De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13

Total number of words is 4505
Total number of unique words is 1463
40.0 of words are in the 2000 most common words
56.4 of words are in the 5000 most common words
63.1 of words are in the 8000 most common words
Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
kan toen zoo-wat 'n goeie veertigster geweest zyn...
"Dat vervloekte mutsenmaken!" riep... geen van de diep nadenkende
meisjes, maar ze dachten 't.
In één opzicht was de heele familie 't eens. Ieder wilde gaarne ook
eens zoo'n "komedie" zien. Maar juffrouw Pieterse zei dat de kosten
haar "begrootten." En dit werd nog erger, toen Stoffel 'n booze tyding
thuis bracht over den "troep van Jan Gras in de _Elandstraat_, waar
geen fatsoenlyke familie zich vertoonen kon." Dit was hem verzekerd
door iemand die 't wel weten kon, want hy was 'n bloedneef van den
rol-uitschryver by den grooten Schouwburg op 't Leidsche Plein. Dàt
was de ware komedie!
--Verbeeld u eens, moeder, die is van de stad, en de Burgemeester zelf
zoekt de stukken uit... om de zedelykheid, weet u. En begryp eens,
als er in zoo'n stuk staat: "o God!" dan verandert de Burgemeester
dit in: "o hemel!" omdat het niet te-pas komt, van onzen-lieven-heer
te spreken in 'n zaal waar ook wel gedanst wordt. Want... gedanst
wordt er ook, moeder. Maar als wy er eens heen gaan, kunnen we best
'n stuk afwachten waarin niet gedanst wordt, en dat heelemaal is
nagezien door den Burgemeester... [20]


_Laps_ versus _Pennewip. Wouters_ embryologische studiën.

De groote meerderheid des Volks, de kleine burgerstand, heeft geen
geschiedschryver. Met haar bemoeit zich noch de filoloog, noch de
physioloog, noch de psycholoog, noch de schilder, noch de dichter,
noch de filosoof, noch de staatsman. Ze staat voor politie en justitie
te hoog, voor aesthetische beschouwing te laag: ze is _onpoëtisch_.
Ik zou waarlyk geen kans zien deze meening te verdedigen, naar den
stipten zin dien _ik_ aan al die benamingen hecht. Doch als men met
de dagelyksche opvatting daarvan tevreden is, zal ze waarschynlyk geen
verdediging noodig hebben. Reeds in den aanvang der Wouter-geschiedenis
zag ik de moeielykheid in, den lezer belangstelling inteboezemen voor
'n romanheldje dat, by-gebrek aan roman, naar veler meening eigenlyk
geen behoorlyk heldje wezen kan. Wouter zelf zou dan ook de laatste
geweest zyn, die zich voor zooiets uitgaf. En juist dááronder leed
hy. En hoe hy in z'n gedachten dat ondichterlyke van z'n toestand
noemde, kan ik niet zeggen. Hyzelf had er evenmin 'n benaming
voor. Hoogstens voelde hy iets ontevredens, iets benepens. Ook kwam
't hem niet in den zin, zich aftescheiden van z'n omgeving, veel
minder nog zich daartegenover te stellen.
Behalve door z'n zeer onbestemde begeerte om iets meer van al die
poppen te weten, voelde hy de eigenaardige ontevredenheid die hem
kwelde, 't smartelykst als er diligences of reiskoetsen voorby z'n
venster reden. Dat _vice-versa_ en _sauvegarde_--zóó stond er op
de postwagens in zyn tyd--kwamen hem voor als tooverspreuken die hy
wel niet begreep, doch waarachter gewis iets zeer belangryks schuilen
moest. En die reizigers! Hoe voornaam, zoo van-verre te komen, van héél
ver, misschien wel van Rotterdam! En zou ieder nu precies weten waar-i
wezen moest, en wat-i daar te doen had, zonder broer Stoffel? Zoo'n
koetsier, en de man die naast hem zat met 'n trompet... och, die
menschen waren toch ook eenmaal kinderen geweest! Hoe hadden ze 't toch
aangelegd om 't zoo ver te brengen? En hoe of ze 't wel maakten met de
roovers? Of zouden die alleen in Italië zyn? Dat zou toch jammer wezen!
Hy was nu geheel hersteld, en wachtte slechts op de nieuwe broek en de
verdere nieuwigheden die z'n moeder voor hem liet vervaardigen uit de
afgelegde kleedingstukken van z'n broer, om 't voorgenomen bezoek by
den dokter te maken. Te-gelyk met nieuwe plunje kwam juffrouw Laps. Ze
was zeer verontwaardigd, dat men op 't punt stond: "den medicynmeester
meer eer te geven dan den Heere." Wouter moest eerst z'n kerkgang doen,
zei ze. Dat stond in de Schrift! En als-i 't niet deed, zou de Heer
z'n koninkryk vàn hem nemen. Juffrouw Pieterse kon er vast op rekenen.
--Gut, mensch, ik heb er niet tegen dat-i naar de kerk gaat ook, zei de
moeder, maar... we zyn ver van zondag, en omdat nu de blauw-lakensche
broek van Laurens zoo netjes "ingenomen" is...
--Dat zyn juist de wereldsche dingen die 'n mensch van 't ware pad
leiden, betuigde juffrouw Laps.
--Maar zou dan nu 't kind vyf dagen thuis moeten blyven, alleen
omdat-i nog niet in de kerk geweest is?
--Wat beteekenen die vyf dagen, juffrouw Pieterse! De Heer is wel
veertig dagen in de woestyn gebleven, en veertig nachten... denk
eens! En al dien tyd zonder eten... dat's wat anders! Geloof me,
juffrouw Pieterse! je moet je niet van je weg laten brengen door
Laurens z'n broek. Maar 't is netjes gedaan, dat moet ik zeggen. Wat
vraagt de man er voor?
Gedurende 't nu volgend gesprek over de handigheid van den kleermaker,
zat Wouter te peinzen over die woestyn. Hy had er wel zin in. Het kwam
hem zeer byzonder voor, en daarom belangwekkend. Eensklaps vroeg hy
aan juffrouw Laps, hoelang _zy_ in de woestyn geweest was?
--Heb je van je leven... zoo'n kwajongen! Waar haalt-i de
ondeugendigheid vandaan? Neen, mannetje, ik ben nooit in de woestyn
geweest, en dat hoeft ook niet, omdat ik m'n godsdienst thuis doe,
weetje, en... om de andere tyden, zieje. De Heer leefde in 't Heilige
Land, en... 't is lang geleden. Jy met je malle vragen zoudt 'n mensch
verlegen maken. Ik blyf er by, juffrouw Pieterse, dat je verdriet van
den jongen hebben zult. 't Is je eigen schuld. Je had 'm al lang z'n
wyzigheid moeten verleeren.
--Maar 't kind heeft niets miszeid, jufvrouw!
--Zoo? Vindt uwe dat? Nu, _ik_ vind dan op myn beurt...
We schenken haar met koninklyke mildheid de uitlegging van 'r
verstoordheid. De zaak was, als in veel gevallen van deze soort, dat
grof bedrog zich niet op z'n gemak voelt tegenover naïveteit. Juffrouw
Laps was minder bevreesd voor Stoffels rhetoriek dan voor Wouters
eenvoud.
En zie, daar kwam ook die andere vyand aanrukken, en nog wel met
het beraamd plan haar eens duchtig onderhanden te nemen. Stoffel zou
de komedie-veldtocht openen! De slimmert had zich van 'n bondgenoot
voorzien: hy trad de kamer binnen met... meester Pennewip!
Na de gewone begroetingen werd het gesprek al zeer spoedig op 't
onderwerp gebracht, dat dienen moest om juffrouw Laps ten-onder te
brengen. Ze liet zich niet onbetuigd, en lokte zelfs den aanval uit,
door flinkweg al wat naar 'n schouwburg geleek, tot zaken van de hel
te verklaren.
--Uwe verkeert in de soort van dwaling die ik rangschik onder de zeer
algemeene, zei meester Pennewip, en wel van de allerbekrompenste
klasse. Myn jonge vriend hier--hy wees op Stoffel--heeft my uw
vooroordeel op dit punt kenbaar gemaakt, of... te kennen gegeven. En
het is juist hierom dat ik...
--Dat moet je nu niet zóó opnemen, riep de moeder, alsof de meester
expres daarom hier gekomen was. 't Is maar, zieje dat Stoffel
by-toeval...
--Neen, juffrouw Pieterse, ik kom voorbedachtelyk hier, om over de
zaak te spreken.
Als om deze betuiging kracht bytezetten, haalde hy z'n neusknyper
voor-den-dag, en begon 'n verhandeling over allerlei soorten van
vermaak. Hy verdeelde de genoegens in geoorloofde en verbodene. De
"zinnelykheid" kreeg er duchtig van langs, en Wouter had zoo gaarne
de beteekenis van dit woord willen vragen, maar de ruwe wys waarop
hy zooeven berispt was, had hem schuw gemaakt. Hy zou 't onderzoek
naar die afschuwelyke zonde dan in 's hemelsnaam maar uitstellen
tot-i groot was.
--Maar, meester uwe zal toch niet ontkennen dat zoo'n komedie 'n
wereldsche zaak is, riep juffrouw Laps.
Dit woord "wereldsch" heeft 'n booze klank, en Pennewip moest al z'n
onderscheidingsvermogen te-hulp roepen, om niet z'n thema prys te
geven aan zoo'n aanval.
--Zekerlyk... zekerlyk! De zaak is wereldsch, maar... ook wereldsche
zaken laten zich onderscheiden in behoorlyke en onbehoorlyke, in
dezulke die Gode welbehagelyk zyn, en andere zaken, die... die...
--Dàt's niet waar, meester! Wat wereldsch is, is verdoemd... dat zeg
ik maar! 't Staat in de Schrift!
Het doet me leed voor Pennewip, maar ik moet erkennen dat-i by deze
gelegenheid niet zeer dapper op den vyand insloeg. En ook Stoffel
durfde den ingeprenten afschuw van dat vreeselyk woord niet aan.
Het ontzag voor 'n klank speelt in de geschiedenis der dwalingen, een
zeer groote rol, ja de hoofdrol. Zoodra het aan de verspreiders van
'n wanbegrip gelukt is, hun theses te stempelen met 'n eigenaardige
benaming, zal die naam langer leven dan 't oorspronkelyk geloof aan
de redeneering waaruit ze voortsproot. De afgezaagde tegenstelling
van zoogenaamd-verheven begrippen met woorden als: _wereld_,
_zinnelykheid_, _vleeschelyke begeerten_, enz. heeft die uitdrukkingen
tot spoken gemaakt, waardoor nog altyd menigeen zich laat verschrikken,
al zoud-i dan ook overigens ontwikkeld genoeg zyn tot nagenoeg zuivere
redeneering. De oorzaak hiervan is, dat men na lang gebruik van die
klanken zich 't denken heeft afgewend. Dit is ook van toepassing op
heel andere kringen dan die waarin Woutertje op dit oogenblik met
open mond zat te luisteren.
Pennewip stamelde, en nam 't eene snuifje voor, 't andere na. De
goeie man bedacht niet dat hyzelf zoo druk bezig was met offeren op
't altaar der vervloekte zinnelykheid. En ook z'n vyand dacht er niet
aan. Gelukkig! Want de minste aanmerking zou Pennewip op den weg
geholpen hebben om de zinnelykhedens te gaan verdeelen in klassen,
en haar te wyzen op de vreeselyke zonde die ze beging door 't slorpen
van haar sterk gesuikerde thee.
Wat overigens dat "wereldsche" van den Schouwburg aanging, de man
scheen er niet aan te denken dat ook z'n school toch wèl beschouwd
'n wereldsche zaak was. En z'n pruik! En z'n dyvest! En z'n
neusknypertje. En... de heele juffrouw Laps zelf immers ook? Wat
ànders?
Ach, hy kwam zoo ver niet! De argumenten uit de wapenkamer der
geloovery hadden z'n kracht gebroken. Z'n tegenvoetster begreep
dat ze aan de winnende hand was, en om hem te vervolgen tot in z'n
uiterste schuilhoeken:
--Neen, riep ze, van de komedie moet uwe niet spreken, meester! Al
zulke dingen zyn verlokkingen des duivels... dat zeg ik! Daar heb je
nu by my in de straat, de juffrouw boven den spekslager... die heeft
ook op 'n komedie gespeeld--althans zoo zeggen de menschen--en ze is
getrouwd, laat zien... verleden Maart... zes maanden... reken maar
na meester--uwe ziet dat ik de waarheid zeg!--zes maanden, zeg ik,
en wat gebeurt er? Ze ligt in de kraam, meester, zoo zondig als ik
hier voor je zit... dat komt van dat vervloekte komedie-spelen!
O, o, o, onze Wouter! Wat al ooren had-i open, om zooveel belangryks
optevangen! Zooveel kittelende geheimenissen! Wel wist-i niet of de
ware knoop van de zaak in de spekslagery zat, of in de maand Maart,
of in de komedie, of in dit alles te-gelyk, of in een-en-ander uit dit
alles, maar... prikkelend wàs het! Er was 'n kindje geboren omdat de
moeder komedie-gespeeld had! Ziedaar dan eindelyk één der vraagpunten
beantwoord, die hy zich sedert 'n jaar zoo gedurig voorlegde. Helder
was de zaak nog niet, vooral daar-i de zoo gretig afgeluisterde
inlichting in nauw verband bracht met Leentjes relaas over den
"_Onechte Zoon_." Ook daaruit was hem zekere verwantschap gebleken
tusschen de geboorte van 'n kind en komediespel, en omdat nu deze beide
onderwerpen gelykelyk schenen te deelen in den afschuw dien juffrouw
Laps ten-toon spreidde voor wereldsche zaken, lag het in de rede dat hy
ze vry onbepaald vereenzelvigde. Hoe dan ooit z'n moeder er toe gekomen
was zich aan zoo-iets overtegeven, begreep-i niet. Maar... ook dat
probleem werd bewaard voor de toekomst. Intusschen was hy zeer benieuwd
naar 't stuk dat hèm had voortgebracht. Een treurspel? Of 'n komedie
met zang en muziek... 'n _opera_, zooals Stoffel dat genoemd had. Die
muziek-geboorte kwam Wouter zoo heel verwerpelyk niet voor. Hy voelde
inderdaad iets in zich dat naar 'n synfonie geleek. Maar 't benauwde
hem, omdat-i te ongeoefend was om 't stuk te spelen.
Juffrouw Laps ging voort:
--Ik vraag uwe, meester, wat kan er om Krrrristis-wil terecht komen
van zoo'n kind? In zonde ontvangen en geboren, hè?
Wouter werd angstig. De meester trok verlegen aan z'n pruik,
en mompelde iets van "christelyke liefde en Gods byzondere
goedheid." Maar juffrouw Laps was slecht te spreken op dat
stuk. Liefde... goedheid... nu ja, voor de uitverkorenen. Maar men
mocht niet nederzitten met de goddeloozen. En dat had de juffrouw
boven den spekslager gedaan! En daarom zei zy maar dat zoo'n komedie...
--Maar, mensch, de meester is toch ook geen man van gister of
eergister, viel juffrouw Pieterse in.
--Dàt's mogelyk, maar ik hou me-n-aan de Schrift. En daarin staat
van geen komedie. [21]
Wat Pennewip aangaat, hy durfde haar begrippen omtrent gewone komedies
niet aan, toen zy de zaak op 'n zoo verheven terrein bracht. Toch
was de man niet byzonder dom. Maar: geloof, schoolmeestery en
verzen... welke hersens zyn bestand tegen zoo'n cerberus van biologie?
_Lapsen-triumf. Galgebrokken. Weldadighedens_ in extremis. _De roem
van_ Floris V _gestaafd door de verhevenheid van'n komma. Letterkundige
oefeningen onder de leiding van meester_ Pennewip.
--Maar hebje dan wel ooit 'n komedie gezien? vroeg Pennewip, schoon hy
't antwoord wel raden kon.
Het mensch betuigde haar zondagsche verontwaardiging over 't
veronderstellen van zoo'n mogelykheid, en riep daarby duchtig haren
Heer aan.
--Of gelezen?
--Né, meester! Wat _ik_ lees, lees ik in de Schrift ... dat lees ik!
--Voorzeker behoort de H. Schrift tot de klasse der alleruitstekendste
boeken ... jazelfs, men kan zeggen, Gods Woord _is_ het
alleruitstekendste boek. Dit zal niemand betwisten, juffrouw. Doch
het is den mensch geoorloofd, of ... vergund ...
De meester haalde hier 'n boekjen uit den zak, dat-i voor de
gelegenheid had meegebracht, en betoogde dat men niet juist terstond
ieder als verdoemd behoefde te beschouwen, die ... nu-en-dan ... met
mate ... onder opzien tot hooger ...
--Wel zeker, riep Stoffel, by my op school ook! De jongens lezen in
'n _Chrestomathie_ van 't _Nut_ ...
--In wát voor 'n ding? snauwde juffrouw Laps.
--In 'n _chres ... to ... ma... thie_, juffrouw. _C,h,r,e,s ... kres!_
--Of, volgens sommigen: _gggres_, kommenteerde de meester. _Krisius_
of... _Gggristus_ ...
--Dat zyn allemaal heidensche nieuwigheden! Ik zeg maar: Kristisss
... want zóó heet de Heer, en niet anders! Jelui zult me toch m'n
geloof niet willen afnemen?
--Maar juffrouw ...
--Ik wil er niets van weten! Dat komt van al die wereldsche
geleerdhedens! Wat zegt Paulis ... of neen, wat zeiën ze tegen
Paulis? Ze zeiën dat-i gek was van geleerdheid. En zóó is het! Want
ik zeg: Kristisss is Kristisss, en daar ga ik niet af, al ging jelui
op je hoofd staan met je beîen. En voor Wouter is 't ook niet goed,
juffrouw Pieterse, dat-i zulke praatjes aanhoort, 't Kind is pas
ziek geweest, en als de Heer hem niet gespaard had, zoud-i nu al voor
't Gericht staan ... zoodat ik maar zeggen wil, dat ik vasthoud aan
m'n geloof. Maar als-i uitgaat, moet-i 'ns by me komen, dan zal ik
hem eens onder-handen nemen, want met z'n kathechizatie zit het er
dun op. Dat heb ik al lang gemerkt. En nu, dankje voor je koppie
thee, juffrouw Pieterse ... né, meester, geen woord meer ... 't is
zonde! Verlokken laat ik me niet ... ik blyf by den Heer ... nou,
stuur 'm eens by me--Wouter meen ik--als-i uitgaat.
Onder dit gerammel was 't schepsel opgestaan, en ze vertrok, met
overwinnaarsblikken 't slagveld overziende, waarop ze zooveel roem
meende behaald te hebben.
Juffrouw Pieterse was niet tevreden met den uitslag van den
veldtocht. Ze had van haar beide maarschalken meer verwacht. Pennewip
en Stoffel beweerden dat juffrouw Laps te dom was voor 'n behoorlyk
debat. Wie zal dit ontkennen? Maar 't was de eenige reden niet. Ze vond
in haar steil _entiérisme_ zekere kracht, die haar tegenstanders niet
konden putten uit het al te flauw bewustzyn dat er iets kon bestaan,
wat naar gezond verstand geleek. Ze zou dan ook met behulp van
haar frazeologie de overwinning behaald hebben op veel ontwikkelder
vyanden nog, dan ze zoo-even uit het veld sloeg. De eerste pogingen
tot overgang van volstrekt geloof tot onafhankelyk nadenken, werken
verlammend, en het is niet te verwonderen dat zoo weinigen de kracht
bezitten, zulke pogingen doortezetten tot het uiterste toe. Zeker
is het, dat deze kracht niet kon gezocht worden by den ouwerwetschen
Pennewip en den bekrompen Stoffel. [22]

En wat heeft uwe daar dan voor'n boekje? vroeg juffrouw Pieterse.
--Het is een voortbrengsel, of anders gezegd: een werk van een
onzer eerste vaderlandsche dichters, sprak Pennewip met plechtigheid,
jazelfs... ik zou durven zeggen van den eersten of... den voornaamsten,
ook wel de Vorst der nederlandsche dichteren genoemd. Hy is 'n man,
juffrouw, die in godzaligheid voor niemand behoeft uit den weg te
gaan. In den vollen zin des woords zou ik hem durven rangschikken
onder de Belyders. Dit boek, juffrouw, bevat eene komedie, en wel van
de soort die wy gewoon zyn treurspelen te noemen... omdat er iemand
in sterft.
--Zieje, moeder, precies wat ik uwe altyd gezegd heb, reklaamde
onze Stoffel.
--Ja, juffrouw, daar wordt in gestorven. Ziehier op 't laatste blaadje
zekere Machteld... _"dank, Hemel, ik bezwyk_" zegt ze, en ze stort
neder op 't lyk van Floris... ah ja, die Floris zelf is ook dood. 't
Is inderdaad een treurspel.
Zie slechts hier. Hy overleed vier regels vroeger aan de gevolgen
van een groot verraad... en... en...
Meester bladerde.
... op deze bladzyde, of pagina, sterft er ook een. "_Graaf,
vaarwel! Gedenk my met gebeden! (hy sterft.)_" staat er. Uwe ziet
dus wel dat het een treurspel is.
--Net wat ik zei, moeder!
--Ja, 'n treurspel! En wel van 'n dichter, juffrouw, 'n dichter... hoor
eens:

Woerden (_de hand aan den degen slaande_).
Zoo straff' de Hemel my...!
Velzen (_hem weerhoudende en op Floris toeschietende_).
Laat my hem 't hart doorstoten!
De Edelknaap (_tusschen beiden schietende met uitgetogen' degen,
en Velzen een' stoot op het harnas toebrengende_).
Sta, Moorder, neem de proef...!
Velzen (_dezen den opgeheven' dolk in de borst dryvende,
die er in zitten blyft_).
Lig daar, vermeetle wulp!

--Wat zegt uwe dáár van? vroeg de meester.
Alles was 'n oogenblik stom van verbazing.
--Ja, zei eindelyk Stoffel, en alles zoo krek met staande en liggende
regels. "Wulp" stáát weer, zieje Wouter?
't Kind had den moed niet, te vragen wat 'n _wulp_ was? Gelukkig.
In 't voorbygaan hoop ik dat de lezer aandachtig genoeg is om me 't
kwalyk te nemen dat ik aan Stoffel 't woord: _krek_ in den mond leg,
omdat het alleen by boeren, en dan nog slechts in sommige streken van
ons landje gebruikelyk is. Welnu, dit is niet altyd zoo geweest. In
den tyd van m'n verhaal was de uitdrukking: "_Correct_" wel reeds
gedaald tot de sfeer der Pietersens, maar nog niet voorgoed naar
't land verhuisd.
Pennewip keurde Stoffels opmerking volkomen goed, en zei dat men zóó
de voortbrengselen der letterkunde moest genieten...
--Let daar dan goed op, Wouter, vermaande de moeder.
--En méér nog, juffrouw, ging de meester voort. Om de ware grootheid
van zoo'n dichter goed te beseffen, moet men vooral bedreven zyn
in... de taal. De kunde van zoo'n man is verbazend. Al wat ik aan
myne voedsterlingen, leeraar, of... onderwys, of... inprent--want
leerären is zooveel als onderwyzen, juffrouw. Ik zoude ook vryheid
gehad hebben te zeggen, alle zaken waaromtrent ik mynen leerlingen
onderricht mededeel--nu, juffrouw, dat alles is hem tot in de fynste
byzonderheden bekend. De man kon gerust eene school opzetten... niet
dat ik hem dit aanraad--de verdiensten zyn gering, juffrouw!--doch
ik bedoel slechts dat dezelve de daartoe noodige bekwaamheid wel
bezitten zoude. Zoolang ons Vaderland zulke personen in deszelfs
boezem draagt...
Het heele gezelschap was één poging tot verbaasdheid. Stoffel knikte
tevreden, alsof er nu eens eindelyk wat verkondigd werd, dat de moeite
van 't aanhooren waard was. Al de anderen, op Wouter na, steunden op
elkaar. Zoo gaat het meer. We hebben hier 'n vry juist model van _'t
profanum vulgus_ voor ons.
Toch verstoutten zich de gelaatstrekken van Pennewips publiekjen,
iets vragends uittedrukken. Een beetje opheldering scheen niet
ongewenscht. Het was alsof men stilzwygend beloofde dat de bewondering
er niet onder lyden kon. Men scheen niet te vragen: waarom moeten we
dat zoo mooi vinden? De bedoeling was: mooi-vinden zùllen we... help
ons maar aan 'n reden!
Nu, die reden zou Pennewip leveren:
--Zie eens hier, juffrouw! Ik weet wel, of liever, ik kan gissen
of... veronderstellen--volgens sommigen: vóóronderstellen, omdat het
'n onderstelling is die de zekerheid als 't ware voorafgaat--ik
kan dan als nagenoeg uitgemaakt aannemen, dat uwe zich in den
regel, of... gewoonlyk, of... wat men zou kunnen noemen: dagelyks
en... uitsluitend, niet bemoeit met deklinatien...
--Gut né, meester!
...ook wel genoemd: verbuigingen. Maar uwe zult toch wel begrypen,
of inzien, dat alles om 't zoo eens uittedrukken deszelfs eischen
heeft, niet waar?
Juffrouw Pieterse betuigde met 'n hoofdknikje dat zy de gegrondheid
van deze meening volkomen inzag of... begreep. Pennewip scheen dit
zeer verstandig te vinden, en ging voort:
--Ziet uwe daar die komma wel, of... juister gezegd die... _apostrofe_?
--Jawel, jawel, meester, riep juffrouw Pieterse, o zeker, zeker,
ik zie 'm heel goed. Kyk jy ook eens, Trui!
--En dáár staat er nog een, ging Pennewip voort. Laat de andere
juffrouw ook eens zien.
't Boek ging rond. Juffrouw Pieterse was bly dat de inspanning tot
begrip, die weldra van haar zou geëischt worden, 'n beetje verdeeld
werd over 't heele gezelschap. Om de verantwoordelykheid nog wat
verder afteleiden, betrok ze ook Wouter in de zaak.
--Laat het kind toch ook 'ns zien! Hy is er net in de jaren voor. Kyk
nu goed, Wouter! Een jongen als jy moet altyd probeeren wat te
leeren. Zieje 'm nu wel, die... die... hoe heet het ook, meester?
--Wat de gedaante aangaat, juffrouw, zoude men het eene komma kunnen
noemen, doch ten-gevolge der eenigszins verheven plaats waarop de
zeer kundige schryver dat teeken zette, ontvangt hetzelve de kracht...
Wouter tuurde in 't boek, en was verdrietig over z'n domheid. 't
Mocht hem niet gelukken iets schoons te zien.
... de kracht of de beteekenis of de strekking...
Wouter wreef z'n oogen uit, en kon maar niet aan 't genieten raken. Hy
was te eenvoudig-oprecht om verbazing te toonen die hy niet voelde.
--Het onleent aan z'n verheven plaats de strekking, ging meester voort,
om de hoofdeigenschap diens uitgetogenen degens te verklaren. Die
degen is vierde naamval, juffrouw! En dit is almede de eigenschap
des opgehevenen dolks.
--Precies! riep Stoffel.
--Vierde naamval! De kundige dichter...
--Kyk dan toch in 't boek, Wouter, en luister goed, riep de
moeder. Zieje 't nu?
--'t Is 'n afsnydingsteeken, riep Pennewip. En waarom? Wat doet de
Edelknaap? Hy schiet tusschen-beiden.
--Zie je 't nu eindelyk, Wouter?
't Kind staarde op het boek, en werd bleek van verdriet, en begon
te beven. Och, het was dan wáár, wat men altyd zeide, dat er van hem
nooit iets zou te-recht komen! Hy voelde zich wanhopig.
--De Edelknaap schiet tusschen-beiden... waarmee? Waarmee, juffrouw?
Juist! Waarmee... waarmee... komaan, Wouter, zeg jy nu eens, waarmee
die... hoe heet-i ook?
--De Edelknaap. De vraag is, gelyk ik u reeds zeide, waarmee schiet
hy tusschen-beiden? Waarmee? waarmee?
Alles zweeg.
--Ik zoude myne vraag dan aldus kunnen inkleeden:
waardoor wordt "uitgetogen degen" taalkundiglyk
gesproken... geregeerd? Welnu? Door... mê... mê... mê...
Al blatend monsterde hier onze Pennewip z'n auditorium op eigenaardige
wys. [23]
--Mê... mê... wel nu, juffrouw, weet uwe 't nog niet?
--Is 't iets van... 'n schaap, meester?
--Geenszins, juffrouw. Het woordje _met_ behoort tot de klasse der
voorzetsels...
--Precies, betuigde Stoffel.
...en regeert alzoo--let wel op!--den vierden naamval. Die komma
of die apostrofe is, gelyk ik u reeds zeide, of... deed opmerken,
een afsnydingsteeken. Wat dèn opgehevenèn dolk aangaat... besef
wel, juffrouw, dat ik op dezen oogenblik my niet bezig houde met
het vervaardigen van... poëzie, en dus geene aanleiding vinde iets
aftesnyden. Ge begrypt dit immers wel?
--Ja, ja, meester, o ja! Zie je 't nu eindelyk, Wouter?
Met tranen in de oogen bleef 't kind verklaren dat-i niets van de
zaak gewaar werd. Het gebluf van de anderen op snel begrip, had hem
in den waan gebracht dat er in dat boekjen iets van die uitgetogen of
opgeheven moordtuigen te zien was, iets tragisch, iets heldhaftigs,
of iets van dien edelknaap althans. En nu de meester bovendien van
afsnyden begon te spreken:
--Ik zal nooit iets leeren, jammerde hy.
--Dan moet je maar beter luisteren, als de meester of Stoffel je
wat uitlegt, zei de moeder. Ja, meester, hy is altyd zoo achterlyk
geweest. _Senie_ in leeren heeft-i volstrekt niet, en ik kan 't er
maar niet in krygen.
Dit kon den meester nu minder schelen, als hy maar mocht voortgaan
met onderwyzen. Z'n bewondering over die fameuze afsnydings-teekens
was nog niet uitgeput.
--Het zal u voorzeker bekend zyn, juffrouw, dat de woorden verdeeld
worden in mannelyke, vrouwelyke en onzydige?
--Ja, meester, dat heeft Stoffel ook gezegd.
--Juist! "Degen" is mannelyk, en "dolk" ook, dit begrypt u?
--Wel zeker, dat 's heel duidelyk.
En al de meisjes riepen: zeker, zeker!
De meester had met welgevallen die gulle betuigingen aangehoord,
en z'n stoel gepolyst door wenden en keeren om ieder op z'n beurt
gelukkig te maken met 'n blik van goedkeuring. Z'n tevredenheid scheen
eindelyk domicilie te kiezen by de vrouw des huizes. Met schouder,
oog, duim en wysvinger trachtte hy haar in de ziel te grypen:
--Mannelyk alzoo! Deklineer uwe nu eens "uitgetogen degen" juffrouw,
of--indien u dit misschien gemakkelyker mocht voorkomen--beproef eens
het te verbuigen.
--Ja, ja, juist! Dat moet jeluî nu maar 'ns doen met je allen,
riep ze. En jy Wouter, doe ook mee, dan leer je wat, niet waar,
meester? En ik moet abseluut na de keuken, anders laat ze weer de
gort aanbranden... want we eten gort, meester, en we hebben 'n nieuwe
meid. 't Schepsel weet van toeten noch blazen... 't is 'n gedoe!
Onder dit voorgeven trok zich juffrouw Pieterse magnificentelyk van
't slagveld terug. Met veel gehaspel trachtte nu Pennewip de rest van
z'n auditorium aan 't verstand te brengen hoe inkunstig de auteur van
het treurspel de uitgetogenheid van dien degen had weten te knotten,
zonder 't minste nadeel voor de ware taalkunde. Dáárin zat 'm 't fyne
van de zaak, zeide hy, en al de meisjes waren 't weer volkomen met
hem eens. Maar Wouter had 'n gevoel als iemand die op distelen kauwt,
en dan nog verzekeren moet dat ze hem byzonder goed smaken. 't Ergste
was dat-i by voortduring de oorzaak van dat verschil met de anderen,
bleef zoeken in zyn verregaande stompzinnigheid.
--Ook in konjugatien is de man een eerste meester, in konjugatien
of... vervoegingen! De juffrouwen kennen toch de aanvoegende wys?
De juffrouwen knikten.
--Aanvoegende, byvoegende, ook wel genaamd de byvoegelyke wys?
"Zeker, zeker, heel partikulier!" schenen alle blikken te antwoorden.
--Welnu dan, zie eens hier. Wat staat daar? "_Zoo straff' de Hemel
my!_" Ook daar heeft de schryver met veel oordeel een afsnydingsteeken
geplaatst, en gy ziet wel...
--Daar wordt zoo-waar gescheld, riep Trui, en Leentjen is er niet om
open te doen.
Aldus retireerde zich juffrouw Sertrude.
--Uwe dan, juffrouw. _Dat ik straffe, dat gy straffet... dat hy_,
of _dat de Hemel_...
You have read 1 text from Dutch literature.
Next - De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
  • Parts
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 01
    Total number of words is 4300
    Total number of unique words is 1606
    37.2 of words are in the 2000 most common words
    53.2 of words are in the 5000 most common words
    61.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 02
    Total number of words is 4469
    Total number of unique words is 1509
    38.7 of words are in the 2000 most common words
    53.5 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 03
    Total number of words is 4434
    Total number of unique words is 1588
    35.9 of words are in the 2000 most common words
    49.1 of words are in the 5000 most common words
    55.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 04
    Total number of words is 4520
    Total number of unique words is 1394
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    54.8 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 05
    Total number of words is 4079
    Total number of unique words is 1461
    38.0 of words are in the 2000 most common words
    52.5 of words are in the 5000 most common words
    60.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 06
    Total number of words is 4427
    Total number of unique words is 1461
    42.1 of words are in the 2000 most common words
    57.1 of words are in the 5000 most common words
    63.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 07
    Total number of words is 4484
    Total number of unique words is 1498
    40.6 of words are in the 2000 most common words
    56.0 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 08
    Total number of words is 4648
    Total number of unique words is 1416
    43.4 of words are in the 2000 most common words
    60.2 of words are in the 5000 most common words
    67.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 09
    Total number of words is 4767
    Total number of unique words is 1319
    44.9 of words are in the 2000 most common words
    61.1 of words are in the 5000 most common words
    68.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 10
    Total number of words is 4552
    Total number of unique words is 1468
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.0 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 11
    Total number of words is 4630
    Total number of unique words is 1487
    42.9 of words are in the 2000 most common words
    58.5 of words are in the 5000 most common words
    66.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 12
    Total number of words is 4674
    Total number of unique words is 1454
    41.9 of words are in the 2000 most common words
    57.8 of words are in the 5000 most common words
    64.8 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 13
    Total number of words is 4505
    Total number of unique words is 1463
    40.0 of words are in the 2000 most common words
    56.4 of words are in the 5000 most common words
    63.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 14
    Total number of words is 4655
    Total number of unique words is 1501
    40.8 of words are in the 2000 most common words
    55.8 of words are in the 5000 most common words
    63.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 15
    Total number of words is 4585
    Total number of unique words is 1576
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.2 of words are in the 5000 most common words
    61.1 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 16
    Total number of words is 4431
    Total number of unique words is 1593
    38.8 of words are in the 2000 most common words
    52.8 of words are in the 5000 most common words
    60.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 17
    Total number of words is 4593
    Total number of unique words is 1575
    39.4 of words are in the 2000 most common words
    55.2 of words are in the 5000 most common words
    63.5 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 18
    Total number of words is 4522
    Total number of unique words is 1578
    38.5 of words are in the 2000 most common words
    53.6 of words are in the 5000 most common words
    60.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 19
    Total number of words is 4591
    Total number of unique words is 1432
    41.2 of words are in the 2000 most common words
    55.3 of words are in the 5000 most common words
    62.9 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 20
    Total number of words is 4525
    Total number of unique words is 1611
    36.0 of words are in the 2000 most common words
    51.8 of words are in the 5000 most common words
    58.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 21
    Total number of words is 4481
    Total number of unique words is 1536
    39.9 of words are in the 2000 most common words
    55.1 of words are in the 5000 most common words
    62.4 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 22
    Total number of words is 4680
    Total number of unique words is 1469
    40.7 of words are in the 2000 most common words
    54.6 of words are in the 5000 most common words
    63.2 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 23
    Total number of words is 4596
    Total number of unique words is 1462
    41.0 of words are in the 2000 most common words
    56.3 of words are in the 5000 most common words
    62.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.
  • De Geschiedenis van Woutertje Pieterse, Deel 1 - 24
    Total number of words is 731
    Total number of unique words is 371
    43.0 of words are in the 2000 most common words
    57.0 of words are in the 5000 most common words
    64.6 of words are in the 8000 most common words
    Each bar represents the percentage of words per 1000 most common words.