De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14

Total number of words is 4655
Total number of unique words is 1501
40.8 of words are in the 2000 most common words
55.8 of words are in the 5000 most common words
63.4 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
--Precies, zei Stoffel. Zeg jy 't nu eens, Petrò! _Dat de
Hemel_... welnu, hoe is 't verder?
--De Hemel? Wel... de hemel? Daar gaat de groentevrouw voorby... ze
heeft me gister 'n zesthalf voor 'n schelling in de hand gestopt...
Weg was Petrò. Ze verzaakte den "hemel" voor vier aardsche duiten, want
zooveel bedroeg 't verschil tusschen de twee muntstukken die ze noemde.
En ook Mine wist middel te vinden om haar gebrek aan taalkundig
schoonheidsgevoel te bemantelen onder 'n overhaaste vlucht.
Wouter torschte nu de les alleen. En hy spande zich trouwhartig in om
te begrypen wat Pennewip en Stoffel bedoelden. Dit gelukte redelyk
wel wat hun taalkundery aangaat, maar z'n begrip bleef steken in
't verband daarvan met de treurspelkundige schoonheid die er uit
voortvloeide, naar 't zeggen van z'n meesters.
Hy droomde dien nacht heel angstig, en werd telkens met schrik
wakker. De onmogelykheid eens eindelyk ook iets te begrypen van wat
allen anderen zoo duidelyk voor oogen scheen te liggen, pynigde hem
vreeselyk. Hy bad God om vergiffenis voor z'n domheid, en beloofde z'n
best te doen om even knap te worden als Petrò, als Trui, en zelfs als
Stoffel of Pennewip. Maar, als dit mislukte, of als 't soms te veel
gevergd was... dan verzocht-i God hem toch asjeblieft maar bekwaam
genoeg te maken voor bleekersjongetje. Dàt zou dan toch met eenige
inspanning wel gaan, meende hy. En als God z'n wensch niet al te
onbescheiden vond, zou hy van zyn kant dapper meewerken om 't zoo ver
te brengen... _dat ik straffe ... dat gy straffet... dat hy_... en
dan 't afsnydingsteeken, precies 'n komma, maar wat hooger. God kon
nu zelf zien hoe hy z'n best deed... _straffe... straff'_... komma
in de lucht... 'n bleekersjongetje...
Zoo sliep hy in. Maar kort daarop kwam weer 't een-of-ander teeken
z'n slaap afsnyden. Pennewip had eer van z'n taalkunde!
De schrandere lezer heeft opgemerkt hoe kunstig de kleine deugniet alle
toespeling op Femke in z'n gebedjes oversloeg. God mocht eens denken
dat-i om harentwil zoo bescheiden was. En ook hyzelf moest erkennen
dat-i liever koning was geworden--om Femke prinses te maken!--of
kondukteur van zoo'n diligence--om haar ver, vèr weg te brengen naar
'n vreemd land!--of roover... om z'n dame te omhangen met 'n snoer
van diamanten, en... op haar schoot te zitten in 'n grot.
Nu ja, dat zou 't allermooist wezen, maar omdat dit nu eenmaal niet
kon, door z'n verregaande domheid...
Neen, neen, hy zei van dit alles aan God niets in z'n gebedjes. De
Heer zal zeker gemeesmuild hebben over de arglistige poging van
den kleinen huichelaar, om hem 'n beetje te foppen in de waarde van
't gevraagde. Zoo'n aanstelling tot bleekersjongen zou zeker geen
zware post geweest zyn op 't budget van 't heelal, maar als de zaak
dreigde uitteloopen op den schoot van Femke...
Gelukkig dat de Heer van oudsher aan onoprechte gebeden gewend is,
en wel weten zal waaraan hy zich by zulke gelegenheden te houden
heeft. Hy begrypt, byv. dat het bidden om vergiffenis voor 'n vyand,
niet... _krek_ is, omdat juist de zachtmoedigheid van 't slachtoffer
de schuld der beulen verzwaart, en daar de slachtoffers dit weten...
't Is te hopen dat alle gebeden daarboven worden overgezet in
_waarheid_, en dat er voor Wouter iets beters moge weggelegd zyn,
dan de ruwaardy van 'n bleekveld.
Maar dat-i veel van Femke hield, is waar, al zeid-i er niets van in
z'n gebedjes. God zal 't wel begrepen hebben, denk ik, want menschkunde
is godenplicht.
Pennewip had de fameuze "komedie waarin driemaal gestorven wordt" in
den huize Pieterse achtergelaten. De juffrouwen stelden zich aan of ze
't lazen, maar Wouter deed meer nog dan lezen. Met den ernstigen wil
om te begrypen, bestudeerde hy 't stuk. En dit gelukte hem tendeele,
maar hy slaagde volstrekt niet in de voorgeschreven opgetogenheid. Hy
bleef Glorioso mooier vinden. En 't peruaansch geschiedenisjen ook. En
zelfs dat arme _Roodkapje_.
Om rechtvaardig te zyn jegens den auteur van dat sterfstuk, moeten
wy erkennen dat de manier waarop men hem by 't kind had ingeleid,
niet zeer geschikt was om de schoonheden te doen uitkomen, die
sommigen gewoon zyn de _dichterlyke_ te noemen. De meester had
door z'n taalkundige opmerkingen 't genieten vry moeielyk gemaakt,
en aldus in dezen kleinen kring vry nauwkeurig de rol vervuld die
onze scholen spelen in de klassieke litteratuur. We zouden van de
antieken meer geleerd en genoten hebben, wanneer ze ons niet waren
vergald geworden door skolastiek.
Toch beweer ik niet dat het boekske waarmee men voorgaf Wouters
hongerige ziel te spyzigen, heel veel verloor aan dat vooropstellen
van komma's in de lucht en dergelyke merkwaardigheden. De auteur
verdiende niet beter. Pennewip zou 'n lofwaardig werk hebben gedaan,
indien hy met verontwaardigd sarkasme dezelfde zotternyen had voor
den dag gebracht, die nu slechts uitvloeisels waren van z'n nuchtere
schoolmeestery.
De lezer kan reeds weten dat het werkje waarmee onze Wouter zich
moest bezig-houden, de meer of min bekende "_Floris de Vyfde_" van
Bilderdyk was. [24]


Over middelpuntschuwende en aantrekkende krachten, negatieve
en pozitieve polen of zoo-iets, blykbaar in 'n paar bezoeken
die _Wouter_ byna niet aflegt.

Wouters kerkgang was achter den rug. De dominee had by deze
gelegenheid zoo byzonder mooi gepreekt, zei Stoffel. En: "alles was
zoo toepasselyk!"
--'t Is nu maar te hopen, moeder, dat het vruchten draagt.
--Zeker, Stoffel! En dat-i me niet weer z'n nieuwe broek scheurt. Er
moet zoo zuur voor gewerkt worden.
Dit was wel weer eenigszins hyperbolisch gesproken, want "zuur gewerkt"
werd er in den huize Pieterse niet. Dat Wouters moeder zich met haar
huishouden zooveel onnoodige drukte op den hals haalde, geschiedde
uit pure liefhebbery. 't Mensch meende, dit hoorde er zoo by. Ook
't klagen daarover, of liever 't roemen op die bereddering, lag in
haar mond bestorven. Ze zou vreemd hebben opgezien als men haar gezegd
had dat ze best kon gemist worden in de huishouding van 't Heelal.
Dat Wouter de bezoeken die hy had afteleggen, moest uitstellen tot na
z'n kerkgang, was 'n gevolg der bygeloovige vrees voor de dreigementen
van Juffrouw Laps. Deze had zich beroepen op II Kronieken 16, vers 12,
en tegen zulke argumenten was de ontkiemende liberalistery van juffrouw
Pieterse niet bestand. Wel bleef ze er by dat men nu juist niet _alles_
wat in de Schrift stond, zoo precies op iedereen kon toepassen...
--Ja, ja, ja, dat kan de Mensch wel, als 't ware geloof er maar is,
en ... de Genade! Waarom anders, m'n lieve mensch, zou de Heer die
verdoemelyke zwakheid van Koning Asa hebben laten te-boek stellen
door den H. Geest? Alles heeft z'n beteekenis, weetje!
--Och ik ben zóó niet, of ik wil wel naar raad luisteren ...
--Dat 's 't ware! Dan ben je gered, mensch! En ... stuur 'm eens by me,
na zondag. Of ... al wàs 't zondag, maar na kerktyd dan. Dan kan-i
me met-een wat van de preek vertellen, schoon die dominees... och
wat weet zoo'n kind daarvan!
Juffrouw Laps hield niet van dominees. Als velen zag ze die heeren
voor "geleerd" aan, en ze meende dat geleerdhedens niet te-pas
kwamen. "Gods Woord, zei ze, was zóó ingericht dat ieder 't begrypen
kon zonder grieks of latyns ... als-i de genade maar had. Dáárop kwam
alles neer." Op den broodnyd na, die haar deze meening in 't gemoed
lei, ben ik dit geheel met haar eens. En juist hierom vind ik die
"Genade" zoo'n leelyk ding. Om konsekwent te zyn, moeten de Lapsen
zich weinig bekommeren over "goede werken" en zelfs niet erg opzien
tegen de kwade. Nu, konsekwent wàs onze oefenaarster.
--Ja, ja, zondag na kerktyd! Ik reken er vast op ...
En, om de uitnoodiging dringender te maken, sprak ze van de lekkernyen
die ze gewoon was haar gasten op dat uur voortezetten.
Wanneer wy aannemen--en dit mogen we--dat juffrouw Laps op 'n bezoek
van Wouter byzonder gesteld was, moet men erkennen dat er diepe
kinderkennis lag in het toevoegen van gebakjes aan de voorgespiegelde
napreek. Als waarheidlievend geschiedschryver mag ik niet verhelen dat
m'n held voor verlokkingen van deze soort geenszins ongevoelig was. En
... er was wel zoo-iets noodig om de vurige godsdienst-oefenaarster
in zyn oogen beminnelyk te maken, of althans niet ten-eenen-male
afschuwelyk. Hy was bang voor haar, doch 't spreekt vanzelf dat-i dit
niet durfde zeggen. Ook blyft het de vraag of-i 't wist, want de tyd
was nog ver, dat hy beginnen zou zich rekenschap van z'n aandoeningen
te geven. Een tyd die voor velen nooit aanbreekt!
Instinktmatig voelde hy angst voor 't alleen-zyn met dat schepsel. Ze
was hem de levendige voorstelling van al de akeligheden die Jehovah
noodig had om van tyd tot-tyd wat respekt inteboezemen aan Israël
... donder en bliksem, pestilentie, verzwelgende afgronden, booze
zweeren, vlammende zwaarden en verder goddelyk gereedschap. Indien
hy den moed had gehad rond-uit te spreken, zoud-i haar verzocht
hebben de beloofde versnaperingen hier-of-daar neerteleggen buiten
haar woning. Hy zou die dan wel vinden, meende hy. Maar dezen moed
had-i niet, en hy moest er dus wel in berusten dat z'n moeder over
hem beschikte, en 't bezoek toezei.
--En waarom ben je 'r nu niet heengegaan? vroeg ze, toen Stoffels
opgetogenheid over de preek wat begon te bedaren.
Wouter beriep zich op de bekende buikpyn die alle kinderen
ten-dienste staat, zoodra ze zich aan onaangename plichtjes willen
onttrekken. Deze ziekte zou te genezen zyn door 't aankweeken van
eenige vertrouwelykheid tusschen ouders en kroost. Waarom toch durfde
Wouter niet erkennen dat het bezoek van Juffrouw Laps hem tegen
de borst stuitte? Hy wist immers zeer goed dat in zyn omgeving de
sympathie met z'n speciale vyandin zoo byzonder groot niet was?
Velen vergissen zich in de meening dat de leugen altyd 'n uitvloeisel
wezen zou van 't _belang_. Aanvankelyk is ze, even als sommige
lichamelyke wanstaltigheden, slechts 'n gevolg van knelling. Een kind
dat geen weerklank verneemt op de uiting zyner aandoeningen, wordt
beschroomd, en vreest zich belachelyk te maken. Het gedurig vermanen,
onderwyzen, berispen, werkt verlammend. De jonge ziel trekt schuw
haar begeerige voelhoorntjes in en sluit weldra ook de onschuldigste
gewaarwordingen in haar binnenste op. Hieruit vloeit dat hygen naar
't onbekende voort, naar 't verre--dikwyls naar 't onbereikbare--dat
mensch en Menschdom kenmerkt. Want de Maatschappy werkt hierin op
gelyke wyze als het gezin en 't ouderlyk toezicht. "Dat mag niet!" en:
"dat is onbehoorlyk!" wordt er van alle kanten geroepen, zoodra
iemand zich veroorlooft zichzelf te zyn. "Hoe dwaas!" is terstond
het algemeene oordeel over alles wat afwykt van den regel waaraan
men gewend is. De meesten gaan 'n wyden stap verder, en noemen 't
"misdadig" wanneer de eenling zich aanmatigt z'n individualiteit te
bewaren, of zelfs wanneer-i blyk geeft daarnaar te streven.
't Gevolg is: _leugen_. Want de lust om zich te verzetten tegen
overmacht, is weinigen gegeven. En de kracht!
Opmerkelyk is 't dat de enkele die dit beproeft, niet het minst wordt
uitgejouwd door de velen die eenmaal dezelfde aandrift voelden,
doch uit lafhartigheid en gemakzucht het strydperk ontweken of
verlieten. Wie 'n waarheid verkondigt die tegen den gewonen sleur
inloopt, vindt z'n gevaarlykste tegenstanders niet onder de aanhangers
der bestreden dwaling, maar onder hen die, in den grond van hun gemoed
zyn meening toegedaan, niet verdragen kunnen dat 'n ander den moed
had die meening te openbaren. Het vóórgaan wordt door achterblyvers
opgenomen als verwyt. Er zyn duizenden en duizenden die evenmin als
Wouter lust zouden hebben juffrouw Laps te bezoeken, maar Woutertje
had buikpyn noodig om zich te vrywaren tegen verkettering over z'n
tegenzin. En dit lukt niet eens altyd, want:
--Ik geloof niets van je buikpyn, zei de moeder. 't Is maar weer
omdat je 'n ondeugend kind bent, die nooit wil doen wat men hem zegt.
Daar Stoffel dit ook vond, werd er krygsraad gehouden, en Wouter
veroordeeld den zwaren tocht te ondernemen. De katechizatie die hem
te wachten stond ... och, 't leek niets naar 'n katechizatie! Hy werd
ontvangen met 'n vriendelykheid die hem verbaasde, en heelemaal in
de war bracht.
--Zoo lieve jongen, ben je daar? Wat kom je laat! De kerk is lang
uit. Ga zitten, ventje. Kyk eens wat ik voor je bewaard heb, expres
voor jou!
Ze drukte hem op 'n stoel, en schoof hem allerlei lekkernyen
toe. Wouter was verlegen. En dit werd er niet beter op, toen ze hem
streelde en liefkoosde.
--En vertel nu eens wat van de preek, zeide zy toen het kind zich
aan haar onverwachte vriendelykheid zoo goed mogelyk poogde te
onttrekken. Wat heeft de dominee al zoo gezegd?
--De tekst was...
--Nu ja, straks als je mond leeg is. Eet maar eerst 'n paar
taartjes. 'n Mensch kan niet alles te-gelyk doen. Daar is chokola,
en 'n likeurtje kryg je-n-ook. Ik heb altyd gezegd dat je 'n lieve
jongen bent, maar ze moeten niet zoo op je hakketeeren. Sla maar toe,
m'n jongen, en doe gerust of je thuis was...
Nu, dit was eigenlyk 't ware woord niet om Wouter op z'n gemak te
zetten. Thuis!
Na de eerste verrassing over de vreemde ontvangst, begon hy angstig
te worden. Zonder de minste redeneering, en alleen om ... om...ja
waarom? Op-eens stond-i op, en verzekerde dat z'n moeder hem bevolen
had niet lang uitteblyven.
Er was weer geen woord van waar. Juffrouw Laps protesteerde, maar
Wouter hield vol. In-weerwil van haar dringende vriendelykheid wist-i
zich door den vyand heenteslaan.
Na beloofd te hebben dat-i zeer spoedig weer "eens zou terugkomen"
raakte hy de trap af, en op-straat. Hier doorstroomde hem 'n
onbeschryfelyk gevoel van verlossing. Onbeschryfelyk vooral voor
hemzelf. Nooit was hy zoo ... hartelyk behandeld, nooit althans
bejegend met zooveel vertoon van hartelykheid. Vanwaar dan z'n
tegenzin? Hy herinnerde zich dat ze hem by z'n vertrek 'n kus had
willen geven, en dat-i zich door 'n snelle wending daaraan onttrokken
had. Waarom? Dit wis-i alweer niet, maar het denken hieraan verzaakte
hem 'n zenuwachtige rilling zooals de schok waardoor we soms in den
overgang van waken tot slapen worden gestoord.
En zoud-i nu terstond naar huis gaan? Wat zou hy opgeven als reden
van z'n spoedige terugkomst.
Onwillekeurig richtte hy z'n schreden naar de aschpoort. Het was z'n
voornemen niet, Femke te bezoeken, volstrekt niet, waarlyk niet! Hy had
z'n gekleurde Ophelia immers niet by zich? Ligt hierin niet 'n duidelyk
bewys dat-i by 't verlaten van z'n woning niet aan Femke gedacht had?
En zelfs toen-i op den buitensingel z'n molens in 't gezicht kreeg...
Ach, ze zwegen! Was er geen wind, of hielden ze zondag?
De buitensingel was vol wandelaars. Juister gezegd, en
vooral amsterdamscher: er was veel volk op de been, dat daar
"kuierde." _Gewandeld_ wordt er door de zondagsmenschen eigenlyk
niet. Woord en zaak zyn te voornaam voor de burgerlui die daar
heen-en-weer slenteren, en zich verbeelden dat ze "buiten" zyn,
omdat ze stoffig zand in-plaats van straatsteenen onder de voeten
hebben. Het zondagsgenoegen van de meesten is heel melankoliek! Of
schynt dit maar zoo? Genieten de wandelaars meer of iets anders dan
op hun gelaat te lezen staat? We willen dit hopen.
Wouter volgde een der stroomingen, en wel juist die waardoor hy Femke's
huisje nader gedreven werd. Toen hy voor de lage omheining stond,
die 't erfjen afschutte aan den wegkant, durfde hy niet binnengaan,
en daar hy dit niet aan zichzelf bekennen wilde, schoof hy de schuld
van z'n beschroomdheid op Ophelia die thuis gebleven was.
--O, als ik m'n prent maar hier had! zuchtte hy. Dan zou ik zeker ...
Dit is de vraag! Ik geloof dat Wouter, met prent en al, even schuw zou
geweest zyn. Hy wist niet wat-i zeggen zou, en zelfs niet of hy iets
te zeggen had. Wat zoud-i antwoorden als Femke's moeder hem vroeg:
"maar mannetje, wat kom je hier eigenlyk doen?
Wy, schryver en lezer, _wy_ zouden misschien kunnen antwoorden. En
't is de vraag of onze wysheid wyzer wezen zou dan de domheid van 't
kind dat daar weifelend stond te leunen op 't lage hekje. Hy staarde
met open mond het huisjen aan. Z'n knieën knikten, 't hart bonsde,
tong en verhemelte waren droog. Waarom toch?
Een klein zuiltje rook dat uit den schoorsteen opsteeg, maakte hem
wakker. Als er eens brand kwam in Femke's huisje! Dàn immers moest-i
wel binnen gaan! Dàn zou 't hem vrystaan haar te redden haar in z'n
armen te nemen, haar wegtedragen, ver weg, heel ver ... tot aan 't
einde der wereld, of buiten de stad tenminste! Hier-of-daar waar men
gekleed gaat in rood fluweel en groene zyde, ergens waar de heeren
groote zwaarden dragen, de dames lange sleepen! Wat zoo'n sleep Femke
goed zou staan! En ze zou te-paard zitten, en hy zou haar volgen
... neen, naast haar ryden met 'n valk op z'n vuist!
--Als er maar brand kwam!
Maar er kwam geen brand! Dit zag Wouter ook wel. Die rook ... och,
't was zoo'n gewoon huishoudelyk rookje! Hy staarde op andere
huisjes in de buurt, waar ook iets scheen gekookt te worden, en
overal veroorloofden zich de schoorsteenen getuigenis afteleggen van
'n bezigheid, die niet van Femke's bezigheid scheen te verschillen. Hoe
was 't mogelyk!
Eén onderscheid bleef er toch, al wisten die domme wolkjes zelf het
niet: zy hadden Femke gezien! Ze waren gezien door Femke! Zoo-even
nog huisden ze in de turven die door háár hand waren geschikt op de
vuurplaat! Warlend hadden ze dat verblyf verlaten, bly misschien dat
ze werden opgezonden om straks Wouter van haar te groeten... ach
waarom steeg ze niet mee op, zyzelf! 't Zou juist hebben gepast
by z'n aandoeningen. En al hadden alle wandelaars geroepen: "zie
daar geschiedt 'n wonder. Een meisje stygt uit den schoorsteen
ten-hemel!" ... Wouter zou gezworen hebben dat het geen wonder was,
maar Femke die omhoog zweefde, gedragen door de opgetogenheid van
z'n hart.
Hèm kwam 't eer als wonder voor, dat ze niet scheen te weten dat
hy dáár stond, zoo vurig verlangende haar te zien, zoo getergd
half-voldaan door 't aanschouwen van iets dat misschien door haar
gezien was, en toch, toch te schuw om 't erf optegaan, den klink van
de deur te lichten, en binnentredend te roepen: "Femke, hier ben ik
... waarlyk, ik kon niet eer, maar nu, zoodra ik kòn: hier ben ik!"
Want hy had 'n gevoel alsof hy zich over z'n lang wegblyven
verontschuldigen moest. Juist andersom dan by veel andere verhoudingen
waarin men zich van gemaakte afspraken tracht te ontslaan, voelde hy
zich als 't ware gebonden door afspraken die niet gemaakt waren.
Daar naderde 'n troep wandelaars die te lang schenen gerust te hebben
in een der etablissementen langs den weg, waar men "ververschingen"
bekomen kon. Al te ververscht, plukten zy in 't voorbygaan Wouter
van z'n hekje, en namen hem in de vlucht van hun sukkeldrafje mee.
Nu dit was zoo kwaad niet. Waarom toch zoud-i daar langer staan
kyken naar dat huisjen en dien rook? 't Zou wel zonderling wezen
als nu juist op dit oogenblik de zoo vurig gewenschte brand kwam. En
... zonder brand? Bovendien, daar-i Ophelia niet by zich had...
Maar... morgen! Morgen zoud-i zeker z'n prent meenemen. En hy
beloofde zichzelf dat-i dan niet zoo kinderachtig zou blyven staan
voor dat hekje!
Hy voelde schaamte tegenover de bonte heerschappen met pluimen,
zwaarden en harnassen, op z'n prenten. Zeker hadden zy moed, al
die koningen, ridders en pages ... waarom anders zou men ze hebben
uitgeteekend, en zoo prachtig opgetooid? Als 't niet beterde, zou
men nooit hèm op 'n prent zetten, zoo'n laffen durfniet!
Maar hy zou zich beteren, ongetwyfeld, waarlyk, zeker, heusch! Hoe
verder hy zich verwyderde, hoe mannelyker hy zich voornam den volgenden
dag onvervaard het huisjen intestappen, en flink tot Femke's moeder
te zeggen: goeden dag, juffrouw, hoe vaart u!
Het viel hem moeielyker te bepalen wat-i aan Femke zelf zeggen
zou. Telkens maakte hy lange redevoeringen gereed, die sterk naar
boeken en boekjes riekten, en dus niet veel deugden. Nu-en-dan zelfs
betrapte hy zich op 'n regel uit Bilderdyks "_Floris_" en voorziende
dat het meisje hem niet begrypen zou, wapende hy zich in de voorbaat
met de verzekering dat dit de woorden waren van onzen grootsten
dichter.
Of ze dáárvoor gevoelig wezen zou?
En by dezelfde gelegenheid zoud-i dan tevens haar vragen wat 'n
"wulp" was, en 'n "echtkoets" en "kuisheid" en zoo voort. Al wat-i
niet wist en toch zoo gaarne weten wilde, zoud-i aan haar vragen,
en al verwachtte hy dan niet dat het ongeleerde meisje hem op den
weg helpen kon, het was hem reeds 'n heerlyk vooruitzicht al die
mysteriën met haar te zullen bespreken.
Aldus begon zich in den knaap het in-eenvloeien te openbaren der
verschillende soorten van ontwikkeling, waarop ik vroeger gewezen
heb. Ik beweer nog altyd niet dat we hier met eigenlyke liefde te
doen hebben, maar zeker is het dat Wouters neiging voor Femke, welken
rang die dan ook mocht innemen op zielkundig, en--waarom zouden we
't ontkennen?--ook op stoffelyk gebied, zich vereenzelvigde met lust
tot onderzoek. Och, hy wist wel dat er van haar niets te leeren viel,
vooral niet omtrent zaken die te-huis behooren in 'n boek. Maar er
waren er ook van andere soort, en Femke kwam hem zoo heel groot voor,
of liever: "groot." Ze was volwassen, en dit brengt in de oogen van
'n kind 'n hooge waardigheid mee.
Doch al zou er blyken dat ze in geen enkel opzicht instaat was z'n
nieuwsgierigheid te bevredigen, dan nog voelde hy zich sterk tot
haar getrokken door de begeerte háár iets meetedeelen van _zyn_
kennis. En waar deze te kort schoot, zoud-i met onbeperkte gulheid
Femke deelgenoot maken van z'n onkunde. Ook dan toch gàf hy haar wat,
en ze zouden iets in gemeenschap bezitten. Het kwam hem verrukkelyk
voor, te-zamen met haar iets niet te weten, waaruit natuurlyk 'n
vereenigd streven naar kennis moest voortvloeien.
Hy was brandend nieuwsgierig naar alles wat ze hem zou te zeggen
hebben, daar-i 't waarschynlyk vond dat ook zy levenslang al haar
aandoeningen had opgespaard voor haar eerste vrindje. Met schrik
bedacht-i nu dat hy van die vriendschap niet zeker was! Ze had in
z'n ziekte naar hem gevraagd ... nu ja, maar misschien was ze juist
toevallig voorby z'n huis gekomen, en dan was 't zoo heel moeielyk
niet, even aanteschellen, en te vragen: hoe vaart Wouter?
O, dat valsche mensch-exemplaartje! Hyzelf durfde niet
binnengaan. Femke had wèl gedurfd, en toch... toch mocht ze niet al
de eer hebben van den moed die Wouter zoo onbereikbaar toescheen toen
ze gevorderd werd van hemzelf. Zoo zyn we. Het doet niet tot de zaak
dat het meisje, niet als Wouter geplaagd door aandoeningen die ze
meende te moeten verbergen, minder moed behoefde dan hèm voor zoo'n
bezoek noodig voorkwam. Want dit verschil was hem onbekend. Hy had
evenmin besef van haar eenvoudigheid, als bewustzyn van de oorzaken
die hem beletten eenvoudig te zyn, en 't ware dus eerlyk geweest
haar te bewonderen met dezelfde overdryving als waarmee hy zichzelf
beschuldigde van lafheid. Maar dit deed-i niet. Hoogstens verdiepte hy
zich in gissingen omtrent de manier waarop ze hem had weten te vinden.
't Is waar ook, dacht-i, hoe wist ze waar ik woonde? Hy berekende
dat ze zich veel moeite moest getroost hebben om dit uittevorschen,
en hieruit putte hy weer wat hoop dat-i wel inderdaad Femke's vrindje
was. Haar éérste vrindje? Wie kon dit weten? Zoo'n groot meisje heeft
al zoolang geleefd met haar moeder, en met schoolkameraadjes, en met
jongetjes die haar komen bezoeken by de bleek! En met pater Jansen...
Dien pater Jansen had-i graag 'n hartelyken stomp gegeven. Wat moet
men doen om _pater_ te worden, Femke's pater? Als er mogelykheid was
op zoo-iets! Met het grootst genoegen zoud-i dan aan Femke uitleggen
al wat maar eenigszins dienen kon voor haar zaligheid, en hy wou
haar graag 'n zoen geven, elken keer als ze haar "vragen" goed had
opgezegd. Jazelfs, hy zou haar 'n zoen geven als daaraan wat haperde
of ook al wist ze 't eerste woord niet van haar lesjes met die ivoren
torens. Och hy zou voor Femke zoo'n vriendelyke pater zyn!
Hoe legt men het toch aan, om 't zoover te brengen in de wereld? En
kon men er zeker van zyn, dat 'n pater altyd durfde binnengaan als-i
ergens wezen wilde?
Hy zag duidelyk in, dat-i vóór alles die gekke beschroomdheid moest
overwinnen. Wat zou Mungo Park wel gezegd hebben, als-i hem daar zoo
besluiteloos had zien staan voor dat hekje? Zeker, zeker, dit begreep
hyzelf wel, zóó kon men geen werelddeelen innemen. O, meende hy, als
't maar om Afrika ware te doen geweest, dan zoud-i wel doorgedrongen
zyn tot in 't binnenste binnenland, nog veel dieper-in dan ver over
de blauwe bergen die den achtergrond vormden van al de prentjes in
z'n boekje. Maar ... dat hekje? En ... Femke's moeder? En ... Femke
zelf? Ware hy maar zeker geweest háár te vinden, alléén haar! "Toch
niet, antwoordde hy zichzelf, dàn juist zou ik niet hebben durven
binnengaan!"
Nu kwam 't hem voor, dat-i liever Femke's moeder had gevonden. Hy
zou dan aan die vrouw gezegd hebben ... ja wat? Neen, neen, zoo heel
aanlokkelyk was de ontmoeting met Femke's moeder niet.
Zou men ook aan Mungo Park gevraagd hebben: wat kom je hier in Afrika
eigenlyk doen?
En ... àls men 't gevraagd had ... welnu, _hy_ kon makkelyk
antwoorden. Zoo'n reiziger in 'n boek met prentjes is nooit verlegen.
Hier begon Wouter schoone toespraken te houden tot al de negerkoningen
die hy met lans en zwaard overwonnen had. En al de vrouwen des lands
kusten hem de handen terwyl-i voorby reed, zittende op 'n schimmel
met vuurrooden schabrak. En hy informeerde zich heel minzaam naar
de lieve meisjes die Park hadden verpleegd in z'n ziekte: "omdat de
vreemde witte man ver was van moeder of zusters, en geen huis had." Hy
zou ze koninklyk beloonen...
Want Wouter was koning in al dat veroverde land Koning, en ... Femke
koningin! Wat de groote fluweelen mantel haar prachtig staan zou! En
die gouden diadeem!
Ach, er was ter-nauwernood verf genoeg in Wouters gemoed, om al die
heerlykheid naar behooren te kleuren. Maar wàt er mocht overschieten,
_zy_ kwam niet te-kort. Háár sierde hy op in z'n vlammende verbeelding,
haar 't eerst, haar 't meest, haar byna alleen. Byna, ja ... want
hyzelf was er by, maar kon dit anders? Hoe zou ze koningin van heel
Afrika kunnen wezen, zonder 'n koning! En wie anders kon dit zyn dan
hy, Wouter, haar vrindje?
Och dat veroveren van werelddeelen was zoo'n gemakkelyke zaak, meende
hy. Wel speet het hem zeer dat-i pas dertien jaren oud was, en dus
gevaar liep dat anderen hem vóórkwamen en Afrika bezetten, terwyl
hy door den verraderlyken Pennewip werd opgehouden met verbuigingen
en die vervloekte _regula de tri_! En hy wist zeer goed dat er nog
zooveel andere zaken moesten geleerd worden, voor men werelddeelen
veroveren kan, of zelfs koning worden van 'n kleiner land. Ook z'n
zakgeld moest eenige veranderingen ondergaan, want zes duiten in de
week waren by de grootste zuinigheid inderdaad niet toereikend voor
z'n plannen. De Hallemannetjes ... nu ja, die kinderen ontvingen
hooger toelaag, maar ze dachten gelukkig niet aan Afrika. Voorloopig
vreesde hy hun konkurrentie niet, doch wel dat misschien hier-of-daar
'n ander kind, iets nader aan 't grootzyn dan hy, hem den pas zou
afsnyden. En nog meer belemmeringen sloegen z'n vlucht neer. Hoe moest
hy 't aanleggen, dacht-i, om niet bekeven te worden door z'n moeder,
wanneer hy op z'n tochten in dat onmetelyk binnenland eens wat langer
uitbleef dan de huistucht der Pietersens veroorloofde?
Inderdaad, al die moeielykheden waren niet te miskennen. Onze kleine
droomer zag geen kans ze uit den weg te ruimen, en daar toch z'n
verbeelding niet verkoos zich te laten stuiten, sprong ze er over heen.
Al wat er met hem en Femke in Afrika geschiedde, zou beschreven
worden in fraaie boeken met gekleurde plaatjes. Hy zag zich op 'n
salomonischen troon waarvan 't model aan z'n prentenbybel ontleend
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.