De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17

Total number of words is 4593
Total number of unique words is 1575
39.4 of words are in the 2000 most common words
55.2 of words are in the 5000 most common words
63.5 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
van berouw, van angst, van ongegronde hoop, en van 't besef vooral
dat er voor hem niets te hopen viel. Toch immers lag daar nog
altyd 'n schip, daar lagen vier schepen, waaronder het zyne, zyn
"_Fredrik Hendrik_" waarmed-i zoo trotsch geparadeerd had in het Y
voor Amsterdam. Daar immers voer 'n sloep, bemand met hollandsche
matrozen. Daar waren menschen, schepelingen, zyn ondergeschikten nog
kort geleden... medemenschen en landgenooten ook thans nog. Zouden ze
hem op die kille kust overlaten aan z'n lot? Maar dit was onmogelyk,
onmogelyk! Dit kon niet waar zyn!
En toch, toch...
Hadden niet zyzelf hem uitgeworpen? Waren zyzelf het niet, die den
laatsten band afsneden, waarmee hy gehecht was aan de mensheid, zy
die hem met 'n marlpriem de vingers losbraken van doft en sloepsboord,
toen hy zich daaraan vastklemde met den kramp der wanhoop?
Als er 'n hond ware achtergebleven in de wildernis, zou men medelyden
gehad hebben, en voorzeker had men zich moeite gegeven om 't arme
dier te redden. Maar hèm redde men niet! Hem mocht, hèm wilde men
niet redden!
Indien een van de roeiers 'n muts had achtergelaten aan den
wal... misschien zouden zy teruggekeerd zyn om 't verlorene te
zoeken. Maar om hèm aftehalen keerde men niet terug!
Hoe moet hy gestaard hebben op de vlag van het schip, de welbekende
vlag, het symbool eenmaal van gezamenlyke kracht, van vereeniging, van
broederschap. En nu? Weldra zoud-i haar voor 't laatst gezien hebben,
haar en alle andere kenmerken van welke nationaliteit ook, haar en
de sporen van al wat menschelyk is. Spraak, taal, kennis, geheugen,
bekwaamheid, moed... alles was hem voortaan overbodig. En zelfs
de hoop, die laatste gezellin van den ongelukkige, kon hem slechts
byblyven in 'n maat die door pyniging hem ontrukte aan de weldadige
wezenloosheid der vertwyfeling. Alle aanraking met de mensheid was
hem afgesneden, op 't vooruitzicht na, verscheurd en verslonden te
worden door 't laatste deel dat-i van die mensheid ontmoeten zou.
De Krygsraad vonniste "by meerderheid van stemmen" staat er. Niet
by _algemeene_ stemmen. We mogen dus aannemen dat enkelen een
minder wreede straf hadden voorgesteld. Ook zullen er onder de
overige schepelingen wel sommigen geweest zyn, die den veroordeelde
genegen waren. Volstrekte eenstemmigheid in 'n zaak van dezen aard
is ondenkbaar. Misschien heeft men aangedrongen op verzachting van
het vonnis, op gratie, op... de doodstraf! Dit moet den ongelukkige
bekend zyn geweest, en voedsel gegeven hebben aan martelende hoop. De
mogelykheid bestond immers, dat men aan-boord van 't admiraalschip na
de aanvankelyke uitvoering van 't vonnis, zich geroerd voelde? Het
kòn immers wezen dat die aandoening zich bemachtigde van Van Noort
zelf? Was deze niet eenmaal z'n ambtgenoot, z'n kameraad, z'n makker,
z'n vriend? We kunnen aannemen dat de keus van den onderbevelhebber
der expeditie met de wenschen van den chef overeenstemde. En al ware
het dat de Admiraal ontoegankelyk bleef voor medelyden, bestond er niet
eenige kans dat hy zou moeten toegeven in den algemeenen aandrang? Zou
't niet zelfs kunnen liggen in 'n welbegrepen taktiek, de opgelegde
straf te verzachten, om in den vervolge de aanspraak op gehoorzaamheid
te versterken door 'n beroep op de thans in-acht genomen matiging?
De arme balling moet _gehoopt_ hebben.
Zoolang die schepen daar lagen...
Helaas!
Daar klinkt het schril maatgeluid der matrozen by 't ankerwinden! Hy
hoort het neerklikken van den pal in 't braadspil. [27] Elke
tik van den yzeren tong die het terugloopen van den windenden
cylinder belet, verkort den kabel die 't schip verbindt met anker
en bodem. Het vaartuig sliert onwillig met flauwe bochten in de
richting van de plek waar 't anker den grond vat. En hy, de ervaren
zeeman, neemt nu duidelyk de verandering in toon en tempo van den
maatzang der matrozen waar. In-den-beginne waren die klanken haastig,
verward, ongelykmatig. Ze getuigden noch van inspanning, noch van de
noodzakelykheid om de krachten van allen te vereenigen in gelyktydigen
ruk. Gedurende het ophalen van de "bocht" liep het geklikklak van
't yzeren staafje den nog onnoodigen maatzang voorby. Naarmate het
touw aan bocht verloor, en de hoek zich verstompte die 't op den
bodem beschreef, volgden de gillende tonen langzamer op elkander. Ze
werden scherper afgedeeld in tempo, en begonnen nauwkeuriger overeen
te stemmen met het vertraagd neertikken van den pal. Na elken lang
uitgehaalden gil der matrozen, die allengs getuigde van grooter
krachtsinspanning, hoorde men den metaalslag van 't kleine voorwerp,
als 'n uitroepingsteeken op de verzekering dat er 'n stap méér was
gedaan ter-voorbereiding van 't wreed vertrek. Eindelyk staat de kabel
loodrecht. De nu aantewenden kracht werkt vertikaal. Het schip neigt
den boeg als 'n toornig rund dat den vyand afwacht op de laaggehouden
hoorns. Als 'n onwillig paard dat den kop neerbuigt tusschen de
gestrekte voorbeenen. De _Frederik Hendrik_, _zyn_ schip, _zyn_
trouw schip, wil niet van de plaats. Het breekt z'n waterlyn, en heft
den achtersteven omhoog, en _jumpt_, en schynt zich te willen laten
neerhieuwen in de diepte, liever dan z'n bevelhebber te verlaten, die
daar handenwringend om genade staat te smeeken op 't vreemde strand...
En nog altyd haakt de yzeren klauw van het anker in de slib, in 't
zand, in de steenen, in 't koraal, in de spleet van 'n onderzeesche
rots misschien...
Zou die bodem medelyden met hem hebben, en 't anker niet loslaten?
Helaas, de grond is week, en niet bestand tegen 't laatste
"_o... ho... ho... iiii!_" dat 'n eind maakte aan allen twyfel.
De zeilen, reeds onder 't ankerhieuwen gedeeltelyk van de belemmerende
geitouwen ontslagen, klepperden en fladderden besluiteloos, Van-tyd
tot-tyd sloegen ze _back_, en vertoonden een schyn van onwil tot het
verrichten van den dienst dien men straks van hen vergen zou. Met hun
bolle zyden drukten ze tégen de masten, als poogden zy uit angst voor
de noodlottige beslissing, den arbeid der matrozen te verzwaren.
Maar ook dit had opgehouden. Door 'n kleine beweging van 't roer
boden de vaartuigen hunne zyden aan den toedringenden luchtstroom. De
zeilen werden gespannen en gericht. De balling hoort de kommandoos van
schoot-aanhalen en brassen... de eigenaardige zangen ook, die alweder
de rukkende uitvoering van deze bevelen vergezellen... de schepen
zetten koers... verwyderen zich... raken uit zicht... het vreeselyk
vonnis is wel inderdaad ten-uitvoer gelegd in al z'n strengheid!
De goede dokter hield hier eenige oogenblikken op, als om den indruk
waartenemen, dien deze schildering op de kinderen maakte. Wouters
maagdelyk gemoed was zeker 't meest aangedaan. Het kostte hem moeite
zich voortestellen dat er sedert die gebeurtenis ruim twee eeuwen
verloopen waren, en hy betrapte zich telkens op den wensch, 'n
schip uitterusten, dat koude verre Vuurland optezoeken, en den armen
verlatene aftehalen! Even als by die droomery met de wegvlietende
strootjes, meende hy de stem van den ongelukkige te hooren, die
verwytend riep: waar blyft Wouter?
Als 'n bliksem schoot hem de gedachte door de ziel: maar God dan? Waar
bleef God? Wat heeft God voor den armen Jakob Claesz. gedaan?
De dokter bemerkte dat hy iets zeggen wilde, en kwam z'n beschroomdheid
te-hulp door hem vriendelyk aantezien. Dit gaf onzen kleinen wysgeer
moed, en wel eenigszins hakkelend, maar toch met iets ferms in
z'n toon, alsof hy 'n zwarigheid oploste, vermande hy zich tot de
opmerking:
--Hy zal gebeden hebben, en op God vertrouwd!
Indien iemand die niet gelooft, ronduit z'n meening zegt in 'n
kring van geloovers, neemt men 't hem zeer kwalyk dat hy den moed
heeft van de leer aftewyken. Twyfelaars en ontkenners zyn gewoonlyk
zachtmoediger. Niemand van 't gezelschap riep: foei!
Waarlyk, dit zou ànders geweest zyn, als Willem of Herman zich in den
huize Pieterse uitdrukkingen veroorloofd had, die evenzeer indruisten
tegen de dáár gehuldigde begrippen, als Wouters gezegde tegen 't
gezond verstand dat in dézen kring geëerbiedigd werd. Zelfs de kleine
Sietske begreep reeds dat God niet op-eenmaal om-den-wille van Jakob
Claesz. den aard der Vuurlanders veranderen kon, en dat het hopen op
Gods hulp den hoogsten graad van wanhoop aanduidt. Maar de dokter
die zeer goed wist welken indruk Wouters onnoozelheid gemaakt had,
beschermde hem goedig tegen de nogal gemakkelyke tegenwerpingen die
hy had uitgelokt, en bracht het gesprek op 'n ander onderwerp.
--O zeker, m'n jongen, het is te hopen dat hy... op een-of-andere
wys den moed hebbe opgedaan om z'n lot te dragen. En al ware dit zoo
niet... er zyn nog andere opmerkingen over deze zaak te maken. Bedenk
eens hoe het gevoel van de wegzeilende schepelingen moet geweest zyn,
toen zy den veroordeelde uit het oog verloren! En wat al inspanning was
er vooraf gegaan! Het drama had zeker reeds lang geduurd, voor zich de
onwilligheid van den onderbevelhebber duidelyk genoeg openbaarde, om
daarvan melding te maken in 't Journaal. Hy moet aanhang gehad hebben,
zéker op 't schip dat rechtstreeks onder z'n bevel stond, misschien wel
op de andere schepen ook. Van Noort was zeer streng, en zal daartoe
hoogstwaarschynlyk byzondere redenen gehad hebben. Wie zegt ons of
hy op de aanhankelykheid en 't plichtsbesef van alle bevelhebbers,
officieren en manschappen onvoorwaardelyk rekenen kon? In-allen-geval
_wist_ hy niet, in-hoe-verre daarop staat te maken viel. Tusschen 't
eerste blyk van ongehoorzaamheid en 't by-een roepen van den krygsraad,
ligt 'n geruime tyd. Er moet in die weken veel voorgevallen zyn,
waarvan Herman niets heeft voorgelezen, en dat dan ook niet in 't
Journaal van de reis staat, althans niet in de jammerlyk verknoeide
uitgaaf die daarvan dezer dagen in 't licht kwam. Hebben de heeren
taal- en stylverbeteraars iets weggelaten, dat in deze zaak eenige
opheldering zou kunnen geven? Ik weet het niet. Dat er reeds vóór
't beleggen van den krygsraad wryving en spanning bestond, blykt uit
de uitdrukkelyk vermelde vreugd die er by de schepelingen heerschte,
toen de Vice-admiraal zich op den 14n December weder by 't eskader
had gevoegd. Men gevoelt dat er angst bestond voor den uitslag der
oneenigheid. Nu, die uitslag was dan ook treurig genoeg!
--'t Zou nòg erger geweest zyn als de weerspannigheid vasten voet
had gekregen, meende oom Sybrand. Ik bewonder de geestkracht van Van
Noort. In zùlke omstandigheden zyn zùlke mannen noodig.
--Misschien!
--Het komt me voor, dat hy z'n plicht deed. Het behoud van _allen_ was
hem opgedragen en daarom moest hy, waar 't noodig bleek, streng te-werk
gaan met den enkele die zich verzette, en 'n slecht voorbeeld gaf.
--Dit kàn gegrond zyn. 't Is evenwel jammer dat er in datzelfde
Journaal blyken voorkomen van 'n ruwheid, die 't recht geven tot
twyfel of er ook in deze zaak wel met de noodige matiging is te-werk
gegaan. Van Noort heeft eenmaal 'n spaanschen loods over-boord
doen werpen, omdat de man beweerde dat hy op 't Admiraalschip
vergiftigd was. Doch zoowel in deze zaak als in die van den armen
Jakob Claesz. zyn de berichten zeer schraal. Er blykt, byv. niets van
de _oorzaken_ der weerspannigheid van dien onderbevelhebber. Indien
het hem ware te-doen geweest om zich aan 't gezag van Van Noort
te onttrekken, had hy zich zeer gemakkelyk van 't eskader kunnen
afscheiden, wat dan ook by dergelyke expeditien herhaaldelyk
geschiedde, 't Was moeielyker by-een te blyven, dan elkaar uit het
oog te verliezen. Wy weten te weinig van de zaak om 'n oordeel te
vellen. Ook dit voorval, als de geheele Geschiedenis--ik bedoel,
de groote!--is zeer onvolledig geschreven. We kunnen slechts raden,
gissen. Alleen de vreeselykheid van 't geslagen vonnis ligt ons
duidelyk voor oogen. En wat me daarin 't meest treft, is de lakonieke
vermelding van de waarschynlykheid dat "de inlanders den veroordeelde
wel zouden afmaken." Ik weet ter-nauwernood wat onmenschelyker is,
de veronderstelde aard van die Vuurlanders, of 't gebruik-maken van
hun wreede eigenaardigheid? 't Menschen-eten is verboden, maar wel
scheen het geoorloofd, aan mensch-eters 'n mensch te eten te geven. De
Romeinen wierpen hun misdadigers in 't wilde-beestenperk. Hier zien
wy de funktien van verscheurend dier opdragen aan _menschen_!
--'t Waren _wilden_...
--Ja, maar zy die 't vonnis sloegen, gingen voor _beschaafd_ door. En
bovendien, ook die wilden behooren tot ons geslacht. Het trof me reeds
als kind, dat Robinson Crusoë, die zich zoo ongelukkig waande op z'n
onbewoond eiland, van schrik dacht te sterven toen hy door 't zien
van voetstappen ontdekte dat z'n eiland _niet_ onbewoond was. Och,
kinderen, 't is zoo treurig dat de mensch 'n vyand van den mensch is.
--De beschaving...
--Beschaving legt 'n vernis over onze boosaardigheid, en nog niet eens
altyd. De aard der wilden breekt telkens door. Let er maar eens op,
met welke blikken wy of... sommigen onzer, iemand begroeten dien we
niet kennen!
De dokter zag Willem even aan.
--Het schynt wel of ieder die zich verstout eenigszins aftewyken van
de maniertjes waaraan wy gewoon zyn reeds daarom alleen onze vyand
is. Zuivere welwillendheid is zeldzaam. Waar we haar ontdekken,
werd ze gewoonlyk opgewekt door oorzaken van-buiten-af. Op en door
zichzelf schynt ze niet te kunnen bestaan. Waarom toch?
Holsma sprak hierop weder van beschaving, van de _ware_ die iets
anders en iets meer behoort te zyn dan vernis. Hy betoogde dat er
in geestelyke ontwikkeling 'n hefboom ligt om 't zedelyk standpunt
te verhoogen, en eindigde met de opmerking dat het laagstellen
of minachten van 't onbekende veelal voortsproot uit gebrek van
zelfkennis.
Toen Wouter vertrok, deden de kinderen hem uitgeleide tot aan de
huisdeur, en Willem was byzonder vriendelyk.
De dokter namelyk had 'n byzondere manier van zedepreeken. Hy wist wel
op welk onderwerp 't gesprek zou uitloopen, wanneer-i begon met die
treurige geschiedenis van Jakob Claesz. En ook ik had er m'n redenen
voor, toen ik van de troglodieten overstapte op Olivier Van Noort.


Een splinternieuwe _gradus ad Parnassum_, niet precies
dezelfde die _Faust_ ten-geschenke kreeg van _Mephisto_. Twee
ouwerwetsche spiegels voor hedendaagsche spelprofessors. Wenken
omtrent 'n meer nieuwerwetsche wyze van taalbeschouwing.

Wanneer de lezer gewoon is aan effekt-romans, zal 't hem bevreemden
te vernemen dat Wouters bezoek by de familie Holsma grooten invloed
uitoefende op 't ontwikkelingsproces van z'n geest. Het spreekt
vanzelf dat dit zich niet terstond openbaarde, doch er was 'n kiem
van verandering in z'n gemoed gelegd, die niet weder kon verstikt
worden. Van zelfstandig denken was nog geen spraak, maar hy wist nu
toch dat er iets àls zelfstandig denken mogelyk was, al durfde hyzelf
zich die weelde niet aanmatigen, waartoe hem dan ook de noodige rypheid
ontbrak. Niet hy, Wouter, zou 'n meening hebben, maar hy begon toch
intezien dat er andere meeningen bestonden dan die van z'n omgeving,
en dit was 'n groote stap.
Boven alles echter--heel gelukkig inderdaad!--drukte hem z'n gebrek
aan kennis. Het was hem duidelyk geworden dat de kinderen in wier
gezelschap hy eenige uren doorbracht, zoo veel meer wisten dan hy,
en dit maakte hem zeer bedroefd. Wat baatten hem al z'n koningen
Israëls! Wie was het toch die zoo schrikte van voetstappen? De arme
jongen had nooit iets van De Foe's kluizenaar gehoord. Hy vroeg aan
Stoffel, en deze zou wel in-staat geweest zyn hem intelichten, als
Wouter den naam van Robinson maar onthouden had.
--Voetstappen? Voetstappen? Hoe kan ik je antwoorden, als je niet
zegt welke voetstappen? Voetstappen van _wien_, meen ik. Men moet
altyd namen noemen, als men iets te vragen heeft.
--Juist, zei de moeder, als je wat weten wil, moet je namen noemen. En
maakte mevrouw-zelf de slâ aan? Dat vind ik al heel zonderling! Nu,
de knecht zal zeker uit geweest zyn.
By al de verhalen die Wouter omtrent z'n wedervaren werden afgeperst,
had hy instinktmatig vermeden melding te maken van de byzonderheden die
in z'n omgeving niet te rekenen hadden op 'n gunstig onthaal. Geen
woord van de saturnalie! Niets van 't verzuimd bidden by warm
eten! Ook verzweeg hy de gemakkelykheid waarmee die kinderen zich
schenen te bewegen, en de ongedwongenheid hunner deelneming aan 't
gesprek. Toch was de schroom om zaken aanteroeren die in zyn kring
minder gewild waren, misschien overbodig. Men vergeeft zooveel aan
beerevellen! Maar dit ging z'n berekening te-boven.
Juffrouw Pieterse informeerde zich herhaaldelyk of-i wel "fatsoenlyk"
geweest was? En Wouter beaamde dit in alle oprechtheid zonder eigenlyk
te weten wat ze bedoelde, daar hy in z'n gemoedje noch ondervinding
noch besef had van het tegendeel. Ja toch ... de geschiedenis met dien
topzwaren vlâlepel! Zou dàt misschien onfatsoenlyk geweest zyn? Hy
wilde de beslissing dezer vraag liefst niet laten afhangen van z'n
moeder, en zweeg er dus over ... och, hoe lief van de wilde Sietske,
z'n onhandigheid zoo te bedekken! Maar dit zou hyzelf ook gedaan
hebben, al wist-i dan zooveel minder dan de kinderen van den dokter.
Met schrik vernam hy dat de dag naderde, waarop z'n gedwongen
afwezigheid van Pennewips school een eind nemen zou. Meer dan ooit
voelde hy dat de bronnen van kennis die daar voor hem ontsloten werden,
niet voldoende waren. Of althans hy meende dit. Maar aan tegenstand
was niet te denken. Hy was ontevreden met zichzelf, met alles! "Van
my zal nooit iets terecht komen!" zuchtte hy.
Hy verscheurde z'n _Lady_ Macbeth die hem leelyker voorkwam dan
ooit. En ... Ophelia?
O hemel, den ganschen dag had hy niet aan Femke gedacht! Dit kwam hem
zeer slecht voor. Was 't omdat ze maar 'n bleekmeisje was, en omdat
de kinderen van den dokter zooveel voornamer waren?
Dit denkbeeld verschrikte Wouter erger, dan de gedachte aan diefstal
of moord. Hy kon niet leven met zoo'n zelfverwyt, en nam de eerste
gelegenheid waar, om de schuld af tedoen. Want 'n schuld wàs het,
naar-i voelde.
En dit gevoel gaf hem moed. Met z'n gekleurde prent in de hand,
stapte hy ditmaal moedig 't welbekende hekje binnen, en klopte aan
de deur van Femke's huisje. Er werd "binnen" geroepen. Z'n hart
bonsde benauwend, maar nu moest-i z'n heldenstuk wel dóórzetten. Hy
stond op-eenmaal voor 't meisje, dat met haar moeder bezig was
aan vrouwelyken arbeid. De hartevrouw van m'n held stopte kousen,
ruwe dikke onoogelyke wollen kousen! 't Is hard voor 'n schryver,
zoo-iets te moeten boekstaven. Om evenwel aan Wouters onbedorvenheid
de eer te geven die haar nog altyd toekomt...
Want afkeer van praktischen eenvoud _is_ bederf!
... om hem te schetsen zooals hy wàs, zy hier erkend dat die kousen
hem in 't minst niet hinderden. De periode van verdraaide poëzie en
valsche romantiek was nog niet voor hem aangebroken.
Wanneer hyzelf had moeten beschryven hoe hy 't aanlei om z'n bezoek te
rechtvaardigen, en iets te zeggen dat tot inleiding van 'n gesprek
zou kunnen dienen, zouden deze byzonderheden waarschynlyk voor
't nageslacht zyn verloren gegaan. En ook ik weet maar ten-deele
hoe de overgang geschiedde, tusschen z'n bedremmeld binnentreden
en 't plaatsnemen op 'n matten stoeltje dat Femke hem vriendelyk
toeschoof. Hyzelf herinnerde zich daarvan niets dan den bezielenden
blik waarmee ze hem aanzag, en haar uitroep:
--Ah!
En ze had hem de hand toegereikt.
--'t Is de jongeheer van onlangs, zeide zy tot de moeder, als
begrypende dat deze zich Wouter niet herinnerde. 't Is de kleine
jongen die zoo ziek geweest is. En hoe gaat het nu? Je ziet bleek.
--Ga zitten, jongeheer. Ja, je ziet er bleekjes uit. Zeker van
de wurmen?
--Wel neen, moeder! 't Kind heeft zenuwkoortsen gehad.
--Ja juist, koorts! Ik wil maar zeggen dat het ook wel eens van de
wurmen komen kan. Geef 'n kommetje, Fem, en schenk hem in. Je moogt
immers wel koffi drinken? Anders, als je met wurmen geplaagd bent...
Ik moet erkennen dat die wurmen van Vrouw Claus onzen Wouter meer
hinderden dan haar kousen. 't Mensch scheen zich voorgenomen te hebben
hem daarmee te plagen, en kwam er gedurig op terug.
--En waar bleekt je moeder? vroeg ze. Niet dat ik 'n ander wil
onderkruipen, godbewaarme, maar... àls ze soms niet tevreden was met
'r waschvrouw... 't kon gebeuren, zie je. Nu, dan is ieder zichzelf
de naaste, en ik rekommandeer me. Als er inktvlekken in 't goed zyn,
maakt Fem ze 'r uit, met "zuringzout" weetje? En nooit raakt er
'n stuk weg ... ja, eens is 't gebeurd, 'n paar mansetten, maar die
hebben we vergoed met 'n zesthalf ... vraag maar aan Femke.
Helaas! Dàt zou hy nu van Femke moeten vernemen, hy die haar zooveel
anders te vragen had! Vrouw Claus maakte 't hoe langer hoe erger. Ze
tastte hier niet de valsche poëzie aan, waarmee hy nog niet besmet was,
ze stoorde, belemmerde en bedierf de _werkelyke_ vlucht van z'n gemoed,
die beter pleging verdiende.
En zie, het meisje begreep 't ongepaste van dien wanklank! Zou dit
aan fyner bewerktuiging te danken geweest zyn? Was 't 'n gevolg van de
betrekkelyke maagdelykheid harer indrukken? Speelde hier de liefelyke
jeugd 'n rol?
Van alles wat, misschien. Doch zeker is 't, dat de herinnering aan
de manier waarop Wouter haar had ingeleid in de geheimenissen van
Aztalpa, grooten invloed op haar beoordeeling uitoefende. Ze had
Wouters ziel in groot ornaat gezien. En al was dan ook de opschik
waarmee hy by die gelegenheid z'n welsprekendheid getooid had, te
bont en te kleurig voor geoefenden smaak ... Femke's smaak was niet
geoefend. Voor haar vertegenwoordigde Wouters opgetogenheid _het_
schoone, _het_ verhevene, en daarom stond ze hoog genoeg om zich
gestuit te voelen door de platheid van den toon dien haar moeder
aansloeg. Ze zon op middelen om daaraan 'n eind te maken. Maar ook
hier alweer, even als in Wouters eigen omgeving voor hemzelf, was de
rechte weg afgesloten. Femke kon immers niet zeggen: moeder spreek
toch wat ... peruaanscher!
't Eenige wat ze voorloopig doen kon, was hem te vragen wat het
rolletje beteekende, dat-i nog altyd in de hand hield?
Zeer bedremmeld bracht Wouter uit, dat dit 'n geschenk voor háár
was. Het meisje voelde zich getroffen door de hartelykheid die hierin
doorstraalde, en verzekerde met 'n eenvoud die meer ernst bevatte
dan iemand gissen kon, dat ze die prent altyd bewaren zou.
--Ja, zei de moeder, en dan moet je de kreukels er uit stryken. Want
... stryken doen wy ook, jongeheer. We brengen de wasch kant en klaar
thuis, en nooit heeft iemand de minste reden tot klacht. Zeg dit gerust
aan je moeder. Daar heb je nu by-voorbeeld je kraagje ... ik zeg dat
het niet goed gestreken is. De ruimte zit in 'n plooi over 't stiksel
heen. Ook is 't slordig geblauwd ... vraag maar aan Femke. Zeg, Fem,
is 't niet streeperig?
Ei ... zyn hemdskraag slordig geblauwd? Streeperig? Niet goed
gestreken? En dat alles was nogal door de wyze Petrò gedaan! Ook dáárin
alzoo bestond verschil van opvatting of methode? En ook dáárin alzoo
was de traditie van den huize Pieterse niet alleen-zaligmakend? Het
scheen er dezer dagen op toegelegd, onzen Wouter te schokken.
Maar Femke zat op heete kolen. Na eenig vruchteloos onderzoeken
wie Ophelia was, en na even vruchtelooze pogingen om 'n gesprek
aantevangen dat in Wouters smaak vallen kon, bedacht zy 'n uitgang. Er
moest volstrekt iets hier-of-daar bezorgd worden, meende zy, en:
"de jongeheer kon wel 'n eindje meegaan."
--My wel, zei de moeder.
Het jonge paar vertrok.
Femkes boodschap scheen weinig haast te hebben. Ze sloeg met Wouter
een der paden in, die in den omtrek van Amsterdam _de_ paden genoemd
worden, en dan ook niets zyn dan dat. Wie daar wandelt moet leeftocht
van indrukken meenemen om zich niet te vervelen.
Nu, dáárvan had onze Wouter voorraad! Hy had Femke zóóveel te zeggen,
dat-i byna niet spreken kon. En ook zy had zich meer met hem bezig
gehouden, dan zyzelf zich bekennen wilde, meer vooral dan hy gissen
kon. Ze begon met de mededeeling dat ze aan haar moeder geen bericht
had gedaan van de onvriendelyke ontvangst die haar ten-zynent was
te-beurt gevallen, en wel omdat ze wilde voorkomen dat haar moeder,
indien Wouter eens mocht terugkeeren...
--O, Femke, je dacht er dus aan, dat ik je zou komen opzoeken?
--Ja, zei 't meisje aarzelend maar toch met 'n flinkheid die Wouter
verrukte. Ja, ik dacht wel dat ik je weer zou zien. En ik heb 'n mis
laten lezen voor je beterschap.
--Heusch? vroeg Wouter die ter-nauwernood wist wat dit beduidde. Heb
je dat heusch voor me gedaan?
--Ja, en zelf gebeden ook! Want ik had het jammer gevonden, als je
gestorven waart. Ik geloof dat je-n-'n goed jongetje bent.
--Ach, ik had eer moeten komen! En dit wilde ik ook, maar ... Femken,
ik durfde niet.
Hy verhaalde hoe hy op dien zondag in haar nabyheid geweest Was. Het
meisje schreef z'n beschroomdheid aan vrees voor haar moeder toe.
--M'n moeder is 'n heele brave vrouw, zieje. Ze zal niemand te-kort
doen, maar ... och, je begrypt me wel. Ze heeft de gewoonte niet,
met menschen omtegaan. Ik ben beter thuis in de wereld, omdat ik
kindermeisje geweest ben, wel drie weken lang. Als noodhulp, weetje,
want voor 'n wezenlyke kindermeid was ik nog te jong. 't Was by
'n nicht van ons, waar de meid ziek was, want we zyn eigenlyk van
beste familie, weetje. Maar dit doet er niet toe. Zeg me liever,
of je nu heelemaal beter bent?
Wouter gaf verslag van z'n ziekte, en geraakte onwillekeurig op
't onderwerp dat hem voornamelyk bezig-hield, op z'n onkunde.
--Alle kinderen verstaan fransch, klaagde hy, en dit wordt niet
onderwezen op m'n school. En wie geen fransch verstaat, kan nooit
'n groot man worden.
--Och, dat geloof ik niet. De kruienier in de Molstraat heeft drie
eigen huizen, en ik weet dat-i geen woord fransch spreekt.
Wouter had eenige moeite haar aan 't verstand te brengen dat hy iets
anders bedoelde dan 't bezit van drie huizen, ofschoon ook dit hem
niet verwerpelyk voorkwam.
--Ik wilde zoo graag ... zieje ... zoo graag ... iets als ... ja,
hoe zal ik je dit uitleggen? Ik wou...
De afrikaansche heerschappy zweefde hem op de lippen. Maar hy had
den moed niet, z'n eigen droomen in woorden overtezetten.
--Je weet, Femke, dat we hier in Europa wonen. Nu, daar ginds, ver in
't zuiden, heel ver ... ik zal 't voor je uitteekenen. We kunnen hier
wel 'n oogenblik zitten, niet waar, dan zal ik je precies uitleggen
wat ik bedoel.
Hy geleidde 't meisje naar 'n stapel gezaagde planken, en nam daarop
naast haar plaats, nadat-i hier-of-daar 'n takje had weten machtig
te worden, dat hem dienen zou tot graveerstift om 'n wereld in 't
zand te teekenen.
--Dit is Europa. De aarde is rond ... dat wil zeggen, ze bestaat uit
twee helften ... als pannekoeken ... kyk, 't lykt wel 'n bril. Nu,
met die eene helft hebben we niet te maken, dat is Amerika ... zet
'r gerust je voet op. _Hier_ wonen wy ... daar ligt Engeland ... heel
omlaag is Afrika. De menschen zyn daar ... onbeschaafd. Ze kunnen
niet lezen zelfs, en dragen maar heel weinig kleeren. Maar als er
'n reiziger komt, behandelen zy hem zeer vriendelyk. 't Staat in 'n
boekje. Daar wou ik heengaan, en aan al die menschen lezen leeren,
en kleeren geven, en zorgen dat er in 't heele land geen onrecht
geschiedde, en dan zouden wy...
--Ik ook? vroeg Femke verbaasd.
--Ja zeker! Ik wou je vragen met my daarheen te gaan? We zouden man
en vrouw zyn. Je begrypt wel, als ik koning werd in dat land ... dat
jy dan ...
--_Ik?_ Koningin?
Het meisje berstte in lachen uit. Ze vertrad, onwillekeurig op-staande,
al de koninkryken die Wouter zoo-even aan haar voeten had neergelegd.
--Maar ... wil je dan niet m'n vrouw worden?
--Wel neen, malle jongen! Ik begryp niet waar je de gekheid vandaan
haalt. Weet je dan niet dat je nog maar 'n kind bent?
--Wil je dan wachten tot dat ik groot ben? Wil je my niet aannemen
voor je vrindje?
--Wel zeker! Maar dan moet je niet zulke zotte praatjes bedenken. Niet
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.