
... je ziet er nogal knappies uit ... als ik maar zeker weet dat je
storten kan! Ajuus!
Wouter ging in zonderlinge stemming naar huis. Dat die man in
hemdsmouwen een niet by-uitstek bevoegd vertegenwoordiger van den
"handel" was, kwam niet in hem op. Hy-zelf had zich vergist, meende
hy, in 't weinigje begrip dat-i zich van dat woord vormde. Toch zoud-i
zeker 'n allerontmoedigendst relaas van z'n wedervaren hebben afgelegd,
indien niet die leesbibliotheek hem had aangetrokken. Wat al Gloriosoos
konden daarin zyn! En misschien nog schooner dingen!
Het aandringen op borgstelling werd door den daarop belegden
familieraad in-den-beginne niet zeer gunstig opgenomen. Maar toen
Stoffel verzekerde dat-i er meer van gehoord had, en dat het in den
"handel" gebruikelyk was, kwam men na eenig bieden en dingen tenlaatste
met de firma Motto, Handel & Cie overeen, dat er 'n som van honderd
gulden zou worden gestort, die 'n jaarlyksche rente van drie en-'n-half
procent zouden opbrengen. Héél aangenaam vond juffrouw Pieterse deze
transaktie niet. Ze was gewoon, door edelmoedige bemiddeling van
'n makelaar, vier percent van haar geldje te trekken. "Maar, zei ze,
men moest wat over hebben voor z'n kinderen."
Het bevreemdde Stoffel, die met de onderhandelingen belast was, dat-i
van de firma nooit iets anders te zien kreeg dan de eerste helft, of
't eerste derde. Hy was zoo vry z'n verwondering hierover in gepaste
bewoordingen te kennen te geven, en vernam nu dat het staartjen:
_& Compagnie_, tot de klasse der welluidende verzinselen behoorde,
en dat ook de heer Handel 'n voortbrengsel was van Motto's ryke
verbeeldingskracht. Als 'n Atlas droeg deze de dubbel "gevestigde
zaak" op z'n reuzenschouders. Vanhier dan ook dat-i in oogenblikken
van menschelyke zwakheid zich soms vermoeid voelde, en gelegenheid
zocht 'n deel van z'n last op den nek te wentelen van 'n protestantsch
jongetje dat lust in werken had, en ... _cautie_ stellen kon. Dit was
't voornaamste ... inderdaad!
Wel eenigszins ten-nadeele van z'n tabaks- en snuifkennis, omvatte
Wouter's gemoed het ander deel van z'n werkkring met 'n liefde
... och, als-i zooveel gesnoven of gerookt had, als gelezen, zou-i
ziek geworden zyn! En ... rechtstreeks gezond werkte dan ook het
verslinden van al die boeken niet! Met 'n waren geeuwhonger slikte
hy ryp en groen in--véél ryps was er niet by!--en las hy al sneller
en sneller. Hy begon zekere vaardigheid te krygen in 't voorzien van
den loop der geschiedenissen die hy in-handen kreeg, en was weldra
beter vertrouwd met den burgerlyken stand van helden en heldinnen
dan eigenlyk 'n auteur aangenaam is. De bekwaamste _faiseur_ kon
geen tien bladzyden lang 'n vondelingetje doodarm laten, zonder dat
Wouter de sterren en ridderkruizen zag schitteren, waarmee 't kind zou
getooid worden op 't laatste blaadje. Deze scherpzinnigheid ging in
't onbescheidene over. Komiek echter was het dat hy ook alweer van
dezen vooruitgang--eenigszins betrekkelyk verdiende het dezen naam,
want men kon 't als 'n stap tot hooger beschouwen--zichzelf geen
rekenschap gaf. Oppervlakkig beoordeeld, zou men meenen dat-i na
zóóveel welgelukte oefening in juistraden, die romanknoopjes beneden
z'n aandacht gesteld had. Toch was dit het geval niet. Ondanks alle
ontwikkeling van z'n _begrip_, bleef by hem de naïveteit van _smaak_
en _opvatting_ ongeschonden. Al _wist_ hy welke ridder straks onder
de hoede van 't Meduza-schild des schryvers, overwinnaar wezen zou
in het tournooi, toch had hy 't geduld zich langs de voorgeschreven
_ficelles_ te laten leiden tot op 't oogenblik van den officieelen
triumf, en hy zou 't zondig en deloyaal hebben gevonden, één sekonde
vóór den tyd Saksers en Normandiers toeteroepen:
Helpt eens kyken of niet de verzwakte Ivanhoe dien bluffer Brian de
Bois-Guilbert flink op den kop slaat!
En ... en--och, ik durf 't byna niet zeggen, doch wáár _is_ het!--hem
bezielde daarby 'n gevoel alsof hyzelf...
Ivanhoe was?
Neen! Alsof hy, Woutertje, voor de godheid gespeeld had, die den
uitgeputten brave kracht gaf tot het verpletteren van den krygshaftigen
booswicht. Met het wegloopen van Eachin Mac-Jan in _Valentins day_,
en den solieden moed van den nuchteren Sigismund in _the Maiden of the
mist_, is en was die ontknooping een der schoonste grepen van Walter
Scott, en ... van Wouter! Want hy zou precies zóó gehandeld hebben,
èn als auteur, èn als ridder, èn als beschikker over den uitslag van
'n godsoordeel!
En wat hy die arme Rebekka liefhad! En wat-i haar graag stammoeder
had gemaakt van alle engelsche ridders, van koning Arthur af tot dien
voorbarigen lord in Griekenland toe!
O, als _hy_ 't boek geschreven had, als _hy_ de god ware geweest,
die door bemiddeling van almachtige schryvers, helden en booswichten
op hun respektieve plaatsen zet...
Ja ... àls! Maar daar rinkelde dan op-eens de deurschel van de
snuifhelft, en er werden van den hoogmoedigen Wouter heel andere
dingen gevorderd, dan god-zyn. Er was tabak of snuif noodig.
't Eenige wat de omstandigheden hem in zulke oogenblikken vergunden op
't gebied van 't goddelyke te leveren, was dat-i nauwkeurig woog,
en niemand 'n sigaar "van de tien" in-handen stopte voor 'n dito
"van de acht." En zelfs dit konscientie-werk trof geen doel, want
de heeren Motto, Handel & Cie hadden de handelsgewoonte deze en
andere rubrieken aangevuld te houden uit de soort die eigenlyk "van
de twintig" zou moeten heeten, als zy 'n naam gedragen had. De heer
Motto beweerde dat z'n klanten gewoonlyk dronken waren, en dat men ze
in alle gerustheid koolbladeren kon te rooken geven. "Je moet altyd
zien wien je voor hebt, zeid-i, dat's 't voornaamste!"
Dit nu leerde Wouter in de bedoelde beteekenis, nooit. Tien was
hem _tien_, acht was _acht_, onverschillig met wien hy te-doen
had, en wat daarbuiten ging bleef hem uit den onbegrypelyke. Van
liegen om rechtstreeks voordeel had-i geen begrip. Wel van
onwaarheid uit verlegenheid of angst. Maar ook dan zelfs, indien
men hem op eenvoudige wys gevraagd had: "is 't _waar_ wat je daar
zegt?" zoud-i hoogstwaarschynlyk _byna_ altyd--en toen-i moediger werd:
_altyd_--geantwoord hebben: neen, ik heb onwaarheid gesproken!
Ik laat nu daar, in hoever deze logisch-moreele zin hem aangeboren
was. Zeker werd z'n afkeer van onjuistheid--vreemd genoeg!--gevoed
door al die lectuur. Dit klinkt te zonderlinger, als men in aanmerking
neemt dat slechts 'n zeer klein gedeelte daarvan tot de soort behoorde
van den aangehaalden Ivanhoe. Het lydt geen twyfel dat Wouter z'n tyd
beter had kunnen besteden, of liever dat dit het geval zou geweest
zyn met byna ieder ander kind. Maar z'n natuurlyke inborst dreef
hem--naast veel kinderachtigs, gelyk we reeds zagen by-gelegenheid
der kennismaking met Glorioso--om voornamelyk behagen te scheppen in
wat ik in _Millioenen-Studien_ "zedelyk rym" noemde. De als dapper
geschilderde ridder vocht tot-i overwinnaar of dood was. Alleen
doodelyk gekwetsten gaven zich gevangen. Zóó behoort het, en Wouter
zou precies zoo gehandeld hebben. De allerschoonste schoone van 't
stuk werd door ieder bemind, en de afgewezenen stierven van wanhoop,
of lieten zich aanwerven by 'n aan den dood gewyde kohorte. Dat's
korrekt! De deugdzamen bleven braaf, trots duivel en hel, en zelfs
in-weerwil van de verveling. Wie eenmaal door 'n schryver benoemd
was tot model, had geen smetjen op z'n kleed, 't Was de vraag of
zoo-iemand buikpyn of jicht hebben kon, en zéker is 't, dat-i in al
die boeken nooit jicht of buikpyn hàd. Prachtig!
Met de gebrekkigheid die zulke produkten uit 'n oogpunt van _Kunst_
aankleeft, liet Wouter zich nog niet in. Hy wist niet, of dacht er niet
aan, dat de voorgestelde volmaaktheid, 'n verkeerde voorstelling,
en dat alzoo die volmaaktheid valsch was. Hem was 't voldoende
dat ieder die in zoo'n roman werd opgevoerd, akkuraat deed wat de
schryver hem opdroeg. De booswichten deden niets dan verraden. De
helden sloegen alles dood. De boekschoone jonkvrouwen betooverden de
halve wereld. En, ook God--Wouter's god--vervulde in al die boeken
z'n plicht veel beter dan ... byv. op den _Zeedyk_, waar-i gister nog
'n kleinen jongen had zien mishandelen door 'n groote. 't Moest eens in
'n boek gebeuren ... alle ridders zouden te-hoop geloopen zyn!
En ook Wouter had getracht...
Kon hy 't helpen dat z'n patroon hem op strengen toon terugriep?
--Wat bliksem gaat dat jou aan? Jy heb je zaken hier in den winkel! Pas
dáárop! Nooit je-n-inlaten met 'n andermans krakeel... dat's 't
voornaamste!
Ziedaar 'n wysheid van àndere soort dan in z'n boeken stond!
Hy las er niet minder vlytig om. In-den-beginne zou de geschiedschryver
van z'n uit- en inspanning, by deelen geteld hebben. Zeer kort
daarna, by geheele werken, al waren ze zoo lang als de nooit ten-eind
gebrachte: _Sophia's reize van Memel naar Saksen_--och, Wouter vond
Sophia's oneindige reis veel te kort!--en eindelyk by planken. By
planken, ja, en juist zoud-i 'n begin maken met de laatste, toen-i op
zekeren morgen de deur van den winkel gesloten en verzegeld vond. De
Weledele heer Motto was als matroos naar Amerika--'t voornaamste
zeker!--en de ongelukkige dienaar van de beide snuifpotten had
'n verdrietig proces over de belangryke rechtsvraag of de pagoden:
_rappee_ en _zinking_ al dan niet mochten verzwolgen worden in de
"faillite massa."
Volgens Romeinsch Recht namelyk, en dit vooral behoort by kwestien
op den _Zeedyk_ te Amsterdam geraadpleegd te worden...
Nu ja, de Romeinen snoven niet, en gaven dus geen voorschriften over:
_râpé_. Ik weet niet hoe de zaak werd uitgewezen.
We willen hopen dat ieder 't zyne kreeg, tot de Romeinen toe. Juffrouw
Pieterse, minder gelukkig, was haar honderd gulden kwyt, en klaagde
als vroeger: "dat er met dien jongen altyd wàt was!"
Alsof Wouter 't helpen-kon!
Maar hèm speet het zeer dat-i zoo zonderling gestoord werd in z'n
lektuur. De geheimzinnige afkomst van den jongen roover lag hem wel
klaar voor oogen, maar... men wil toch altyd in zoo'n geval gaarne
weten of men juist geraden heeft. Om van myn kant het bankroet van de
Weledele Heeren Motto, Handel & Cie, voor den lezer zoo dragelyk te
maken als maar eenigszins wezen kan, wil ik hier wel verklappen dat
Bulwer's _Paul Clifford_ wel inderdaad de zoon was van de stiefdochter
zyner beminde ... neen, dit klopt niet. Iets van dien aard dan ... of
wat anders, als 't maar terdeeg spannend en onmogelyk is.


Over zekere digestie-verschynselen, en de betrekkelyke
bruikbaarheid van slecht voedsel.

Na de vermelding van dat proces over de snuifpotten, ligt het in den
aard der zaak hier de herinnering te verlevendigen aan 'n ander proces,
dat misschien in zeer ouden tyd zou kunnen gevoerd geweest zyn tusschen
bodem en zaad. Daarby had de vraag kunnen gesteld worden, wie van deze
faktoren 't meest bydraagt tot de eigenschappen van plant en vrucht, en
we mogen aannemen dat alle rechters zich inkompetent zouden verklaard
hebben. Eerstens omdat de zaak zeer ingewikkeld is. En vervolgens,
wyl ze had kunnen dagteekenen van vóór den tyd der Romeinen. De lezer
weet uit de snuifpot-kwestie en andere bronnen, dat geen verstandig
man in de negentiende eeuw zich aanmatigt 'n denkbeeld te vormen
van _Recht_, voor-i wel en deugdelyk in oude boeken heeft nagelezen
wat de Romeinen er van zeiden. Hun chicane-auguren zyn nog altyd in
hooge achting, te-meer omdat ze--na Cicero's waarschuwing--finaal
afgeleerd hebben elkaar in 't gezicht uittelachen wanneer ze 't
genoegen hebben 'n kollega-_auspex_ of 'n konfrère-_haruspex_ te
ontmoeten op den publieken weg. Wat ze binnen'skamers doen, staat
aan hun bescheidenheid.
Hoe dit zy, misschien was eenmaal de stryd tusschen grond en
zaadkorrel, 'n _question brûlante_, waarmee onze overgrootouders zich
den slaap uit de oogen hielden. Zonder wyzer te willen zyn dan 'n
Romein, of onvoorzichtiger dan die inkompetente rechters, waag ik de
gissing dat men by de pogingen ter oplossing niet uitsluitend letten
moet, noch op de hoedanigheden van 't gestrooide zaad, noch op die
van den bodem. Het komt me voor, dat ook--en misschien vooral--de
_verhouding_ tusschen wederzydsche deugden en gebreken moet in
aanmerking genomen worden.
Zéker is 't dat de in Wouter's gemoed uitgestrooide romanlektuur
niet zóó nadeelig werkte, als met schyn van grond zou gevreesd zyn
door iemand die de hoedanigheid van dit zaad op-zichzelf beschouwd
had. Ook de aanraking met dien Motto en 's mans zonderlinge klanten,
had minder schadelyke gevolgen dan, oppervlakkig beoordeeld, had
kunnen verwacht worden.
Dóórdenkende over den invloed dien een-en-ander noodzakelyk op Wouter's
ontwikkeling maken moest, kom ik zelfs tot het besluit--er hoort moed
toe!--dat deze invloed inderdaad gunstig geweest is.
Wouter's gemoed was zacht, tot het zwakke, weeke en ziekelyke toe. De
omstandigheden waarin hy door de onverantwoordelyke slordigheid
van z'n verwanten geplaatst werd, moesten hem òf neerbuigen en
zedelyk vernietigen--en hierop scheen de kans het grootst!--òf
... buitengewoon versterken. Een middelweg bestond hier niet. Ieder
die--zonder nauwkeurige bestudeering der eigenaardigheden van 't kind,
maar overigens voldoend ingelicht--van de zaak had kennis gedragen,
zou 't ergste gevreesd hebben, d.i. het gewone.
De verregaande zachtheid die aanvankelyk Wouter's hoofdeigenschap
uitmaakte, zoo ruw gewreven tegen een der onbehagelykste staaltjes
van werkelykheid die de buitenwereld leveren kon, dreigde te
bezwyken. Het moest schynen of z'n gevoel, na wat ziekelyk en
onvruchtbaar tegenspartelen, na wat gesukkel met miskende gevoeligheid,
zou worden verstikt, en daarmee de kiem van het goede. En dit zou
dan ook 't geval geweest zyn, wanneer-i alleen zacht was geweest,
niets dan zacht. Maar gelukkig bezat hy 'n andere hoedanigheid die hem
staande hield, en waarby de in de meeste andere gevallen zoo ongezonde
romanlektuur hem dapper te-hulp kwam. Wouter leefde maar voor 'n zeer
klein deel met moeder, broêrs en den Weledelen heer Motto! Z'n ziel
woonde elders, en nam deel aan den stryd dien z'n helden en heldinnen
te voeren hadden. Zelfs was-i daarby altyd voorganger, aanvoerder,
maarschalk en--alweer precies als in Afrika--koning. Meer nog, hy
voelde zich de verantwoordelyke persoon, de _deus ex machinâ_ van
rechts- en plichtswege. By elk dreigend incident, by elke krisis,
by elk gevaar dat deugd en eer kon te-gronde richten, meende hy den
angstkreet te verstaan: waar blyft Wouter?
De Weledele heer Motto zou zeker vreemd hebben opgezien, als-i had
kunnen weten welke vreemdsoortige mededingers hy had in het beschikken
over den dienstyver van z'n leerjongetje. Hy was er de man niet naar,
om den hartigen toon van Wouter's antwoord optemerken, als deze door
hem uit de eene winkelhelft in de andere werd geroepen. Dat haastig:
"ik kom!" waarmee dan 'n zwygend droomen van uren lang werd afgebroken,
klonk veeleer als 'n krygshaftig: "_ce sera moi, Nassau!_" dan als blyk
der gewilligheid die elk "patroon" eischen kan van winkeljongetjes die
lust in werken, en--onder borgstelling voor de geldlâ--'n behoorlyk
geloof hebben.
Wouter's ziel liep op stelten, en plaste onbesmet door 't vuil waarin
men zich veroorloofd had hem te werpen. Het scheen wel of-i zich tot
taak had gesteld z'n reinheid ongeschonden te bewaren, en zich te
oefenen in kracht. Noch 't een noch 't ander was echter het geval. Hy
kende de gevaren niet waaraan-i was blootgesteld, en had in deze
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.