De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16

Total number of words is 4431
Total number of unique words is 1593
38.8 of words are in the 2000 most common words
52.8 of words are in the 5000 most common words
60.4 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
_overal_ te kunnen opmerken. De een zweert by z'n dorp, de ander by
z'n gemeente, 'n derde by z'n vak, enz. Zelden ontmoet men 'n wydte
van blik, die zekere altyd betrekkelyk nauwe grenzen overschrydt. 't
Verschil ligt in de maat onzer bekrompenheid, maar ... bekrompen zyn
wy allen. Byna altyd keuren wy de zeden, manieren, denkbeelden, die
niet in ons kringetje tehuis behooren, onvoorwaardelyk af. En zelfs
daar waar ons oordeel zich eenigermate heeft vry gemaakt, blyven we
toch onbewust altyd nog de slaven van onzen smaak.
En een der tegenstellingen waaruit de gansche wereld gemaakt is vinden
wy ook hier. In-weerwil der gehechtheid aan 't naast omliggende,
worden wy beheerscht door 'n zucht om alles te verheffen en naar alles
te haken wat vreemd en ongewoon is. Trekvogels en hokvast te-gelyk,
beminnen wy wat ons benauwt, en we schrikken voor 't geprezene terug,
zoodra 't afwykt van de zaken die wyzelf veroordeelden, maar die
ons ketenen met de kluisters der gewoonte. Dat loven en roemen van
't vreemde zèlf is 'n gewoonte van zekere wereldverbeteraars, en de
minste huisbakkene niet. Ze gelyken hierin op den oester die de vlucht
van den arend bezong. 't Beest rymde zoo mooi, dat Jupiter hem 'n paar
vlerken zond, met 'n aanstelling tot vogel. Maar de zanger wees die
onderscheiding af omdat-i 't jammer vond de schulp te verlaten,waarin
hy geen wieken bergen kon. [25]


De lotgevallen van 'n vlalepel met een handleiding tot
het begraven van ongelukken, 'n Oude historie uit _Straat
Magellaan_, niet ontoepasselyk op andere straten.

De eigenaardige beschroomdheid die soms getuigenis geeft van iets
goeds, vindt men nu-en-dan by kinderen, en ze wordt door opvoeders
gewoonlyk verkeerd beoordeeld, 't geen blykt uit de overdrevenheid
waarmee ze het tegendeel pryzen. "Dàt zal 'n man worden!" hoort men
dikwyls zeggen van den knaap: _qui ne doute de rien_.
Ons Woutertje twyfelde aan alles wat hem niet werd ingegeven van
buiten-af, en dus aan z'n eigen zelfheid het meest. Men meene vooral
niet dat ik dit goedkeur of aanprys. Ik neem hem slechts in bescherming
tegen den àl te ongunstigen uitslag eener vergelyking van zyn linksheid
met de _suffisance_ van anderen. Het mag niet ontkend worden dat
ziekelyke zwakte 't gevolg wezen kan van te fyne bewerktuiging,
en dit is wel te betreuren. Doch er is versterking denkbaar, terwyl
't verfynen van grove organismen my moeilyk of onmogelyk voorkomt.
Wouter dan was beschroomd en links. Na al het zonderlinge dat-i op
de studeerkamer van den dokter had bygewoond, voelde hy zich wel
eenigszins voorbereid op ongewone dingen, maar dat Willem en Herman,
en zelfs de nog jongere Sietske, zoo onbeschroomd op hun bord durfden
nemen wat ze verkozen, verbaasde hem alweer veel meer dan de luchtvaart
van Elias. By Genoveva in de bekoorlyke wildernis, jazelfs in Afrika,
kon 't niet vryer en gemakkelyker toegaan. Hy was ontsteld van de
vreemdheid. Inderdaad ontsteld en zenuwachtig, en wel zóó dat-i,
toen z'n buurmeisje hem aan 't dessert 'n schotel roomvlâ overreikte...
Geschied is het, o goden! En ... ik moet het vertellen. Kon ik nu maar,
als 'n oude kroniekschryver, de schuld werpen op raadgevers:

"de dat riet en dede niet wale."

Helaas! Welke geheim-hofraad ter-wereld kon Wouter geadvizeerd hebben,
den porseleinen lepel over den rand van de schaal te doen buitelen,
en dat ding--met wat vlâ er by, waarachtig!--te doen neerkomen in
Sietske's schoot? Hy deed het, _hy_! Hoogst-eigenhandig. en _proprio
motu_! Geen Stoke kan 't goedpraten. En zelfs Bilderdyk niet.
Och, hoe droevig! Juist begon-i 'n beetje verder op z'n stoel te
schuiven dan by de soep! Nog 'n oogenblikje maar, en hy zou inderdaad
gezeten hebben. Misschien ook had-i weldra iets gezegd. Was hem
niet 'n land van Afrika in den zin gekomen, dat Sietske vergeten
had optezeggen tegen den spiegel? Dàt had-i willen noemen! Niet om
doortegaan voor knapper dan zy, o neen, maar om iets minder dom te
schynen dan-i er zeker uitzag. Helaas, na die malle lepel-historie
... och! Hy had liever 'n pink gemist, z'n hand, z'n arm ... alles! Ja
... hy wou dat-i ergens onder den grond zat!
Al deze indrukken bestormden hem te-gelyk. Voor-i nog genaderd was
tot de vraag hoe z'n onhandigheid zou worden opgenomen, ja terstond
na de katastroof, en alsof 't er by behoorde, begon Sietske:
--Papa zou iets vertellen over Olivier Van Noort.
Ze stond even op, reinigde haar jurkjen, en bood Wouter 'n anderen
lepel aan, dien ze van 't wandbuvet had genomen.
--Toe, papa, over Olivier Van Noort! Papa heeft het beloofd.
En allen drongen om 't hardst op de toegezegde vertelling aan. Ook
Mevrouw Holsma scheen daarin byzonder veel belang te stellen. Wouter
voelde heel goed dat men bezig was de herinnering aan z'n ongelukje
te bedelven onder gesprek. Dit roerde hem. Hy was waarlyk zulke
liefelykheid niet gewoon, en toen Sietske weer plaats had genomen,
zag ze dat er 'n traan over z'n wangen rolde.
--Mama, ik heb 'n zilveren lepel by de vlâ gelegd. Dit is immers
goed? Zoo'n porseleinen ding is topzwaar... ik heb 't wel al driemaal
laten vallen, en Herman kan er ook niet mee terecht.
De moeder knikte haar vriendelyk toe.
--Krygen we nu Van Noort, papa?
--Ik durf haast niet. Jelui zult zeggen dat ik weer van geografie
begin.
--Foei, papa, aan tafel!
--Ja, ja, zei de moeder, ik heb al lang gemerkt dat de saturnalie
van maandag, woensdag en vrydag 't hevigst is. 't Huis dreunt altyd
na de geografie.
--'n Vol kwartier is te lang, klaagde Holsma.
--Oude privilegien, papa! zei Willem.
--Nu, dit mag waar zyn. Maar toen de zaak aldus werd ingesteld,
was je alleen. Dat ging nog. Jy bent eigenlyk de uitvinder van die
barbaarsheid. Toen Herman 't eerst in de les kwam...
--Zóó'n kereltje was je toen, wees Willem, misschien wel wat héél
laag. Je kon geen _a_ voor 'n _b_.
--Dàt is niet waar! Moeder had me lezen geleerd. Mama, mag ik u de
helft geven? Ik heb hier de mooiste abrikoos van den heelen schotel
... waarlyk by-ongeluk! Toe, mama, neem hem heelemaal.
--Omdat ik je lezen geleerd heb?
--Olivier Van Noort, papa!
--Lezen ... hm! bromde de vader. Alsof je lezen kon! Zie me zoo'n
verwaand kereltjen eens!
--Ik niet lezen! O papa, luister eens:
Herman nam 'n ulevel, ploos er 't devies uit, en las:

Een vader die z'n zoontje plaagt ...

--Dat staat er niet, riep Sietske. _l'Amour est un enfant tromp ..._
--_Trompette_, zei Willem.
--Olivier Van Noort, papa!
Men hoorde bellen aan de huisdeur. Een oogenblik daarna trad 'n heer
de kamer in, die door de kinderen met veel blyken van genegenheid
als oom Sybrand begroet werd.
De huisheer noodigde de gansche familie in den tuin, en droeg Herman
op, 'n klein boekje dat-i hem uitduidde, van z'n studeerkamer te halen:
--Maar jongen, sla nu niet verraderlyk de globe stuk. Dat arme ding
kan 't niet helpen dat jelui zoo'n dommen hekel hebt aan geografie.
Herman beloofde plechtig dat-i by deze byzondere gelegenheid niet den
minsten sluipmoord begaan zou. In den tuin komende, waar de anderen
reeds gezeten waren, bracht-i 't 5e deeltje mee van de "_Nederlandsche
Zeereizen, naar oorspronkelyke journalen uitgegeven door_ Bennet _en_
Van Wyk."
--_Lees_ nu eens wat je daar vindt aangestreept met potlood, zei
Holsma. We zullen zien of moeder die abrikoos eerlyk aan je verdiend
heeft?
--O papa, al...
--Nu?
--Al komt er nu soms 'n domheid van my aan den dag...
--Dat zou moeder niet kunnen helpen, meen je? Heel goed, jongen! Lees
maar op.
Herman las:

"Den volgenden morgen (5 _November_ 1599) ging men weder
onderzeil, om de vermaarde, doch zeer gevaarlyke straat
_Magellaan_ aan te doen, waartoe zy reeds veertien maanden
besteed, en meer dan honderd man van het scheepsvolk door
ziekten enz. verloren hadden.
Toen zy in den mond der straat kwamen, die hier 7 mylen
breedte heeft, liep de Admiraal Van Noort, met het jagt er
binnen; dan tot groote verwondering van den Admiraal, werd
hy door het schip van den Vice-admiraal Jakob Claesz Van
Ilpendam niet gevolgd, die op hunne vorige ankerplaats _de
los Virgene(?)_ weder ankerde, zonder dat men de redenen,
die hem daartoe bewogen, konde doorgronden."
"Den 10n November deed de Admiraal met een schot sein voor
den Vice-Admiraal, om by hem aan boord te komen, daar hy--Van
Noort--geene sloep had, om naar hem toetezenden; hierop kwam
de Schipper van den Vice-Admiraal met eene sloep aan boord,
wien hy den toestand van zyn schip te kennen gaf, en zeide,
dat hy begeerde den Vice-Admiraal in persoon te spreken,
terwyl hy hem eenen brief voor hem medegaf, waarby hy verzocht
om een anker en een touw, hetgene hy zeer benoodigd had.
Den volgenden dag schreef de Admiraal nogmaals aan Van
Ilpendam, zyn vorig verzoek herhalende; dan kreeg tot antwoord,
dat hy geen anker noch touw wilde afstaan, en meende evenveel
magt te hebben als de Admiraal zelf. Zulk een grof antwoord,
werd door Van Noort zeer kwalyk genomen, en dit schryven door
hem bewaard."
"Den 24n November passeerde de Admiraal de eerste engte, die
slechts 1/2 myl wyd is. De Vice-Admiraal bleef echter terug."
"Den 14n December kwam tot groote vreugde der overige
schepelingen, het Vice-admiraalschip, dat steeds achteruit
was gebleven, by de andere schepen ten anker."
Den 28n December werd aan boord van den Admiraal de breede
Krygsraad belegd, waarin besloten werd den Vice-Admiraal in
apprehensie te houden, doordien hy zich aan plichtverzuim en
ongehoorzaamheid had schuldig gemaakt; dit vonnis ter uitvoer
gebragt zynde, liet de Admiraal de artikelen van beschuldiging
opmaken, waarvan kopy aan den Vice-admiraal werd gegeven,
ten einde hy zich binnen den tyd van drie weken op dezelve kon
verdedigen; by voorraad werd tot Vice-admiraal bevorderd ...

--De naam van den plaatsvervanger doet er niet toe, zei
Holsma. Volgende bladzy!
Herman sloeg 'n blaadjen om, en ging voort:

"Den 8sten (_Januari_ 1600) ging eene sloep en jol van den
Admiraal aan land, om mosselen te zoeken. Het volk dat
in de jol was, kwam het eerst aan land, en werd door de
inboorlingen, die zich verscholen hadden, overvallen, die
er twee van afmaakten, en eenen kwetsten, doch het volk der
sloep, dat gewapend was, dreef hen op de vlugt, terwyl zy de
dooden evenwel met zich voerden, waardoor men veronderstelde,
dat het menschenëters waren."
"Den 24n dier maand werd de Vice-Admiraal Jacob Claesz. Van
Ilpendam voor den breeden krygsraad geroepen, om zich tegen
de hem ingeleverde beschuldigingen te verdedigen, en daar hy
by meerderheid van stemmen veroordeeld werd...

--Genoeg! riep Holsma.
En hy tikte met 'n waarloos tuinstokjen 't boek toe.
--'t Zal me benieuwen wie goed geluisterd heeft.
--Ik kan de mosselen niet by de zaak te-pas brengen, zei de moeder.
--Die mosselvangst hoort er toch by, zei de dokter. Ik streepte dit
aan, om de opmerking die de matrozen by deze gelegenheid maakten
aangaande de bewoners van dat land.
--Als ze maar 't ware verstand van mosselen hadden, riep Sietske. Er
zyn vergiftigen onder.
--Er was 'n _R_ in de maand.
--Aan de zuidpool hebben de maanden andere namen, en de mosselen
'n ander ... klimaat, meende Herman. Wat wy _Februari_ noemen, komt
daar in 't hartje van den zomer.
--Neen, zei Willem, de zomer heeft in die streken geen hart. Wel komt
hy in 't hartje van Februari ... als-i komt. Maar gewoonlyk komt-i
byna niet. De straat Magellaan ligt tusschen 52 en 54 breedte-graden.
--Dat is niet nader aan 'n pool dan wy hier op den Kolveniers-burgwal.
--Ja, maar ... zieje, de onderste helft van ... de kaart is veel
kouder en natter, riep Sietske.
--Wat 'n barbaarsche uitdrukking!
Sietske beweerde dat Willem pedant was. Hy plaagde haar met: "ja,
kind!" Ze zei, 't kwam van Livius en kegelsneden.
--Pedanterie, kind, is de byzondere deugd die 'n oudsten broeder
versiert.
De dokter zei er niet duidelyk neen op, en vroeg wat-i genoteerd had?
Vaders gewoonte kennende, had het aanstaand studentje by 't begin
van de lezing, 'n zakboekjen uitgehaald, en daarin nu-en-dan iets
opgeschreven. Hy beweerde dat de _taal_ van 't voorgelezene zeer
onzuiver was, en wilde voorbeelden daarvan aanhalen. Maar ze werden
hem geschonken.
--Zeker, de taal is slecht, zei oom Sybrand. Hadden de
verzamelaars maar liever den oorspronkelyken tekst van de journalen
geëerbiedigd! In-plaats van de eigenaardigheden der uitdrukkingswyze
van oude zeelui, geven ze 'n modelletje van de hedendaagsche
rechtschryvery. En als die malle verwaandheid zich maar tot spelling
bepaalde! Ze hebben ook den styl ... verbeterd, naar ze meenen. Zulke
lui zouden in-staat zyn, Mozes en Aäron 'n paar horloges op zak te
geven, en--om de deftigheid--onzen Lieven-heer 'n staart-pruikjen in
den nek. Wat niet geschuurd, geschaafd, gevyld, gelikt, en ... bedorven
is, deugt niet in het oog van die heeren. Het is de vraag of een van
de zeeluî die deze journalen schreven, ooit zulk slecht hollandsch
leverde als zyzelf. Hun slordigheid van uitdrukking doet ons naar
de oorspronkelyke manuskripten verlangen. Maar men kan zeker zyn
dat de moderne verbeteraars de geslachten der woorden trouw hebben
opgezocht in de boekjes die daarover heden-ten-dage ... hoe heeten
ook de taalkenners van deze week?
--Siegenbeek en Weiland, oom.
--Zulke menschen stichten veel kwaad. Ze lokken de aandacht van de
hoofdzaken af, om die te vestigen op allerlei gekheid. Wie precies
weet wat mannelyk of vrouwelyk is, en waar-i 'n onnoodige letter meer
of min mag gebruiken, gaat voor bekwaam, geleerd en bruikbaar door, en
kan alle andere bekwaamheid missen. Zoo schryven ze nu "zoo" en "oogen"
met twee _o_'s, naar ik hoor. Straks verandert dit weer. Dan komen er
weer nieuwe professers die hun leven gewyd hebben aan de ontdekking
dat er twee _o_'s zyn in "vrolykheid" en maar één in "drogen" ...
--Hé, oom! riepen de kinderen, met 'n verbazing die het tegenwoordig
geslacht verbazen zal.
--Geloof me jongens, ze zyn er gek genoeg toe! Hm ... gek? Als men
op zoo'n goedkoope manier aan den kost komen kan! Gek zyn de menschen
die zich laten bedotten door zulke kwakzalvers. Tegen dien tyd zullen
dan ook de reizen van onze ouwe zeeluî weer vertaald moeten worden
in nog nieuwer spelling, die dàn de ware alleen-zaligmakende wezen
zal. Op die wyze wordt er nooit iets klassiek.
--'t Is waar, zei de dokter, dat die schoolverwaandheid veel
bederft. Waar de "letterkundige" bekwaamheid van deze soort een
maal voet heeft gevat, matigt ze zich alles aan. Er wordt byv. in
die boekjes gesproken van "roeiriemen" en "verdek", woorden die
nooit over de lippen van 'n zeeman komen. Ook geloof ik niet dat
men op zeeschepen 'n "jol" heeft. Ik ten-minste heb aan-boord nooit
van zoo'n ding hooren spreken. Ze hebben daar 'n barkas, 'n boot,
sloepen en vletten. Maar dit kan ik mis hebben. Als bewys hoe ver de
verwaandheid van lettermannen gaat, in veel journalen supprimeeren
zy brutaal-weg de oorspronkelyke berichten over Landen en Volken,
en geven 'n pover artikeltjen over zoo'n land of volk uit hun eigen
"Aardrykskundig Woordenboek" in de plaats. Die berichten zyn onvolledig
en onnauwkeurig, zoodat ze over weinig jaren even verouderd zullen
wezen als die van de arme schepelingen, zonder daarvan de autenticiteit
te bezitten, noch vooral het naïve. Ze missen dus al de belangrykheid
der eerste rapporten die den stempel van hun tyd dragen. We vernemen
nu niet welken indruk 'n nieuw ontdekt of weinig bekend land op de
eerste bezoekers maakte, noch welk nieuws ze van hun tochten te-huis
brachten, en wat er meer of min geloovig werd aangenomen...
De geschiedenis der dwalingen is de geschiedenis van ons geslacht!
... we moeten slikken wat zekere m'nheer Van Wyk _thans_ over de
door oude reizigers bezochte streken... meent te weten. Als zulke
menschen den bybel vertaalden, zouden ze de verspieders die Jozua
naar Kanaän zond, laten terugkeeren met 'n hedendaagsche beschryving
van Palestina, liefst van eigen maaksel, en by grieksche mythologie
zouden ze erfzonde en drieëenheid te-pas brengen, omdat die sprookjes
voorkomen in hun kathechismus. Ze meenen dat er niets bestaan kan
zonder hun schoolwysheidje van vandaag. Maar zeg eens, Willem, wat
heb je meer in je boekje?
--Papa, den 10en November had Van Noort geen sloep, en den 8en
Januari ging men van z'n schip met 'n sloep aan-wal om mosselen te
zoeken. _Quaeritur_ waar die sloep vandaan kwam?
--Hy kon zich 'n sloep hebben doen afstaan van een der andere
schepen. Maar ik herinner me iets van 't maken van zoo'n vaartuig.
De dokter bladerde even:
--Ziedaar, zeide hy. En Herman las:

"Dienzelfden dag--2 December--verzeilden de schepen naar een
ruime opene baai, alwaar de Admiraal de timmerlieden en volk
aan land zond, om eene sloep te bouwen, waarvan de kiel 37
voeten lengte had; ook werd de smedery aan land opgezet,
waartoe men smeekoolen van het hout dat er in overvloed
voorhanden was, liet branden. Zy vertoefden hier twaalf dagen,
wanneer de sloep afgetimmerd was. Deze hunne legplaats,
verkreeg den naam van den _Oliviers-baai_."

--Dit vraagstuk is dus opgelost. Wat heb je meer?
--De uitdrukking "_in apprehensie_ houden" bevalt me niet.
--'n Stadhuiswoord!
--Juist daarom. By mosselen en matrozen komt dit niet te-pas, dunkt me.
--Maar 't was 'n rechtzaak!
--_Apprehendere_ beteekent aanvatten, aangrypen...
--O hemel, daar komt Livius!
--Neen, kind... Suetonius. _Apprehendo bucculam_--voel maar!--beduidt:
ik knyp m'n zusjen in haar linkerwang, om haar eerbied inteboezemen.
--Domme jongen, met je latyn!
--En wat heb je nu tegen de _apprehensie_ van dien Ilpendam?
--Ook op dien naam heb ik aanmerking. Ik geloof niet dat de man
zoo heette. 't Zal iemand geweest zyn die van het dorp Ilpendam
geboortig was. De naam Jacob Claesz komt me voor 'n zeeman van zyn
tyd gepaster voor.
--Dit kan gegrond zyn.
--En Van Noort dan? riepen 'n paar anderen. Die had ook 'n vàn!
--Dat was 'n Admiraal!
--De ander was Vice-admiraal. Dat scheelt zooveel niet.
--Hm! Dien _rang_ hadden ze eigenlyk geen van beiden. Het waren
tydelyke titels ... zooveel als Bevelhebber en Onderbevelhebber van
de expeditie. 't Heele eskader was slechts vier schepen sterk, en by
't uitzeilen bemand met 284 koppen. Dit is te weinig voor 'n admiraal
in gewonen zin. Waar blyven je aanmerkingen over _apprehensie_?
--Wel ... de krygsraad kon hoogstens besluiten hem in hechtenis te
_nemen_. De beteekenis van _apprehendere_ is: aangrypen, aanvatten. Men
kan iemand niet in "aangryping" houden.
--Korrekt! zei de vader. Korrekt als 'n zonnestelsel...
--Met deklinatien, mompelde oom Sybrand. Hy heeft byna gelyk, maar
hy weet niet waarom.
--Willem, verschik je stoel even. Je poot staat op m'n breikatoen.
--Willems poot heeft mama's draad in _apprehensie_ ... gehouden,
plaagde Herman.
Oom Sybrand fluisterde Sietske in 't oor.
--_Hoe weet je, dat apprehendere_ "aangrypen" beteekent?
--'t Staat in alle woordenboeken, kind.
--Wat nu, oom? Laat me niet in den steek.
Oom fluisterde: "'t is knoeilatyn, neen ... 't is latyn ... ook
'n knoeitaal!"
--'t Is knoeilatyn, of ... zoo-iets. Ik heb niet goed verstaan,
oom. Niet te veel te-gelyk!
--Kind, bezondig je niet. Als 't niet te veel eer voor je was, zou
ik je 't woord wyzen by Cicero.
--Oom?
Sybrand fluisterde.
--Je heele Cicero verstond z'n eigen latyn niet.
--O goden, wat moet ik vernemen, hier in m'n vaders eigen
tuin! Kind, ga naar 't land, en sny biezen! Profaan wezen, ik ontërf
je! Kandidaat-bakvisch, stekelbaars, witbloedig gekorvene boosdoenster,
gekneusd atoom, o gy gedrochtelyke zuster, _horresco_! Papa, ik ben
verontwaardigd.
--Dit schynt wel!
--Je zit weer op m'n kluw, jongen!
--Oom, wat moet ik nu zeggen. Geef me 'n flinken latynschen vloek, toe!
--Vraag 'm naar den wortel.
--Juist! Precies! Zeg eens, wysheid, weet je wel eens wat de wortel
is van je ... Cicero?
Tot Wouters verademing berstten allen in lachen uit. Hy had nooit
scherts bygewoond, en meende dat Willem inderdaad op Sietske verstoord
was. Z'n misverstand was te natuurlyker, omdat-i de kleine weerlichtjes
van 't gesprek niet volgen kon. Ook waar-i nagenoeg begreep wàt er
gezegd werd, vatte hy den toon niet. In de omgeving waaraan hy gewoon
was, heerschte iets zwaars dat hem neerdrukte. Hier evenwel scheen
alles te huppelen, te zweven. En toch voelde hy zeer goed dat er in
dezen kring geen spraak was van lichtvaardigheid. Zou dàt nu wezen
wat Juffrouw Laps "wereldsch" noemt, dacht hy, en zou nu die heele
familie niet in den hemel komen? Dit denkbeeld verontrustte hem. Hy
vond dat het toch jammer wezen zou! Maar die uitdrukking van den
dokter over erfzonde en drieëenheid...
Doch z'n aandoeningen waren te gemengd om hierby lang stil te
staan. Wat hem bovenal trof, was z'n eigen onwetendheid. Het verdriet
hierover werd nog grooter, toen 't gesprek 'n litterarische wending
nam, waarbyd-i gedurig werd gekweld door den indruk: och, dit zou ik
ook wel kunnen _begrypen_ ... als ik 't maar _wist_!...
Oom Sybrand leî aan Willem uit dat er veel eenzydigs was in de manier
waarop men de zoogenaamde klassieke talen behandelde. [26]
Daar kwam zoo-waar 'n boodschap van Juffrouw Pieterse. Ze liet vragen,
waar Wouter bleef? 't Speet hem zoo! Hy zag den dokter verzoekend aan.
--Wou je gaarne nog wat blyven, mannetje?
--Ja, m'nheer, ik weet nog niet wat er verder met dien Vice-admiraal
gebeurd is.
--Kyk, dat bevalt me! riep Holsma. Hy heeft goed geluisterd. Juist over
't vonnis van dien Jakob Claesz had ik 'n opmerking te maken. Kaatje,
zeg dat de jongeheer nog wat blyft. Hy is hier wèl.
Wouter had zich nooit zoo gelukkig gevoeld.
--Dat's waar ook. We weten nog niet welk vonnis die krygsraad
uitsprak. De tucht moest gehandhaafd worden. Toch niet de kogel? vroeg
Sybrand.
Holsma schudde ontkennend het hoofd.
--Dit verwondert me. Nu, des-te-beter, als men meende dat zóó'n
strengheid niet noodig was...
--Het vonnis was strenger, zei de dokter. Het was vreeselyk! Lees
eens voort, Herman, waar je zoo-even ophield. Juist het eigenaardige
van de straf trof me zoo. Hy werd veroordeeld tot ... leven onder
menschen die hem dooden zouden.
Herman las:

"Den 24sten (_Januari_ 1600) werd de Vice-Admiraal Jakob
Claesz. Van Ilpendam voor den breeden krygsraad geroepen, om
zich tegen de hem ingeleverde beschuldigingen te verdedigen,
en daar hy by meerderheid van stemmen veroordeeld werd,
besloot men hem alvorens van hier te vertrekken, aan land
te zetten, welk vonnis dan ook den 26sten werd ten uitvoer
gebracht; men gaf hem wel eenig brood en wyn mede; dan dit kon
niet lange strekken, zoodat hy spoedig onder de inboorlingen
moest geraken, die hem waarschynlyk zouden afmaken. Nadat het
vonnis volvoerd was, beval de Admiraal dat men op de schepen
een gebed zoude doen, waarby een ieder vermaand werd zich
aan zulk een streng voorbeeld te spiegelen."

--Er ligt 'n vreeselyk treurspel in die gebeurtenis, zei oom Sybrand.
--Men kan zich inderdaad geen pynlyker tragedie voorstellen, hernam
de dokter. We zagen uit de ontmoeting met die matrozen, hoe vyandelyk
de stemming der ingeborenen was. Ik laat nu daar, of ze werkelyk
menschenëters waren. Het wegdragen hunner gesneuvelde landgenooten zou
misschien kunnen pleiten voor zekeren graad van beschaving. Misschien
moesten die lyken met eenige plechtigheid teraarde besteld of verbrand
worden. Er wordt evenwel ook op andere plaatsen in 't Journaal van
kannibalismus gesproken. Van 'n kind dat men aan-wal geroofd, en
geleerd had zich eenigszins in 't hollandsch uittedrukken, vernamen
onze reizigers dat z'n landgenooten--sommige stammen althans--zich
daaraan inderdaad schuldig maakten. Doch hoe dit zy, de krygsraad
verkeerde in de _meening_ dat de ongelukkige dien men verstiet,
onder menschenëters kwam. De zeer christelyke Nederlanders benoemen
't barbaarsche Vuurland tot beul.
--En dat gebed!
--Niet waar? 't Is om te yzen! Zoo'n afschuwelyke klucht na 't bloedige
voorstuk! Na de katastrofe, de parodie! God moest er bykomen om de
akeligheid kompleet te maken! Dit ontbreekt nooit! Zeker hadden die
Vuurlanders 't ware geloof niet, en zy aten hun gevangenen op, of
maakten ze af, zònder God. Maar zy die 't ware Geloof hadden, doemden
den ongelukkige tot zoo'n straf ... mèt God! Wat is beter? Ik zie
hierin geen ander verschil dan dat de geloovers by gelyke wreedheid
nog den schimp voegden van de bespotting.
--Maar, papa, de tucht moest gehandhaafd worden, zei Willem.
--Ongetwyfeld! Indien ik lid van den krygsraad geweest was, had
ik--voor-zoover ik vertrouwen mag op de zeer gebrekkige mededeeling
der zaak in 't Journaal--voor den dood gestemd. Ik zou dit zeer
treurig hebben gevonden, maar ... noodzakelyk! En zelfs duid ik het
noch Van Noort noch den Krygsraad ten-kwade, dat ze maar van hun
tyd waren. De straf van "aan-wal zetten" schynt in vroeger eeuwen
by zeelieden gebruikelyk geweest te zyn. Alexander Selkirk die 't
model leverde van Robinson Crusoë, was op zoo'n wys op z'n eiland
geraakt. En ook in de oude Journalen van onze zeeluî komen dergelyke
gevallen vry dikwyls voor. Maar ik blyf er by, dat het 'n _wreed_
gebruik was. Tracht u eens den toestand voor den geest te halen van
den veroordeelde die met 'n weinig brood en wyn op zoo'n ongastvrye
kust aan-wal stapt! Hy _wist_ wat er met de matrozen die oesters
gezocht hadden, gebeurd was. Stel u eens voor, wat hy gevoelen
moest toen de sloep die hem gebracht had, zich verwyderde! Toen de
matrozen--kort geleden nog z'n ondergeschikten--hem dwongen de hulk te
verlaten! Toen ze hem "vaarwel" zeiden! Denkt eens na, jongens, over
de vreeselyke beteekenis van dàt _vaarwel_! Die wegvarende sloep was
't laatste punt van z'n aanraking met de maatschappy. Die matrozen
zouden 't schip weerzien: hun _te-huis,_ waar ze kameraden hadden,
en leeftocht, en aanspraak op onderlinge bescherming. Dit alles was
voor hem verloren, onherroepelyk! En men gaf hem wat brood en wyn
mee, om de marteling te rekken van 't besef dàt dit alles voor hem
verloren was! Zou dit weinige voedsel langer duren dan 't ontwyken
van de wilden dien men had opgedragen hem te verscheuren?
De schepelingen die daar wegroeiden, zouden misschien 't Vaderland
weerzien, hun dorp, hun huis, hun gezin! En ze zouden van de reis
verhalen! En daar klonken stemmen--de ongelukkige moet ze gehoord
hebben in z'n verlatenheid!--stemmen die aan de teruggekeerden
vraagden: "waar is myn zoon, waar is myn broeder, waar is myn
echtgenoot, waar is onze vader, uw Vice-admiraal Jakob Claesz. Van
Ilpendam?"
Denkt eens, kinderen, wat hy moet ondergaan hebben by 't staren op den
geringen voorraad voedsel die hem was meegegeven. Hoe vreeselyk moet
hem 't aanschouwen geweest zyn van den wedloop die er zou gehouden
worden door wilden en ontbering, en waarvan de prys zyn leven was! Wie
of wat bestemde de richting die hy insloeg? Waar zoud-i na eenig
doelloos omzwerven zich ter-ruste leggen en waarom? Immers wat baatte
het of hy rustte, of zich vermoeide, of rechts liep, of links ging,
of hy by 't strand bleef of heuvels beklom, of neerdaalde in laagten,
of 'n woud indrong... wachtte hem niet overal de akeligste dood?
Zeker zal hy aan 't strand gestaan hebben, wuivend met muts of doek,
en roepend, schreiend, vloekend, smeekend... waanzinnig van woede,
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.