De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15

Total number of words is 4585
Total number of unique words is 1576
40.7 of words are in the 2000 most common words
54.2 of words are in the 5000 most common words
61.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
was, en ze zat naast hem... zy! En groots was ze niet, want ze wilde
't heel wel weten "voor 't aangezicht van 't geheele volk" dat ze
vroeger maar 'n bleekmeisje zonder kroon of statie was geweest, even
buiten de aschpoort. Dit mocht bekend zyn aan allen die daar geknield
lagen voor haar troon, en ieder mocht het vertellen aan ... ieder,
wanneer men dan maar nooit vergat er by te zeggen dat ze koningin
was geworden omdat Wouter haar had liefgehad. En 't volk hoefde nu
voortaan niet te knielen, zou ze zeggen...
Nu ja, dacht Wouter, by buitengewone gelegenheden staat dat zoo
kwaad niet. Als hy bezoek ontving van z'n moeder en van Stoffel,
by-voorbeeld. Die twee mochten 't wel eens zien, vond-i, hoe al die
menschen hem vereerden, en... háár vooral, haar die zoo onheusch was
bejegend toen ze in z'n ongesteldheid naar hem was komen vragen. Maar
als moeder en Stoffel 't éénmaal gezien hadden, was 't genoeg. Dan
zoud-i alles vergeven, en voor z'n moeder 'n groot huis laten bouwen,
vol regenbakken en waschtobbes. Ook besloot-i 'n ruime school te
laten oprichten voor Pennewip, met groote zwarte borden, inktkokers,
schryfboekjes en kleurige landkaarten van Europa, en tabellen van 't
vervelende nieuwematenstelsel. En hy zou z'n ouden meester vergunnen
daarin den ganschen dag onderwys te geven, van 's morgens vroeg tot
's avends laat... ja, den geheelen nacht dóór! Mocht dit soms de
jongetjes vervelen..
Wouter was bezig met de moeielyke oplossing van 't vraagstuk hoe hy
te-gelyker-tyd Meester Pennewip en de afrikaansche jeugd zou tevreden
stellen, toen Leentje de deur opende. Zonder het te weten namelyk
had-i z'n woning bereikt, en daar aangescheld, zoodat hy zich vry
onverwachts zag overgeplaatst in 'n geheel anderen kring dan waarin
hy sedert 'n half uur zich bewoog. Hy had inderdaad eenige inspanning
noodig om te begrypen wat z'n moeder bedoelde, toén ze hem vroeg hoe
z'n bezoek was afgeloopen, en of Juffrouw Laps tevreden was geweest
over 't verslag van de preek?
Preek? Laps? Och, wat was dit alles ver! Stamelend en zonder eigenlyk
te weten wat-i zeide, sprak hy eenige woorden uit die z'n moeder en
Stoffel in den waan brachten dat het door hem afgelegd examen niet naar
den eisch was afgeloopen. Wat zoud-i dan ook over den uitslag van z'n
bezoek uit 'n godgeleerd oogpunt kunnen zeggen? De heele theologie
was immers allerschandelykst achterwege gebleven. En ook dit kon-i
niet erkennen zonder zekere gaping te doen in 't oog vallen, die z'n
relaas heel onvolkomen maken zou. Hy was lang genoeg uitgebleven om
de vier boeken _Mosis_ aftehandelen, en begreep dat die tydruimte
niet te vullen was met twee taartjes en 'n kop chocola. Voorbereid op
't na-examen dat hem tehuis wachtte, was hy volstrekt niet. Van 't
oogenblik af dat-i de aschpoort en z'n molens had weergezien, had-i
zoo weinig aan juffrouw Laps gedacht, dat 't mensch zonder genade zou
gestikt zyn, als hy belast ware geweest met het leveren van haar adem.
't Was 'n geluk dat-i niet van pater Jansen sprak, of van dien rook,
of van Afrika. Een geluk dat-i gedeeltelyk te danken had aan z'n
hakkelen, want wie goed luisterde naar z'n mededeelingen, kon in
waarheid betuigen dat-i volstrekt niemendal zei.
Behalve de niet geheel willekeurige tegenzin om melding te maken
van dat uitstapje naar den buitensingel, bestond er nog 'n reden
die Wouter belette 'n duidelyk verslag te geven van z'n bezoek. Hy
was even verlegen iets te zeggen over de ondervonden vriendelykheid,
als-i over die onverwachte vriendelykheid zelf geweest was. Ze had
hem zeer gestuit, en nu kwam 't hem voor dat er iets laakbaars lag
in 'n aandoening die hy zeker nog minder by z'n moeder en Stoffel
zou kunnen rechtvaardigen dan by zichzelf. "De jongen lykt wel mal,
meende hy te hooren zeggen. Als men hem beleefd ontvangt, loopt-i
boos weg. Wat is er aantevangen met zoo'n kind?"
Z'n stamelen bracht evenwel 'n heel andere werking voort dan-i
verwachten kon. Er scheen 'n reaktie te hebben plaats gehad sedert
men hem de deur uitzond. Misschien hadden z'n beide inkwiziteurs zich
bezig gehouden met wat ergernis over de schriftgeleerdheid van de
oefenaarster, althans Stoffel brak Wouters gehakkel af met z'n gewoon:
--Zie je wel, moeder, juist wat ik altyd zei. Daar hoort wat toe om 't
háár naar den zin te maken. Ze weet altyd alles beter dan 'n ander...
--Zóó is het, riep de moeder. 't Mensch is gek en verwaand, dat zeg
ik! En zeg jyzelf nu eens, Stoffel, of men van zoo'n kind vergen kan
dat-i alles precies onthoudt, wat de dominee gezegd heeft? Dat kan
ikzelf niet. En jy ook niet. En de meester ook niet. En ik zeg dat
geen mensch dit kan. En dit dan te verlangen van zoo'n kind! Ze doet
het maar om den profester te spelen ... dáárom doet ze 't!
Dit was Stoffels gevoelen ook, en de moeder werd welsprekend door
z'n byval.
--Wat verbeeldt ze zich wel, ging ze voort. Meent ze misschien dat
zyzelf 'n dominee is, omdat ze zooveel teksten uit het hoofd kent? Het
mocht wat! En dan met al die wysheid te liggen sikkeneeren op 'n
kind dat pas ziek geweest is! 't Is 'n ware schande! Wat hoefje ook
daarheen te gaan, Wouter? Je hebt niks met het mensch te maken. Wat
doe je in haar huis? Ik zeg maar altyd...
Hier bedacht de redenaarster dat zyzelf Woutertje tot z'n bezoek
gedwongen had. Ze viel zich daarom in de rede met 'n vermaning om
z'n zondagsche broek uittetrekken. En haar ontevredenheid over de
verkeerde richting die ze aan haar oratie gegeven had, uitte zich
in 'n splinternieuwe zooveelste lykrede op Wouters vorig pakje:
"waarvan ze zoo weinig pleizier had gehad, omdat-i zoo _sleetsch_
was. Er moest zoo zuur voor gewerkt worden!"
--En dan zoo'n kind 'n heel uur lang op 'n droogje te laten zitten! En
ze had nogal gezegd...
Dit was nu toch meer dan Wouters rechtsgevoel verdragen kon. Hy
viel z'n moeder in de rede, en verzekerde dat juist integendeel z'n
gastvrouw hem zeer gul ontvangen had, en dat ze zelfs...
Hier stuitte hy weer op de bovenmatige vriendelykheid waaraan-i geen
naam geven kon. Waarom toch?
Uit verlegenheid weidde hy breed uit over de chokolade...
--Zoo? Wel, jongen, waarom sprak je daar dan niet terstond van? Nu,
dat's hetzelfde. Ik wil maar zeggen: dàt had er dan ook nog moeten
bykomen, dat ze je niet eens wat voorgezet had! Want... zóó zyn die
menschen! Altyd hebben ze wat te vitten op 'n ander, maar naar zichzelf
kyken ze nooit. Ik geloof óók wel aan de Genade, en ik houd er óók wel
van zoo nu-en-dan eens, als m'n huishouden aan-kant is, wat degelyks
te hooren uit de Schrift, of van 't Geloof, of zoowat, maar om nu
juist eeuwig en altyd dáárover te praten ... neen! In 't praten zit
't 'm niet, wat zeg jy, Stoffel? Ik zeg dat 'n mensch z'n werk moet
doen in de wereld, en jy, Wouter, trek toch je nieuwe broek uit,
dat heb ik je nu wel al honderdmaal gezegd. Trui, geef 'm z'n ouwe!"
Trui gehoorzaamde. En Wouter ook. Maar hy beloofde zich vast en zeker,
dat-i in Afrika alle dagen op z'n zondags zou gekleed gaan.


Onze held legt weer 'n bezoek af, en woont akelige tooneelen
by. Sporen van kannibalismus in _Europa_. Saturnalie op
dokters studeerkamer. Vreeselyk tafreel van kinderen die hun
vader mishandelen.

Den volgenden dag schelde Wouter by den dokter aan. Z'n hartje beefde,
want dat huis zag er heel voornaam uit. Hy werd binnen gelaten en,
na aangemeld te zyn, uitgenoodigd: "maar boven te komen." Dit "maar"
is 'n onbeminnelyk uitvloeisel van amsterdamsche dienstmeiden. Ik gis
dat ze hiermee geen ander kwaad bedoelen dan zekere voorbereidende
oefening in 't gebruik van stopwoorden, met het plan om eerlang aan
't verzenmaken te gaan, en historische treurspelen te schryven.
Dokters-Kaatje was nog zoo ver niet. Ze geleidde Wouter heel prozaïsch
naar de "studeerkamer" waar dokter Holsma bezig was met het vervullen
van den natuurlyken vaderplicht: hy onderwees z'n kinderen.
Er waren er drie. Een jongen, wat ouder dan onze Wouter, zat alleen
in 'n hoek aan 'n klein tafeltje te schryven of te rekenen. De beide
anderen, 'n knaapje van Wouters leeftyd, en 'n meisje dat een paar
jaar jonger scheen, stonden by de tafel waaraan de dokter gezeten
was, en waarop 'n groote aardglobe stond, die blykbaar 't onderwerp
was van de les. Dit begreep Wouter eerst later, want hy had nooit
met kennis zoo'n grooten ronden bol gezien. Hy wist niet dat er
nog 'n andere manier bestond om de ligging van landen aanschouwelyk
voortestellen, dan op de platte kaarten. Zoo was er meer in de kamer,
dat-i wel zag, maar ter-nauwernood waarnam, en niet opmerkte. Toch
prentte zich alles diep in z'n geheugen, en later, veel later eerst,
geraakte hy in-staat zich rekenschap te geven van de indrukken die
hy by z'n binnentreden opving.
Toen de meid de deur der Kamer opende, vernam hy de stemmen der
kinderen, en ook die van den vader. Zelfs hoorde hy lachen, maar
zoodra hy z'n figuurtje vertoonde, werd alles als door 'n tooverslag
op-eens doodstil. De twee kinderen by de groote tafel stonden als
soldaatjes. Er was iets styfs in hun voorkomen, dat Wouter zeker zou
hebben doen lachen, als-i niet te verlegen geweest was om 't komieke
daarvan te vatten. Zelfs het meisje zette haar lief gezichtjen in
'n plooi van officieelen ernst... o deftiger dan hy ooit by de oudste
menschen had waargenomen, zelfs in de kerk. Gedurende den tyd dat de
dokter Wouter verwelkomde, en hem 'n stoel aanwees, stond de kleine
jongen zoo-waar met den pink op den naad van de broek, als wachtte
hy op 'n: ingerukt ... marsch! of: rechts-om ... keert!
De grootere die alleen zat, had by Wouters binnentreden steelsgewys 'n
oogenblik opgekeken, en hem aangezien met de eigenaardige uitdrukking
van vyandelykheid jegens onbekenden, die den mensch zoo ongunstig
onderscheidt van sommige andere diersoorten, en die we vooral
kunnen waarnemen by wilden, kinderen en ... sommige vrouwen. Het
onuitgesproken: "_wie ben jy?_" heeft by zulke gelegenheden den rang
van stilzwygende oorlogsverklaring.
By kinderen is dit verschynsel dagelyks waartenemen, en ik geloof dat
het aan weinigen onbekend is. Om 't optemerken by de mensch-exemplaren
die in de aardrykskundige schoolboekjes uitdrukkelyk "wilden" genaamd
worden, zou de Europeaan op-reis moeten gaan. Wat de derde soort van
individuen betreft, die zich aan deze specifiek-humane ongerymdheid
schuldig maken ... men behoeft slechts acht te geven op de blikken
waarmee "dames" die elkander op 'n wandeling ontmoeten, dit kenmerk
van haar al te primitieve menschelykheid ten-toon spreiden. Ze
meten elkaar, wegen elkaar, oordeelen, beoordeelen, veroordeelen,
en verdoemen elkaar. We zien daaruit dat de slagtanden van 't
kannibalismus nog altyd niet geheel-en-al zyn uitgevallen. Laat ons
aannemen dat de lieve Natuur dit aldus heeft verordend, opdat we niet
te grootsch zouden wezen tegenover honden en engelen. Zy bewaarde de
_rudera_ uit 'n lang verloopen tydperk onzer ontwikkeling, als om ons
toeteroepen: "vergeet niet dat ge eenmaal zoo geweest zyt. Ge ziet
wel, als niet die Mevr. A, B, C, enz. 'n zyden japon aan 't lyf en
'n heer aan den arm hadden, zouden ze elkaar opeten!"
't Is mogelyk dat die "dames" 't zoo kwaad niet meenen, en dat
enkelen, ook zonder heer of zyden lappen, zich wel van anthropofagie
zouden onthouden. Ik heb de hier bedoelde _mene-mene-tekel_-woede
waargenomen by zachtmoedige schepsels, die in gewone omstandigheden
waarlyk niet in-staat zouden zyn 'n levend konyn te verslinden. Om
evenwel deze zachtmoedigheid niet meer eer te geven dan haar toekomt,
moet men hierby niet uit het oog verliezen, dat zoo'n beestje zich
nooit schuldig maakte aan ... ja, waaraan?
Wat is dan toch eigenlyk de misdaad van 'n dame die op de wandeling
mededames ontmoet? Haar misdaad? Wel, men kent haar niet. Is dit
niet onvergeeflyk? Ze veroorlooft zich te bestaan, dáár te zyn, te
loopen, te ademen, zeker soort van jurk te dragen zelfs, en ... men
kent haar niet!
Het is te verklaren dat soms de lintjes van Mevrouw A. niet behagen
aan Juffrouw B. 't Is verschoonbaar dat de hoed van Freule C. niet in
den smaak valt van Miss D. Het is begrypelyk dat de Wed. E. 'n heel
ander streepje zou gekozen hebben dan dat waarmee Mlle F. vandaag zoo
byzonder mooi schynt te willen wezen ... maar toch, ligt er in dit
alles 'n reden om elkaar zoo boos aantezien, en maar heel-eventjes-byna
niet te byten?
In dat: "ik ken je niet, dus: vyandig!" openbaart zich 'n zonderlinge
opvatting van humaniteit. Misschien noemde ik die ten-onrechte:
primitief. Wel schynt ze te dagteekenen uit den tyd toen we in
holen of op boomen woonden, maar 't is te veronderstellen dat ze
door andere gewoonten van liefelyker aard is voorafgegaan. Het kan
zyn dat die kleinsteedsche barbaarsheid eenmaal iets nieuws was, en
voor beschaving doorging. Ze wyst op stamgemeenschap, die 'n gevolg
was van wryving. Op aansluiting, die samenging met afzondering. Op
gebrek aan voedingsmiddelen, dat elken vreemde deed aanzien als 'n
indringer, als 'n veroveraar, als 'n dief. Eenmaal moet dit anders
geweest zyn. Geheel onvervalscht primitief zyn alzoo onze wilden,
dames en kinderen niet! De geslachtsboom hunner schuwheid klimt
hoogstens op tot de troglodieten, maar gewis niet tot het paradys.
Zoo... damesachtig dan, had Willem Holsma den kleinen bezoeker even
aangekeken, heel even! Wouter zelf bemerkte het niet, maar Dr. Holsma
wel. En Willem scheen te weten dat z'n vader scherp zag. Vandaar de
haast om voorttegaan met de sinussen waaraan-i bezig was, of met den
Titus Livius die hem vandaag begunstigde met 'n _pensum_.
--Zoo, ventje, ben je daar, zei de dokter. Komaan, dat's heel braaf
van je. Wat heb je daar?
En op-eens zich tot de soldaatjes keerende:
--Help me onthouden, jongens, dat ik je straks aan-tafel iets vertel
van ... Olivier van Noort. Jy ook, Willem, denk er aan.
Wouter kneep verlegen in de opgerolde hooggekleurde _Lady_ Macbeth,
en wist niet recht hoe hy z'n geschenk aan den man zou brengen. Hy
vond die kamer zoo prachtig, en die meubels, en die groote kasten
vol boeken ... och, z'n prent kwam hem zoo leelyk voor! Hy had het
ding wel willen inslikken.
Men had hem van-huis allerlei lessen meegegeven, en voorgeschreven
hoe hy staan, zitten en spreken moest. Hy stond daar dus vry links,
en sprak bedremmeld. Met groote moeite bracht-i er uit, dat hy den
dokter kwam bedanken "voor z'n beterschap... naast God."
Het was koddig te zien hoe de beide soldaatjes zich op de lip beten,
en ik moet erkennen dat ook Holsma zelf niet zonder inspanning 'n
ernstig gelaat vertoonde.
--Naast God? Ja ... juist! Heel juist! Braaf gezegd, kereltje! En
heb je dan nu God wel bedankt?
--Zeker, m'nheer! Alle avenden in m'n bed, en gister in de kerk ...
De kleine Sietske werd hier bezocht door 'n dykbreuk van
ondeugendheid. Ze proestte in lachen uit. Het ongeval dreigde
aanstekelyk te worden. Willem scheen redenen te hebben z'n neus
veel harder te snuiten dan voor 't gewone doel van dien handgreep
noodig is. Ook Herman bewoog zich, en keek Wouter schalks aan. Maar
de dokter scheen met dit alles geen genoegen te nemen. Hy sloeg met
'n liniaal op tafel, dat de aardbol er van sidderde.
--Orrrde! riep hy met 'n donderende stem, die Wouter bang
maakte. Orrrde! Wat is dat hier voor 'n samojeedsch huishouden onder
de les? Ik zal jelui allemaal ... orrrde!
Daar begon 'n klok te slaan. Sietske scheen te tellen, en stak by
elken slag 'n vinger op.
--Ik zal jelui allemaal ...
--Vyf! juichte Sietske. M'n hand is uit, kyk maar, tot den pink toe:
vyf! Vyf uur, vadertje, mannetje, tirannetje! Hoera... hoera!
De beide jongens begonnen meeteschreeuwen. 't Was 'n _quodlibet_ van
_gaudeamus_ en _vive la joie_, en _God save the King_... help mee,
jongens! _Vive la vacance, le maître en pénitence... Wilhellemus al van
Nassouwe... met de ellebogen door z'n... hoed._ Help! Herman! Help,
Willem! Wraak, wraak, wraak! _A bas les tyrans! Amour sacré_--pak
'm beet, Willem, jy bent de sterkste--_de la patrie ... de heer van
Son is 'n brave kapitein ... hy regeert z'n volkje_, neen... _daar
gang 'n patertje langs den kant_... wraak! _So, so wie ich dich
liebe_--wraak, wraak, wraak! Houdje goed, Herman, dapper! Ik zal
de linkerhand wel houden. Toe, jongens!--_Hier ligt myn Damon_,
neen ... _io vivat, io vivat ... boum, boum, boum_... hoera! _Dans
son bivouac, le troubadour fidèle_ ... wraak! _Fleuve du Tage_
... wraak! _Oh, shall he, boys ... oh, shall he, boys ... oh, shall
he_ ... wraak! _Pro salute horum_--geen latyn, riep Sietske--_hop
maar Jannetje, hop maar ... sing, Sally, ho_ ... wraak!
Wouter wreef z'n oogen uit, en vertrouwde z'n ooren niet. Wat-i hier
zag gebeuren, ging z'n begripjen àl te ver te-boven. Nooit had hy
kunnen droomen dat de wereld tooneelen opleverde, als waarvan hy hier
'n voorbeeld zag. Van tooveren had-i wel eens meer gehoord, en ook
het ten-hemel varen van Elias in 'n gloeienden wagen kwam hem, na
wat bybelstudie, zoo erg vreemd niet voor. Maar dat Willem, Herman
en Sietske hun vader, zoo'n deftigen dokter, om den hals vielen,
tegen hem opklauterden, en hem byna de kleeren van 't lyf plukten
... ongehoord! Hy had niet zoo ruw durven omgaan met 'n ouden pantoffel
van z'n moeder, of met Stoffels afgelegde kleeren. 't Verbaasde hem
dat de wereld niet verging.
--Nu, nu, nu, riep de onttroonde tiran, wat inschikkelykheid,
jongens! Kan ik 't helpen, dat jelui geen pleizier hebt in
aardrykskunde?
--Breng 't dierbaar dochtertje naar den spiegel, papa, riep nu Sietske
die te-paard op z'n schouders zat.
De vader gehoorzaamde. Maar hy hinkte, want Herman was op z'n
linkervoet gaan zitten, en omarmde de kuit. Willem trok hem aan
den arm voort. By den spiegel gekomen, begon de kleine amazone te
deklameeren en te gestikuleeren:
--O, dierbaar _Afrika_...
Een schrik doortrilde Wouters leden. Daar roerde 't nest waarlyk z'n
werelddeel aan, zyn Afrika! Was 't niet of ze 't er om deed!
--O, _Afrika, Sofala, Monomotapa, Monoëmugi_ ... prachtig! Nog 'n
oogenblik, papa, dierbare schooltiran--houd vast, Willem, toe!--ik
wil heel Afrika aan den spiegel vertellen, en zien hoe ik m'n gezicht
vertrek. _Mesopotamië, mesopomamo_ ... mondvol, mooi! _Nigritië_--blyf
staan, papa, ik ben nog niet half klaar. Willem, help me! M'n paardje
trappelt zoo ... hu, hu!--_Aethiopië_--Herman, houd z'n beenen vast
... niet kittelen, dan val ik.--_Marokko ... Schiermonnikoog ... hu,
hu, paardje, met je vlassen staartje ... Alexandrië, Soudan, Egypte
... Weesp, Rotterdam, Haarlemmermeer, Kolvemersburgwal_--de les is uit,
ik mag zeggen wat ik wil--_Krom-elleboogsteeg, Algiers, Cleopatra,
Karel de Groote_... wie vangt me?
--Ik, riep Willem.
Sietske werkte zich omhoog tot ze op vaders schouders stond, en sprong
op Willem toe, die haar handig opving en op den grond zette.
--Oef! riep de dokter.
--Oef, oef, oef? O, dierbare vader, we zyn nog lang niet aan _oef!_
Twee volle uren les, en dan terstond: _oef!_ Waar zou dat heen? O,
neen, dierbare tiran van _Monomotapapa_, van _Monoë ... muggen,
muggi_ bedenk dat 'n welgeschapen kind z'n rechten heeft. 't Is
'n ware schande ... ga jy 'ns voort Herman, ik ben 'r heesch van!
--'n Ware schande ... nu jy, Willem!
--'t Is 'n ware schande, m'nheeren, zoo afrikaans-miserabel
heden-ten-dage de europesche vaders hun nederlandsche kinderen
behandelen.
--Weg met de ouders! Roep mee, papa!
--Weg, weg, weg met ...
... met de kinderen, smokkelde papa er tusschen. Maar Sietske betrapte
hem op dien vreeselyken wanklank.
--Wat moet ik hooren, sakkerloot! Geen schelmstukken, dierbare
Vader! _Orrrde... orrrde! Wat is dat hier voor 'n samojeedsch
huishouden ... nà de les!_
--Juist, schreeuwden de jongens, _orrrde_ na de les! Dat is de ware,
rechte orde!
--En ... wat zie ik daar? riep Sietske. Wie heeft daar de mooie nieuwe
prachtige hemelsche verrukkelyke liniaal stuk geslagen? 'n Zaag,
'n zaag, papa's onschuldige liniaal is 'n zaag! O, die vaders, die
vaders! Toe, papa, wees gezeggelyk, en roep mee: leven de kinderen!
--Ja, ja ... uit onbeklemde borst, papa!
--Leven de dierbare ... papaas, riep de vader, en hy werd voor dien
oproerkreet weer duchtig gestraft.
--Als ik vader ben, zal ik me heel anders gedragen, zei Herman.
--Ik ook! beloofde Sietske. Nooit, nooit, nooit meer dan 'n halve
sekonde les in ... de eeuw. Nooit _Sofala, Monomotapapa_ ... kom-aan,
dierbare vader, roep mee: leven de kinderen! Of anders...
--Leven de...
Weer sloeg de klok. Eén slag. Nu stak de vader 'n vinger op.
--Kwartier, jongens! De saturnalie is uit! Komt allen mee--jy ook,
mannetje--mama wacht ons zeker met het eten.
Willem nam Sietsken op z'n rug, en Herman besteeg Papa. Zoo gleed
de familie de trap af. Wouter volgde, maar _Lady_ Macbeth verdween
platgedrukt in z'n zyzak. Hy was onthutst, en had moeite zich te
overtuigen dat-i hier dezelfde persoon zag, die...
Beerevellen? Gouden pen? Maar hoe was dit alles mogelyk? Het was
immers toch geen droom, dat hy en al de zynen zoo hoog tegen de
duizelingwekkende deftigheid van dien man hadden opgezien? Hy begreep
er niets van.
In de eetkamer heerschte weder 'n geheel andere toon dan vóór en na
vyven in de school.
--Stel den jongeheer aan mama voor, zei de dokter.
Hy wendde zich tot Willem. Maar Sietske vroeg:
--Papa, mag ik het doen?
Holsma knikte. De kleine meid nam Wouter met kluchtige deftigheid by
de hand, en leidde hem naar 'n dame die aan de gedekte tafel bezig
was met sla-aanmaken.
--Mama, dit is 'n jonge-heer ... gut, ik moet je naam weten! Hoe
heet je?
--Wouter Pieterse.
--Dit is de jongeheer Wouter Pieterse, die papa komt bedanken omdat-i
... ziek geweest is, en die ... de jonge-heer blyft hier immers
eten, papa?
... die hier blyft eten, Mama.
--Als mama 't goedvindt, zei de vader.
--Juist, als mama 't goedvindt.
Mevrouw Holsma zette Wouter met 'n paar vriendelyke woorden op z'n
gemak. 't Was noodig!
De kring waarin hy zich hier bevond, behoorde tot den deftigen
middelstand, maar onzen Wouter kwam alles vorstelyk voor. Men wees hem
'n plaats aan, en 't deed hem genoegen dat-i zat. Drievierde van z'n
postuurtje was nu geborgen onder de tafel. Dit was zóóveel gewonnen
voor z'n pynlyke beschroomdheid. Byna alles wat-i zag en hoorde,
verbaasde hem. Toen-i z'n handen vouwde...
--Wou je bidden, mannetje? vroeg de dokter.
--J...a, m'nheer, stamelde Wouter.
--Dat's 'n zeer goede gewoonte. Ga gerust je gang. Doe je dat altyd
aan-tafel?
--Ja, altyd... by warm eten, m'nheer!
Er was tucht in dat huis: niemand lachte.
--Bid jy er maar gerust op toe, jongen!
De dokter maakte gebruik van 't oogenblik dat Wouter de oogen gesloten
had, om zonder 'n woord te spreken z'n kinderen tot beleefdheid te
vermanen. Ze volgden dien wenk trouw op. 't Was hun schuld niet, dat-i
later inzag 'n zonderling figuur te hebben gemaakt in _dien_ kring.
--Je doet er zeer goed aan, zei Holsma. Wy doen 't niet, en ... daaraan
doen we misschien ook goed.
--Wel zeker, zei de moeder. Ieder moet handelen naar z'n overtuiging.
Dit zoo eenvoudig woord trof Wouter dieper dan iemand had kunnen
veronderstellen. _Hy_ ... 'n overtuiging! Het korte gezegde van
Mevrouw Holsma kende hem 'n waardigheid toe, 'n gewicht, en 'n recht,
waaraan hy nooit gedacht had. Onder 't gebruiken van de soep, dacht
hy voortdurend: ik mag 'n overtuiging hebben!
Het was hem vroeger nooit in den zin gekomen dat 'n zaak ànders kon
worden opgevat, dan ze door z'n moeder, of door Stoffel, of door wien
ook--mits 'n volwassen persoon!--werd voorgesteld. De geheele kwestie
over bidden of niet-bidden kwam hem niet zóó belangryk voor, als
't vernomen nieuws dat _hy_ 'n overtuiging hebben kon. Z'n gemoedje
zwol er van...
De dokter, die 'n menschenkenner was, korrigeerde den loop dien
Wouters gedachten namen:
--Ieder moet handelen naar z'n overtuiging. En om tot overtuiging
te geraken, moet men veel onderzocht hebben. _Ik_ ben overtuigd dat
onze kleine gast heel gaarne wat van die dopërten zou willen. Help
'm eens, Sietske!
Sietske deed het met veel gratie.
Wouter had den zin van Holsma's woorden zeer goed begrepen, en
... zelfs de oorzaak van dien overgang op de dopërten. Hy _voelde_
ten-minste dat de schoolmeestery na klokkeslag _vyf_ zonder genade
ter-zy gezet was, en dat de vriendelyke gastheer hem slechts even
ter-loops had willen waarschuwen tegen koppige onbekookte betwetery,
zonder daaraan den makkelyken toon opteofferen, die inderdaad aan-tafel
heerschte.
In-weerwil namelyk van z'n beschroomdheid, of liever juist inverband
met deze eigenschap, was Wouter hoogst-intelligent. De oorzaak dat
dit onbekend was aan byna allen die hem tot-nog-toe gadesloegen,
lag in 't gebrek aan zelfvertrouwen, dat hem belette zich te
uiten. Gewoonlyk scheen het alsof hy veel later dan anderen iets
begreep, omdat hy--fyner bewerktuigd misschien, en meer eischende van
z'n doorzicht--niet zoo spoedig als vele anderen met de slotsommen
zyner overleggingen tevreden was. Gedurende z'n ziekte had Holsma deze
eigenaardigheid opgemerkt, en hieruit vloeide de belangstelling voort,
die hy 't kind betoonde.
Wouters beschroomdheid was gedeeltelyk 'n gevolg van de methode waarop
men hem 't weinigje kennis dat-i bezat, had meegedeeld. Al wat men hem
leeraarde, was steeds in de oogen der sprekers 'n onomstootelyke zaak
geweest. Tweemaal twee is ... zóó-veel, Prins die of die is 'n held,
brave kinderen komen in den Hemel, God is groot, de Batavieren zyn
byzonder dapper, 't ware geloof is in de Noorderkerk, enz. enz. Hy
wist niet dat er _twyfel_ bestond, en hield dus z'n begeerte om iets
meer van de zaken te weten, voor ongepast en zelfs misdadig. Slechts
enkele malen had-i even beproefd lucht te geven aan z'n weetgierigheid,
maar 't was hem slecht bekomen. Op de katechizatie was z'n rechtsgevoel
gestruikeld over die vuile historie van Jakob en Ezau. Byna voelde hy
'n oogenblik den moed iets aftekeuren in 't gedrag van den aanstaanden
aarts-vader, en hy begon reeds met 'n enkel bescheiden woordje ... maar
de dominee overlaadde hem met verwyten. "Zulke vragen pasten geen
kind!" heette het. Wouter moest bedenken dat de Heer vanplan was uit
Jakobs stam voorttekomen, en dat alzoo die linzen-historie volkomen
_fair play_ was. "Men moest niet verstokt zyn." De arme jongen bad
dien avond wel 'n uur lang dat God hem toch niet zoo erg verstokken
zou. En 't hielp. Het duurde vele jaren voor-i zich weer waagde aan
zedekundige analyse van Jakobs handelingen, en van Gods ingenomenheid
met dien schurk.
Zoo ging 't met alles. Uit vromen afschuw van verstoktheid, berustte
hy in al wat men hem zei. Doch daar hy de aldus opgedrongen denkbeelden
niet verteren kon, werd z'n ziel daarmee niet gevoed. Hy sprak, ook in
z'n binnenste, al de klanken die hem waren voorgepreekt, geloovig na,
en verweet zich z'n ontevredenheid als iets ondankbaars, en als 'n
overblyfsel van de oude verstoktheid die God zeker niet zoo heelemaal
op-eens genezen kon.
Het schynt zonderling dat hy niet dacht aan de mogelykheid van
beredeneerden twyfel. Hy wist toch dat duizenden en millioenen menschen
veel zaken geheel anders beoordeelden dan z'n moeder en Pennewip, en
dat dus de mogelykheid zich kon voordoen, jazelfs de noodzakelykheid,
dat er soms 'n _keuze_ tusschen meeningen moest gedaan worden. Welnu,
hieraan dacht-i niet! Dit was dom, bekrompen en--by Wouter in zeer
letterlyken zin nog--kinderachtig, maar 't was zoo...
Toch kunnen we 't hèm niet zeer kwalyk nemen, als we opmerken hoe
't heele menschelyk geslacht aan 'tzelfde euvel mank gaat. Wouters
onaanzienlyke omgeving scheen hem groot toe, omdat-i haar van te naby
waarnam, en nog niet gewoon was z'n blik te vestigen op voorwerpen die
verder-af lagen. Men behoeft slechts 't huis Pieterse en Woutertje
zelf eenige malen te vergrooten, om 'n gelyk-soortig verschynsel
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.